• No results found

Het is de 29-jarige Edward Snowden die begin juni 2013 lekt over de afluisterpraktijken van

Amerikaanse veiligheidsdiensten. De Britse krant The Guardian maakt op zijn verzoek zijn identiteit bekend, kort nadat hij onthullingen doet over het PRISM-programma van de National Security Agency. De Amerikaanse regering tapt al jaren structureel informatie af van miljoenen burgers, melden The Guardian en The Washington Post op basis van geheime documenten.

Klokkenluider Snowden, die werkte voor de CIA en de NSA, maakt bekend dat de NSA een

infrastructuur heeft aangelegd waarmee bijna alle communicatie tussen mensen wordt onderschept en opgenomen. Snowden zegt dat hij niet wil leven in een samenleving waarin alles wat hij doet of zegt, wordt vastgelegd. Op dat moment verblijft hij in Hong Kong omdat hij naar verluid ergens asiel hoopt te krijgen, mogelijk ook in IJsland of Ecuador.

De NSA en de FBI hebben directe toegang tot telefoondata en onlinegegevens van klanten van grote bedrijven als Verizon, Google, Yahoo, Facebook, Apple, Microsoft, AOL, Paltalk, Skype en Youtube, aldus Snowden. Deze bedrijven faciliteren samen wereldwijd veruit het meeste internetverkeer. De NSA verzamelt de gegevens al sinds 2007 onder projectnaam PRISM, zo blijkt uit de documenten die de kranten presenteren.

Snowden vertrekt naar Moskou, waar hij na een periode op het vliegveld te hebben gebivakkeerd een verblijfsvergunning voor een jaar krijgt. Inmiddels brengen alle Nederlandse en internationale media het nieuws.

In NRC.Next verschijnt op 14 juni een opiniestuk van John Knieriem, de directeur van Intermax, een Nederlands hostingbedrijf uit Rotterdam dat webruimte, webdiensten en onderhoud aan websites aanbiedt. Hij doet uit de doeken dat ook in Nederland volop wordt afgeluisterd. De eerste alinea van zijn artikel is als volgt:

‘Dat PRISM, het omvangrijke afluistersysteem van de NSA, voor zoveel ophef zorgt is op z’n minst opvallend. Het is namelijk geen nieuws. Het afluisteren en aftappen van data is al jaren aan de orde van de dag. Sterker nog: hier in Nederland doen we dat net zo fanatiek als in Amerika. Blijkbaar willen we als maatschappij in een Big Brother-achtige staat leven.’

Knieriem bekent dat hij regelmatig te maken heeft met deze aftappraktijken. Zowel hij als collega’s plaatsen regelmatig taps. Hij stelt dat hij als hostingbedrijf verplicht is ‘dagelijks persoonlijke

gegevens, behorend bij IP-adressen, telefoonnummers en e-mailadressen, beschikbaar te stellen aan de overheid’. De gegevens gaan vervolgens naar het Centraal Informatiepunt Onderzoek

Telecommunicatie (CIOT). ‘Uit eigen ervaring en die van collega’s kan ik vertellen dat Justitie die informatie zeer regelmatig – mogelijk te pas en te onpas – opvraagt’, zegt Knieriem.

Volgens hem blijft de Nederlandse overheid geheimzinnig doen over haar afluisterpraktijken en hij pleit voor een nieuw systeem dat wordt gecontroleerd door de Nationale Ombudsman.139

139 John Knieriem, ‘Mijn bedrijf plaatst regelmatig taps’, NRC.Next (14 juni 2013)

In een interview met de Volkskrant met de titel ‘Spionagepraktijken in de VS? Kijk eerst eens naar Nederland’, dat op 6 juli wordt gepubliceerd, spreekt Knieriem zijn zorgen uit over de privacy van de Nederlandse burger. Over het afluisterprogramma PRISM van de Amerikaanse NSA zegt hij: ‘Het is toch allang bekend hoe de Amerikanen werken? Dat we hier in Nederland veel meer tappen dan in de Verenigde Staten, daar hoor je niemand over.’

Zijn bedrijf Intermax is verplicht iedere 24 uur gegevens te leveren aan de database van het CIOT. Opsporingsdiensten kunnen er in de woorden van Knieriem ‘naar hartenlust in frotten’. Hij heeft geen idee wat er uiteindelijk mee gebeurt. Maar hij weet wel dat de verzamelde data 2,3 miljoen keer per jaar wordt geraadpleegd. ‘Zelfs een boswachter kan erbij, als hij een cursus tot buitengewoon opsporingsambtenaar heeft gevolgd.’140 Op basis van het Volkskrant-interview maken De Telegraaf en Vrij Nederland ook melding van dit nieuws.

