• No results found

Voor het onderzoek naar newsjacking in Nederland worden de voorgaande reconstructies afzonderlijk geanalyseerd en geïnterpreteerd Dit heet, zoals in het hoofdstuk Methodologie

13. Bronnen 1 Literatuur

14.1 Interview Joost Blokzijl, EenVandaag Onderwerpkeuze

- Joost Morel: Had je hiervoor al van newsjacking gehoord? Joost Blokzijl: Nee, nog nooit.

- JM: Is je nu duidelijk wat het inhoudt?

JB: Ja, na jouw uitleg is me duidelijk wat je bedoelt.

- JM: Hoe ben je op het onderwerp voor het EenVandaag-item gekomen?

JB: Daar heb ik even goed over nagedacht. Het is alweer even geleden. Toen ik de sheet zag wist ik het weer. Mijn broertje reed in een hele oude Mercedes voor een vrijgezellenfeest. Hij reedt door een hele chique buurt in Zwolle. Toen werd hij gebeld op zijn telefoon door de politie, ‘wat ‘ie daar deed, in die auto in die wijk?’. Hij had zoiets van ‘hoezo? Hoe weet je waar en waarin ik rij?’ Daar wilde de politie toen geen uitleg over geven.

Hij vertelde mij dat en ik zei ‘dat is wel heel erg big brother is watching you’. Ik ben toen een beetje rond gaan vragen, volgens mij vooral via Twitter. Bij jongens die ik ken via Tweakers en andere fora heb ik in direct messages uitleg gekregen, over hoe dat dus kan. Dat is dus door het welbekende CIOT-systeem, waarbij kentekens, NAW-gegevens, telefoongegevens, allemaal in één database zitten. Als je als agent één kenmerk invoert krijg je alle andere kenmerken terug. Als je een telefoonnummer invoert, krijg je direct het kenteken, NAW- gegevens et cetera.

Dus het volgende was gebeurd: er had iemand gebeld en gezegd ‘die en die auto rijdt hier door de straat, een beetje verdacht, met dat en dat kenteken’. Dus ze hoefden alleen maar dat kenteken in te voeren en ze hadden direct zijn gsm-nummer en konden hem direct bellen. En dat kan dus binnen één minuut al.

Toen heb ik daar met wat experts over gesproken. Onder andere Rejo Zenger, van Bits of Freedom, die dit jaren hiervoor ook al een keer had aangekaart. Toen zei hij al: ‘luister eens, er wordt hier een database aangelegd waar zoveel in staat dat misbruik wel heel erg op de loer ligt. Oorspronkelijk was die CIOT-database bedoelt om in het geval van

kinderontvoeringen en hele ernstige zaken snel bij dit soort data te kunnen. Het was niet bedoelt voor een verdachte Mercedes die door een chique buurt rijdt of een winkeldiefstal of dat soort dingen.

Het bleek dat het daar dus wel voor wordt gebruikt. En toen dachten wij van ‘dit is dus misbruik van die database’. Het bleek ook uit alle officiële cijfers dat dat per jaar exponentieel groeide, het aantal opvragen uit die database. Toen dachten we ‘dit moeten we gaan

vertellen’. En toen zijn we dus ook gaan bekijken wat er nou allemaal in die database zit. Wat voor soort data en hoe ze daaraan komen. We kwamen erachter dat internetproviders verplicht zijn om iedere nacht die data te uploaden. Dat is vastgelegd in de telecomwet.

Inmiddels is dat alweer achterhaald. Want volgens de Europese regels mag Nederland dit helemaal niet doen. Minister Opstelten die lapt het aan zijn laars en gaat er gewoon mee door. Een maand geleden was daar heel veel gedoe over. Er komen nog Tweede Kamervragen over, of die zijn al gesteld en daar komen nog antwoorden op.

