• No results found

Fysische agentia

In document 2011 Activiteiten verslag (pagina 31-36)

32

Waarom werkt u precies bij de Hoge Gezondheidsraad?

Prof. Jamar: De Raad is een adviesorgaan waarbij onafhankelijkheid bij de deskundigen een conditio sine qua non vormt. Ik vind het fijn aan de activiteiten van het College van de Hoge Gezondheidsraad te mogen deelnemen, temeer daar de Raad ook diverse onderwerpen behandelt die buiten mijn domein vallen. Ik ben ook een heel sociaal gericht iemand. Ik hou ervan met collega’s te vergaderen en met hen van gedachten te wisselen om tot een consensus te komen. Ik heb ook een goede relatie met het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle).Het is voor mij een erezaak om samen met mijn collega’s gevalideerde en voor het brede publiek interessante adviezen af te leveren.

Wat houdt uw taak als voorzitter precies in?

Prof. Verschaeve: Als voorzitter moet je de werkgroepen coördineren en samenstellen. Om het eenvoudig voor te stellen: er zijn vaak twee meningen of tendensen m.b.t. de niet-ioniserende straling; de ene vindt niet-ioniserende straling eerder gevaarlijk, de andere eerder ongevaarlijk.

Het is mijn taak erop toe te zien dat de twee kanten gehoord worden.

Waar moet men op letten bij het uitvaardigen van adviezen?

Prof. Jamar: Men moet trachten om eventuele belangenconflicten te voorzien. Ik streef naar een evenwichtige samenstelling van de beide taalgroepen en van de werkgroep: fysici, artsen en specialisten in stralings-bescherming.

Prof. Verschaeve: De zaken veranderen heel snel. Wanneer een fenomeen eindelijk grondig onderzocht is, kan het zijn dat men al met andere technieken werkt. Onderzoek zal altijd achterop hinken. Hoewel we vaak werken vanuit het voorzorgsprincipe, kunnen we het soms moeilijk laten om al dadelijk een nieuwe techniek te gebruiken vooraleer we 100 % zekerheid hebben over de veiligheid ervan. Zoniet zouden we nu nog niet met de auto rijden of een microgolfoven gebruiken.

Waarom is dit domein zo belangrijk?

Prof. Verschaeve: Elke nieuwe technologie zal heel wat vragen doen rijzen bij het gewone publiek. Er is veel negatieve media-aandacht voor dit onderwerp, wat ook mede de publieke perceptie bepaalt. Persoonlijk vind ik die negatieve kritiek soms wat overroepen.

Prof. Jamar: Straling is alom aanwezig. Een groot deel van het brede publiek leeft in onwe-tendheid en gaat daardoor een aantal zaken met elkaar verwarren waardoor de emoties soms hoog kunnen oplopen (bv. de ramp in Fukushima). Het is een onderwerp dat het grote publiek niet onberoerd laat. We moeten dan ook correcte informatie geven zonder de mensen

33 Hoe ziet u de evolutie in dit domein? Wat zal de taak van de HGR hierin zijn?

Prof. Verschaeve: De media sturen voornamelijk negatieve berichten over niet-ioniserende straling de wereld in. De HGR heeft een belangrijke taak om mensen een correct beeld en juiste informatie te verschaffen. Zo zijn de media bijvoorbeeld kritischer tegenover GSM-masten dan tegenover de telefoon terwijl de overgrote meerderheid van de wetenschappers ervan overtuigd zijn dat, als er al een probleem zou zijn, dit eerder aan de telefoon zal liggen dan aan de masten.

Prof. Jamar: Inzake ioniserende straling is de communicatie fel verbeterd. Men zal de dingen niet meer zo koortsachtig trachten te verdoezelen. Mensen beseffen nu meer dan vroeger dat straling, vooral die gebruikt in de geneeskunde en de in het leefmilieu aanwezige straling, niet hetzelfde is als de nucleaire straling. In de medische sector zijn de verschillende actoren (artsen, patiënten, de media, …) er zich meer van bewust geworden dat blootstelling aan ioniserende straling met zo weinig mogelijk nadeel voor de gezondheid moet geschieden.

10 jaar na zijn oprichting vraagt het FANC nog steeds adviezen aan externe onafhankelijke deskundigen. De samenwerking tussen het FANC en de Raad moet dan ook ondersteund worden.

6.2.1. Advies betreffende de rechtvaardiging van het gebruik van bodyscanners (HGR 8650)

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) stelt regelmatig vragen aan de Hoge Gezondheidsraad om het stralingsgevaar voor de Belgische bevolking te onderzoeken.

