• No results found

Economische voor en nadelen Maatschappelijke voor en nadelen

T: Oké, ik wil u bedanken voor u eerlijkheid Even kijkend naar de tijd wil ik het interview afronden.

7.2.8 Interview mediator en adviseur Meerlanden Just

T: Oke, laten we maar gelijk beginnen. Ik kan me voorstellen dat u het ook heel druk hebt. Eerst wat algemene vraagjes. Wat is de hoofdactiviteit binnen Meerlanden?

J: Heel klein stukje context voor jou vooraf. Wij zijn een overheids-bv, dus wij zijn eigendom van een aantal gemeenten. En daar zit Amsterdam niet bij. We werken voornamelijk voor die gemeenten en voor andere gemeenten in opdracht. Zo doen we op dit moment ook een opdracht voor de gemeente

Amsterdam. Maar wij zijn wel een van de partijen die de gemeente spreekt als het gaat om duurzaamheid. Wij zijn niet een van de primaire uitvoerders van de taken van de gemeente Amsterdam.

T: Nee dat had ik al gezien, ja. Maar ik was benieuwd naar de samenwerking met het metropoolgebied Amsterdam.

J: Ja dat klopt. Daar maken wij actief onderdeel van uit. Een deel van de metropoolregio nemen wel weer diensten bij ons af of zijn aandeelhouder bij ons. Maar primair zijn wij een organisatie voor afval inzamel. En het beheer van afval, dan moet je denken aan groene afval of riolering, daar doen wij dus beheer van. En we maken energie bij het verwerken van organisch restmateriaal, bio-energie. En dat zijn onze drie voornaamste dienstverlenings-terreinen.

T: Oké, want ik ben vooral benieuwd naar de bio-energie en alles wat zich rond organisch afval speelt. Kunt u misschien daar iets meer over vertellen?

J: Wij zien onszelf wel als grondstofregisseur. Daarnaast proberen wij ook voor de gemeente waarvoor wij werken de grondstoffen die wij inzamelen zo hoogwaardig mogelijk te verwerken. Zoveel mogelijk grondstoffen eruit proberen terug te winnen. Met zo laag mogelijke kosten en een zo hoog mogelijke visuele waarde proberen wij eruit te halen. En als het gaat om organisch restmateriaal, dan hebben we het over het algemeen over gft-afval, en dat vergisten wij en composteren wij. En daarbij wordt bij het vergisten groen gas uiteindelijk gemaakt. En dat proces dat wij hebben, is een vrij nieuw proces. Omdat wij geen reststromen hebben bij dat proces. Dus al het afval dat binnenkomt, wordt omgezet naar gas of water of CO2 of warmte of compost.

T: Oké, dat is super interessant om te horen. Even kijken, kunt u kort iets vertellen over uw functie binnen het bedrijf?

J: Jazeker. Ik ben eindverantwoordelijke voor alle diensten die wij leveren aan de gemeenten. Wij leveren aan de gemeenten, dus dat betekent dat al het contactbeheer en relatiemanagement, dat zit bij mij.

Daarnaast geef ik advies binnen het kenniscentrum van Meerlanden. En tenslotte ben ik de programmamaker van ons programma Circulaire Economie.

T: Oké, heel interessant. Even kijken hoor, en hoeverre is de gemeente Amsterdam bij een van deze functies betrokken?

J: Nou met name bij dat tweede deel, dus het programma Circulaire Economie. Daar hebben wij vooral contact met de gemeente Amsterdam te maken, omdat wij een uitvoeringsprogramma hebben gemaakt over het verwerken van afval binnen de circulaire economie voor de metropoolregio Amsterdam. En hier kijk ik in hoeverre de gemeente Amsterdam wilt samenwerken met ons.

T: Oké, en in hoeverre lukt dat voor nu? De samenwerking?

J: Er is een visie geformuleerd met de metropoolregio als grondstoffen-hub. En onder die visie proberen wij een samenwerking tot stand te brengen. Ja, en dat is op dit moment nog echt zoeken. Ik heb hierna ook een afspraak in Amsterdam om daar verder over door te praten. Wij hebben een kleine samenwerking voor nu tot stand gebracht, omdat wij het gft-afval in Amsterdam- Oost inzamelen. Daar wordt op dit moment een pilot gehouden. En we gaan vanmiddag verder praten over of er nog samenwerkingsmogelijkheden zijn in andere stromen. En dan zijn we even concreter op dit moment over gft, textiel en elektronisch afval in gesprek.