De volgende weken stapelen de onthullingen over de NSA en Nederlandse inlichtingendiensten zich op. Op 1 augustus verschijnt een nieuw opinieartikel van de hand van Knieriem, dit keer in het NRC Handelsblad. Daarin legt hij de Nederlandse aftappraktijken verder uit, gaat hij in op de

tekortschietende controle en pleit hij ervoor de overheid aan banden te leggen bij het opvragen van informatie.141

Snowden gaat door met lekken van geheime informatie. De NSA tapt EU-diplomaten in Washington en bij de Verenigde Naties af, net als 35 wereldleiders, deelnemers aan de G20-top, het videosysteem van de VN, het Internationaal Atoomagentschap, tachtig ambassades en consulaten wereldwijd, en de betalingsgegevens van alle grote creditcardmaatschappijen.

Op 4 september zendt actualiteitenprogramma EenVandaag een item uit over de ongerustheid rond het CIOT-systeem. Dat de gegevens worden verzameld is vastgelegd in de telecomwet, dus legaal. Maar dat de Nederlandse politie er in kan grasduinen is dat niet, zo stelt Knieriem in het item. Er wordt 8000 keer per dag in het systeem gekeken. Het ministerie van Veiligheid en Justitie zegt in een reactie dat verbeteringen door de oprichting van de Nationale Politie worden verschoven naar eind 2013.142

Uit nieuwe documenten van Snowden blijk dat de NSA burgers, politici en bedrijven uit Brazilië, Mexico, België, Duitsland, Nederland, Frankrijk, Spanje en Italië bespioneert. In deze landen, die bekend staan als bondgenoten van de VS, wordt zeer verontwaardigd op de berichten gereageerd en rijzen er vragen: hoe ver strekken de spionagepraktijken van de VS en welke data worden door onze eigen veiligheidsdiensten afgetapt? In welke mate fungeren de Nederlandse MIVD en de AIVD als een ‘sleepnet’ voor de Amerikaanse NSA?

De verantwoordelijke minister Plasterk (binnenlandse zaken) gaat begin 2014 diep door het stof. Op 30 oktober bevestigt hij nog bij Nieuwsuur dat de NSA heeft toegegeven op grote schaal Europese telefoongegevens te hebben verzameld. Nu moet Plasterk melden dat ‘nader onderzoek’ heeft 140 Toine Heijmans, ‘Spionagepraktijken in de VS? Kijk eerst eens naar Nederland’, de Volkskrant (6 juli 2013)

http://www.volkskrant.nl/binnenland/spionagepraktijken-in-de-vs-kijk-eerst-eens-naar-nederland~a3471627/. 141 John Knieriem en Mathieu Paapst, ‘Ga eerst langs de rechter voor je ons huis doorzoekt’, NRC Handelsblad (1 augustus 2013) http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2013/augustus/01/ga-eerst-langs-de-rechter-voor-je- ons-huis-doorzoekt-1279065.

142 Joost Blokzijl, ‘Ongerustheid over CIOT-systeem politie’, EenVandaag (4 september 2013)

aangetoond dat toch de MIVD en AIVD de gegevens van 1,8 miljoen telefoongesprekken hebben verzameld. ‘De data zijn vervolgens met de VS gedeeld’, aldus het kabinet.

Naar aanleiding van de onthullingen worden er Kamervragen gesteld over de werkwijze van de Nederlandse inlichtingendiensten, hun dataverzameling en het delen van deze informatie. De toezichtcommissie CTIVD oordeelt dat de diensten de wet overtreden. Het kabinet reageert dat er geen sprake is van stelselmatig buiten de wet om verwerven van persoonsgegevens door de AIVD en MIVD. Over de gerapporteerde onregelmatigheden zegt de regering procedurele maatregelen te nemen en de werkwijze aan te passen. ‘In de toekomst wordt de wet vaker geëvalueerd.’ Tot vandaag de dag komen er details naar buiten over de omvang en het doel van de grootschalige spionage.

