• No results found

Bijlage 3: Categoriseren gecodeerde citaten 1.1 Implementatie Circulaire economie

Economische voor en nadelen Maatschappelijke voor en nadelen

T: Oké, ik wil u bedanken voor u eerlijkheid Even kijkend naar de tijd wil ik het interview afronden.

7.3 Bijlage 3: Categoriseren gecodeerde citaten 1.1 Implementatie Circulaire economie

- Visie

Res 1: Als je een boom ergens plant en je komt ervoor uit dat je dat gedaan hebt is dat een soort daad uit vriendelijkheid. Je draagt eigenlijk bij aan de natuur.

Res 1: Zorgen dat er zo min mogelijk afval wordt uitgesloten bij productieprocessen.

Res 2: Ze krijgen hier afval binnen. Meeste mensen denken, he, afval is niets meer waard. Maar daar zitten nog hele bruikbare spullen in. En wat er niet meer bruikbaar is gaat in de verbrandingsoven. En ook daar is het nog steeds bruikbaar. Want in die verbrandingsoven, de warmte en de stoom die daarbij vrijkomt dat wordt omgezet in elektriciteit voor de gemeente Amsterdam en in warm water dat voor warmtenet, Amsterdam waternet. Dus alles van het afval wordt weer gebruikt.

Res 2: Het is idee van afval is waardeloos, je gooit het weg. Maar dat is dus niet zo. Of we halen de bruikbare spullen eruit, of we verbranden ze zodat er grondstoffen ontstaan. Of we verbranden het en daaruit ontstaat er elektriciteit en warmte voor het waternet. Dus het komt continu weer terug in de maatschappij. Dus het komt continu weer terug in de maatschappij.

Res 3: Voor ons is het concept over upcyclen binnen circulaire economie vooral het belangrijk. Zelfs iets meer dan toegevoegde waarde, haha. Het brengt gewoon iets heel nieuws in de wereld.

Res 3: Eigenlijk heel makkelijk. Gewoon zo veel mogelijk uit het organische afval, in dit geval koffiedik halen en dit concept over heel Nederland en misschien buitenland proberen te verspreiden.

Res 5: Wij, uhm, recyclen gebruikte materialen. Dat past binnen circulaire economie. Dus het

hergebruiken van verschillende grondstoffen die gebruikt worden. En de restromen die daaruit ontstaan. Dus in die zin, wat wij doen, is biobased, is circulair. En de definitie. Ja in principe hebben wij daar niet echt een definitie voor eigenlijk. De definitie die daarvoor bestaat. Daar sluiten we ons bij aan.

Res 4: Voor de circulaire economie heb je een circulariteit-ladder. Wat is hoogwaardig en wat is

laagwaardig verwerking. Om een voorbeeld te geven: afval verbranden, ook organisch afval, wordt gezien als iets laagwaardig. Op dit moment wordt een ontzettend groot deel van het afval verbrandt, omdat we daar ook onze energie van hebben in de stad. Voor mij is circulaire economie kijken hoe hoogwaardig mogelijk je met dat afval om kan gaan. Dat betekent dat als wij biovergisters, of daar bio-installaties plaatsen om daar gas van te maken of energie. Dan is dat eigenlijk een vrij laagwaardige manier. Want je vernietigt het organisch afval en daarna kan je er niet heel veel meer mee doen. Dus voor mij is circulaire economie kijken hoe hoogwaardig mogelijk je iets met dat product kan doen. Denk aan upcyclen, of hergebruik, of nou ja noem het maar op. Dus dat is een hele belangrijke taak. Ook van het bedrijfsleven, om jezelf constant uit te dagen om zoveel mogelijk innovaties te ontdekken om zo hoogwaardig mogelijk met het product om te gaan om zo het product eventueel weer terug te kunnen nemen.

Res 4: Ik vind het persoonlijk interessant als er geëxperimenteerd wordt met uhm, nou ja sowieso he. Zorgen dat je voedselverspilling verminderd. Dat je minder verspilling hebt, dat is het meest

hoogwaardige. Dus dat je minder verbruikt en minder verspild. Want ik heb ook gezien dat je vanuit organische reststromen, zoals nutriënten terugwinning. Dat is heel erg hoogwaardig. Want dan kan je ervoor zorgen dat je chemicaliën terugwint en dat weer inzet als een nieuwe grondstof.

