• No results found

FIDJI-EILANDEN

In document 1939-1945 D E E L I I b (pagina 26-33)

o o a S

NW. CALEDONIE

werpen, waren eind ’42 bijna evenveel ingezet in de oorlog met Japan als in die met Duitsland en Italië.

H oeveel krachten de defensie aanvankelijk ook vergde, de Amerikanen bleven offensief denken. De slagschepen van de Pacific Fleet waren uit­ geschakeld, maar niet de zeven vliegkampschepen (Japan had er tien), niet de meeste kruisers, torpedobootjagers en onderzeeboten. Al in februari en maart gingen lichte Amerikaanse zeestrijdkrachten brutaalweg tot aanvalsacties over in de gebieden van de Gilbert- en de Marshall­ eilanden. Veel hadden die niet om het lijf maar de desbetreffende com m uniqué’s waren de Amerikaanse publieke opinie bijzonder w el­ kom : Amerika viel aan!

Er was toen al een spectaculairdere actie in studie die, zo werd ver­ trouwd, de Amerikaanse publieke opinie zou bemoedigen en aan het moreel der Japanners een zware slag zou toebrengen: een luchtbombar­ dement van Tokio. Het was een plan van de staf van admiraal King. M oeilijk uitvoerbaar! De Amerikaanse marine zou met haar vliegkamp­ schepen minstens 800 km uit de kust van Japan moeten blijven en de marine had geen bommenwerpers welke die afstand zouden kunnen afleggen - men besloot, het er op te wagen met bommenwerpers van het leger, B-25 ’s, Mitchells. D ie zouden evenwel niet kunnen terugkeren naar het ene vliegkampschip vanwaar ze zouden zijn opgestegen (dat vlieg- kampschip zou zich met een tweede, dat de gehele operatie dekte, zo spoedig m ogelijk weer van Japan moeten verwijderen), maar zouden moeten doorvliegen om ergens op het vasteland van Azië te landen. De Sow jet-U nie, bevreesd haar door Japan gerespecteerde neutraliteit in gevaar te brengen, weigerde begrijpelijkerwijs medewerking, maar Tsjiang Kai-sjek stelde in zijn gebied een aantal vliegvelden ter beschik­ king die evenwel niet ver lagen van punten welke in handen waren van de Japanners.

Het gevolg van al deze voorbereidingen was dat op 18 april volslagen onverwachts zestien Mitchells (meer had men niet van het vliegdek van het betrokken vliegkampschip kunnen laten starten) boven Tokio ver­ schenen en er hun bommen afwierpen. 'The extent to which theJapanese were surprised by this attack frotn the air was', zo noteerde enige tijd later de Nederlandse tolk van de Nederlandse legatie te Tokio die van het uitbreken van de oorlog a f geïnterneerd was in het legatiecomplex,

L U C H T A A N V A L OP T O K I O

‘ clearly to be seen in the small circles o f our closedandguardedLegation. F or our ‘protectors’ an d fo r the Japanese house servants it was a real shock. In vain they tried to hide it behind their expressionless faces, but their nervous walking to andfro between the guard room and the houses and their u/hole reaction betrayed them. The Police Inspectors were so confused that they allowed the Netherlands members o f the staff the opportunity o f obserping the events fro m the roof o f the M in ister’s house, and even join ed them there. O nly ajter we had seen fires break out in three places . . . and had been able to see that the anti-aircraji fir e was slight and late, while no opposition wasgiven byJapanese aircraft, were we requested to go below ‘fo r our safety’ . . . The air-raid alarm was not soundedfor about a quarter o f an hour ajter we had heard the jirst explosion.

