• No results found

2. De gecensureerde pers over de Flamenpolitik

2.2 De gecensureerde pers en de Flamenpolitik

2.2.1 De gecensureerde pers en de vervlaamsing van de Gentse Hogeschool

Von Bissing kondigde op 31 december 1915 de vervlaamsing van de Hogeschool in Gent aan. Het nieuws was nog geen paar uur oud of het stond al groot op de voorpagina van de Duitsgezinde krant Het Gazet van Brussel en Het Vlaamsche Nieuws. Het Gazet van Brussel opende met de kop: ‘De Gentsche Hoogeschool wordt vervlaamscht!’118 De Duitse censor had een persbericht

uitgevaardigd dat zeer waarschijnlijk direct gepubliceerd moest worden. Beide kranten kwamen met nagenoeg hetzelfde bericht, maar waar Het Gazet van Brussel het groots op de voorpagina

publiceerde werd het bericht bij Het Vlaamsche Nieuws pas op de derde pagina geplaatst. Dit kan duiden op een sterkere Duitsgezindheid van de Brusselse krant. De kranten meldden mede dat de gouverneur-generaal twee dagen eerder de wijze beslissing tot de vervlaamsing had genomen en het had laten opnemen in de begroting voor 1916. De kranten droegen de lezers op om de bezetter waar het kon te helpen bij de oprichting en spraken de hoop uit dat de onderwijsinstelling zou uitgroeien tot een bakermat van de Vlaamse cultuur.119 Ook De Vlaamsche Post publiceerde het nieuws groots

op de voorpagina met als kop ‘Onze Hoogeschool’.120 Ze publiceerde niet dezelfde tekst. Het nieuws

zou zeer goed zijn gevallen bij de Vlaamse bevolking die elkaar zou hebben gefeliciteerd met de vreugdevolle mededeling van het gouvernement-generaal. De krant erkende dat de rol van het gouvernement-generaal hierin cruciaal was geweest, want zonder de oorlog was de moeite die het volk had gedaan voor het verkrijgen van de onderwijsinstelling tevergeefs geweest. De voormalige Belgische regering had tenslotte het land alleen maar verder laten verfransen en niet omgekeken naar het welzijn van de Vlaamse bevolking. Dat de hogeschool niet eerder haar deuren had geopend lag, volgens de krant, aan het verraad van eigen landgenoten. Zij hadden geweigerd de leergangen weer op te nemen.121 Op 2 januari 1916 kwam Het Vlaamsche Nieuws met een vraaggesprek tussen

de krant zelf en onbekenden. Deze onbekenden vroegen aan de krant of de vervlaamsing van de Gentse Hogeschool wel een geschenk was dat aanvaard mocht worden. De auteur reageerde daarop dat dit geen groots geschenk was, maar een recht van de Vlaamse bevolking. Mocht dit een

strategische zet zijn van de bezetter dan zouden alle strategische zetten, die de Vlaamse kwestie ten

118 Geciteerd uit Het Gazet van Brussel, 31 december 1915, 1. 119 Ibidem en Het Vlaamsche Nieuws, 31 december 1915, 3. 120 Geciteerd uit De Vlaamsche Post, 31 december 1915, 1. 121 Ibidem.

goede zouden komen, geaccepteerd moeten worden.122 Een dag later noemde Het Gazet van Brussel

de vervlaamsing een herhaaldelijk initiatief van de Vlaamse Beweging en de krant zelf waar nu eindelijk gehoor aan was gegeven.123 Dat de vervlaamsing een langgekoesterde wens van de Vlaamse

Beweging was geweest is reeds duidelijk, maar dat dit op initiatief zou zijn gebeurd van Het Gazet

van Brussel is hoogst opmerkelijk. De krant wilde naar alle waarschijnlijkheid de lezers laten geloven

dat de Belgische pers nog enige invloed kon uitoefenen op het beleid van het bezettingsbestuur. Ditzelfde gold voor de vreugde onder de Vlaamse bevolking. Het is niet heel waarschijnlijk te noemen dat de gehele Vlaamse bevolking, zoals de auteur in het artikel suggereerde, achter de vervlaamsing stond. Zo waren maar weinig Vlaamse geleerden bereid om te doceren aan de Gentse Hogeschool.124

Dat de bezetter dit bericht goedkeurde behoeft geen nadere uitleg. Hier was het de Duitsers precies om te doen; positieve berichtgeving over het beleid.

