• No results found

Geografie en klimaat

In document Eritrea en Eritrese Vluchtelingen (pagina 32-36)

Eritrea ligt in het oosten van Afrika, in het gebied bekend als de Hoorn van Afrika. Het grenst aan Sudan in het noordwesten, Ethiopië in het zuiden, en Djibouti in het zuidoostelijke puntje. Ook heeft het een lange kustlijn aan de Rode Zee in het oosten, tegenover Jemen en Saudi-Ara-bië. Het land heeft een oppervlakte van ongeveer 124,000 km2 – ongeveer drie keer de oppervlakte van Nederland. Qua bevolking is het echter een stuk kleiner. Schattingen van de populatie lopen uiteen van 3 tot 6 miljoen inwoners.

Provincies en etniciteit

Onder de Italiaanse administratie werd Eritrea verdeeld in acht provincies. Ook tijdens de bezetting door Ethiopië bleven de provincies bestaan in de vorm van districten. Na de Eritrese onafhankelijkheid kwamen er nog twee provincies bij door één provincie te splitsen en hoofdstad Asmara als aparte provincie te beschouwen, leidend tot tien provincies in totaal. De provincies werden echter in 1996 samengevoegd tot zes regio’s of zones (zoba’s). De oude provincies zijn echter nog steeds belangrijk voor de identiteit en onderlinge relaties in de Eritrese maatschappij en daarom wordt er in dit hoofdstuk aandacht aan besteed. De acht provincies waren Akele Guzai, Barka, Denkalia, Hamasien, Sahel, Semhar, Senhit en Seraye. Deze zijn op de onderstaande kaart te zien (kleine verschillen in spelling zijn mogelijk). Deze provincies waren gebaseerd op historische grenzen en verdelingen in Eritrea.

De oude provincies en de onderlinge verdeling die hieraan ten grondslag lagen waren vooral in de onafhankelijkheidsoorlog tegen Ethiopië duidelijk. Onderlinge strijd tussen de Eritreeërs, vooral binnen de EPLF vroeg in de jaren ‘70, waren ondermeer gebaseerd op regionale factoren

en verschillen. Deze onderlinge gevechten zijn nooit echt officieel aangepakt, wat soms heeft geleid tot verbittering. Ook in de diaspora heeft dat vandaag de dag nog effecten. Soms leidt dit tot spanningen tussen Eritreeërs uit Hamasien – de provincie waar ook President Isaias vandaan komt – en anderen, zoals de Akele Guzai. Er wordt daarom vaak in de Eritrese maatschappij gevraagd uit welke oude provincie men stamt.

De onderstaande kaart toont de etnische verdeling in Eritrea. Dit is een andere belangrijke factor in de Eritrese maatschappij, deels gerelateerd aan de oude provincies. Op de onderstaande kaart is goed te zien dat de Tigrinya-sprekende bevolking een groot deel van de populatie vormt. Dit zijn de ‘hooglanders’, voornamelijk orthodox-christelijk qua geloof, die leven in de berggebieden en minder invloed van buitenaf kende. De Tigrinya-populatie is etnisch en qua taal gerelateerd aan de Tigray-bevolking die in de Tigray regio van Ethiopië wonen. Deze groep mag niet worden verward met de Tigre-populatie, die ook wel de ‘laaglanders’ van Eritrea worden genoemd. De Tigre-bevolking is ook te vinden in Sudan. Zij zijn overwegend moslim en spreken voornamelijk Tigre en/of Arabisch – al wordt Tigrinya ook gesproken. Meer over etniciteit en taal komt in hoofdstuk 6 aan bod.

Zones

In 1996 werden de oude provincies samengevoegd tot zes regio’s, of zoba’s. Dit proces was al snel na de onafhankelijkheid gestart en werd in 1996 afgerond. Eritrea was toen enkele jaren onafhankelijk. Dit besluit werd genomen door de enige toegestane partij in Eritrea, de People’s Front for Democracy and Justice (PFDJ), tegen de wil van een meerderheid van de bevolking in. De nieuwe regioverdeling zou volgens de PFDJ moeten zorgen voor meer nationale eenheid, omdat de nieuwe regio’s verschillende etnische groepen samenbrachten. Tegenstanders zagen het eerder als de afbraak van historische structuren. Dit is in de Eritrese diaspora nog altijd iets waar grote verdeeldheid over bestaat.