Maar goed, we kwamen er dus achter dat internetproviders en telecomproviders als

Vodafone en KPN die data uploaden. Maar we moesten er natuurlijk eentje hebben die voor de camera zou willen uitleggen hoe dat gaat wat hun standpunt daarover is. Vroeger had je de Nederlandse Vereniging van Internetproviders. Die is een aantal jaar geleden half ingestort en met ruzie uitelkaar gegaan. Dus daar viel niet veel te halen. Toen zijn we bij XS4ALL geweest. Die wilden niet voor camera reageren. XS4ALL is van KPN tegenwoordig, dus die kan niet meer heel zelfstandig opereren.

Toen zei Rejo: ‘je moet eens naar John Knieriem gaan’. Of ga er in ieder geval eens mee bellen. Want die is al jarenlang bezig hiertegen te ageren. Hij wil het eigenlijk helemaal niet, die data afstaan, maar hij wordt gedwongen om kosten te maken om het toch te doen. Omdat hij anders echt een zaak krijgt.

Dus John gebeld. En hij zei: ‘ja inderdaad’. En hij legde helemaal uit waarom hij er zo op tegen is en wat hij elke dag moet doen om daaraan te voldoen. En we waren daar ook welkom om te komen draaien.

- JM: Dus dat was een uitgelezen kans om jullie item te maken? JB: Ja. Nouja, hij was eigenlijk de enige die wilde meewerken.

- JM: En waarom wilde de rest niet meewerken?

JB: De rest maakt vaak onderdeel uit van een groot bedrijf. Dus de Ziggo’s en de UPC’s en de KPN’s, die willen hier niet voor de camera op ingaan. Dan kom je dus al snel uit bij de kleinere internetproviders, die ook wat ideële achtergronden hebben waarom ze er zo tegen zijn. En dat was dus John in dit geval.

- JM: Dus jij hebt contact opgenomen met John Knieriem? JB: Ja, ik heb John gebeld. Eerst gemaild en daarna gebeld. - JM: Is er nog contact geweest met een PR-bureau?

JB: Nee.

- JM: Komt Pride PR je bekend voor?

JB: Ik ken Pride PR wel. Maar meer uit mijn vorige baan. De enige momenten waarop wij samenwerken met PR-bureaus is als we een interview willen met hotshots, dus filmsterren of hele bekende hoogleraren of een Steve Jobs of Bill Gates, dat soort jongens gaat altijd via PR- bureaus. Maar in Nederland zelf hebben we vrijwel nooit te maken met PR-bureaus.

JB: Ja. Communicatie

- JM: Hoe heb je John Knieriem benaderd? JB: Eerst via mail en toen gebeld.

- JM: Verliep de communicatie makkelijk?

JB: Nouja, ik wilde eerst van hem weten wat hij moet doen als internetprovider. Dat wou hij wel uitleggen. Welke data precies en hoe hij dat moest overdragen, wat er zou gebeuren als hij dat niet zou doen en waarom hij daar vooral bezwaren tegen heeft. Op al die vragen had hij een heel goed antwoord en hij wilde dat ook voor de camera uitleggen. Voor ons is één en één twee en komen we langs.

- JM: Dat was dus een goede communicatie?

JB: Ja. En John is natuurlijk een goede spreker. Dat is iets waar we altijd naar opzoek zijn. Iemand kan wel iets vinden, maar als iemand iets niet goed kan uitleggen komt hij niet op televisie. Deze dingen kwamen wel bij John samen. En hij was fel tegenstander van het hele CIOT-systeem. Hij had last van die wet. Want hij moest kosten maken daarvoor. En hij kon het goed uitleggen. Dat is de ideale package dan. Maar daar kom je dus pas achter als je hem spreekt.

Informatie

- JM: Welke informatie of visie kreeg je van John Knieriem en waarom was deze zo interessant? JB: De informatie die ik van hem kreeg, was wat hij feitelijk moest doen om aan de CIOT- voorwaarden te voldoen. Dus wat hij moest afstaan, wat hij moest uploaden, hoe vaak hij dat moest doen, aan wie hij dat moest uploaden en welk wetsartikel daaraan ten grondslag zou liggen. Wat er zou gebeuren als hij zich er niet aan zou houden. Welke kosten hij moest maken. En dat zijn kosten die voor een grote internetprovider wel meevallen maar voor een kleine internetprovider relatief veel groter zijn.