7.2 Tabel 1. Nieuws en newsjack

Hieronder is schematisch weergegeven hoe nieuws en newsjack(s) elkaar opvolgen:

Datum

Nieuws

Newsjack

Begin juni 2013 Klokkenluider Edward Snowden begint geheime documenten van de NSA te lekken aan The Guardian, over het aftappen van personen, bedrijven en overheden.

Eerste weken van juni 2013 Pride PR stuurt namens John

Knieriem, directeur van Intermax een opiniestuk naar NRC.Next dat inhaakt op de berichtgeving over de

afluisterpraktijken van de NSA. 14 juni 2013 In NRC.Next verschijnt het

opiniestuk van John Knieriem. Daarin doet hij uit de doeken dat de Nederlandse overheid ook gegevens van personen aftap.

Eind juni 2013 Het opiniestuk heeft de

interesse gewekt van Volkskrant-journalist Toine Heijmans. Hij benadert Knieriem voor een interview. 6 juli 2013 In de Volkskrant verschijnt een

interview met Knieriem. Hierin vertelt hij dat hij zich zorgen maakt over de privacy van de Nederlandse burgers. Hij geeft uitleg over het CIOT-systeem. Eerste weken van juli 2013 De Telegraaf en Vrij Nederland

nemen het nieuws over. De focus van het nieuws verschuift van de Amerikaanse naar de Nederlandse aftappraktijken.

Eind juli 2013 Pride PR stuurt namens John Knieriem een tweede opiniestuk, nu naar het NRC Handelsblad.

1 augustus 2013 Het NRC Handelsblad plaatst het opiniestuk van Knieriem. Hierin legt hij de Nederlandse aftappraktijken verder uit en pleit hij voor het aan banden leggen van de overheid bij het opvragen van persoonlijke informatie.

Juli/augustus 2013 Alle gepubliceerde opinie-

artikelen, interviews en andere relevante content worden op aanraden van Pride gedeeld via het eigen blog van Intermax en de sociale mediakanalen. Eind augustus/begin

september 2013

Voor een item over het CIOT- systeem krijgt EenVandaag- journalist Joost Blokzijl van Rejo Zenger van Bits of Freedom de tip dat hij contact moet opnemen met Knieriem. Hij staat bekend expert. Blokzijl stuurt Knieriem een mail en belt hem op.

4 september 2013 EenVandaag zendt een item uit over de ongerustheid rond het CIOT-systeem.

7.3 De newsjack ontleed

Begin 2013 stuurt John Knieriem namens Intermax een e-mail aan PR-bureau Pride PR. Daarin vraagt hij of het bureau uit Leiden wat voor zijn bedrijf kan betekenen. Er wordt een afspraak gemaakt en ze besluiten een PR-campagne op te zetten. Het doel van de campagne: Naast het aanbieden van hostingdiensten ziet Intermax voor zichzelf een taak weggelegd om bedrijven, consumenten en de overheid bewust te maken van issues rondom veiligheid en privacybescherming. Intermax wil deze hoofdonderwerpen op de maatschappelijke agenda zetten en de discussie leiden. De Rotterdamse internetprovider wil in 2013 een groter podium betreden.

Daarvoor moet algemeen directeur John Knieriem, als het gezicht van Intermax, bekendheid

verwerven bij de Nederlandse pers. Het is van belang dat hij Thought Leadership verwerft, dat hij een autoriteit of expert wordt op een bepaald vakgebied.

Om autoriteit op te bouwen op een onderwerp dat niet direct als ‘sexy’ te boek staat, moet de media worden gezocht met eigen informatie die aansluit op de actualiteit. Pride PR kiest voor newsjacking. Er volgt een brainstormsessie tussen Pride en Intermax, waarna de hoofdonderwerpen voor de mediacampagne verder worden uitgewerkt. Vervolgens wordt een monitoringtool op de belangrijkste

media ingesteld om de actualiteiten op de voet volgen. Als de mogelijkheid zich voordoet in te haken op het nieuws, dan volgt een telefonisch interview tussen Pride en Intermax. De kennis en mening van Intermax worden door Pride in een opiniestuk verwerkt, als een soort pitch voor interviews bij de landelijke media.