Res 4: Het helpt ons ook heel erg om toekomstbestendig te zijn als stad. We trekken 10.000 inwoners per jaar naar Amsterdam. Onze stad groeit dus met 10.000 man. Dat betekent meer afval, we hebben meer woningen nodig. Meer van alles, meer vervoersbeweging, gewoon op een efficiënte en duurzame manier daarmee aan de slag.

Res 6: Maar er zitten vele technologieën aan te komen. Waardoor je eiwitten kunt gaan winnen, chemische bestandsdelen kunt gaan winnen. Het probleem is dat die dingen allemaal nog niet

commercieel zijn. Het is een beetje koffiedikkijken, maar je weet nu al ongeveer welke technologieën het wel gaan redden en welke niet. Maar welke, weet je niet. Dus dat maakt het ook een spannende…

Res 7: Maar het is wel de bedoeling dat er minder werklozen komen. Dat is eigenlijk de bedoeling geweest van Cirkelstad. En projecten aanpakken, die elke keer een stukje hoger liggen. Deze te realiseren en te leren van. Om zo projectgewijs de gehele organisatie mee te nemen. En dat doen we per stad. Dus per stad hebben we een routekaart. En samen aan tafel te komen en die mensen te helpen hun ambities werkelijk waar te maken.

Res 7: Waarom maken wij afval? Hoe logisch is het eigenlijk om afval weer terug te brengen in het productieproces? Ons doel is ook om steden te creëren zonder afval, zonder uitval. En zonder afval is in de loop van de tijd een onderdeel geworden van het concept circulaire economie. We zitten niet zo streng in de leer dat we een definitie hebben van circulaire economie. Ofwel, we willen voorkomen dat afval wordt geproduceerd.

Res 7: Zodat de dingen die we doen, ook internationaal met elkaar gedeeld kunnen worden. Dat er gewoon een open source, een databank, is van alle kennis. Om te zorgen dat we met z’n allen in een versnelling komen, en dat we allemaal zo snel mogelijk kunnen overstappen naar een circulaire economie.

Res 8: Er is een visie geformuleerd met de metropoolregio als grondstoffen-hub. En onder die visie proberen wij een samenwerking tot stand te brengen. Ja, en dat is op dit moment nog echt zoeken. Ik heb hierna ook een afspraak in Amsterdam om daar verder over door te praten. Wij hebben een kleine samenwerking voor nu tot stand gebracht, omdat wij het gft-afval in Amsterdam- Oost inzamelen. Daar wordt op dit moment een pilot gehouden.

Res 8: Maar het gaat mij met name om dat het product van de grondstoffen is gemaakt. Ligt eraan wat voor product het is, maar je hebt een aantal grondstoffen. De grondstoffen die je gebruikt, om die zo lang mogelijk probeert te gebruiken.

Res 9: De pilot die wij hebben gedraaid is vooral om de buurt te verbeteren. En om het

afvalscheidingspercentage te verhogen. Eigenlijk interventies ontwikkelen om dat te stimuleren. We werken het liefst blijvend, dus een blijvende impact.

Res 9: We willen het afvalscheidingspercentage verhogen en we willen de buurt iets beter achterlaten dan dat die was. En tenslotte willen wij ook vrijwilligers, jongeren, mensen beetje emanciperen. Opzoek naar werk of dagbesteding of iets. En dat een rol van betekenis geven.

Res 9: Na-scheiding is nog altijd beter dan geen scheiding, maar het is niet efficiënter dan bij de bron scheiden. Het liefste heb je dat organisch afval helemaal gescheiden wordt van de rest, omdat dat nat is. En daar is Amsterdam nog niet, helaas. Want je kan daar allerlei voeding- en grondstoffen uit halen zoals nutraten, energie, compost, noem maar op. En wij willen daar een klein beginnetje voor creëren. Om ook zo bij de burgers en de bewoners het besef te geven van dit moet niet bij dat afval.