T: Oke, want u valt ook onder een van de rapporten van Amsterdam. Centrale hub en bioraffinage om precies te zijn. Heeft u daar weleens van gehoord?

J: Ja, daar vallen wij inderdaad onder. Maar het rapport waar ik naar refereer is van de Amsterdam Economic Board. En die gaat net is breder dan dat. Maar ik heb al begrepen dat wij onder een van die strategieën vallen. En dat zit er met name in omdat wij aan het vergisten en composteren doen. En wij hebben heel veel kennis en expertise als het gaat om het verwerken van organisch afval.

T: Waarom is het zo moeilijk om een samenwerking met de gemeente Amsterdam te vormen? Aangezien ze jullie wel als voorbeeld noemt in een van haar rapporten?

J: Nou, omdat daar meerdere belangen spelen. Kijk, wij zijn in principe een bedrijf dat in dienst van de gemeente werkt. Wij zoeken bedrijven die aandeelhouder van ons willen worden. Dat zij bij ons willen inbesteden, dat is een andere vorm dan aanbesteden. En de gemeente Amsterdam heeft al een soortgelijke relatie met het Afval- en Energiebedrijf. Op dezelfde juridische wijze. En je ziet gewoon dat meerdere partijen daar belangen hebben. De gemeente Amsterdam wilt wat, De Amsterdam Economic Board wilt wat, wij willen wat. En die belangen moeten bij elkaar komen. En ik denk dat dat voor nu heel lastig is om tot een overeenkomst te komen, omdat het afval- en energiebedrijf ook een wat commerciëler belang hebben dan dat wij die hebben. Wij steken het net iets meer in vanuit een maatschappelijke

verantwoordelijkheid en voor een breder gebied dan alleen Amsterdam. En daar zijn we elkaar nu in aan het zoeken. En het AEB kijkt eerst op het niveau van Amsterdam en dan welke gemeenten er willen aanhaken. En wij willen ethisch breder dan de gemeente Amsterdam werken. En proberen dan iets op te

zetten. Terwijl het AEB echt meer een instelling heeft dat ze het eerst willen regelen voor de gemeente Amsterdam.

T: Oke, want dat was mijn volgende vraag: Wat is het verschil tussen het AEB en Meerlanden?

J: Oke, Ja dat verschil kan ik wel iets verder verduidelijken. Het AEB is een bedrijf dat afval verbrandt en daar energie van maakt. En dat doen wij niet. Wij proberen zo min mogelijk afval te verbranden, en alles wat wordt verbrand gebeurd ook bij het AEB. Dus wij zijn in die zin ook weer een toeleverancier van het AEB. En wij zitten er veel meer op om het afval zo min mogelijk te verbranden, het al vanaf de bron te scheiden, en de grondstoffen eruit terug te winnen. En dat verschilt bij ons per afvalstroom hoe we dat doen. En of we dat samen met de markt doen.

T: Ik zag op de site dat jullie zo hoogwaardig mogelijk proberen te handelen. Te verwerken… J: Ja, zoveel mogelijk grondstoffen er proberen eruit terug te halen.

T: Oké, en wat overblijft gaat dus naar het AEB? J: Ja dat klopt.

T: Oké, dat is duidelijk. U had het er ook over dat Meerlanden zich meer vanuit maatschappelijk belang opstelt? Ik heb ook iets gelezen over corporate governance, over meer transparantie, meer

inlevingsvermogen en maatschappelijk ondernemerschap? Kunt u dit ietsjes meer verklaren?

J: Dat is heel lastig, want dat is nu heel breed wat je nu aangeeft. Ik weet niet in wat voor contect je dit wilt weten. Kijk, waar ikzelf net op doelde was het programma Circulaire Economie, dat proberen wij op te stellen zonder een maximale winst uit te behalen. We willen het echt in het belang van de gemeenten organiseren. En elke euro die daarin wordt verdiend, gaat weer terug naar de gemeente. Dus wij proberen als Meerlanden, daar zo volledig mogelijk transparant in te zijn. In wat onze kosten zijn, en wij proberen die kosten op kostprijs niveau bij de gemeente neer te leggen. Wij proberen uit het programma circulaire economie in principe geen winst uit te maken. Geen financiële winst. Wij zien onze rol binnen de transitie naar circulaire economie, met name als een regisseursrol. Wij zeggen tegen overheidsinstanties van: Als jullie het probleem naar ons brengt dan gaan wij daar regie over voeren. Dat betekent dat je niet vastzit aan bepaalde partijen, maar dat wij continu kijken naar wat zijn de meest duurzame ontwikkelingen en de gemeenten daarin adviseren om in collectiviteit daarin mee te gaan. Wij verrekenen eigenlijk voor die service alleen de kosten door die wij werkelijk maken om die te organiseren. Wij zetten er geen marge tussen, in de verwerking. En wij proberen de verwerkers naast duurzaamheid vooral op prijs te sturen. We proberen het collectief voor iedereen zo gunstig mogelijk te organiseren. Daar zit ook het verschil tussen Meerlanden en AEB. Want AEB moet geld verdienen om het verwerken van stromen. En wij verdienen aan het logistieke proces ervoor. Dus wij hoeven niet te verdienen aan die verwerking. Indien wij het verwerken tot het product zelf, dat proces op ons nemen, ja daar komt wel een verdienmodel aan te zitten. Maar op alle andere stromen en het regie-voerder-schap hebben we dat in principe gewoon niet. Omdat we die collectiviteit willen stimuleren.