. . . I got the impression that the psychological results o f the attack were out o f all proportion to the damage done. Shortly ajter this happened, the newspapersgave an emphatic

warning against the spreading o f rumours, which would be severely punished.’ 1

Eén van de zestien Mitchells raakte uit de koers en landde bij W ladi- wostok (de bemanning werd er geïnterneerd), de vijftien overige wisten, geholpen door een krachtige oostenwind, over een afstand van ca. 2 000 km het gebied te bereiken waar Tsjiang Kai-sjeks vliegvelden lagen. Vier Mitchells maakten er noodlandingen, de bemanningen van de overige e lf sprongen per parachute af; daarbij werd één bemanningslid, aan zijn parachute hangend, door de Japanners beschoten en gedood; acht anderen werden door hen krijgsgevangen gemaakt en die acht werden krachtens een regeling, eind ju li '42 ingevoerd, waaraan Japans minister-president en minister van oorlog, generaal Hideki Todjo, terugwerkende kracht had gegeven, door een Japanse rechtbank in China ter dood veroordeeld. Aan v ijf veroordeelden verleende Todjo gratie, drie werden in oktober geëxecuteerd, zulks als eersten van een lange reeks, want het werd meer en meer gewoonte van de Japanners om militairen van de Geallieerde luchtmachten die hun als krijgsgevangenen in handen waren gevallen, van het leven te beroven.2

1 W . J. de Bruyn: ‘ Experiences and impressions o f Japan ajter the outbreak o f u/af (z.j.), p. 7 -8 (A RA , Alg. Secr. Batavia, Eerste zending, X X V III, 5 9 -1). 2 T o t eind '44 w erden die G eallieerde m ilitairen in de regel door een rechtbank ter dood veroordeeld maar in '45 ging de Japanse m ilitaire politie, de Kenpeitai, er meestal toe over, de bedoelde krijgsgevangenen zonder vorm van proces te doden. In decem ber '44 w erden in één geval in H ankou (China) drie van deze krijgsgevangenen met benzine over­ goten en levend verbrand. W ij verm elden in dit verband dat de commandanten van de in het zuidwesten van de Pacific en in de Indische Oceaan ingezette Japanse onderzeeboten in maart '43 bevel ontvingen, de bem anningen van tot zinken ge­ brachte G eallieerde vrachtschepen van het leven te beroven. D it bevel w erd nadien uitgevoerd met betrekking tot de bem anningen van acht vrachtschepen.

Het gebied waar de vliegvelden lagen waarvan de Mitchells gebruik hadden gemaakt, werd spoedig door de Japanners veroverd.

Wij hebben in ons vorige deel betoogd dat een effectieve centrale oorlogsleiding in Japan ontbrak. Leger en vloot werden geleid door clans van officieren die er hun eigen visies op nahielden en hun eigen plannen ontwikkelden. Uiteraard was een zekere mate van coördinatie onmisbaar; deze werd nagestreefd in het Grote Hoofdkwartier waar het leger en de vloot aparte, streng gescheiden afdelingen hadden. D e moeizame bespre­ kingen w elke daar plaatsvonden, leidden veelal tot onduidelijke com­ promissen.

D e marinestaf had van ganser harte achter het Nanjo-offensief gestaan, de legerstaf niet: deze zag het voor Japan als van primair belang, de oorlog in China die in de zomer van '37 begonnen was, tot een goed einde te brengen, en hield er bovendien rekening mee dat het vroeg o f laat tot oorlogshandelingen met de Sow jet-U nie zou komen. Vandaar dat de legerstaf het na de verovering van het Nanjo-gebied en nadat de Britse Eastern Fleet uit het oosten van de Indische Oceaan was verdreven, het verstandigst achtte om niet verder te gaan maar de daarvoor in aanmer­ king komende punten in de Nanjo zó krachtig te versterken dat een Geallieerd offensief er op zou doodlopen. D e marinestaf daarentegen hield er geheel andere denkbeelden op na. Hij bepleitte dat men de grens van het Japanse machtsgebied ver voorwaarts zou schuiven zodat men de te verwachten Geallieerde aanvalsacties veel verder van Japan zou kunnen opvangen: waarom zou men, gebruik makend van de bevochten heerschappij ter zee, niet zowel Brits-Indië als Australië bezetten? Die heerschappij ter zee was overigens onzeker, aangezien men een groot deel van de Amerikaanse Pacific Fleet, de vliegkampschepen in de eerste plaats, niet in Pearl Harbor had kunnen verrassen. V oor de opperbevel­ hebber van de Japanse slagvloot, admiraal Jam am oto, de ontwerper van de Pearl Harbor-operatie, stond dan ook vast dat vóór alles die rest van de Pacific Fleet uitgeschakeld moest worden. Hoe dat te bereiken? Jam a­ moto was er van overtuigd dat een Japanse expeditie naar het Am eri­ kaanse eiland M idw ay waar de Amerikanen een belangrijke militaire basis hadden (zie kaart I op de pag.’s 4—5), er toe zou leiden dat de Pacific Fleet opnieuw de strijd zou aangaan, immers: was M idw ay in Japanse