Res 9: Ja, even mijn businesscard erbij pakken. Als je op de achterkant kijkt zie je een aantal verschillende kleuren. Die verschillende kleuren staan voor verschillende grondstoffen. Rood staat voor textiel, blauw voor papier, groen is organisch en geel staat voor plastic. Met het organische afval vinden wij dat je energie kan maken en composten en noem maar op.

Res 9: We hebben nu juridische headquarters in Amsterdam. En zijn nu bezig met een juridisch kader te vormen in New York en Santa Domingo. En het idee is dat we in de eerste wereldlanden leren, om dat ook over te brengen vanuit Amsterdam en New York naar Santa Domingo en misschien nog landen in Afrika. We hebben wel gesprekken met Ghana en Uganda, maar we hebben nog niets concreets. Ik denk dat die leercurve net wat verder ligt. Zuidoost heeft dezelfde demografie als in de Bronx. Die kennis kunnen we gelijk overbrengen. We willen daarvanuit ook gewoon weer verder. De impact eigenlijk blijven

verspreiden

- Beleid (Wat de gemeente in het algemeen voert en wat voor beleid de bedrijven uitvoeren) Res 2: En de gemeente snapt ook dat je, uuh, dat het goed is dat wij nu een scheidingsinstallatie aan het bouwen zijn. Zodat al die vuilniszakken dat we die ook nog eens extra opentrekken om te kijken of er iets aan bruikbaar materiaal aan tussen zit zoals plastic.

Res 2: In 2014 zijn we nadrukkelijk bezig geweest met een transitie van een afvalverwerkingsbedrijf, naar een grondstoffenbedrijf. Wij halen grondstoffen uit afval. Maar goed, dat idee leeft natuurlijk veel langer. Het is heel geleidelijk gegaan, maar pas vanaf 2014 zijn we echt opgeschoten.

Res 3: Het verwerken van het restafval koffiedik tot zwammen. Hiermee willen wij niet recyclen. Maar upcyclen. Upcyclen is een meerwaarde geven aan een product. Uhm, bij recyclen geef blijft plastic gewoon plastic zeg maar en bij upcyclen veranderd de toegevoegde waarde van het product. Zoals in dit geval dat koffiedik gebruikt wordt voor oesterzwammen.

Res 3: Oké als je het zo stelt, denk ik dat wij zowel explorerend als regulerend zijn. Want we moeten de productie van de zwammen onderhouden zoals dat nu gaat. En daarnaast komt er iets nieuws bij. Ik weet niet of ik het hier al over mag hebben… Maar het beleid waar wij nu met name mee bezig zijn, gaat over de ontwikkeling van een nieuwe chips soort. Dit is nog in overleg en weet eigenlijk niet of ik het al hierover mag hebben.

Res 5: Uhm, nou er zijn geen tegenstellingen. Ik denk dat de gemeente gebaat is bij een beleid zoals die van ons, uhm. Enerzijds die iets duurzaams doen. En anderzijds dat wij ook werkgelegenheid creëren. Dus in die zin denk ik dat zij blij zijn met ons.

Res 5: Ja, ja het kost veel geld. Je hebt hoge, uhm, veel kapitaalintensieve business waar wij in zitten, dus we hadden echt veel geld nodig om de technologieën te ontwikkelen om deze industrie te realiseren. Dus in die zin is het lastig dat de kosten voor de data uitgaat en dat is in die zin. We hebben in het begin veel

meer moeten investeren dan dat er daadwerkelijk terugverdient kan worden. Aan het begin dan he… Dus dat is natuurlijk een grote uitdaging, om daar financiering voor te krijgen.

Res 4: Om na te denken van, wat is de nieuwe economie en wat voor bedrijven moeten wij naar

Amsterdam toe trekken. Wat voor vestigingsklimaat hoort daarbij, om die nieuwe economie te realiseren. Dus denk aan, wat voor bedrijven uit Azië of VS hebben hier nodig om en wat voor studenten om echt richting de nieuwe economie te gaan.