T: Oké! Aangezien jullie de rol van regie op zich hebben genomen, zien jullie jezelf meer als een beleidsmaker of als een uitvoerder van het beleid van de gemeente?

J: Wij zien onszelf meer als de uitvoeders van het beleid van de gemeente, maar in onze regisseursrol vragen wij eigenlijk een ander soort beleid van de gemeente. Eigenlijk verwachten wij dan dat zij geloven

in de regionale visie die wij neerleggen en dat zij ons daarmee een iets ruimer beleidskader geven om bepaalde doelstellingen en visies vorm te geven. En wij zetten daar meer in op een soort van

samenwerking dan dat wij onszelf dan echt als een aannemer zien. Iemand die aanneemt en uitvoert, nee dat zijn wij niet. En het is ook zo dat ondanks dat los van dat wij een uitvoerorganisatie zijn, wij ook gemeenten beleidsmatig adviseren. Het is niet dat wij dat helemaal niet doen, maar primair zijn wij de uitvoerders.

T: Oké, zou dit ook een reden kunnen zijn waardoor de gemeente Amsterdam niet volledig wilt meewerken? Omdat jullie die bewegingsvrijheid nodig hebben?

J: Nou ik denk, dat denk ik niet. Ik denk dat dat stukje bewegingsvrijheid dat wij willen juist heel goed past bij wat de gemeente Amsterdam wilt. Waarom de gemeente niet kan meewerken heeft meer te maken dat zij tot 2021 het leenrecht van het verwerken van al het afvalstoffen aan het AEB gegund hebben. De AEB heeft hierdoor een monopolie positie waardoor de gemeente Amsterdam gebonden is in het aangaan van samenwerking. Daarnaast denk ik ook dat je moet aannemen dat de gemeente Amsterdam dusdanig groot is, dat bepaalde projecten die wij voor gemeenten organiseren, zij ook dusdanig zelf kunnen organiseren. Kijk in de kaders van omvang, ik spreek ook heel vaak gemeenten van 40.000 of 60.000 inwoners. En tegen die gemeenten kunnen wij zeggen dat we hen volledig kunnen ontzorgen van alle stromen. Van Amsterdam zouden we dat in theorie ook kunnen, maar ik snap gezien de omvang dat zij zoiets hebben van: wij gaan liever met meerdere partijen werken. Dus misschien voor een gedeelte met Meerlanden, maar ook voor een gedeelte met AEB. Dus vanwege de schaalgrootte van Amsterdam, willen zij zich niet aan een partij binden. Maar willen zij dat meerdere partijen samenwerken.

T: Dan heb ik ook nog een vraag over op welke schaal Meerlanden zelf werkt? Ik zag het kaartje op de site en zag er een beetje uit als regio Noord-Holland. Klopt dat?

J: Op dat kaartje staan onze aandeelhouders, dat zijn ook de gemeenten waar wij primair voor werken. Dat zijn in totaal negen gemeenten. Voor die gemeenten voeren we ook primair het programma Circulaire Economie uit. Daarnaast zijn we in die regio met verschillende gemeenten in gesprek om daarop aan te haken, dat zijn een kleine 34 gemeenten die op opdrachtbasis ons taken geven. Zoals Amsterdam nu het inzamelen en verwerken van gft-afval in Amsterdam-Oost bij ons heeft neergelegd.

T: Ik heb echt al heel veel hele fijne informatie, heel even kijken naar mijn vragenlijst… Nog even voor de duidelijkheid: Wat is de primaire motivatie om over te stappen naar een circulaire economie voor de gemeente, denkt u?

