• No results found

6 Discussie en conclusie

6.5 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Naar aanleiding van dit onderzoek wordt een aantal aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.

Allereest, vervolgonderzoek zou een multidisciplinaire benadering kunnen hebben. Door een sociologische, economische en sociaalpsychologische benadering te combineren kunnen de strategieën die individuen en/of huishoudens hanteren om langdurig in armoede te overleven beter worden verklaard.

Ten tweede, kwantitatief onderzoek kan een belangrijke toevoeging zijn. Door het uitvoeren van surveys kan systematischer overzicht verkregen worden over het sociale netwerk van mensen in langdurige armoede. Op die manier kan een vollediger beeld

verkregen worden uit welke mensen de sociale netwerken van mensen in langdurige armoede bestaan. Daarnaast kan ook systematischer worden weergegeven wat mensen in langdurige armoede van wie aan sociale steun ontvangen en wat ze aan sociale steun aan hun omgeving bieden.

Ten derde, een volgend onderzoek zou zich alleen kunnen richten op mannen die langdurig in armoede leven. De resultaten van dit onderzoek zijn mogelijk gekleurd door het hoge aantal vrouwelijke respondenten. Door het volgende onderzoek te richten op mannen, kan een representatiever beeld worden gevormd van het belang van sociale netwerken voor mensen die in langdurige armoede leven.

Ten vierde, het onderzoek is nu gericht op mensen van Surinaamse afkomst in

Amsterdam-Zuidoost en van autochtone afkomst in Tuindorp Oostzaan in Amsterdam-Noord. Het is interessant om het onderzoek te verrichten onder andere doelgroepen in andere

stadsdelen of andere plaatsen in Nederland.

Ten vijfde, respondenten kunnen in een vervolgonderzoek een dagboek bijhouden waarin zij registeren met wie zij allemaal contact hebben op een dag, wat voor hulp ze dan iemand geven en wat voor hulp ze van iemand krijgen. Doordat de respondenten een dagboek bijhouden, wordt nauwkeurig geregistreerd hoe hun sociale netwerk eruit ziet en van wie ze ondersteuning krijgen. Mogelijk is het voor respondenten makkelijker om het op deze manier bij te houden dan dat ze het tijdens interviews moeten bedenken.

Ten zesde, bij een vervolgonderzoek kunnen de resultaten van het onderzoek in een focusgroep worden gepresenteerd aan de respondenten, zodat zij hierop kunnen reageren.

Ten achtste, uit het onderzoek bleek dat voor bijna alle respondenten de formele overheidsondersteuning hun primaire bron van inkomsten vormt. Daarnaast blijkt uit de literatuur dat de overheid zich steeds meer terugtrekt. De invloed van de terugtrekkende overheid (door onder andere de economische crisis) op mensen die langdurig in armoede leven is in dit onderzoek niet meegenomen. Hier zou mogelijk een longitudinaal onderzoek naar kunnen worden gedaan.

Tot slot, tijdens het onderzoek zijn veel data verzameld, maar het was niet mogelijk om alle uitkomsten weer te geven. Er is een aantal keuzes gemaakt. Zo kan mogelijk aan de hand van de data nog nader worden ingegaan op verschillende culturele opvattingen rondom armoede. Ook kwam tijdens de interviews met veel respondenten uit Tuindorp Oostzaan naar voren dat zijzelf of hun kinderen een verstandelijke beperking en/of psychische stoornissen hebben, zoals ADHD. Dit was geen onderdeel van de onderzoeksvraag, maar dit kwam tijdens het merendeel van de interviews met de respondenten naar voren. Mogelijk kan een verstandelijke beperking en/of een psychische stoornis een rol spelen waarom mensen langdurig in armoede leven. Vervolgonderzoek zou zich op deze vraag kunnen richten.

Literatuurlijst

Auslander, G. & Litwin, H. (1990). Social Networks and the Poor: towards effective policy and practice. Nation Asssociation of Social Workers, 234-238.

Baarda, D., Goede, M. de & Teunissen, J. (2005). Basisboek Kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff.

