• No results found

Informeren van betrokkenen over de taak en functie van de pvp

In document Evaluatie Wvggz-Wzd deel 1 (pagina 141-145)

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg: uitvoering in de praktijk in cijfers

3.3 Crisismaatregel en verlenging crisismaatregel

3.4.1 Informeren van betrokkenen over de taak en functie van de pvp

Met de inwerkingtreding van de Wvggz kregen pvp’en een nieuwe taak. Namelijk contact opnemen met patiënten bij wie een CM is afgegeven, of voor wie een ZM wordt aangevraagd. Daarvoor worden de persoonsgegevens van de betrokkene doorgestuurd naar de Stichting PVP, voor zover zij of hij daarmee instemt. Het doel van deze gegevensverstrekking is dat de pvp in een vroeg stadium contact kan opnemen met de betrokkene en haar of hem zo tijdig mogelijk informeert over de mogelijkheid om advies en bijstand te ontvangen van een pvp. Daarmee wordt nagestreefd om bij te dragen aan meer invloed en rechtsbescherming van de betrokkene, één van de wetsdoelen.

In het geval van een ZM is de GD van de instelling verantwoordelijk voor het doorsturen van de persoonsgegevens van de betrokkene naar de Stichting PVP. Tabel 3.4.1 laat zien dat slechts in een kleine minderheid (circa 6%-7%) van de in voorbereiding genomen verzoekschriften voor een ZM deze gegevens ook daadwerkelijk zijn verstrekt. Hier kan een rol spelen dat betrokkenen schriftelijk om toestemming worden gevraagd om hun persoonsgegevens te mogen doorsturen naar de Stichting PVP: mogelijk werkt deze procedure (extra) belemmerend voor het verkrijgen van instemming.

Bovendien verloopt het doorsturen van de persoonsgegevens vooralsnog niet geautomatiseerd, maar per beveiligde e-mail. 369 Deze werkwijze heeft invloed op de tijdigheid van het ontvangen van de gegevens. Het is dan vaak al te laat voor pvp’en om betrokkenen bijvoorbeeld te adviseren of bijstand te verlenen bij het opstellen van een zorgkaart.

369 Het jaarverslag 2020 van de Stichting PVP beschrijft de procedure gedetailleerd: De GD informeert patiënten rondom de zorgmachtiging mondeling en met een informatiepakket dat ook een antwoordkaart bevat waarop de patiënt kan aangeven contact te willen met een pvp. Wanneer de instelling de antwoordkaart van de patiënt retour ontvangt, stuurt de instelling via een beveiligde e-mail de gegevens aan Stichting PVP.

Tabel 3.4.1 Het aantal patiënten voor wie een verzoekschrift voor een zorgmachtiging (ZM) in voorbereiding is genomen en wiens persoonsgegevens door de geneesheer-directeur zijn verstrekt aan de Stichting PVP, en het percentage in voorbereiding genomen verzoekschriften voor een ZM met verstrekte persoonsgegevens*

2020 2021 Verschil

N betrokkenen wiens persoons- gegevens zijn verstrekt % in voorbereiding genomen ZM-en met verstrekte persoonsgegevens N betrokkenen wiens persoons- gegevens zijn verstrekt % in voorbereiding genomen ZM-en met verstrekte persoonsgegevens N betrokkenen wiens persoons- gegevens zijn verstrekt % in voorbereiding genomen ZM-en met verstrekte persoonsgegevens

Januari 50 6% 91 6% 41 0%

Februari 99 8% 74 5% -25 -3%

Maart 105 7% 100 7% -5 0%

April 109 7% 62 5% -47 -2%

Mei 85 6% 54 5% -31 -1%

Juni 107 7% 79 6% -28 -1%

1e halfjaar 555 7% 460 6% -95 -1%

Juli 129 7%

Augustus 102 6%

September 134 6%

Oktober 142 6%

November 128 7%

December 113 7%

2e halfjaar 748 6%

Jaartotaal 1.303 7%

* Afgezet tegen aantallen volgens het Openbaar Ministerie. Bron: Stichting PVP

Wanneer gekeken wordt naar de betrokkenen wiens persoonsgegevens zijn vertrekt aan de Stichting PVP, is het pvp’en gelukt om de meesten rechtstreeks te spreken. Zowel in het tweede halfjaar van 2020 als in het eerste halfjaar van 2021 ging het om 70% van de patiënten (zie Figuur 3.4.1).