N I E U W E J A P A N S E O F F E N S I E V E P L A N N E N

handen, dan zou de Amerikaanse hoofdbasis in de Pacific, Pearl Harbor, voortdurend aangevallen kunnen worden. Jam am oto w ilde die hoofd­ landing op M idw ay combineren met een nevenlanding in het uiterste noorden van de Pacific, namelijk op de eilanden Attoe en Kiska in de Amerikaanse Aleoeten — de bedoeling van die nevenlanding was, de Amerikanen er toe te bewegen, een deel van hun marine-eenheden naar het noorden van de Pacific te dirigeren in plaats van naar M idway. Hadden de Japanners M idw ay veroverd en waren aan de Amerikaanse Pacific Fleet nieuwe zware verliezen toegebracht, dan, aldus Jam am oto, diende Japan de Verenigde Staten een vredesaanbod te doen.

In maart en april vonden in Tokio heftige discussies plaats over de uitvoerbaarheid van al deze plannen. Zow el de invasie van Brits-Indië als die van Australië werd door de legerstaf afgewezen: alleen al die van Australië zou 12 divisies extra vergen en die zou men aan China en M andsjoerije moeten onttrekken; bovendien, aldus de legerstaf, had Japan niet voldoende vrachtschepen om die divisies te vervoeren en voortdurend te bevoorraden. Het had al moeite gekost om, zonder Japans normale aanvoer in gevaar te brengen, voor het AAjk/o- offensief de nodige vrachtschepen bijeen te brengen — het vervoer en de bevoorrading van 12 divisies zouden evenwel schepen tot een totaal van 1 V2 min ton vergen. D ie kon Japan, aldus de legerstaf, niet missen.

Wat de operaties in het zuiden betrof, werd na lang touwtrekken een compromis bereikt in het Grote Hoofdkwartier waaraan de Contactraad (deze bestond uit vertegenwoordigers van de leger- en vlootafdelingen van het Grote Hoofdkwartier, de minister-president en de ministers van buitenlandse zaken, van financiën, van oorlog en van marine) zijn goed­ keuring hechtte: in eerste instantie zou in de Salomons-eilanden (zie kaart II op de pag.’s 16—17) Tulagi en op de zuidkust van Australisch N ieuw -G uinea Port M oresby worden bezet en in tweede instantie zou worden overgegaan tot de bezetting van N ieuw -C aledonië, de Fidji- eilanden en Samoa. Port M oresby in Japanse handen zou betekenen dat Japan de Koraalzee en noordelijk Australië zou beheersen en met de verovering van N ieuw -C aledonië, de Fidji-eilanden en Samoa zou het de directe verbinding tussen Australië en de Verenigde Staten verbreken.