Belle, D. (1982). The Impacy of Poverty on Social Networks and Support. Marriage and Family Review, 5, 89-103.

Bernstein, D.A., Penner, L.A., Clarke-Stewart, A.,& Roy, E.J. (2006). Psychology. Seventh Edition. Boston/New York: Houghton Mifflin Company.

Botman, S. (2011). Gewoon schoonmaken: de troebele arbeidsrelaties in betaald huishoudelijk werk. Amsterdam: Uitgeverij Boxpress.

Bourdieu, P. (1989). Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip. Amsterdam: Van Gennep.

Bovenkerk, F. (1983). De vlucht: migratie in de jaren zeventig. In G. Willemsen, Suriname, de schele onafhankelijkheid (p. 152-181). Amsterdam: Arbeiderspers.

Brady, D. (2003). Rethinking the Sociological Measurement of Poverty, in: Social Forces, 81(3), 715-751.

Brisson, D. & Usher, C. (2005). Bonding Social Capital in Low-Income Neighborhoods. Family Relations, 54(1), 644-653.

Brubaker, R., Loveman, M. & Stamatov, P. (2004). Ethnicity as cognition. Theory and Society, 33, 31-64.

Bryman, A. (2008). Social Research Methods. Oxford: University Press.

Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek, Gemeente Amsterdam. (2014a). Bevolking Zuidoost naar nationaliteiten. Opgeroepen op 11 mei 2015, van:

http://www.ois.amsterdam.nl/feiten-en-cijfers/#

Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek. (2014b). Prognose buurtcombinaties 2014: Tuindorp Oostzaan. Opgeroepen op 11 mei 2015, van:

http://www.ois.amsterdam.nl/zoek/

Cattell, V. (2001). Poor people, poor places, and poor health: the mediating role of social networks and social capital. Social Science & Medicine, 51, 1501-1516.

CBS. (2013). Armoedesignalement 2013: Sterke groei armoede in 2012, maar afzwakking verwacht. Opgeroepen op 25 februari 2015, van: http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/themas/inkomen-

bestedingen/publicaties/artikelen/archief/2013/armoedesignalement-2013-sterke- groei-armoede-in-2012-pb.htm

Coleman, J. (1990). Foundations of social theory. Cambridge: Belknap Press of Havard University Press.

Driessens, K. (1994). Armoede en sociale netwerken. Kleine opvangnetten met grote gaten of minder draagkracht? In J. Vranken, D. Geldof & G. v. Menxel, Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting (p. 180-189). Leuven: Acco.

Driessens, K. (2004). De leefwereld van arme gezinnen. Omgaan met uitsluiting en isolement. Welzijnsgids: gezondheidszorg & welzijnszorg, Algemene Noden, Armoede, 54, 47-76. Engbersen, G., Snel, E. & Rusinovic, K. (2000). De vier economieën: over sociale uitsluiting

en bestaansstrategieën. In G. Engbersen, J. Vrooman & E. Snel, Arm Nederland. Balans van het armoedebeleid. Vijfde jaarrapport armoede en sociale uitsluiting (p. 53-75). Amsterdam: Amsterdam University Press.

Engbersen, G., Van der Veen, R. & Schuyt, K. (1987). Moderne armoede. Overleven op het sociaal minimum. Leiden/Antwerpen: H.E. Stenfert Kroes B.V.

Geldof, D. (1994). Wat is armoede? Een aanzet tot een referentiekader. Welzijnsgids: Gezondheiszorg & Welzijnszorg, 12, 1-18.