Het is inmiddels juni 2013 en de kranten en journaals worden gevuld met berichten over de afluisterpraktijken van de Amerikaanse overheid. Dat biedt een uitgelezen kans om op in te haken. Volgens John Knieriem maakt namelijk niet alleen de National Security Agency zich schuldig aan het aftappen van email en telefoonverkeer, maar zijn de Nederlandse overheidsdiensten minstens net zo bedreven in spionage. In een opiniestuk dat door NRC.Next wordt gepubliceerd op 14 juni 2013 brengt hij een nieuwe visie aan het licht: zijn bedrijf moet dagelijks verplicht persoonlijke data van klanten en gebruikers van klanten aan de overheid beschikbaar stellen. Elk hostingbedrijf schijnt dat te moeten doen, maar John Knieriem is de eerste en de enige die dat durft te vertellen.

Gijsbert van Es is chef van de Denken-redactie van NRC.Next, die over de plaatsing van opiniestukken gaat. Hij geeft aan dat de afweging om een artikel te publiceren, wordt gemaakt op basis van

actualiteit, urgentie en op basis van de kracht van argumenten. “Zijn die nieuw, relevant en helpen die bij de meningsvorming?” Het is ook afhankelijk van de toestroom van opiniestukken.

Dat het artikel geschreven is door een PR-bureau, dat komt volgens Van Es wel vaker voor:

“Journalisten zijn zich bewust van newsjacking. Maar stukken die evident PR zijn, dat wil zeggen alleen maar een lobbystuk of zelfs reclame, halen zelden of nooit de kolommen. Mensen aan de top van politiek en bedrijfsleven laten sowieso hun opiniestukken schrijven door communicatie- of PR- medewerkers. Ik heb daar weinig moeite mee, want per slot van rekening zijn deze ‘autoriteiten’ zelf volledig verantwoordelijk voor de inhoud, ongeacht wie de tekst geschreven heeft. Een minister schrijft ook niet zelf z'n beleidsstukken, terwijl die wel voor honderd procent onder zijn of haar

verantwoordelijkheid vallen.”

Niet veel later, op 6 juli 2013, verschijnt een interview met John Knieriem in de Volkskrant. Het is geschreven door journalist Toine Heijmans. In het interview legt Knieriem uit hoe hij verplicht is mee te werken aan de aftappraktijken van de Nederlandse overheid. Heijmans, die niet uitgebreid op vragen wil ingaan, geeft aan dat hij Knieriem zelf benaderd heeft en niets wist van een PR-bureau. “Erg kwalijk als het een setup is geweest”, zegt hij. “Ik heb Knieriem gemaild dat ik hier niet van gediend ben en dat ik voortaan geen contact meer met hem opneem. Aan de andere kant was hij wel de enige die het wilde vertellen, dus in dit geval was het wel een verhaal.”

Ook De Telegraaf en Vrij Nederland maken melding van het nieuws en de nieuwsfocus verschuift meer richting de Nederlandse spionage. In een tweede opiniestuk in het NRC Handelsblad van 1 augustus pleit Knieriem ervoor dat de overheid aan banden wordt gelegd bij het opvragen van informatie. Mede-auteur is Mathieu Paapst, universitair docent rechtsgeleerdheid aan de

Rijksuniversiteit Groningen. Een van de punten uit de strategie van Pride PR luidt namelijk als volgt: ‘Vind mede-sympathisanten, help hen en vraag hen om te helpen bij het uitdragen van de Intermax- boodschap.’

Volgens Maarten Huygen, de chef Opinie van het NRC Handelsblad, is het artikel naar de redactie gestuurd door Pride PR. Huygen:

“We vonden het een goed stuk. Geschreven vanuit een origineel standpunt dat ik nergens anders had gelezen. Van iemand die dagelijks met deze materie bezig is. Het sloot aan op de berichtgeving over Snowden en de spionageactiviteiten van de NSA. We beoordelen een opiniestuk altijd op een heldere schrijfstijl, of er concrete voorbeelden worden gegeven, of het aansluit bij een actueel onderwerp en op de deskundigheid van de auteur.”

Alle gepubliceerde opinie-artikelen, interviews en andere relevante content zijn vervolgens, op aanraden van Pride, gedeeld via het eigen blog van Intermax en de sociale mediakanalen. De media- aandacht stelt Pride in staat om de boodschap van Intermax verder te pitchen bij diverse media. Verder geeft Knieriem tips aan andere media, als de NOS en Radio 1, wanneer er iets interessants gebeurt in zijn vakgebied. Door BNR Radio wordt hij uitgenodigd om te komen praten over het schenden van de privacy door de Nederlandse overheid.