Daarnaast werd 25% (tweede helft 2020) tot 22% (eerste helft van 2021) van de betrokkenen per brief geïnformeerd over de taak en functie van de pvp. In de resterende gevallen (respectievelijk 5% en 8%) is het niet gelukt om de betrokkenen te informeren, meestal vanwege onjuiste of ontbrekende adresgegevens. Figuur 3.4.1 laat verder zien dat pvp’en in het eerste halfjaar van 2020 met een wat groter deel van de betrokkenen (79%) rechtstreeks contact had dan in de twee daaropvolgende halfjaren. Het is onduidelijk hoe dit kan worden verklaard.

Figuur 3.4.1 De mate waarin en de wijze waarop patiënten voor wie een zorgmachtiging is voorbereid én wiens persoonsgegevens zijn doorgegeven aan de Stichting PVP, zijn geïnformeerd over de taak en functie van de pvp

Bron: Stichting PVP

In het geval van een afgegeven CM is de burgemeester verantwoordelijk voor het doorsturen van de persoonsgegevens van patiënten naar de Stichting PVP. Dit gebeurt op geautomatiseerde wijze, en bovendien vraagt de burgemeester of diens afgevaardigde voor deze gegevensverstrekking rechtstreeks toestemming aan de betrokkene. Deze werkwijze verklaart mogelijk waarom – in vergelijking met de situatie bij in voorbereiding genomen ZM’en – voor een hoger percentage afgegeven CM’en de persoonsgegevens van betrokkenen zijn doorgestuurd naar de Stichting PVP.

Nochtans betreft het slechts circa een kwart van alle afgegeven CM’en (zie Tabel 3.4.2). Opgemerkt dient te worden dat het mogelijk is dat het bij een deel van de betrokkenen voor wie een CM werd afgegeven überhaupt niet is gelukt om toestemming te vragen voor het doorsturen van hun persoonsgegevens. Het blijkt namelijk dat het horen van betrokkenen, voordat een CM al dan niet wordt afgegeven, slechts in circa 40% van de gevallen is gelukt (zie par. 3.3.1.3).370 Het kan zijn dat de betrokkenen die niet konden worden gehoord, ook niet zijn gevraagd om toestemming te geven voor het doorsturen van hun persoonsgegevens.

370 Uitgaande van de periode van april 2020 tot en met juni 2021.

79% 70% 70%

Tabel 3.4.2 Het aantal patiënten voor wie een crisismaatregel (CM) is afgegeven en wiens persoonsgegevens door de burgemeester zijn verstrekt aan de Stichting PVP, en het percentage afgegeven CM-en met verstrekte persoonsgegevens

2020 2021 Verschil

N betrokkenen wiens persoonsgegevens zijn verstrekt % afgegeven CM-en met verstrekte persoonsgegevens N betrokkenen wiens persoonsgegevens zijn verstrekt % afgegeven CM-en met verstrekte persoonsgegevens N betrokkenen wiens persoonsgegevens zijn verstrekt % afgegeven CM-en met verstrekte persoonsgegevens Januari 227 31% 162 24% -65 -8%

Februari 183 28% 144 24% -39 -5%

Maart 227 29% 180 24% -47 -6%

April 194 24% 181 26% -13 1%

Mei 210 26% 166 23% -44 -3%

Juni 233 26% 211 27% -22 1%

1ehalfjaar 1.274 28% 1.044 25% -230 -3%

Juli 227 27%

Augustus 230 29%

September 183 25%

Oktober 161 22%

November 173 25%

December 175 25%

2e halfjaar 1.149 25%

Jaartotaal 2.423 27%

* Afgezet tegen aantallen volgens het Openbaar Ministerie.

Bron: Stichting PVP

Wanneer verder gekeken wordt naar de groep patiënten wiens persoonsgegevens zijn doorgestuurd naar de Stichting PVP, is het pvp’en gelukt om met de meesten rechtstreeks contact te hebben (zie Figuur 3.4.2). Daarbij ging het in 2020 om 83%-84% van de betrokkenen. In de eerste helft van 2021 werd een wat lager percentage betrokkenen rechtstreeks geïnformeerd (77%), terwijl een wat hoger percentage betrokkenen per brief werd geïnformeerd (15%). De verklaring hiervoor is onduidelijk. In de anderhalf jaar na inwerkingtreding van de Wvggz is het bij 7% van de betrokkenen niet gelukt om een brief te sturen, meestal omdat adresgegevens onjuist waren, of ontbraken.

Figuur 3.4.2 De mate waarin en de wijze waarop patiënten voor wie een crisismaatregel is afgegeven én wiens persoonsgegevens zijn doorgegeven aan de Stichting PVP, zijn geïnformeerd over de taak en functie van de pvp

Bron: Stichting PVP

3.4.2 Ondersteuning van de pvp aan patiënten voor wie verplichte zorg

In document Evaluatie Wvggz-Wzd deel 1 (pagina 141-145)