Op 28 april werd over dit alles overeenstemming bereikt en werd de landing op Tulagi op 3 mei, die bij Port M oresby op 10 mei bepaald. N o g belangrijker was dat begin mei óók overeenstemming bereikt werd over Jam am oto’s voorstellen die aanvankelijk door velen als hogelijk riskant w artn beschouwd. Tegen de opponenten sprak evenwel de Amerikaanse luchtaanval op Tokio: herhaling moest tot elke prijs worden voorkomen

en zulk een herhaling, zo werd vertrouwd, zou onm ogelijk zijn als M idw ay in Japanse handen was.

Tulagi werd op 3 mei bezet maar de expeditie naar Port M oresby werd een mislukking.

In de loop van april vonden de Amerikanen in gedecodeerde Japanse telegrammen de eerste aanwijzingen dat een aanval op Port M oresby werd voorbereid en dat daarbij drie Japanse vliegkampschepen zouden zijn ingedeeld. Nim itz kon van zijn vliegkampschepen, waarvan de twee die bij de luchtaanval op Tokio gebruikt waren, pas op 25 april weer in Pearl Harbor binnenvielen, slechts twee tijdig naar de Koraalzee dirige­ ren. Op 7 en 8 mei vond daar een zeeslag plaats die de eerste was in de geschiedenis waarbij de strijdende vlooteenheden elkaar in het geheel niet zagen. Eén Amerikaans vliegkampschip ging verloren, één, de York- toum, werd beschadigd en ook de Japanners verloren één vliegkampschip, terwijl een tweede beschadigd werd. De materiële verliezen waren dus ongeveer gelijk maar de personele waren aan Japanse kant veel groter, vooral doordat de Japanse piloten die pas in de avond naar hun vlieg­ kampschepen terugkeerden, geen oefening hadden gehad in het landen bij donker — velen stortten in zee.

D e Japanse landing bij Port M oresby werd afgelast: het was voor het eerst dat de Japanners een streep moesten halen door een zorgvuldig voorbereid expeditieplan.

Hun expeditie naar M idw ay leidde tot het keerpunt van de gehele oorlog in de Pacific

Nim itz had in de tweede helft van mei geen zekerheid dat M idw ay het voornaamste doelwit zou zijn van nieuwe Japanse aanvalsacties — het werd m ogelijk geacht dat de Japanse slagvloot de overval op Pearl Harbor zou herhalen o f zelfs zou gaan ageren onder de Amerikaanse westkust. Een briljante list bracht zekerheid. D e Amerikanen wisten sinds maart dat M idw ay in de geheime telegrammen van de Japanse marine werd aangeduid met de letters AF. In mei liet Nim itz de Amerikaanse

com-M I D W A Y

mandant op M idw ay telegrafisch bevel geven (er lag een telegraafkabel tussen de Hawaii-eilanden en M idway), een ongecodeerd radiobericht naar Pearl Harbor te zenden, inhoudend dat de drinkwater-installatie op zijn eiland defect was geraakt; op dat radiobericht volgde een tweede ongecodeerd radiobericht van Pearl Harbor naar M idw ay: een schip met drinkwater zou onderweg gaan. Terecht ging Nim itz er van uit dat beide berichten door de Japanners zouden worden afgeluisterd en dat zij er op zouden reageren. Inderdaad, op 21 mei zond de marine-afdeling van het Grote Hoofdkwartier een gecodeerd radiobericht uit dat de Japanse commandant op W ake m elding had gemaakt van een tekort aan drink­ water op AF en verzocht had, terstond maatregelen te nemen om in dat tekort te voorzien. M idw ay, concludeerde Nim itz, was dus het doel van de volgende grote Japanse aanval. Maar wanneer? O ok daar wist de afdeling Signal Intelligence van zijn staf achter te komen: net op tijd werd Nim itz ingelicht dat de Japanners besloten hadden op 3 ju n i op Attoe en Kiska en op 7 ju n i op M idw ay te landen.

