• No results found

4. De Belgische clandestiene pers over de Flamenpolitik en de arbeiderskwestie

4.2 De clandestiene pers en de Flamenpolitik

4.2.1 De clandestiene pers en de vervlaamsing van de Gentse Hogeschool

Zoals al eerder vermeld maakte Von Bissing op 31 december 1915 bekend dat de Gentse Hogeschool in 1916 zou worden vervlaamst. In het daaropvolgende jaar zou De Vrije Stem regelmatig de lezers van het blad duidelijk maken hoe verkeerd de vervlaamsing van de Gentse Hogeschool wel niet was. Dit gebeurde amper twee weken na de aankondiging. Het blad publiceerde de brief aan Von Bissing, die dateerde van 8 januari 1916, die was ondertekend door verschillende Belgische politici, academici en andere hoogwaardigheidsbekleders. De vervlaamsing van de Gentse

Hogeschool werd een binnenlandse aangelegenheid genoemd. Artikel 43 van de Haagse Conventie gaf een bezetter alleen de macht om zich te mengen in politieke zaken van een bezet gebied als hier acute noodzakelijkheid voor aangetoond kon worden. Dit was niet het geval bij de Gentse

Hogeschool en de bezetter diende zich hier dan ook afzijdig van te houden.242 Het werd ondenkbaar

geacht dat er genoeg animo te vinden zou zijn om de Hogeschool te vullen met academici en studenten die bereid waren om met de bezetter samen te werken. Tevens werd de locatie betwist aangezien deze niet vrij toegankelijk was voor iedere student die er zich toch wilde inschrijven en de oorlog zeer dichtbij was. Von Bissing werd verzocht om de kritiek die de schrijvers hadden op het plan niet zomaar naast zich neer te leggen en de vervlaamsing te overwegen of de vervlaamsing

doorgezet moest worden.243

238 De Vrije Stem 7, 1915, 4.

239 De Vlaamsche Wachter 4, maart 1917, 4. 240 De Vrije Stem 7, 1915, 2-5.

241 De Vrije Stem 40, 1917, 1-2. Zie spotprent pagina 75. 242 De Vrije Stem 11, 1916, 5-6.

De Vlaamsche Leeuw van februari 1916 kwam met een groot protestbericht op de

voorpagina van het blad. De auteur van het openingsartikel, Blauwvoet, erkende dat de vervlaamsing weliswaar een langgekoesterde wens was van de Vlaamsgezinde bevolking, maar ‘eene

vervlaamsching ons gegeven door mannen wier handen druipen van 't bloed onzer helden, mogen noch kunnen wij aanvaarden.’244 Blauwvoet is een passivist en verdedigt deze standpunten. Hij

erkende dat de Vlaamsgezinden wel de hulp die de Duitse bezetter bood aanvaardden, maar dat deze als dwang was opgelegd op de bezetter door de internationale wetgeving. Er werd niets geloofd van het verhaal dat de Vlaamse Hogeschool een warme handreiking was uit het goede hart van de bezetter. Deze schenking zou dan, ‘in plaats van de roem der Vlamingen, [een] (…) eeuwig

schandmerk van Vlaanderen’ zijn.245 Om de eigen waardigheid te behouden was het dan ook

noodzakelijk om niet op de Duitse avances in te gaan. Voor zolang de oorlog nog voortduurde dienden de Vlaamsgezinden zich als ware vaderlanders te gedragen. Na de oorlog zou er weer tijd zijn om het debat opnieuw op te pakken en het recht van eigen Vlaams hoger onderwijs te verkrijgen uit de handen van de eigen Belgische regering, aldus Blauwvoet.246

Clandestiene bladen gingen regelmatig in op de artikelen die in de Duitsgezinde kranten verschenen over de Flamenpolitik. De Duitsgezinde kranten publiceerden artikelen waarin ze zich uitspraken voor de Hogeschool en dit was dan ook een dankbaar onderwerp voor de clandestiene bladen om op af te geven. In de tiende uitgave van De Vrije Stem, die uitkwam in het voorjaar van 1916, vielen de redacteuren van het blad de redacteuren van Het Vlaamsche Nieuws aan. Hen werd verweten dat ze zich volledig inzetten voor de bezetter zonder er ook maar bij na te denken dat deze het bloed van de eigen bevolking aan de handen had druipen. Gewetenloos en zonder eergevoel was de steun aan de bezetter voor het openen van de Gentse Hogeschool van deze redactieleden.247 In

de zestiende uitgave van De Vrije Stem gaf de auteur van het artikel, schrijvend onder de pseudoniem Klopstock, een algemeen betoog over de oprichting van de Gentse Hogeschool. Hij stelde allerlei vragen die pas aan het einde van zijn betoog daadwerkelijk kort en krachtig

beantwoord werden. Hierdoor kon de lezer eerst zijn eigen mening vormen over de kwestie rondom de oprichting van de Hogeschool en zich daarna pas laten vormen door de mening van de auteur. Klopstock hintte echter in zijn vragen en aan het begin van zijn betoog al op welke antwoorden de juiste zouden zijn waardoor je als lezer direct gekleurd raakte. De Vlaamse Hogeschool was gewenst door de Vlaamsgezinden. Nu deze werd gegeven door de Duitse bezetter was ze wel haar glorie verloren, aldus Klopstock.248 Hij vergeleek de Vlaamse situatie met de wijze waarop de Pruisen met

