• No results found

6. Analyse en Resultaten

6.4 De kwaliteit van de sociale duurzaamheidsrapportages

6.4.1 Inclusiviteit van de belanghebbenden

Uit het onderzoek blijkt dat er veel verschil zit in de manier waarop bedrijven de belanghebbenden identificeren. Uit tabel 7 blijkt dat 9 bedrijven en expliciete definitie en details en soms zelfs een classificatie van de in hun ogen relevante belanghebbenden geven. 7 bedrijven houden het bij het verstrekken van een definitie en 6 onderzochte ondernemingen vinden het voldoende om de belanghebbenden verspreid door de rapportage te noemen. De overige 5 bedrijven identificeren belanghebbenden helemaal niet. Zij bepalen dus niet aan wie zij verantwoording willen afleggen.

In overeenstemming met de stakeholder theorie wordt binnen de consumenten elektronicasector dus veelal rekening gehouden met de belangrijke belanghebbenden door deze te identificeren in de rapportages (Mitchell et al., 1997; Freeman, 1984; Donaldson en Preston, 1995; Deegan en Blomquist, 2006; Islam en Deegan, 2008).

Worden de belanghebbenden expliciet geïdentificeerd? Aantal

expliciete definitie en details (evt. classificatie) van de relevante belangengroepen 9

definitie van de relevante belangengroepen 7

belanghebbenden worden verspreid door de rapportage genoemd 6

geen identificatie van de belanghebbenden 5

Totaal 27

Tabel 7: Identificatie van de belanghebbenden

Nu we (in meer of mindere mate) weten aan wie de onderneming verantwoording wil afleggen moeten we informatie verkrijgen over de belangen van deze groepen. Hiervoor is het belangrijk om een dialoog aan te gaan met de belanghebbenden. Deze bestaat binnen de elektronicasector vaak uit legislation hearings met de overheid, tevredenheidsonderzoeken met de klant, best practice workshops met handelspartners, vrijwilligersgroepen vanuit de maatschappij (Samsung Electronics, 2008) en werknemersonderzoeken (HP, 2008).

Uit tabel 8 blijkt dat een krappe meerderheid van de onderzochte bedrijven de gevoerde dialoog verdeelt naar belangengroep. Bij 12 bedrijven heeft er geen dialoog plaatsgevonden of wordt er in de rapportage volstaan met het noemen dat er een dialoog heeft plaatsgevonden, maar hoe, hoe vaak, waar, wanneer en met wie wordt niet vermeld.

Wat zegt de duurzaamheidsrapportage over de dialoog met de belanghebbenden? Aantal

de dialoog is verdeeld naar belangengroep 14

de dialoog wordt in algemene zin behandeld 1

er is geen dialoog met belanghebbenden (of er is niets opgenomen over de dialoog) 12

Totaal 27

Tabel 8: Dialoog met de belanghebbenden

Het merendeel van de onderzochte bedrijven (20) gaat in de rapportage niet in op de kritiek die geuit is door de belanghebbenden. Slechts 3 behandelen de kritiek uitgebreid, tegenover 2 die de kritiek algemeen behandelen en 2 waarbij dit verschilt per belangengroep (tabel 9). De ondernemingen stralen op dit aspect geen openheid en transparantie uit naar de belanghebbenden en verkrijgen zo weinig input om de

Wordt kritiek van belanghebbenden geuit in de rapportage? Aantal

ja, deze worden uitgebreid besproken 3

ja, maar deze worden slechts in algemene zin besproken 2

deze verschilt per belanghebbendengroep 2

nee, er wordt niet gesproken over kritiek van belanghebbenden 20

nee, de rapportage meldt dat er geen kritiek van belanghebbenden is geweest. 0

Totaal 27

Tabel 9: Kritiek van de belanghebbenden

Op basis van de kritiek kan een organisatie concrete acties uitvoeren. Uit tabel 10 blijkt dat een ruime meerderheid (20) van de bedrijven niet over de vervolgacties rapporteert. Slechts 5 bedrijven noemen concrete acties die naar aanleiding van de kritiek zijn ondernomen. Opvallend is dat geen enkel bedrijf, ondanks de overwegende positieve insteek van de verslaggeving, noemt dat er geen kritiek ontvangen is.

Vermeldt de rapportage of er vervolgacties hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de geuite

kritiek? Aantal

ja, de rapportage gaat hier uitgebreid op in en er worden concrete acties genoemd 5

ja, deze worden kort bediscussieerd 2

nee, de rapportage gaat niet in op de vervolgacties 20

nee, de rapportage gaf aan dat er geen kritiek was 0

Totaal 27

Tabel 10: Vervolgacties op basis van kritiek van de belanghebbenden

Conclusie

In overeenstemming met de stakeholder theorie en eerder onderzoek van de Waard en Kamp-Roelands (2009) identificeert het merendeel van de bedrijven de belanghebbenden. De manier waarop ze

geïdentificeerd worden verschilt echter per bedrijf. Een krappe meerderheid rapporteert de uitkomsten van de dialoog die heeft plaatsgevonden.

De ontvangen kritieken en de genomen vervolgacties blijven in de meeste gevallen onbesproken. Ook dit komt overeen met het onderzoek van de Waard en Kamp-Roelands (2009).

6.4.2 Neutraliteit van de verslaggeving

Uit tabel 11 blijkt dat de positieve rapportage dominant is. Er wordt soms een enkele negatieve gebeurtenis genoemd, maar de toon van de verslaggeving is overwegend positief. Slechts 7 bedrijven leveren rapportages die in balans zijn en dus zowel de positieve, als de negatieve gebeurtenissen bevatten.

Dit komt overeen met het onderzoek van de Waard en Kamp-Roelands (2009) en de voluntary disclosure theorie. Deze theorie ziet het rapporteren van de positieve gebeurtenissen als een manier om je te

onderscheiden van bedrijven met slechte prestaties (Dye, 1985; Verrecchia, 1983).

Er wordt zowel ingegaan op positieve als negatieve gebeurtenissen Aantal

de rapportage voorziet in een gebalanceerd beeld, deze bevat beide aspecten 7

de positieve rapportage is dominant, er worden enkele negatieve aspecten genoemd 20

bijna alle rapportage is negatief 0

Totaal 27

Tabel 11: Balans in de rapportage

Het resultaat is in tegenspraak met de verwachting. Uitgaande van de legitimatietheorie (Brown en Deegan, 1998; Deegan en Blomquist, 2006) en de vele richtlijnen zou je namelijk verwachten dat organisaties door overheden en machtige belanghebbenden gedwongen zouden worden om de verslaggevingsstandaarden na te leven.

De neutraliteit wordt deels goed gemaakt doordat bedrijven allemaal duidelijk onderscheid maken tussen de presentatie van feiten en de presentatie van eigen interpretatie van informatie.

Conclusie

In tegenstelling tot de richtlijnen van GRI en in overeenstemming met de voluntary disclosure theorie en eerder onderzoek (de Waard en Kamp-Roelands, 2009; Clarkson et al., 2008; Dye, 1985; Verrecchia, 1983) is de positieve rapportage binnen de elektronicasector dominant. De vorming van een mening door de belanghebbenden wordt hierdoor waarschijnlijk beïnvloed en ook het vertrouwen van de

belanghebbenden kan hieronder leiden (Sustainability Reporting Guidelines, 2006).

Er is gelukkig wel rekening gehouden met het onderscheid tussen de presentatie van de feiten en de presentatie van de eigen interpretatie van de informatie.