- JM: Gaf hij ook aan waarom hij er zo tegen was?

JB: Ja, dat is puur uit de ideologische overtuiging dat hij vindt dat een overheid dat soort data niet moet gaan bewaren. Dat is zijn principiële standpunt. Maar ook omdat hij wijst op het gevaar van misbruik. Dat werd onderbouwd door de cijfers. Want oorspronkelijk zou het alleen voor hele ernstige misdrijven gebruikt worden, maar volgens mij werden gegevens iets van 3 miljoen keer per jaar opgevraagd. Dat zijn niet allemaal moorden. Dus dat gaat ook allemaal hele andere zaken. Toen we ook hoorden dat agenten misbruik maakten van het systeem, toen dachten we ‘dit is echt wel iets om aandacht aan te gaan besteden’.

- JM: Maakte je het item naar aanleiding van deze informatie of was je ervoor al van plan een item te maken?

JB: Ik wilde een internetprovider hebben die dit vertelde. Kijk, alles wat John mij vertelde kon ik ook wel op een andere manier achterhalen, maar ik moet iemand hebben die het ook uitspreekt. Dat is TV. Ik kan het zelf wel weten, maar ik ga niet voor de TV staan om het te

vertellen. Dus het moet iemand zijn, die het liefste uit zichzelf vertelt. Dus een eerstelijns betrokkene. Dan kom je uit bij een internetprovider, die dat vertelt. Tuurlijk kan ik ook via andere bronnen achter die informatie komen. Het staat ook gewoon op overheidssites, daar staat het allemaal uitgelegd. Maar ik moet iemand hebben die het vertelt. Ik kan wel een tekst in beeld laten lopen, maar dat is hele saaien televisie.

- JM: Deze informatie sloot dus perfect aan op wat jullie wilden maken? JB: Ja, zijn verhaal sloot heel goed aan bij het verhaal dat we gingen maken.

- JM: Is er nog gebruik gemaakt van andere bronnen?

JB: Ja, ontzettend veel. Ik denk dat we die wettekst er wel bij hebben gehad. Waarin het precies wordt omschreven, om te checken of wat John zei wel klopte. Ik heb ook nog met Tweede Kamerleden gesproken, om te vragen hoe zij daarin staan. Volgens mij D66, ik weet niet meer wie.

- JM: Ook een hoogleraar als ik het goed heb?

JB: Ja, van de Rijksuniversiteit Groningen. Mathieu Paaps. Die ook heel veel heeft

gepubliceerd over de informatiehonger van de overheid. De datahonger. Hij waarschuwt daar ook voor. Dat heeft hij al eerder gedaan. We wilden daar dus ook een academische validiteit aan geven. Dat datgene wat wij zeiden niet alleen een sentiment is, maar dat het ook echt zo gebeurt en met cijfers is te controleren.

JB: Ik vind het eigenlijk wel grappig dat er een term is bedacht voor newsjacking. Want in feite is het niet meer dan jouw boodschap op zo veel mogelijk plekken uit zetten in de hoop dat het wordt opgepikt door een journalist die er iets mee gaat doen. Dat is het gewoon natuurlijk.

Zeker als het gaat om TV en radio. Als het een expert maar een beetje verstand heeft van een onderwerp en heel goed spreekt, dan heb je die veel liever dan iemand die alles weet van het onderwerp, maar heel slecht spreekt. Want je maakt TV en radio voor een algemeen publiek. Dus aan die 50 procent kennis heb je al meer dan voldoende, dan is het belangrijker dat hij het goed uitlegt, dan dat je iemand hebt die er van alles vanaf weet maar alleen maar hakkelt en stamelt. Dan komt er helemaal 0 procent van de boodschap over.