Gemeente Amsterdam. (2012). Amsterdamse Armoedemonitor 2012. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Gemeente Amsterdam. (2013). Amsterdamse Armoedemonitor 2013. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Gemeente Amsterdam. (2014). 80 miljoen extra voor armoedebestrijding. Inkomensgrens voor minimaregelingen verruimd. Opgeroepen op 28 mei 2015, van:

http://www.amsterdam.nl/gemeente/college-van/individuele-paginas/arjan- vlieg/persberichten/persberichten-2014/80-miljoen-extra/

Gemeente Amsterdam (z.d.) NDSM-Werf. Opgeroepen op 24 juni 2015, van: https://www.amsterdam.nl/kunstencultuur/monumenten/monumenten-0/gebouwen- gebieden/beschrijvingen/ndsm-werf/

Gemeente Amsterdam Noord. (2013). De Staat van Tuindorp Oostzaan. Opgeroepen op 21 mei 21 2015, van: http://www.noord.amsterdam.nl/actueel/feiten-cijfers/staat-noordse- wijken/staat-noordse-wijken-1/staat-tuindorp/

Gemeente Amsterdam Noord. (z.d.a). Noord vroeger: Tuindorp Oostzaan. Opgeroepen op 21 mei 2015, van: http://www.noord.amsterdam.nl/buurten/diversen/noord-

vroeger/tuindorp-oostzaan/

Gemeente Amsterdam Noord. (z.d.b). Tuindorp Oostzaan. Opgeroepen op 21 mei 2015, van: http://www.noord.amsterdam.nl/buurten/tuindorp-oostzaan/

Geuns, R. van (2013). Every Picture Tells a Story. Armoede: een gedifferentieerd verschijnsel. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Goldstein, J. & Warren, J. (2000). Socio-Economic Reach and Heterogeneity in the Extended Family: Contours and Consequences. Social Science Research, 29, 382-404.

Granovetter, M. (1973). The Strength of Weak Ties. American Journal of Sociology, 78(6), 1360-1380.

Granovetter, M. (1983). The strength of weak ties: a network theory revisited. Sociological Theory, 1(1), 201-233.

Haan, I. de (2014). Het hegemoniale discours van de participatiesamenleving. Kritiek van de ‘doe-democratie’. Beleid en Maatschappij, 41(3), 268-273.

Hagenaar, A. (1991). The Definition and Measurement of Poverty. In L. Osberg, Economic Inequality and Poverty: International Perspectives (pp. 134-156). New York: M.E. Sharpe.

Hagenaars, A. & Vos, K. de (1988). The Definition and Measurement of Poverty. The Journal of Human Resources, 23(2), 211-221.

Hillhorst, P. & Lans, J. van der (2013). Sociaal doe-het-zelfven. De idealen en de politieke praktijk. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact.

Hoff, S. (1998). Armoede en sociale relaties. In G. Engbersen, J. Vrooman & E. Snel, Arm Nederland. Effecten van armoede: derde jaarrapport armoede en uitsluiting. (p. 115- 128). Amsterdam: Amsterdam University Press.

Kesteren, P. van (2001). Thuis in Amsterdam: verleden, heden en toekomst van Woningbedrijf Amsterdam. Nijmegen: Uitgeverij SUN.

Komter, A., Burgers, J. & Engbersen, G. (2000). Het cement van de samenleving, een verkennende studie naar solidariteit en cohesie. Amsterdam: Amsterdam University

Lautenbach, H. & Siermann, C. (2007). Armoedeprofielen in de vier grote steden. Statistisch kwartaalblad over arbeidsmarkt, sociale zekerheid en inkomen(1), 49-57.

Leen, T. Van & Storms, B. (2013). Het maximum uit het minimum halen.

Overlevingsstrategieën van mensen met een beperkt inkomen. Leuven: Centrum voor Budgetadvies en Onderzoek.

Leveque, K. (2003). Armoede is...? Schets van een eeuw lang antwoorden uit het sociaal- wetenschappelijk veld. Antwerpen: Garant.

Lin, N. (2001). Building a network theory of social capital. In N. Lin, K. Cook & R. Burt, Social Capital: theory and research (pp. 3-29). New York: Aldine De Gruyter. McPherson, M., Smith-Lovin, L. & Cook, J. (2001). Birds of a Feather: Homophily in Social

Networks. Annual Review of Sociology, 27, 415-444.

Mullainathan, S., & Shafir, E. (2013). Scarcity. Why Having Too Little Means So Much. New York: Henry Holt and Company.