Bovenstaande betrof echter de Duitsgezinde kranten. De vaderlandsgezinde kranten gingen heel anders om met het nieuws van de vervlaamsing. Er was hier geen sprake van grootse

bekendmakingen middels schreeuwende krantenkoppen. Toen het bericht op 31 december 1915 naar buiten kwam, werd er door de kranten geen enkele melding van gedaan. Pas op 2 januari 1916 kwam de Antwerpsche Courant met een klein bericht onderaan op de voorpagina. De krant meldde enkel mede dat het nieuws, dat gepubliceerd was in overige bladen, over de bedragen voor de vervlaamsing in de begroting van 1916, correct was.125 Vooruit volgde, na op 1 januari 1916 al met

een minieme mededeling te zijn gekomen, op 3 januari met het bericht.Op de derde pagina van de krant vonden de lezers het bericht dat letterlijk stond gepubliceerd in Het Vlaamsche Nieuws met daaronder de vermelding ‘medegedeeld’.126 Het Volk kwam een dag later met hetzelfde bericht. Ook

hier nam de redactie niet de moeite om het bericht op de voorpagina te plaatsen. Ze namen zelfs niet de moeite om het hele bericht te publiceren. Er volgde dan ook geen mededeling over eventuele vreugde bij de bevolking en of dit een juiste beslissing was geweest van de gouverneur-generaal, zoals bij de Duitsgezinde concurrenten wel was gedaan.127 Het feit alleen al dat de vaderlandsgezinde

bladen niet de moeite namen het bericht direct te plaatsen op 31 december 1915 duidde op een teken van protest. Ze tilden het over de jaarwisseling heen en zelfs toen werd er maar een miniem aantal woorden aan verspild of werd geen moeite gedaan om er zelf een bericht over te schrijven. Het staat zeker niet vast, maar de kans is aanwezig dat de kranten door de censor op de vingers waren getikt en er alsnog verplicht melding van moesten maken. Dit hebben ze gedaan, maar ook niet meer dan dat.

122 Het Vlaamsche Nieuws, 2 januari 1916, 1. 123 Gazet van Brussel, 3 januari 1916, 1. 124 Schaepdrijver, De Groote Oorlog, 172. 125 Antwerpsche Courant, 2 januari 1916, 1.

126 Vooruit, 1 januari 1916, 2 en Vooruit, 3 januari 1916, 2. 127 Het Volk, 4 januari 1916, 2.

Tot aan de opening van de Hogeschool publiceerden de gecensureerde kranten regelmatig artikelen over de onderwijsinstelling. Waar de Duitsgezinde kranten met grote diepteartikelen kwamen hield de vaderlandsgezinde pers zich zo min mogelijk met de kwestie bezig en publiceerde alleen het hoogstnoodzakelijke dat was opgedragen door de censor. De Duitsgezinde kranten gaven echter veelal dezelfde reden waarom de Hogeschool goed was voor Vlaanderen en waarom dit recht nu omarmd diende te worden. Het Gazet van Brussel kwam op 15 februari 1916 met een artikel op de voorpagina waarin het verklaarde waarom de Gentse Hogeschool zo gewild was. Al voor de oorlog was er in de Belgische politiek veelvuldig over de opening van een Vlaamse hogeschool gesproken. Er waren al enkele Vlaamse leergangen geopend bij de Hogeschool van Leuven, maar dit was voor de flaminganten niet goed genoeg. Tegenstanders erkenden dat de oprichting van een Vlaamse

hogeschool wenselijk was, maar deze plannen dienden niet ten koste te gaan van de reeds bestaande Franstalige universiteit in Gent.128 Tegenstanders lieten zich, volgens Het Gazet, leiden door angst