Bodyscanners op luchthavens

Met de terreuraanslagen in het achterhoofd, kondigden een aantal landen aan dat ze zogenaamde bodyscanners hadden geïnstalleerd op hun luchthavens. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle verwacht in de toekomst ook aanvragen om dergelijke scanners te installeren op de Belgische luchthavens en op andere plaatsen met een verhoogd veiligheidsrisico. Daarom vroeg het FANC advies van de Hoge Gezondheidsraad.

Uitgebreid onderzoek

De verschillende types scanners, hun werking en het potentieel risico voor de volksgezondheid werden grondig onderzocht. Hoewel de gevaren gering lijken (behalve een iets hoger stralings- gevaar bij de ioniserende X-stralentransmissie), adviseerde de HGR toch om het voorzorgbeginsel toe te passen en alle technieken die actief gebruik maken van elk soort straling zo mogelijk te vermijden. In ieder geval moet er een gelijkwaardig alternatief aangeboden worden (bv. fouilleren).

34

Maatregelen die nog een stapje verder gaan

Voor kritieke groepen raadde de HGR ook aan te toetsen of er mogelijks een bijkomend risico is.

Daarnaast adviseerde de HGR ook meer onderzoek naar potentiële alternatieve methodes aan.

Ten laatste dringt de HGR aan op kwaliteitswaarborgen zoals een adequate opleiding van de operatoren, geschreven procedures en een periodieke kwaliteitscontrole van het toestel.

Psychologische, juridische en ethische aspecten

Bij de discussie over de bodyscan speelden de psychologische, juridische en ethische aspecten een dominante rol. De HGR adviseerde om garanties te eisen voor het respecteren van de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het lichaam en het recht van een persoon om blootstelling te weigeren. Er moet ook aangetoond worden dat de doeltreffendheid van het scansysteem voldoende hoog is voor gebruik in routine. Daarnaast moet worden aangegeven hoe men de te testen personen inlicht over de aard en het risico van de uit te voeren screening. De HGR vond dan ook dat aanvullende adviezen van het Belgische Raadgevend Comité voor Bioethiek en de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer nuttig zouden zijn.

Impact op Europees vlak

Na een weigering door de Europarlementsleden in 2008 om dergelijke scanners toe te laten, werd in 2011 een nieuwe stemming voorgesteld over dit onderwerp. Uiteraard kregen de Europarlementsleden op voorhand het advies van de Hoge Gezondheidsraad toegestuurd zodat ze een evenwichtige beslissing konden maken. De transportcommissie van het Europees Parlement heeft zich met een zeer grote meerderheid uitgesproken voor de installatie van bodyscanners in de Europese luchthavens, zolang er maar rekening wordt gehouden met enkele criteria:

• gezondheidsrisico’s in het algemeen: geen enkele vorm van ioniserende straling mag gebruikt worden;

• privacy van de passagiers: het beheer van de beelden moet gebeuren met respect voor het privé-leven van de passagiers;

• alternatieven: passagiers moeten steeds de mogelijkheid krijgen om te weigeren door de scanners te gaan. Ze kunnen dus steeds kiezen voor een manuele fouillering, ook al betekent dat langere en complexere controles.

“We zijn van oordeel dat deze apparaten een toegevoegde waarde kunnen bieden in termen van veiligheid, en dat zonder risico’s voor de gezondheid van de passagiers of twijfels over het

35

6.2.2. Ontwerpen van wetgeving

De Hoge Gezondheidsraad ondersteunt ook het ontwerpen van nieuwe wetgeving. Dit uit zich op een minder zichtbare manier, maar is daarom niet minder belangrijk, via nieuwe Koninklijke Besluiten.

Regelmatig verleent de HGR adviezen aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) over ontwerpen van wetgeving die het Agentschap opstelt. Hierbij besteedt de Raad vooral aandacht aan de gezondheidsaspecten die door deze wetgeving worden behandeld.

Om een goede interpretatie van de wetgeving te waarborgen en dynamisch te kunnen interageren met het FANC, wordt telkens een vertegenwoordiger van het FANC op de besprekingen uitgenodigd.

Gedurende het afgelopen jaar 2011 werden adviezen verleend over ontwerpwetgeving op vlak van eindberging van nucleair afval, veiligheid van nucleaire installaties (omzetting van Europees Directief 2009/71/Euratom) en een aanpassing van het algemeen reglement voor bescherming tegen ioniserende straling (ARBIS) voor de Diergeneeskunde. In samenspraak met het FANC, houdt de Raad deze adviezen vertrouwelijk tot het verschijnen van de betreffende reglementering.

Daarnaast vraagt het FANC soms om advies van de Raad over vertrouwelijke dossiers over producten die gebruik maken van ioniserende straling. Het gaat dan hoofdzakelijk over medische toestellen.

36

6.3.

In document 2011 Activiteiten verslag (pagina 31-36)