• No results found

4. De Belgische clandestiene pers over de Flamenpolitik en de arbeiderskwestie

4.2 De clandestiene pers en de Flamenpolitik

4.2.2 De clandestiene pers, de Raad van Vlaanderen en de bestuurlijke scheiding

Hoewel de bestuurlijke scheiding pas in maart 1917 werd afgekondigd was de bezetter reeds in 1916 aangevangen met de voorbereidingen van de scheiding. Dit was De Vrije Stem niet ontgaan. Eind 1916 stelde het blad de lezer op de hoogte van de brief over de Duitse plannen voor een bestuurlijke scheiding van België en het bestaan van een mogelijke ‘landsbond’ die de scheiding diende te promoten.257 Dat deze plannen er waren wees er, volgens het blad, op dat de Duitsers de

verdeel-en-heerspolitiek in België nog verder wilden doorvoeren. De publicatie van dit bericht is een duidelijk signaal dat de clandestiene pers op de hoogte was van de Duitse plannen en het mogelijke bestaan van een voorloper van de Raad van Vlaanderen. Door deze berichtgeving zou ook een deel van de bevolking op de hoogte worden gebracht van deze plannen. De redactie vroeg zich wel af of er überhaupt ook maar een aantal personen bereid zou zijn om de complete vernietiging van het huidige België te bewerkstelliggen.258

Op 4 februari echter werd de landdag georganiseerd en de Raad van Vlaanderen gekozen. Deze naam zou in de clandestiene pers al gauw worden verbogen tot het ‘Verraad van

Vlaanderen’.259 Zoals eerder vermeld ging een afvaardiging van de Raad in maart 1917 op audiëntie

253 Geciteerd uit De Vlaamsche Leeuw, oktober 1916, 1. 254 Ibidem, 2-3.

255 Ibidem, 4-5. 256 Ibidem, 6.

257 De Vrije Stem 35, 1916, 4. 258 Ibidem, 5-6.

bij Von Bethmann-Hollweg. Daarin vroeg ze om steun voor de Vlaamse zaak en de bestuurlijke scheiding van België. Dit bezoek en de oprichting van de Raad werd breed uitgemeten in de

clandestiene bladen. De verontwaardiging was groot. De Raad gaf zichzelf, onterecht, de macht om zich uit te spreken namens de gehele Vlaamse bevolking, aldus de Passieven. Wie deze mannen waren was niet geheel duidelijk. Waarom een bezoek werd afgelegd aan Duitsland was al helemaal niet duidelijk. Er waren immers belangrijkere zaken om over na te denken, zoals de deportaties van Belgische arbeiders.260 Het bezoek moest geheim blijven, maar de Duitse kranten publiceerden daags

na het bericht een foto van het gezelschap tezamen met een Duitse officier. De Vlaamse Wachter kreeg deze foto in handen en publiceerde daaronder de melding dat ze niet te vertrouwen waren. De kanselier beloofde tijdens het bezoek dat Vlaanderen, binnen korte termijn, autonomie zou krijgen binnen België. De Raad stond er geheel voor open om België te scheiden zonder daarbij ook maar te denken aan wat de bevolking hiervan zou vinden.261 Verraad was het; verraad aan de Vlaamse

bevolking, België en de koning en het leger dat nog elke dag dapper vocht aan de oevers van de IJzer. Ze waren geen ware Vlamingen en ze hadden hun ware gezicht laten zien door het masker af te doen en openlijk te collaboreren met de bezetter. Ze verkondigden dat ze Vlaanderen wilden redden maar ze maakten het kapot, aldus De Vlaamsche Wachter. Ze waren niet meer dan uitschot dat geen plek meer had in België.262

De reactie vanuit de Passieven volgde al snel. Onder meer in de 47e uitgave van De Vrije Stem

verscheen een brief, gericht aan de kanselier, die was ondertekend door 77 Vlaamse

volksvertegenwoordigers. Zij verklaarden dat de Raad nog geen één procent vertegenwoordigde van de vooroorlogse Vlaamse Beweging. Velen hadden, bij het uitbreken van de oorlog, geweigerd zich in te laten met de bezetter en waren tegen besluiten die het oude vaderland ondermijnden. De Raad had helemaal het recht niet om zich uit te spreken namens de bevolking.263 De bestuurlijke scheiding

was zeker niet gewild, zoals de Raad proclameerde, en het grootste belang van de Vlaamse Beweging was het herstel van België.264 Hoe hard de Passieven waren in hun gedachten over de Raad valt op te

maken uit de volgende passage die De Vrije Stem publiceerde: ‘noem u een hoop politieke afzetters; noem u een ploeg meineedigen; noem u de kliek der fielten die voor 't geld hun ziel zouden

verkoopen; noem u het uitschot der Vlaamsche Beweging; maar noem u niet de Raad van Vlaanderen! VLAANDEREN! Die naam is ons te duurbaar om te dulden dat hij aldus ontheiligd

260 Ibidem.

261 De Vlaamsche Wachter 5, maart 1917, 1-3. 262 De Vlaamsche Wachter 7, maart 1917, 1-2. 263 De Vrije Stem 47, 1917, 1-2.

wordt.’265 De Vlaamse bevolking werd vergiftigd door de uitspraken van de Raad in de gecensureerde

bladen.266

Er is beduidend meer verschenen over de Vlaamse Hogeschool dan over de Raad van Vlaanderen en de bestuurlijke scheiding. Dit heeft als reden dat de plannen voor de Vlaamse Hogeschool al veel langer op de plank lagen en de oprichting van de Raad onverwachter kwam. De strekking over de bestuurlijke scheiding bleef in alle clandestiene bladen veelal hetzelfde. Hierdoor was er veel herhaling in de manier waarop de bladen de bevolking informeerden. De bladen

trachtten keer op keer duidelijk te maken wat het onderscheid was tussen het gedachtegoed van de activisten en de passivisten. Er kwamen, ondanks dat er veel verschillende woorden voor gevonden werden, weinig echt nieuwe opinies naar voren. De strekking bleef hetzelfde; de Passieven wensten geen samenwerking met de bezetter en waren, ondanks dat ze voor de Vlaamse kwestie waren, fel gekeerd tegen de verschillende ontwikkelingen die hadden plaatsgevonden. De bevolking diende te kiezen voor het vaderland en zich niet te laten verleiden door de vijand.