voor het pangermanisme. Met de komst van een Vlaamse hoge onderwijsinstelling zou de Franse invloed in de stad langzaam verdwijnen en dat zou voor de Fransgezinde politici onacceptabel zijn. Mede hierdoor werden, ondanks een gematigd positieve stemming over de kwestie binnen de Belgische politiek, de plannen na de verkiezingen van mei 1914 op de lange baan geschoven. De krant vervolgde dat zaken in het hoger onderwijs destijds werden besloten per koninklijk besluit, maar dit was zelfs op dat moment geen optie aangezien de politici het drukker hadden met het samenstellen van een regering dan langlopende kwesties aan te pakken. Niet veel later brak de oorlog uit en zo vervloog de hoop van de Vlaamse Beweging. Echter, terwijl de oorlog nog vol in gang was besloot de gouverneur-generaal Vlaanderen het recht te geven waar het zo hard naar verlangde en liet een wens van de Vlaamse bevolking in vervulling gaan.129 De krant trachtte met dit bericht de

Belgische regering in een kwaad daglicht te stellen en de Duitse bezetter als een reddende engel neer te zetten.

Een ander voorbeeld is de publicatie van een protestbrief tegen de vervlaamsing in de Duitsgezinde kranten van februari en maart 1916. De kranten noemden het een smeekschrift dat de tegenstanders van de vervlaamsing aan Von Bissing aanboden in de hoop dat van de plannen werd afgezien. De Vlaamsche Post noemde het een vergeefse poging, want volgens de redactie had de bezetter het recht nu eenmaal geschonken aan de Vlaamse bevolking. De krant schreef: ‘Natuurlijk hebben de franskiljons er zich met de kracht der wanhoop op geworpen om een laatste poging te wagen hun geliefkoosden foyer françoise van den ondergang te redden. IJdel pogen, natuurlijk’.130 Al

zouden duizenden flaminganten het smeekschrift ondertekenen, de beslissing kon niet meer worden

128 Schaepdrijver, De Groote Oorlog, 172. 129 Het Gazet van Brussel, 15 februari 1916, 1.

teruggedraaid. De krant ging verder niet in op de inhoud van het smeekschrift, maar bleef met verschillende argumenten aanvoeren dat de komst van de Hogeschool een geschenk was van de bezetter. De brief dateerde van januari 1916. Beide kranten maken hier echter pas ruim anderhalve maand later melding van. Hoe dit kwam is onduidelijk, maar hoogstwaarschijnlijk is het bericht pas later door de bezetter naar buiten gebracht. Dit om te voorkomen dat het protest tegen de

Hogeschool alleen maar groter zou worden als dit in de gecensureerde kranten behandeld zou worden. De vaderlandsgezinde kranten maakten van de protestbrief geen melding. Hadden zij dit wel gedaan, dan waren zij ongetwijfeld op de vingers getikt door de censor en was het bericht niet gepubliceerd.

Op 2 september 1916 publiceerden zowel Het Vlaamsche Nieuws als Het Gazet van Brussel het Hogeschoolmanifest. Het Vlaamsche Nieuws pakte groots uit met als krantenkop ‘Vlaanderen begroet zijn Hoogeschool’.131 De opstellers van het manifest hielden er een ruime interpretatie op na

van de bepalingen van de Haagse Conventie van 1907. Zij stelden dat artikel 42 en 43 de Duitsers de macht had gegeven om de openbare orde in België te herstellen. Hier hoorde, volgens de

ondertekenaars, een goed functionerend onderwijssysteem bij. Dit functioneerde voor de oorlog niet naar behoren, want een hele bevolkingsgroep werd uitgesloten van hoger onderwijs. Ondanks dat in de negentiende eeuw per koninklijk besluit was besloten dat alle hogeschoolinstellingen in het land de Franse taal voerden, kon de bezetter dit toch wijzigen. Het was een rechtmatig besluit aangezien hiermee geen wet werd aangepast en er zo geen inbreuk werd gemaakt op het Belgische

rechtssysteem. De ondertekenaars juichten toe dat de Gentse Hogeschool werd vervlaamst en dat er hoogleraren bereid waren om hier les aan te geven en ze riepen de Vlaamse studenten op om zich in te schrijven en het Vlaamse onderwijs te volgen.132 Het Gazet van Brussel prees de makers van het

