• No results found

2. Culturele Hoofdsteden van Europa en de sociale dimensie

2.1 EU-beleid aangaande de sociale dimensie

2.1.3 Handleiding

2. haalbaar zijn en integrerend deel uitmaken van de culturele en sociale ontwikkeling van de

stad op lange termijn (Besluit 1622/2006/EG 2006).

Kandidaat-steden moeten met andere woorden een programma opstellen dat grootschalige publieke betrokkenheid op zowel lokaal als Europees niveau opwekt. De stad moet dus niet alleen lokale en nationale bevolking trekken, maar ook bedenken hoe zij toeristen uit andere landen gaat benaderen. Het tweede aspect benadrukt dat steden een programma moeten maken met blijvende effecten, dat impact heeft op de culturele en sociale ontwikkeling van de stad op lange termijn (Europese Commissie 2011).

De criteria met betrekking tot de Europese Dimensie zijn als volgt: Europese dimensie, het programma moet:

1. de samenwerking tussen culturele actoren, kunstenaars en steden in de desbetreffende lidstaat en in andere lidstaten in alle culturele sectoren bevorderen;

2. de aandacht vestigen op de rijke culturele diversiteit in Europa;

3. de gemeenschappelijke aspecten van Europese culturen naar voren brengen (Besluit 1622/2006/EG 2006).

Vooral door samenwerking kunnen middels de Europese Dimensie ook sociale doelstellingen tot uitdrukking worden gebracht. Het betreft hier vooral de vorm; de invulling staat nog erg vrij en kan breed worden geïnterpreteerd door de vage formulering. Evenals het besluit uit 1999 is het artikel 4 uit 2006 zo nog behoorlijk abstract. In de handleiding voor steden die dingen naar de titel van Culturele Hoofdstad van Europa worden de criteria nader toegelicht.

2.1.3 Handleiding

De handleiding voor steden die dingen naar de titel van Culturele Hoofdstad van Europa geeft informatie over de verschillende stappen die bij de selectie van steden moeten worden gevolgd. Het is een belangrijk communicatiemiddel van de EU, dat elk jaar wordt aangevuld door de Europese Commissie met nieuwe informatie verworven uit de ervaringen die zijn opgedaan bij eerdere selectieprocedures5 (Europese Commissie 2009). In de handleiding worden de criteria en de doelstellingen van het evenement uitvoerig toegelicht en geïllustreerd met voorbeelden.

5 In deze scriptie is de handleiding uit 2009 geraadpleegd als meest recente versie die openbaar beschikbaar is.

30

2.1.3.1 Stad en Burgers

In de handleiding wordt gerefereerd aan het criterium Stad en Burgers zoals opgesteld in besluit 1622/2006/EG. Het eerste aspect van dat criterium benadrukt dat het evenement voor zowel de plaatselijke bevolking als voor alle Europeanen aantrekkelijk moet zijn, het evenement moet dus ook buitenlandse toeristen aanspreken en er moet worden vermeden dat het programma uitsluitend voor de plaatselijke bevolking interessant is. Daarnaast is het belangrijk dat zowel burgers uit de stad en de regio als die uit het buitenland daadwerkelijk deelnemen. De aanname is dat zij zich dan betrokken zullen voelen bij het evenement. Van belang is dus dat het programma van een Culturele Hoofdstad van Europa participatief is (p. 12-3). In een bijlage in de handleiding wordt uitgeweid over dit aspect:

Het is voor het succes van een culturele hoofdstad van cruciaal belang de bevolking bij het evenement te betrekken (Europese Commissie 2009, p. 30).

De kandidaat-steden moeten in hun kandidatuur vermelden hoe ze de bevolking willen betrekken. Ze moeten bijvoorbeeld een beroep doen op de media, maar ook de burgers direct betrekken bij het evenement via:

grote straatmanifestaties, rondtrekkende artiesten, een netwerk van vrijwillige "ambassadeurs" enzovoort (ibid., p. 30).