Autorisatie

- JM: Vroeg John Knieriem nog om inzage voor de uitzending? JB: Nee.

- JM: Doen jullie daar aan?

JB: Nee. Nooit. Voor de vermissing in Panama hebben we een item gemaakt met de ouders van een van de twee vermiste meisje. Zij wilden heel graag voor de uitzending al naar het item kijken. Zodat ze het niet gelijktijdig met andere mensen hoefden te kijken. Ook omdat er hele heftige beelden in zaten. Die zijn hier op de redactie geweest voor een preview. Maar niet met de opzet dat ze nog dingen konden aanpassen. Maar als een gebaar. In de zeven

jaar dat ik hier werk is het nog nooit gebeurd dat iemand van te voren invloed kan hebben op de uitzending. Dat is echt not done.

Resultaat

- JM: Was je tevreden met het item?

JB: Ja, denk het wel. Ik ben nog heel erg bezig geweest met een boswachter. Want ook die hebben toegang tot het systeem. Tegenwoordig wordt bijgehouden wie inlogt en waar diegene op zoek. Maar dat is pas sinds een jaar. Daarvoor was het open voor iedereen met een opsporingsbevoegdheid. Dat is echt absurd. Dat is pas aangepast nadat er heel veel over in de media verscheen. Nadat er Tweede Kamervragen waren gesteld. Ik wilde dus heel graag een boswachter die ons dat vertelde en zou demonstreren. En ik had er ook een. Die wilde in eerste instantie wel, maar later was hij te bang en heeft hij het uiteindelijk niet gedaan. Als dat was gelukt was ik nog blijer geweest.

- JM: Heb je nog van John Knieriem gehoord of hij tevreden was?

JB: Ik heb daarna nog wel een mailtje van hem gehad dat hij blij was met het eindresultaat. En hij vond dat zijn standpunt goed was vertegenwoordigd.

Nasleep

- JM: Heb je later nog iets over dit onderwerp gemaakt?

JB: Volgens mij zijn naar aanleiding van ons verhaal wel weer Kamervragen gesteld. Maar Opstelten is een kei in het niet beantwoorden van Kamervragen. Althans, hij beantwoord ze wel, maar hij zegt niets. Zelfs op schrift kan hij dat heel goed. Het is misschien wel weer eens tijd om ernaar te gaan kijken. Volgens mij liet Opstelten toen schriftelijk aan ons weten dat eind 2013 alles via protocol zou verlopen.

- JM: Naderhand is er dus nog contact geweest tussen jou en John Knieriem?

JB: Ja, maar het is ook gangbaar dat we met alle sprekers contact hebben na de uitzending. Meestal krijg ik wel een mailtje over wat ze ervan vonden. Sommigen hebben nog een opmerking. Met 80 a 90 procent van de sprekers die in mijn verhaal naar voren komen, heb ik nog contact. Dat moet ook wel, als ik niets hoor stuur ik zelf een mailtje. Want het kan best zo zijn dat er drie weken later weer een item over het onderwerp gemaakt moet worden. Met iemand uit je netwerk wil je goed contact houden.

Newsjacking

- JM: Had je het idee dat John Knieriem opzoek was naar media-aandacht?

JB: Nee, absoluut niet. Ik wist wel dat hij graag zijn verhaal vertelde. En hij heeft er natuurlijk belang bij dat hij met zijn kop op TV komt. Maar goed, hij is zo’n kleine internetprovider, voor vooral zakelijke klanten, dat de grote massa echt niet ineens klant bij hem gaat worden. Zijn enige winst is wellicht wat naamsbekendheid, maar dan ook in hele selecte kring. Zodra het aankomt op producten die echt in de winkel liggen, dan zijn we altijd heel terughoudend. Als het gaat om een Samsung-televisie, dan moeten we ook direct een Sony en een JVC erbij doen. Anders krijg je ook problemen met het Commissariaat van de Media. In dit soort gevallen is hij gewoon een van de slachtoffers. Hij is de benadeelde.

