• No results found

3. De gecensureerde pers over de arbeiderskwestie

3.2 De gecensureerde pers en de arbeiderskwestie

3.2.1. De gecensureerde pers en de verordeningen over werk

De eerste twee verordeningen, waarin min of meer expliciet staat dat arbeiders gestraft werden als ze werk weigerden dat verlangd werd door de bezetter, dateren van 14 en 15 augustus 1915. Ze verschenen een week later in het Wet- en Verordeninsgblad.198 Pas op 31 augustus

verscheen de eerste verordening in Het Gazet van Brussel. Dat de krant de verordening niet

belangrijk genoeg achtte bleek wel uit het feit dat de verordening op de laatste pagina van de krant werd gedrukt.199 Dit in tegenstelling tot verordeningen over bijvoorbeeld de oprichting van de

Hogeschool en de bestuurlijke scheiding die de krant groot op de voorpagina plaatste. De tweede verordening verscheen, voor zover bekend, niet in Het Gazet van Brussel. Hier is geen directe verklaring voor te vinden. Het Vlaamsche Nieuws publiceerde wel beide verordeningen op 30 en 31 augustus 1915. Op de 31e publiceerde de krant niet de verordening, maar een bericht van de

bezetter. De openbare orde werd door de werkstakingen in gevaar gebracht en hierdoor zag het gouvernement-generaal zich genoodzaakt om maatregelen te nemen.200 Er werd niet expliciet

bijgezet dat het bericht van de bezetter kwam, maar aan de toon van het bericht valt dit er wel degelijk uit op te maken. Hoogstwaarschijnlijk heeft de censor de krant gedwongen het bericht op deze wijze te publiceren. Beide verordeningen verschenen, weliswaar een dag later dan bij de concurrent, in de vaderlandsgezinde Antwerpsche Courant. De krant plaatste de berichten daarentegen niet op de laatste pagina.201 Het bericht was exact dezelfde als in Het Vlaamsche Nieuws. Nog een teken dat de censor bij de berichtgeving betrokken was. Er werd door alle drie de

kranten verder geen extra bericht meer aan gewijd. In het Etappengebiet verscheen op 12 oktober 1915 de verordening over werkweigering. Naast gevangenisstraf en geldboetes riskeerden de weigeraars hier deportatie naar Duitsland. Het werd in het midden gelaten wat dit betekende, maar zeer waarschijnlijk waren ze in gevangenkampen terecht gekomen. Alleen van de krant Vooruit is bekend dat de verordening werd gepubliceerd. Deze verscheen op 19 oktober op de voorpagina van de krant.202 Het Volk heeft mogelijk de publicatie van de verordening geweigerd. Dit is een eerste

voorbeeld waarin het grote verschil tussen de berichtgeving over de Flamenpolitik en de

198 Nicol-Speyer en Huberich, Buitenlandse noodwetgeving IV, 160-161. 199 Het Gazet van Brussel, 31 augustus 1915, 4.

200 Het Vlaamsche Nieuws, 31 augustus 1915, 3.

201 Antwerpsche Courant, 31 augustus 1915, 2 en Ibidem, 1 september 1915, 3. 202 Vooruit, 19 oktober 1915, 1.

arbeiderskwestie te zien is. Waar het nieuws over de Flamenpolitik breed werd uitgemeten in de Duitsgezinde kranten maakten ze bij de bekendmakingen over de maatregelen rondom de arbeiderskwestie enkel melding van de verordening. Hoewel de verordeningen in Het Gazet van

Brussel altijd op de laatste pagina’s werden gedrukt valt er mogelijk toch iets uit op te maken. Er

werd minder belang gehecht aan deze verordeningen dan aan diegene die gingen over de

Flamenpolitik. Conclusie Het Gazet van Brussel werd als de spreekbuis van de Duitse bezetter gezien.

Dat de krant het bericht een dag later dan Het Vlaamsche Nieuws publiceerde was dan ook merkwaardig.