Steden mogen ook nieuwe ideeën aandragen. De gedachte is dat door aandacht aan de cultuur en het erfgoed van de stad te schenken, het imago van de stad en de band van de bewoners met hun stedelijke omgeving kunnen worden verbeterd.

Het tweede aspect van het criterium Stad en Burgers stelt dat het evenement moet passen in de sociale en culturele ontwikkeling van de stad op lange termijn en als katalysator moet dienen voor doelstelling op de middellange en lange termijn. De stad moet volgens de uitleg van de handleiding een duurzaam programma opstellen dat meer is dan een kortstondig vuurwerk van culturele activiteiten. Het evenement moet de potentie hebben om het culturele leven van de stad te veranderen, of te verstevigen en te ontwikkelen (Europese Commissie 2009, p. 13). In de bijlage wordt het aspect als volgt toegelicht:

Duurzaamheid is een ander essentieel kenmerk van het evenement. Het evenement mag niet als een doel op zich worden beschouwd: het moet fungeren als springplank of katalysator voor doelstellingen op langere termijn (ibid., p. 34).

De mogelijkheden voor ontwikkeling op lange termijn hoeven niet per definitie betrekking te hebben op infrastructuur: duurzaamheid kan ook slaan op de projecten, het voortbestaan van

31 netwerken en organisaties na het evenement, het imago van de stad en de toeristische uitstraling (ibid., p. 34). Het aspect duurzaamheid kent niet per se een sociale dimensie, maar er kunnen wel duurzame sociale projecten worden georganiseerd of er kan worden nagegaan of nieuwe relaties nog bestaan of oude verbeterd. Het aspect impliceert bovendien de noodzaak van langetermijnimpactevaluatie.

De twee aspecten van het criterium Stad en Burgers met als pijlers participatie en duurzaamheid, kennen volgens de handleiding weer verschillende deelaspecten. Het criterium kan in een overzicht als volgt worden weergegeven:

Indeling van het criterium Stad en Burgers

Een participatieve Culturele Hoofdstad van Europa (participatie) 1. De burgers bij het culturele leven van de stad betrekken 2. Burgerschap van kinderen en jongeren

3. Huldiging/Promotie van de stad buiten haar grenzen

Een evenement met perspectieven op middellange en lange termijn (duurzaamheid) 1. Het effect van het evenement op het herstel van de stad

2. Infrastructuur

3. Bijdragen aan een duurzame stad

Tabel 2: Indeling van het criterium Stad en Burgers (Besluit 1622/2006/EG).

De indeling is overzichtelijk, vooral omdat het criterium Stad en Burgers maar twee aspecten kent die elk niet meer dan drie deelaspecten hebben. Problematischer is dat de onderdelen en het belang ervan niet uiteen worden gezet. Wel worden er voorbeelden van projecten van steden genoemd. Aan de hand daarvan kan worden nagegaan hoe de steden uiting geven aan de EU-criteria met betrekking tot het thema Stad en Burgers.

Als eerste worden er voorbeelden gegeven van steden die participatieve projecten hebben georganiseerd. Hier wordt gerefereerd naar het vrijwilligersprogramma van Liverpool 2008 en naar de ambassadeurs die Lille 2004 wierf voor haar programma. Burgerschap werd gestimuleerd door bijvoorbeeld schoolprojecten en Instanboel 2010 organiseerde een fotoproject om de stad te promoten. Vervolgens worden voorbeelden genoemd van steden die duurzame projecten hebben georganiseerd. Hier wordt verwezen naar projecten die het Culturele Hoofdstad van Europa evenement moesten inbedden of duurzame infrastructuur die in het kader van het titeljaar werd aangelegd. Uit de gegeven voorbeelden blijkt hoe breed de criteria kunnen worden opgevat en ingevuld; er is niet per definitie iets goed of fout. Echter wordt er niet uitgeweid over de vraag of de doelstellingen van de projecten zijn behaald en over de uiteindelijke impact van een project. Dat belemmert het leereffect, terwijl dit juist één van de bestaansredenen is van de handleiding.