In het midden van Eritrea ligt de Maekel-regio met Asmara als hoofdstad van de regio en het hele land. Aan de kust liggen de Noordelijke Rode Zee – met de oude kusthoofdstad Massawa - en Zuidelijke Rode Zee regio’s. In het Westen bevinden zich de Zuidelijke regio, Debub (onder Asmara), Gash-Barka (ten westen van Asmara) en Anseba (ten noorden van Asmara). Deze regio’s zijn weer verder opgedeeld in een totaal van 55 districten. De grootste steden van Eritrea naar inwonersaantal zijn Asmara – met een geschatte populatie van meer dan een half miljoen verreweg de grootste stad – Keren, Massawa, het zuidelijke Assab en Mendefera. Eritrea grenst aan de zeer strategisch belangrijke vaarroute van de Rode zee die overgaat in het Suez kanaal en één van de belangrijkst internationale routes vormt. Eritrea heeft ook twee strategisch belangrijke havens, in Assab en in Massawa. De hooglanden van Eritrea zijn verder nog belangrijk vanwege de zeer strategische ligging naar zowel het Afrikaanse achterland als ook het Arabische schiereiland.

Eritrea heeft belangrijke grondstoffen voor de mijnbouw, waaronder goud, die ook geëxploi-teerd worden. De Gash-Barka regio is een belangrijke regio wat betreft landbouw.

Klimaat en landbouw

Eritrea heeft zowel hoogland als laagland. Het hoogland ligt centraal en het laagland ligt ten oosten en ten westen ervan. De maximale hoogte is ongeveer 3000 meter boven zeeniveau. Het laagland is voornamelijk vlak met wat heuvels. Het klimaat in Eritrea varieert. Meer dan 70% van het land is aride (warm en droog), met een gemiddelde jaarlijkse regenval van minder dan 400 mm en een gemiddelde jaartemperatuur van 26 graden Celsius. De hogere gebieden zijn kouder, semi-aride en hebben last van wat meer regenval. Dit gebied, ongeveer 22% van het land, is het meest geschikt voor landbouw en hier leeft dan ook 65% van de Eritrese bevolking. In de kustgebieden heerst voornamelijk een heet en droog klimaat. Er valt het minste regen in het noorden, tegen de grens met Sudan, en vooral aan de kust is het erg droog. In de laagste delen van Eritrea, de Danakildepressie (meer dan 130 m onder zeeniveau), kan de temperatuur oplopen tot boven de 50 graden Celsius. Op de helling tussen het hoogland en het oosten ligt echter ook een gebied dat bekend staat als de ‘groene band’. Dit kleine gebied kent de hoogste regenval van het land en heeft twee regenseizoe-nen, in de zomer en de winter, terwijl het grootste deel van het hoogland één regenseizoen heeft, van eind juni tot eind september.

Veel van de Eritrese inwoners zijn afhankelijk van lokale landbouw en veeteelt. De meeste (zo’n 80%) werkende Eritreeërs zijn werkzaam in de landbouw, waarvan een groot deel zelfvoorzieningsland-bouw is. De voornaamste gewassen zijn gerst, sorghum, gierst, maïs en tarwe. Ook andere gewassen zoals peulvruchten, groenten, fruit, sesam en lijnzaad worden verbouwd. Landbouw heeft maar een klein aandeel in de landelijke economie omdat de productiviteit vaak laag ligt. In sommige delen van Eritrea zijn bevolkingsgroepen nomadisch en trekken rond met kamelen, koeien, en andere kleine grazers. Anderen zijn semi-nomadisch, wat betekent dat ze gewassen hebben zoals sorghum, maar ook rondtrekken met vee. De vormen van landbouw en veeteelt verschillen veel per gebied vanwege de verschillen in temperatuur en regenval. In de meeste gebieden speelt irrigatie een belangrijke rol. Eritrea ligt in het Sahel-gebied, vaak geplaagd door droogte. Droogte treft ook veel gebieden in Eritrea. Ook andere natuurfenomenen, zoals sprinkhanenplagen, kunnen een negatieve invloed hebben op de gewassen. Cijfers over voedselzekerheid zijn moeilijk te verkrijgen, maar UNICEF rapporteerde in 2016 bijvoorbeeld over het effect van El Niño en vermelde dat er, vooral in de laaglanden, hoge niveaus van ondervoeding waren, vooral voor kinderen onder de vijf jaar. UNI-CEF zegt ook dat veel kinderen door ondervoeding zijn achtergebleven in hun groei. Ondervoe-ding is ook een van de leidende doodsoorzaken. De regering ontkent dit stelselmatig. Wat ook bijdraagt aan voedselonzekerheid zijn de na-effecten van de oorlogen en het feit dat vooral veel mannen in de nationale dienstplicht zitten en er dus vaak niet genoeg mensen in de huishoudens aanwezig zijn om te oogsten. De kosten van het onderhouden van de hoge militarisering van de samenleving gaat ook ten koste van ontwikkeling binnen de landbouw. Voedselhulp wordt beperkt door de strenge regels van de overheid die ernaar streeft zelfvoor-zienend en onafhankelijk te zijn.

In document Eritrea en Eritrese Vluchtelingen (pagina 32-36)