244 Geciteerd uit De Vlaamsche Leeuw, februari 1915, 1. 245 Ibidem.

246 Ibidem, 1-2.

247 De Vrije Stem 10, 1916, 9. 248 Ibidem 16, 1916, 2.

de Poolse bevolking waren omgegaan aan het einde van de negentiende eeuw. Er waren veel parallellen te vinden. De Duitsers hadden in Polen de universiteit van Warschau verpoolst tijdens de oorlog. Tevens waren hier, in de negentiende eeuw in Duits-Polen (provincie Posen), de beloften door de Pruisische vorsten gedaan dat de Polen hun nationale gevoelens niet hoefden te

verloochenen. Dit bleek een loze belofte aangezien de Polen niet in het openbaar de moedertaal mochten spreken en de kinderen geen Poolse gebruiken leerden op de scholen.249 Dezelfde situatie

stond Vlaanderen te wachten. De Duitsers hadden voor de oorlog zich nooit Vlaamsgezind getoond en waarom diende de Vlaamse bevolking hen nu wel te geloven? Klopstock sloot zijn betoog dan ook vaderlandsgezind. De Belgische driekleur zou weer verschijnen en de Vlaamse Hogeschool zou er komen, maar dan wel verkregen op eigen kracht en geschonken door de eigen regering.250

Vlak voor de opening van de Hogeschool kwam De Vrije Stem nogmaals met enkele artikelen over de kwestie. Ditmaal haalde ze een specifiek artikel aan waarin de redactie van Het Vlaamsche

Nieuws beweerde dat het meer dan honderd handtekeningen had verzameld van Vlamingen die het

manifest voor de opening van de Gentse Hogeschool hadden ondertekend.251 De gecensureerde

krant meende dat dit de mening was van de gehele Vlaamse bevolking. Zij juichte dit, als de vertegenwoordiger van de Vlaamse bevolking, hartelijk toe, aldus de redactie van De Vrije Stem. Zij daagden de krant uit om, als De Vrije Stem vijfhonderd handtekeningen kon verzamelen tegen de oprichting van de Hogeschool, dezen te overhandigen aan de bezetter en te onderhandelen over het verwerpen van het plan. Deden zij dit niet, dan mochten ze zich niet het spreekorgaan van de Vlaamse bevolking noemen. Dit is vrij dubieus dat een clandestien blad een Duitsgezinde

gecensureerde krant überhaupt nog de kans gaf om zich uit te spreken tegen de bezetter. Waarom deze kans nog geven als je toch weet dat het een afgedane zaak is en in andere uitgaven er duidelijk een stelling tegenover het blad ingenomen werd? Naast De Vrije Stem liet de auteur Droogstoppel zich in het voorjaar van 1916 uit de oprichting van de Vlaamse Hogeschool en de rol die de redactie van Het Vlaamsche Nieuws hierin had gespeeld. Ze hadden de vervlaamsing aanvaard als een cadeau en hadden aangegeven dat ze zelfs van de duivel de schenking hadden aanvaard. Dit getuigde, volgens Droogstoppel, van weinig nationaal bewustzijn en, zonder dat hij deze woorden letterlijk neerpende, van verstand. Het Vlaamsche Nieuws vond het schijnbaar de normaalste gang van zaken dat twee belangrijke hoogleraren van de vroegere Gentse Hogeschool werden opgepakt, omdat ze protesteerden en weigerden in het Vlaams les te gaan geven.252

Toen de opening in oktober 1916 een feit was kwam De Vrije Stem met een uitgave die geheel was gewijd aan de kwestie van de Gentse Hogeschool. De auteurs waren zeer duidelijk in hun

249 Ibidem, 4. 250 Ibidem, 5-6.

251 Het Vlaamsche Nieuws, 2 september 1916, 1. 252 Droogstoppel 22, 1916, 4-5.

mening en begonnen de uitgave met de titel ‘Weg met de Duitsche Hoogeschool!’.253 De auteurs

brachten ditmaal de hele situatie rondom de vervlaamsing en de Vlaamse Beweging in kaart. Hoe de scheiding in de Vlaamse Beweging was ontstaan en hoe de activisten de eigen bladen brachten naar de grote steden in België. Deze bladen bestookten de Vlaamse bevolking met positieve berichten over het beleid van de bezetter en zaaiden verdeeldheid onder de bevolking. Alle argumenten die de activisten gebruikten voor hun houding tegenover de bezetter werden door de auteurs weerlegd.254

Onder andere de houding van de Belgische regering tegenover de vervlaamsing van de Hogeschool en Waalse onderdrukking werd door de auteurs weerlegd en stond niet in vergelijk met het verraad van de activisten. De Duitse Hogeschool diende niet erkend te worden, want dit was een broeinest waar de studenten te leren zouden krijgen hoe Vlaanderen beter af zou zijn zonder België. Er zouden annexatie- en onafhankelijkheidsgedachten ontstaan bij deze studenten en de toekomst van België zou dan zeer onzeker zijn.255 De auteurs wensten de vervlaamsing van de Gentse Hogeschool, maar

niet zolang deze door een vreemde macht gegeven was en deze macht eropuit was om België te vernietigen.256