- JM: Je was je niet bewust van de newsjack? JB: Nee.

- JM: Wat is volgens jou de kracht van newsjacking?

JB: Newsjacking is natuurlijk ervoor zorgen dat iedereen weet wat je ergens van vindt. En zodra er dan iemand is die er vragen over heeft, dat diegene dan bij jou uitkomt. Op internet kan je dat natuurlijk heel slim doen en door met ingezonden brieven te werken. Want websites van grote kranten staan altijd heel hoog qua ranking bij zoekmachines. Hetzelfde geldt voor universiteiten. Als een journalist dan zoekt op zo’n onderwerp is de kans groot dat hij bij jou uitkomt.

Ik heb alleen wat moeite met de term newsjacking. Daardoor lijkt het alsof PR-bureaus moedwillig journalisten in de val lokken. Kijk, newsjacking lijkt op hijacking. Het klinkt alsof een PR-bureau de journalist kaapt om zijn boodschap in de media te krijgen. Ik ontken niet dat ze dat niet proberen. Want wij worden platgebeld door PR-bureaus, maar voor nieuws- en actualiteitenjournalistiek in Nederland kan ik me niet voorstellen dat de NOS of Nieuwsuur of EenVandaag of RTL Nieuws zich op die manier laat gebruiken. Als het al gebeurt, dan is het onbewust. Dan is het inderdaad via strategieën met een ingezonden brief en er zo voor te zorgen dat als een journalist gaat zoeken, hij dan bij jou uitkomt.

Dat vind ik een hele slimme strategie. Maar daar heb je niet speciaal een PR-bureau voor nodig, dat kan je zelf ook bedenken. Iedereen kan het doen. En dat gebeurt ook. Je ziet in de Volkskrant en Trouw en andere kranten ik weet niet hoeveel ingezonden brieven van

hoogleraren. En die schrijven ze niet alleen omdat ze het echt vinden wat ze schrijven, maar ook omdat ze graag worden gebeld om dat nog eens uit te leggen voor de radio en de TV. Het gebeurt zelden dat iemand een ingezonden brief naar een krant stuurt en later niet mee wil werken aan een verhaal in EenVandaag of Nieuwsuur. Het kan best zijn dat een PR-bureau dan zegt: ‘je moet een ingezonden brief sturen’. Daar heb ik dan niet zoveel moeite mee. - JM: Zie je newsjacking als iets dat voorkomen moet worden?

JB: Nee. Ik denk dat iedere serieuze journalist zich heel goed bewust is van wat PR-bureaus willen. Dat is altijd heel erg doorzichtig. Het is gewoon een element in de PR. En ze proberen op allerlei manieren om hun klanten in de media te krijgen.

- JM: Vind je het nodig dat journalisten zich wapenen tegen newsjacking?

JB: Ik denk dat je dat vanzelf meekrijgt. Je zult dit soort dingen vast wel leren op een opleiding journalistiek, HBO of master. Of je je moet wapenen? Het is allemaal redelijk doorzichtig. Ik denk dat iedereen die een beetje serieus met journalistiek bezig is wel snapt dat als je wordt gebeld door een PR-bureau of als je een bepaalde boodschap heel vaak ergens tegen komt, dat dat geen toeval is. Dat daar een bedoeling achter zit. Maar als dat alleen maar het doel heeft om iemand te laten opvallen, dan vind ik dat prima, dan doe je goed je werk. Wij maken altijd zelf de beoordeling of we iemand in een verhaal willen hebben of niet. Hij moet wel een goed verhaal hebben en moet echt iets te vertellen hebben en ook goed kunnen vertellen. Als diegene niet voldoet aan die criteria, dan val je bij ons af. Of er

nou een goede PR-strategie achter zit of niet. Het gaat altijd om de inhoud, dat staat op de