Tegen de landingen op de Aleoeten namen de Amerikanen geen maatregelen maar toen Jam am oto begin ju n i M idw ay naderde met zes vliegkampschepen (twee waren naar de Aleoeten gezonden), e lf slagsche­ pen, twee-en-tw intig kruisers, vijf-en-zestig torpedobootjagers en een- en-twintig onderzeeboten, lag de Amerikaanse Pacific-vloot klaar. Ze was numeriek veel zwakker: van zijn zeven vliegkampschepen had Nim itz slechts drie (een daarvan de Yorktown die in Pearl Harbor in drie dagen voldoende gerepareerd was) naar M idw ay kunnen dirigeren, samen met acht kruisers, vijftien torpedobootjagers en negentien onderzeeboten, maar de Japanse vlooteenheden hadden geen goede radarapparaten en de piloten van de Japanse gevechtstoestellen, hoe m oedig ook1, bleken minder bekwaam dan de Amerikaanse piloten. Aan de aanvallen op de Japanners namen overigens niet alleen Amerikaanse marinevliegtuigen deel maar ook de legerbommenwerpers die op M idw ay gestationeerd waren. In een reeks van verwoede aanvalsacties over en weer die zich over vier dagen uitstrekten (3-6 juni) en waarbij het geluk de Amerikanen meezat (op een beslissend moment waren de Japanse vliegkampschepen verstoken van bescherming door de Japanse luchtmacht), verloren de Amerikanen één vliegkampschip, de Yorktown, en één torpedobootjager, maar Jam am oto, die tijdens de strijd met een reserve-eskader verder

1 O ver afstanden van vele honderden kilom eters w erden door een deel van de Japanse piloten aanvalsacties uitgevoerd met toestellen waarvan zij w isten dat de tanks niet voldoende benzine konden bevatten om terug te vliegen.

westelijk had gelegen, verloor vier grote vliegkampschepen en één zware kruiser. Voorts verloren de Japanners meer dan driehonderd vliegtuigen, de Amerikanen honderdvijftig. Aan Amerikaanse kant waren er ruim driehonderd gesneuvelden, aan Japanse meer dan tienmaal zoveel: drie- duizendvijfhonderd militairen, onder wie een groot deel van het meest geschoolde luchtmachtpersoneel van de Japanse marine.

O ok bij de slag om M idw ay was gebleken dat voor zeeslagen het vliegkampschip het belangrijkste scheepstype was geworden — daarvan had Japan er na M idw ay nog maar vier over, Amerika zes, en Jamamoto wist dat Amerika nieuwe vliegkampschepen kon bouwen en nieuwe piloten kon opleiden in een tempo dat Japan onm ogelijk kon bijhouden.

Het was voor de Japanners een katastrofale nederlaag. Ze werd in Japan -zelf geheim gehouden, zelfs voor de minister-president.

Wat de Japanse aspiraties betrof, was het eerste gevolg dat de expedities naar N ieuw -C aledonië, de Fidji-eilanden en Samoa definitief kwamen te vervallen. Een andere actie werd nog voor m ogelijk gehouden: een uitval, via Singapore, naar het westen van de Indische Oceaan teneinde daar de resterende eenheden van de Britse Eastern Fleet te vernietigen. Jam am oto was nog bezig aan het uitwerken van dit vermetele plan, toen hij op 7 augustus '42 verrast werd door het bericht dat de Amerikanen in de Salomons-groep troepen hadden ontscheept op Tulagi en twee andere kleine eilanden alsmede op het grotere eiland Guadalcanal. Het Japanse Grote Hoofdkwartier had aangenomen dat de Amerikanen als gevolg van de oorlog in Europa pas in de herfst van '43 in staat zouden zijn, tot landingsoperaties in de Pacific over te gaan — die kwamen dus meer dan een jaar eerder.

Jam am oto moest de uitval naar de kust van Afrika laten vervallen. Japan was in het defensief gedrongen en de Japanse vlootvoogd, die Amerika goed kende, was zich bewust dat zijn land, tenzij er een wonder gebeurde, geen schijn van kans meer had om de oorlog te winnen.

In document 1939-1945 D E E L I I b (pagina 26-33)