Res 4: De CTO-office is eigenlijk aanspreekpunt voor de verschillende projecten die door Amsterdam Smart City geïnitieerd worden door het netwerk van Smart City, om de juiste link te zijn. Ook binnen de organisatie van de gemeente Amsterdam.

Res 4: Maar onze taak is ook te agenderen. Dus naar het bestuur toe, of naar het college toe. Om te zeggen van: eigenlijk moeten we ook nadenken over de connectiviteit, over de datastrategie van de stad, over privacy he, maar ook resilience. Dat soort dingen, wij hebben een rol heel erg om ons vrij te bewegen, door de organisatie en door de stad. Maar het idee om dat dus goed om dat bij elkaar te houden. Om een overzicht te hebben. Maar ook om te weten, wat zou onze strategie moeten zijn. Binnen 10 jaar, 20 jaar. Maar ook over 2 jaar. Dus zowel op lange termijn als op korte termijn.

Res 4: Nou ja we hebben nu natuurlijk wel, als gemeente hebben wij wel dus een vergunning gegeven dat voor een paar duizend huishoudens nu een soort sanitatie wordt geplaatst, waar waternet nu makkelijker nutriënten kan terugwinnen uit afvalwater. Dat is een voorbeeld. Maar dit is nu heel erg in een experiment of pilot fase. We hebben nog niet onze regelgeving zodanig aangepast dat we dat dan overal kunnen doen. Dat is puur omdat, ja, misschien zitten er wel gezondheidsrisico’s of gebruiksrisico’s aan. Want voor zo een toilet mag je bijvoorbeeld geen bleekwater meer gebruiken. Dat betekent dat die bewoners het ook op de juiste manier moeten gebruiken voordat je dat gaat opschalen in de gehele stad, of je de regelgeving zo gaat aanpassen dat het verplicht wordt. Dan moet je wel zorgen dat je aantoont dat het wel werkt. En wat je daar dan precies voor moet aanpassen. Dus het zit nog te veel in de pilotfase.

Res 4: Nee, totaal niet. Want ook omdat de gemeente niet de juiste manier kent om van deze living labs te leren. Daar discussieer ik nu over binnen mijn groep. Er zou iemand aangewezen moeten worden om deze living labs van dichtbij te bekijken om hier de ‘algemene regels’ uit te halen. Om van deze kleinere initiatieven iets te leren. Maar deze moeten gefinancierd worden. Maar niemand voelt zich binnen de gemeente verplicht om die taak op zich te nemen.

Res 4: Dus door zoveel mogelijk te delen van hoe wij het aanpakken. En daarbij uit te leggen dat elke stad zijn eigen kwaliteiten en krachten heeft en daar moet je je ook op richten. Wij hebben hier heel erg een klimaat waar bottom-up werkt. Waardoor we daar ook heel erg op in zetten.

Res 4: Maar elke stad heeft natuurlijk een eigen aanpak. En dat is heel erg belangrijk om dat te delen. Res 6: Het idee is een beetje dat we tussen de bedrijven en overheid in zitten. Van de universiteit hebben we echt de vrijheid om echt fundamenteel onderzoek te doen. We doen alleen toegepast onderzoek, waar wij denken dat de markt ook op zit te wachten of waar ze morgen behoefte aan hebben. Maar we gaan geen dingen doen die 10 anderen ook kunnen. Dan is het aan de markt en heeft TNO geen plek meer. De bedoeling is dat de dingen die net niet commercieel genoeg zijn, dat wij die doen. Maar we doen aan de andere kant geen fundamenteel onderzoek. Dat doen de universiteiten. Dus wij zijn een beetje dat gat daartussen.

Res 6: Wat wij daarin hebben gedaan is het echte kwantitatieve werk, echt het heel erg onderbouwen met cijfers, schattingen maken. Dat is nou precies iets wat voor een normaal consultancybureau te duur of te ingewikkeld zou zijn. En ook niet hetzelfde imago zou hebben als een TNO het uitrekent. Wij rekenen dit uit met onderzoeken van universiteiten. Ik denk dat universiteiten hier meer kracht achter kunnen zetten en geloofwaardiger overkomen, dan als een adviesbureau dat doet. Dus dat deel hebben we op ons gepakt. Dat zie je vaker als we een bepaald model nodig hebben, of bepaalde kennis nodig hebben, of bepaalde technologieën aan het ontwikkelen zijn, dan doen wij met dat soort dingen mee.