32

2.1.3.2 Europese Dimensie

Behalve het thema Stad en Burgers herbergen ook de criteria van het programma omtrent het thema Europese Dimensie sociale doelstellingen. Dat kan in de vorm, bijvoorbeeld door middel van samenwerkingen, maar ook in de inhoud door in de kunst uiting te geven aan de verscheidenheid en de verstandhouding tussen volkeren te geven. Er kunnen projecten met sociale doelstellingen worden georganiseerd ter bevordering van de sociale samenhang (op Europees niveau) of ter ontwikkeling van Europese netwerken (Europese Commissie 2009). Interculturele uitwisseling is een belangrijke Europese doelstelling met een sociale dimensie.

Een voorbeeld van een project dat naast een Europese dimensie ook sociale doelstellingen bevat, is Stavanger die in 2008 een ontmoetingsplek creëerde voor bekroonden van de Vredesprijs. De stad gebruikte kunst als middel om het verschil en de relatie tussen volkeren te illustreren en artistieke uitwisseling te bevorderen. Een ander voorbeeld is Istanboel, die in 2010 een project over immigratie in Europa ontwierp en projecten organiseerde voor kinderen ter bevordering van de sociale samenhang in Europa en voor de ontwikkeling van Europese netwerken (Europese Commissie 2009). De sociale doelen die zich op Europees niveau afspelen, blijken in de uitvoering vooral gericht op sociale en culturele inclusie en focussen op mensen wiens culturele waarden marginaal zijn in de samenleving, zoals immigranten. Dit heeft veelal gevolgen op sociaal niveau en daarom zijn het tevens sociale doelstellingen te noemen. Evenals bij de voorbeelden van projecten in het kader van het thema Stad en Burger ontbreekt inzicht in de resultaten en enige vorm van evaluatie van de projecten.

2.1.4 Tussenconclusie

Na de analyse van de verschillende EU-besluiten en de handleiding van de Europese Commissie voor steden die dingen naar de titel van Culturele Hoofdstad van Europa kan worden vastgesteld dat er vanuit de EU wel wordt nagedacht over de sociale dimensie van het programma, maar slechts tot op zekere hoogte. De EU benadrukt bij het thema Stad en Burgers vooral het participatieve aspect van het evenement en beoogt via die weg sociale impact te bewerkstelligen. Deelname is niet voorbehouden aan de plaatselijke bevolking, maar alle Europeanen moeten participeren in het programma. Participatie van inwoners kan echter een totaal ander doel hebben dan deelname van buitenlandse EU-burgers aan het programma. Inwoners moeten bijvoorbeeld worden betrokken bij het programma om de sociale cohesie te vergroten en buitenlandse EU-burgers om het toerisme te bevorderen. Het behartigen van beide

33 belangen tegelijkertijd kan behoorlijke botsingen opleveren. Er zit dan ook een zekere tegenstrijdigheid in dit aspect van de criteria van het thema Stad en Burgers. De programmacriteria met betrekking tot de Europese Dimensie herbergen ook sociale doelstellingen, die vooral gericht zijn op Europese samenwerking en interculturele interactie. Ze spelen zicht in eerste instantie af op Europees niveau en zijn niet heel lokaal gericht. Daarnaast zijn ze ook nog ondergeschikt aan Europese doelstellingen.

Voor zowel de programmacriteria omtrent het thema Stad en Burgers als Europese Dimensie geldt dat er weinig is vastgelegd over de wijze waarop de steden de criteria tot uiting moeten laten komen, er worden slechts voorbeelden gegeven. Inzicht in de uitvoering en het resultaat van de projecten wordt in de behandelde EU-documenten ook niet gegeven. De spaarzame regelgeving doet ertoe denken dat de sociale dimensie vanuit de EU geen prioriteit is.