Op 4 september zendt EenVandaag een item uit over het CIOT-systeem: de database waar opsporingsdiensten gegevens kunnen opvragen. Het onderwerp verschijnt op de radar van EenVandaag-redacteur Joost Blokzijl doordat zijn broer op deze manier door de politie wordt nagetrokken.

“Mijn broertje reed in een heel oude Mercedes voor een vrijgezellenfeest, door een chique buurt in Zwolle. Toen werd hij gebeld op zijn mobiele telefoon door de politie, ‘wat ‘ie daar deed, in die auto in die wijk?’. Iemand had aan de politie een verdachte auto gemeld en het kenteken doorgegeven. Door het kenteken in te voeren, kwamen ze achter zijn telefoonnummer.”

Blokzijl constateert – en zo blijkt ook uit cijfers – dat er overmatig veel gebruik wordt gemaakt van het systeem. “Toen dachten we ‘dit moeten we gaan vertellen’”, zegt Blokzijl. XS4ALL wil voor de camera niet reageren op het afstaan van persoonlijke gegevens van klanten. Van Rejo Zenger van Bits of Freedom krijgt Blokzijl de tip dat hij contact moet opnemen met John Knieriem. Knieriem wil – als enige – wel praten.

Blokzijl stuurt Knieriem eerst een email en belt hem daarna op. De directeur van Intermax heeft op alle vragen goede antwoorden, die hij ook voor de camera wel wil geven. Blokzijl: “Voor ons is één en één twee, dan komen we langs.”

“John is een goede spreker. De informatie die ik van hem kreeg, was wat hij feitelijk moest doen om aan de CIOT-voorwaarden te voldoen. Dus wat hij iedere avond moet afstaan, wat hij moet uploaden, hoe vaak hij dat moet doen, aan wie hij moet uploaden en welk wetsartikel daaraan ten grondslag ligt. Verder vertelde hij wat er gebeurt als hij zich er niet aan houdt en welke kosten hij moet maken. Dat zijn kosten die voor een grote internetprovider wel meevallen maar voor een kleine internetprovider relatief veel groter zijn. Daarnaast heeft hij de ideologische overtuiging dat de overheid dit soort gegevens niet moet bewaren, omdat daarin het gevaar van misbruik schuilt.”

Naar eigen zeggen is het essentiële informatie voor Blokzijl.

“Kijk, alles wat John mij vertelde kon ik ook wel op een andere manier achterhalen, maar ik moet iemand hebben die het uitspreekt. Dat is TV. Ik kan het zelf wel weten, maar ik ga niet voor de camera staan om het te vertellen. Dus het moet iemand zijn, die het vanuit zichzelf vertelt. Een eerstelijns betrokkene. Dan kom je uit bij een internetprovider.”

Naast Knieriem komen in het item ook nog andere sprekers aan het woord, zoals universitair docent Mathieu Paapst. “Die heeft ook veel gepubliceerd over de informatiehonger van de overheid”, zegt

Blokzijl, “en heeft daar al eerder voor gewaarschuwd. We wilden er een academische validiteit aan geven.” Blokzijl spreekt bij zijn research verder met Tweede Kamerleden en slaat de wettekst erop na, om te checken of het klopt wat de sprekers zeggen.

Uiteindelijk is Blokzijl tevreden met het resultaat. Al had hij het liefst ook nog een boswachter gesproken. “Want ook die hebben toegang tot het systeem”, zegt hij. Tot een jaar geleden was het toegankelijk voor iedereen met een opsporingsbevoegdheid. “Ik had in eerste instantie wel een boswachter, maar later was hij te bang en heeft hij het niet gedaan. Als dat was gelukt was ik nog blijer geweest.”

Blokzijl heeft niet het idee dat Knieriem heel bewust op zoek is naar media-aandacht.

“Ik wist wel dat hij graag zijn verhaal vertelde. En hij heeft er natuurlijk belang bij dat hij met zijn kop op TV komt. Maar goed, hij is zo’n kleine internetprovider, voor vooral zakelijke klanten, dat de grote massa echt niet ineens klant bij hem wordt. Zijn enige winst is wellicht wat naamsbekendheid, maar dan ook in hele selecte kring.”

Blokzijl geeft aan dat hij zich niet bewust was van newsjacking of een PR-campagne.

Pride PR is ook tevreden met het resultaat. Ze sturen de case zelfs in voor de Dutch PR Awards. Naar de woorden van Pride zijn ‘de resultaten, gebaseerd gepubliceerde content en mediacontacten,