manifest en voorspelde dat dit hard was aangekomen bij de tegenstanders van de Hogeschool. Het manifest diende verspreid te worden over de hele wereld, zodat overal gezien kon worden hoe verheugd de Vlamingen waren met de komst van een eigen hogeschool.133 Als dit een reactie moest

zijn tegen de protestbrief van januari 1916 dan was dit een zeer trage reactie. Het is dan ook maar de vraag hoeveel invloed dit bericht heeft gehad op de opinie van de Vlaamse bevolking. Net als bij de aankondiging van de vervlaamsing van de Hogeschool publiceerden de vaderlandsgezinde bladen pas dagen later een bericht over het manifest, met alleen de oorspronkelijke tekst en gaven ze dit bericht geen prominente plaats op de voorpagina van de krant.134

Er waren tot dan toe vanuit het gouvernement-generaal nog maar zeer weinig mededelingen gedaan over hoe de onderwijsinstelling ingericht zou gaan worden. Het was bij de publicatie van

131 Geciteerd uit Het Vlaamsche Nieuws, 2 september 1916, 1. 132 Ibidem.

133 Het Gazet van Brussel, 4 september 1916, 1. 134 Vooruit, 5 september, 2.

enkele namen van de Raad van Bestuur van de Hogeschool gebleven. Op 2 september meldde Het

Gazet van Brussel dat er binnen enkele dagen een vlugschrift zou verschijnen waarin het bestuur van

de Hogeschool een mededeling zou doen over onder andere de opening, het docentenkorps en vakken die gevolgd konden worden. Verder zouden de inschrijvingsloketten binnen enkele dagen geopend worden.135 Op 10 september publiceerde de krant de eerste namen van professoren die

hadden toegezegd aan de Gentse Hogeschool te doceren. Ondanks dat de Duitsgezinde kranten de lijst met namen publiceerden en bij elk van de namen een uitgebreid pleidooi hielden waarom deze geschikt waren voor de Gentse Hogeschool was het duidelijk dat slechts enkele docenten van voor de oorlog hadden toegezegd te blijven. Dit zal door de activistische beweging als een tegenslag ervaren zijn. De gewone burger kon immers ook lezen dat er toch de nodige wijzigingen waren ingevoerd. Het

Vlaamsche Nieuws publiceerde in dezelfde maand naast uitgebreide biografieën ook passages van

gesprekken met de nieuwe professoren in verschillende kranten. In deze gesprekken gingen de professoren in op de vraag waarom de vervlaamsing van de Hogeschool goed was voor Vlaanderen. Telkens kwamen ze op hetzelfde neer; dat Von Bissing het recht had deze maatregel te nemen en dat, ondanks de angst voor represailles van onder andere de Belgische regering, de Vlaamse bevolking deze beslissing diende te omarmen. De Hogeschool was nodig om het openbare leven in België weer op gang te brengen, aldus de krant.136 Eind september meldde Het Gazet van Brussel dat

de Gentse Hogeschool op 24 oktober 1916 officieel haar deuren zou openen. Tevens werd het vlugschrift gepubliceerd waarin de lezers konden lezen welke leergangen er waren, hoe het stond met de examens, hoe het treinverkeer was geregeld voor de studenten en ook hoe het zat met de kosten voor studieboeken en verblijfskosten. De kosten voor verblijf zouden binnen de perken zijn en er zou een lijst worden gepubliceerd met Gentenaren die bereid waren gevonden om studenten in huis te nemen. Oud-studenten kregen de mogelijkheid om een overgangsexamen te maken en mochten dit inleveren in de taal naar keuze. Zo kregen zij de mogelijkheid om wederom onderwijs te genieten aan de Gentse Hogeschool.137 De mededeling dat de Hogeschool haar deuren zou openen

op 24 oktober werd pas op 3 oktober als een verordening gepubliceerd in Het Volk en twee dagen later volgde het persbericht van de rector van de Hogeschool. De krant liet zich wederom niet verder uit over de kwestie en publiceerde enkel het hoogstnoodzakelijke en wat haar werd opgedragen door de censor.138 De Duitsgezinde kranten bleven hetzelfde publiceren in de hoop dat de lezers zich

zouden scharen achter de activisten en de bezetter.