Muffels, R., Fouarge D. & Snel, E. (1999). Langdurige, hardnekkige armoede. Economisch Statistische Berichten, (84), 296- 298.

Nederland, T., Stavenuiter, M. & Swinnen, H. (2011). Van inkomensondersteuning tot WMO. Twintig jaar armoedebeleid in Nederland. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Noordhoff, F. (2008). Persistent Poverty in the Netherlands. Amsterdam: Vossiuspers UvA – Amsterdam University Press.

Paulle, B. & Kalir, B. (2014). The Integration Matrix Reloaded: From Ethnic Fixations to Established Versus Outsiders Dynamics in the Netherlands. Journal of Ethnic and Migration Studies, 40(9), 1354-1374.

Phillipson, C., Allan, G. & Morgan, D. (2004). Social networks and social exclusion. Sociologica and policy perspectives. Hants: Ashgate Publishing Limited.

Portes, A. (1995). Economic Sociology and the Sociology of Immigration: A Conceptual Overview. In A. Portes, The Economic Sociology of Immigration: Essays on Networks, Etnicity and Entrepreneurship (pp. 1-41). New York: The Russel Sage Foundation.

Putnam, R. (2000). Bowling Alone: the collapse and revival of American community. New York: Simon & Schuster.

Putnam, R. (2007). E pluribus unum: Diversity and community in the twenty-first century. Scandinavian Political Studies, 30(2), 137-174.

Rijksoverheid. (2015, januari 1). Wat is het sociaal minimum? Opgeroepen op mei 28, 2015, van WW-uitkering: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ww-uitkering/vraag-en-

antwoord/wat-is-het-sociaal-minimum-en-wat-als-mijn-uitkering-lager-is-dan-dat- minimum.html

Ross, C. & Mirowsky, J. (2001). Neighborhood Disadvantage, Disorder, and Health. Journal of Health and Social Behavior, 42(3), 2578-276.

Rowtree, S. (1901) Poverty. A Study of Town Life. London: MacMillan and Co.

Schans, D. & Komter, A. (2006). Intergenerationele Solidariteit en Etnische Diversiteit. Migrantenstudies, 22(1), 2-21.

SCP & CBS. (2014). Armoedesignalement 2014. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau & Centraal Bureau voor de Statistiek.

SCP & CBS. (2012). Armoedesignalement 2012. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau & Centraal Bureau voor de Statistiek.

Spiesschaert, F. (2005). Ervaringsdeskundige in armoede en uitsluiting. Een inleiding tot de methodiek. Leuven: Acco.

Stack, C. (1974). All Our Kin: Strategies for survival in a black community. New York: Harper Torchbook.

Staring, R., Engbersen, G. & Ypeij, A. (2002). Armoede, migranten in informaliteit in Rotterdam-Delfshaven. Rotterdam: Risbo.

Steyeart, J. & Kwekkeboom, R. (2012). De zorgkracht van sociale netwerken. Utrecht: Movisie.

Thys, R. (2001). Een nieuw spoor? Netwerken en armoedebestrijding. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 25, 20-29.

Townsend, P. (1993). The international analysis of poverty. Hemel Hempstead: Harvester Wheatsheaf.

Vranken, J. & Steenssens, K. (1996). Naar het middelpunt van armoede? Een onderzoek naar de structuren van het dagelijkse leven van generatie-armen in een urbane omgeving. Leuven: Acco.

Willis, P. (1977). Learning to Labour. How the working class kids get learning class jobs. Farnborough: Saxon House.

Wratten, E. (1995). Conceptualizing urban poverty. Environment and Urbanization, 7(1), 11- 38.

Ypeij, A.,& Snel, E. (2002). Armoede en bestaansstrategieën: Formele en informele sociale zekerheid in Amsterdam-Zuidoost. Derde deelstudie van het project 'Landschappen

Ypeij, A., Snel, E. & Engbersen, G. (1999). Armoede in Amsterdam-Noord. Eerste deelstudie van het project 'Landschappen van armoede'. Rotterdam: RISBO.

Bijlage 1: Interviewguide voor mensen die langdurig in armoede