J: Als je het mij vraagt, zou de primaire motivatie moeten zijn dat we in ons huidig economisch model gewoon te weinig grondstoffen hebben om dat model te blijven continueren. En ik denk dat de industrie een te groot commercieel belang heeft om dat door te zetten. En dat de overheid een hele belangrijke rol heeft in de transitie naar circulaire economie. Waarbij zij zich vooral zouden moeten focussen op het behouden op grondstoffen. Er zijn nu heel veel politieke discussies over hoe je duurzaamheid nu moet verwerken. En dan wordt er toch net iets te snel gezegd: Ja, verbrand het maar. Terwijl mijn opinie is, dat je zo moet verbranden dat er zo veel mogelijk grondstoffen intact blijft. Op het moment dat je de

grondstoffen vergast, ja dan ben je een deel van de primaire grondstoffen wel kwijt. Ondanks dat die gas wel een mooi product is, die grondstof is zo schaars dat het echt van belang is dat je die grondstoffen niet kwijtraakt.

T: Oke, ik heb het erbij gezet dat het uw persoonlijke mening is. Volgens mij spreekt u hier over de ecologische voor- en nadelen. Dat het hier heel erg van belang is om de natuur te behouden. Kan ik dat zo zeggen?

J: Ja de natuur is in mijn optiek een gedeelte. Het heeft er wel invloed op. Maar het gaat mij met name om dat het product van de grondstoffen is gemaakt. Ligt eraan wat voor product het is, maar je hebt een aantal grondstoffen. De grondstoffen die je gebruikt, om die zo lang mogelijk probeert te gebruiken.

T: oke, dus in primaire vorm de grondstoffen behouden. Kan ik het zo zeggen?

J: Ja, ik denk dat dat m is. Maar ik moet nu naar een volgende afspraak. Ik hoop dat je alles hebt en als je nog meer vragen hebt, kunnen we er dan morgen kort over bellen?

T: Dat is prima, ik zal het u vanavond laten weten! Bedankt voor uw tijd en succes bij uw volgende afspraak

De volgende dag

T: Hey Just, ik had nog aantal korte vraagjes. Bedankt dat u even tijd voor mij kon maken! Dus qua projecten voor de gemeente Amsterdam, zit u nu alleen in Amsterdam Oost.

J: De samenwerking die wij met Amsterdam hebben? Ja, dat klopt. Dit is voor nu onze enige concrete samenwerking met de gemeente. Daarnaast hebben wij dus wel een contract met het AEB. En er is nu wel informeel afstemmingsoverleg tussen Meerlanden en de gemeente Amsterdam. Maar er is niets concreets. T: Zijn er eventuele verschillen of tegenstellingen geweest tussen de belangen van Meerlanden en de gemeente, in Amsterdam Oost?

J: Nou, ja… Amsterdam focust in haar beleid zich iets meer op nascheiden van afval. En Meerlanden is beleidsmatig heel erg gefocust op ontscheiding. Waarbij wij van mening zijn dat je een beter kwalitatieve verwerkingsstromingen krijgt. En daarmee meer grondstoffen kunt terugwinnen. Maar ik snap die positie van Amsterdam wel, aangezien Amsterdam veel hoogbouw heeft.

T: Oke, want u zei ontscheiding…?

J: Ja want dat houdt in dat je bewoners vraagt om het afval zelf te scheiden. Dus zij kunnen bepalen als het afval wordt, of ze het door elkaar gooien of van elkaar apart houden. Want als zij het zelf scheiden, is dat het meest zuiver. En bij Amsterdam gooien ze al het afval door elkaar en wordt het technische na

gescheiden. AEB bouwt nu ook een installatie om dat achteraf te kunnen scheiden.

T: Ik heb gisteren op de site van Meerlanden gekeken en zag dat jullie eerst een afvalverwerker waren en dat jullie nu zijn jullie bezig met de grondstoffen uit het afval te halen…

J: Nou dat kan je niet helemaal zo zeggen, want Meerlanden is van oudsher een inzamelbedrijf. Wij hebben nooit op grote schaal verbrandt, wat het AEB wel doet. Dus het verwerken van restafval hebben wij nooit gedaan aan verbranden. En wij zijn al heel lang bezig met het restafval zo hoogwaardig mogelijk te verwerken.

T: Oke, dat is duidelijk. Nou dan weet ik genoeg. Ja, dan wil ik u nogmaals bedanken voor uw bijdrage en tijd. En dat u nog even kon bellen!

J: Ja, geen probleem!