Res 6: Wat ik vermoed is, nou ja wat we hebben gedaan, het cijfermatige werk achter het rapport. Want als je in dat rapport doorbladerd, kom je achterin ook de grote grafieken en de tabellen tegen. Dat is dus de import die wij hebben geleverd. Daar staan ook hele schattingen in met hoeveel miljoenen dit ook gaat opleveren. Dat zijn cijfers die wij hebben berekend. Wat je vaak ziet als het in ieder geval over circulaire economie gaat. Banken zijn nog niet bezig met het in kaart brengen van materiaalstromen. Adviesbureaus geven nog geen advies in de mate van detail dat wij het kunnen. Wij zijn daar gewoon wat nauwkeuriger en wat uitgebreider in. En kunnen daardoor ook harder dingen roepen en onderbouwen. Wat we vrij uitvoerig hebben berekend en bekeken heeft het meer bekijkschattingen, maar het heeft ook meer gewicht dan als een ander het zou zeggen.

Res 6: Maar als je het aan ons vraagt, en Circle Economy, dan zijn wij gevraagd om een advies te schrijven om een circulair programma te reproduceren. Want zij moeten met dat programma naar het gemeenteraad gaan, en die moeten dit programma goedkeuren, met onze onderbouwen. Zo is het ook gegaan. Ze hebben op basis van ons rapport een circulaire programma opgezet en daar naartoe gestuurd, met onze resultaten ter onderbouwing.

Res 6: Dat zie je ook in de afvalwereld. Waar vroeger gestort mag worden, mag nu niet meer gestort worden. Elke jaar worden ze iets strenger in waar je wel mag storten, en wat je wel mag verbranden. Dat heb je als bedrijf nodig. Van: O ja, ze zijn er nu mee bezig. Als ik als bedrijf niet mee ga doen. Dan ga ik op termijn, geld verliezen. Of de wetgeving veranderd die richting op.

Res 6: Nou inzameling van het restafval zat er niet helemaal duidelijk in, als ik daar nu over terugdenk. Hoe en wanneer die inzameling zeg maar plaatsvond.

Res 6: Best practice nu is de bezigheid met vergisten en composteren. Composteren is al langer bekend en vergisten is in opkomst en meer op het platteland.

Res 7: Wat ze proberen te doen is om publieke en private partijen in verschillende steden bij elkaar te brengen om in gesprek met elkaar slimmer te worden. Want het is allemaal nieuwe materie. Hoe zet je de aanbesteding op poten en hoe ontwerp je dit überhaupt?

Res 7: Wat je ziet is dat de kop lopende partijen, waar gemeente Amsterdam ook bij zit, is dat zij een heel mooi plan en beleid op tafel zetten. Maar dat ze achteraf denken, Shit we zijn de implementatie ervan vergeten. En dan zijn wij daar om te kijken of een van de anderen partners niet een oplossing kan

bedenken. Dus waar we elkaar bij kunnen helpen, is de kennisoverdracht. Waar we de partijen bij kunnen helpen, is om ze bij elkaar te brengen.

Res 7: Want wij zelf zijn geen partij op de markt, dus wij gaan dat niet invullen. Maar we zijn op dat moment wel een wegwijzer, van hé deze bedrijf zou daar heel veel over kunnen zeggen. Dus Cirkelstad is echt een platformorganisatie, waarnaar men echt vragen stuurt. En wij daarmee mensen met elkaar koppelen, referenties naar voren schuiven, ervaringen delen.

Res 7: Het is een netwerk-achtig iets met personen die voor een netwerk of organisatie werken. Maar wij zijn een netwerk met een behoorlijke vertrouwen. Dus als jij een vraag stelt, dan willen we je daarmee