De verordening die dwangarbeid in het gouvernement-generaal min of meer mogelijk maakte verscheen op 20 mei 1916. Op 24 mei 1916 publiceerde Het Gazet van Brussel de verordening in de krant.203 Weliswaar weer op de laatste pagina, maar veel eerder dan de

verordeningen die in de zomer van 1915 verschenen. Mogelijk onder druk van de censor, maar de krant kon deze verordening ook belangrijker hebben geacht dan de voorgaande. Het Gazet van

Brussel had immers een voorbeeldfunctie richting andere kranten. Deze krant was daarmee de

eerste van de Vlaamse kranten, want Het Vlaamsche Nieuws publiceerde de verordening pas op 1 juni.204 De Antwerpsche Courant publiceerde, voor zover bekend, de verordening helemaal niet. Dit

kan gezien worden als teken van protest van de krant. Het is niet duidelijk of de krant hiervoor gestraft is. Waarom de krant nu juist ervoor koos om deze verordening niet te publiceren is niet duidelijk. Het was zeker een belangrijkere verordening dan die van augustus 1915. De bezetter had nu de mogelijkheid om werklozen onder dwang naar de aangewezen werkplaats te begeleiden. Dat de lezers kennis konden nemen van deze verordening in de krant is belangrijk, want hierdoor konden ze op de hoogte blijven van de belangrijkste maatregelen van de bezetter. De kranten zwegen verder over de verordening, want er was nog niets aan de hand.

De verordening waarmee het sein werd gegeven voor de deportaties in het Operations- en -

Etappengebiet was die van 3 oktober 1916. Zowel de Nieuwe Gazet van Gent als Vooruit publiceerde

de verordening op 12 oktober en Het Volk volgde twee dagen later.205 De verordening werd op 7

oktober gepubliceerd in het verordeningenblad van het Etappengebiet, maar pas vijf dagen daarna verscheen hij voor het eerst in de krant.206 In andere gevallen was dit vrij normaal geweest, wellicht

zelfs vrij snel, maar in dit geval was het wellicht aan de late kant. De bezetter was namelijk officieel op 8 oktober begonnen met de deportaties uit dit gebied.207 Er verscheen tot dan toe geen bericht in

de kranten met het mogelijke gevolg dat een groot deel van de Belgische burgers geen idee had wat

203 Het Gazet van Brussel, 24 mei 1916, 3. 204 Het Vlaamsche Nieuws, 1 juni 1916, 4. 205 Vooruit, 12 oktober 1916, 1.

206 Verordnungsblatt I, 80-81.

er aan de hand was. Uiteraard werd het vrij snel duidelijk wat de precieze bedoeling van de bezetter was middels de verhalen die de ronde deden. Wellicht was het hier de bezetter juist om te doen en werd het bericht over de verordening in de pers bewust nog even tegengehouden. Ondanks dat is het de kranten toch kwalijk te nemen dat ze niet eerder met de verordening naar buiten kwamen.

Het Volk en Vooruit kwamen, naast de verordening, met een extra bericht. Het bericht was

hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de Etappen-Inspektion. Deze had het volgende mede te delen: ‘De toestand, waarin een groot aantal arbeiders ondersteuningen genoot, zonder eenigen

hoegenaamden arbeid te doen, werd sedert lang als onuitstaanbaar bevonden. Iedereen zal inzien welken nadeelen die toestand na zich slepen moet voor de arbeidende klas, (…) Het gerucht dat de arbeiders soldaat worden of aan het front vechten zullen is openlijke inzicht verbreid geworden. (…) Van dat gerucht is geen woord waar. De tot den arbeid opgeroepene mannen genieten, behalve milde vrije verpleging en goed onderkomen, een middelloon van 30 pfennings per man en per arbeidsdag. (…) Wij hopen dat deze mededeelingen alle kwade geruchten als grondeloos zullen doen erkennen.’208 In het bericht verzweeg de Etappen-Inspektion een belangrijk detail. De bezetter gaf

aan dat arbeiders geen angst hoefden te hebben dat ze aan het front moesten vechten, maar er werd niets gezegd over aan het front werken. De uitspraak wekte de indruk dat de arbeiders niet te vrezen hadden om achter het front te werk gesteld te worden, maar dit is wel degelijk gebeurd.209 Vooruit en Het Volk publiceerde niet exact hetzelfde bericht. Vooruit sprak over verplichte arbeiders

en Het Volk over opgeëiste arbeiders. Het opeisen van mensen voor de arbeid klonk harder dan mensen verplicht stellen om te gaan werken. Bij het woord opeising konden de lezers eerder de associatie met dwang maken dan bij het woord verplicht. Het Volk beschreef de situatie zoals die was. Arbeiders werden tegen hun wil meegenomen en te werk gesteld.