In de week van de opening verschenen er verschillende artikelen in de Duitsgezinde kranten over de Gentse Hogeschool. De Nieuwe Gazet van Gent, een Duitsgezinde krant, benadrukte

135 Het Gazet van Brussel, 2 september 1916, 1-2. 136 Het Vlaamsche Nieuws, 9 september 1916, 1. 137 Het Gazet van Brussel, 30 september 1916, 1.

nogmaals dat de Vlaamse bevolking de oprichting diende te aanvaarden als een geschenk. De Vlaamse pers zou zich massaal hebben ingespannen om het volk hiervan op de hoogte te stellen. Tevens zou de Vlaamse pers zich in de laatste weken voor de opening vooral hebben ingespannen om de Gentse Hogeschool te beschermen voor kwaadsprekers.139 Dit is opmerkelijk te noemen, want

met de Vlaamse pers werden ook vaderlandsgezinde bladen bedoeld, zoals Het Volk en Vooruit. In deze bladen zijn geen artikelen te vinden waarin de oprichting van de Hogeschool werd verdedigd.

Het Gazet van Brussel kwam daags voor de opening met een groot feestblad bestaande uit acht

pagina’s waarvan de eerste vier waren gereserveerd voor artikelen over de opening. Op de voorpagina stonden de hoofden van de drie leden van de Raad van Bestuur, waaronder de rector. Daaromheen waren artikelen geplaatst die het belang benadrukten van de opening voor Vlaanderen; het was het begin van een nieuw tijdperk in de Vlaamse geschiedenis. Verderop in het blad werden verschillende prominente flaminganten aan het woord gelaten. Het was niet vanzelfsprekend dat de Hogeschool werd vervlaamst.140 In de dagen na de opening werden de redevoeringen van de

gouverneur-generaal en de rector gepubliceerd. Wederom werd de nadruk gelegd op het recht van de Vlaamse bevolking om een hogere onderwijsinstelling te hebben in de eigen taal. Dit behoorde tot het volkerenrecht.141 Het Gazet van Brussel deed zelfs uitgebreid verslag van de opening.142 Niet

alleen in de Duitsgezinde kranten verschenen de redevoeringen. Ook in de vaderlandsgezinde kranten werd er stil gestaan bij de opening.143 Deze verplichting was zeer waarschijnlijk door de

censor opgelegd.

De kranten schreven niet geheel hetzelfde over dit eerste grote beleidspunt van de bezetter. De Duitsgezinde kranten waren zeer enthousiast over dit – zoals zij noemden wijze – besluit van de gouverneur-generaal. Er valt echter wel één ding duidelijk op te maken uit hun berichtgeving en dat is dat deze zeer verdedigend is. Ze wilden echt dat de bevolking zou inzien dat dit een groot geschenk was en dat zit zeker niet vanzelfsprekend was. Het geschenk diende gekoesterd te worden en men diende de bezetter echt dankbaar te zijn. Het was een goede zaak dat de Gentse Hogeschool werd vervlaamst en tegenstanders waren niets meer dan Fransgezinden die de Vlaamse cultuur om zeep wilden helpen. Deze kranten brachten dan ook weinig nieuws naar buiten over dit beleidspunt. Dit was waarschijnlijk ook omdat de bezetter weinig losliet over de gang van zaken rondom de opening. Pas een maand voor die gebeurtenis kwam Brussel met meer informatie naar buiten en de

Duitsgezinde kranten waren er snel bij om hier melding van te maken. In de vaderlandsgezinde

139 Nieuwe Gazet van Gent, 20 oktober 1916, 1. 140 Het Gazet van Brussel, 22 oktober 1916, 1-4. 141 Het Vlaamsche Nieuws, 24 oktober 1916, 2. 142 Het Gazet van Brussel, 26 oktober 1916, 1-2. 143 Vooruit, 25 oktober 1916, 1.

kranten werd veel minder melding gemaakt van de opening van de Hogeschool. Als er wel melding werd gemaakt dan was dit naar alle waarschijnlijkheid opgelegd door de censor.