• No results found

De Geallieerde offensieven

In document 1939-1945 D E E L I I b (pagina 59-68)

Het doel dat de Amerikanen zich onm iddellijk na de Japanse overval op Pearl Harbor gesteld hadden, gaven wij reeds weer: Japan moest volledig verslagen worden. Met dat al noopte het feit dat de slagschepen van de Amerikaanse Pacific Fleet uitgeschakeld waren, voorshands tot een defen­ sieve strategie waarbij in het eerste halfjaar van de strijd in de Pacific alles op alles werd gezet om, gelijk reeds vermeld, in het zeegebied tussen de Hawaii-eilanden en Australië een aantal sterke steunpunten op te bou­ wen. H oe vandaar verder te gaan? D e enige die daar aan Amerikaans- Britse kant een duidelijk denkbeeld van had, was de opperbevelhebber van de Amerikaanse vloot, Admiral King. Hij had zich in de jaren '30 grondig verdiept in de problemen van een eventuele oorlog met Japan en voor hem was komen vast te staan dat de Amerikaanse strijdkrachten in dat geval in eerste instantie onder dekking van de Pacific Fleet als het ware van eilandengroep tot eilandengroep moesten springen tot de Philippijnen waren bereikt. Dat zou niet voldoende zijn om Japan op de knieën te dwingen: daartoe moest óók het Japanse leger verslagen w or­ den. Maar waar? Het lag voor de hand om aan China te denken — inder­ daad, dat Chinese strijdtoneel nam in de jaren '42, '43 en '44 een hoogst belangrijke plaats in het denken in van het Amerikaanse college dat leiding gaf aan de gehele oorlog in de Pacific, de Joint Chiefs o f Staff.

Begin '42 zagen zij het als m ogelijk om het leger van Tsjiang Kai-sjek via Birma op te bouwen tot een grote strijdmacht van 30 divisies die de Japanners in de bezette delen van China de ene slag na de andere zouden toebrengen, maar de verwezenlijking van die opzet werd veel moeilijker, toen de Japanners begin maart '42 Rangoon binnentrokken en een week o f zes later ook N oord-Birm a in handen hadden. Daarmee vielen de landverbindingen met Tsjiang Kai-sjeks hoofdstad, Tsjoengking, weg.

B I R M A EN C H I N A

Er werd Tsjiang Kai-sjek, die toch al bitter teleurgesteld was dat hij niet bij het Geallieerde overleg op het hoogste niveau betrokken was, toege­ zegd dat de Amerikaanse luchtmacbt-generaal Brereton (die op Java onder W avell de eerste bevelhebber was geweest van de luchtstrijdkrach­ ten van Abda-Command) hem met sterke eskaders Amerikaanse bommen­ werpers, de Tenth A ir Force, te hulp zou komen en dat in de maanden ju li t.e.m. oktober '42 per maand 3500 ton aan militaire goederen naar N ati­ onalistisch China zou worden overgebracht door Amerikaanse transport- toestellen, maar van die toezeggingen kwam niets terecht: toen Tobroek, de Britse vesting in Libye, eind juni capituleerde en Rommel met zijn Afrika-Korps naar de N ijl en het Suezkanaal dreigde door te stoten, werd de Tenth A ir Force haastig naar Egypte verplaatst, gevolgd door de meeste transporttoestellen die voor het vervoer naar Nationalistisch China had­ den moeten zorgen. Enige Amerikaanse hulp kreeg Tsjiang Kai-sjek w el: een Amerikaanse militaire missie, geleid door Licutenant-General Joseph W. Stilwell, die tegelijk als Tsjiang Kai-sjeks stafchef optrad, trachtte enkele tienduizenden Chinese militairen te scholen in de moderne oorlogvoering en een groep Amerikaanse piloten, oorspronkelijk als vrijwilligers toegetreden tot de American Volunteer Group, later opgeno­ men in de Army A ir Forces, voerde boven de bezette delen van China met Amerikaanse jagers aanvallen uit op de Japanners. Veel had dit alles niet om het lijf.

Aan de plannen met betrekking tot Birma en China die in '43 en '44 opgesteld werden, zijn wij nog niet toe maar wij w illen er hier reeds op wijzen dat de problemen van het opereren in Birma door verscheidene Geallieerde oorlogsleiders onderschat en de mogelijkheden van het ope­ reren in China vooral door de Amerikanen overschat werden.

Het opereren in Birma was m oeilijk door de terreingesteldheid: wilde men de Japanners naar Thailand terugdrijven, dan kon dat alleen geschie­ den dwars door gebieden die ö f moerassig waren o f bedekt met tropische oerwouden; het was voorts m oeilijk door het klimaat: militaire operaties waren er uitsluitend m ogelijk in de maanden van de droge moesson, d.w.z. van novem ber t.e.m. april; het was verder speciaal m oeilijk als gevolg van het feit dat de centra van de Geallieerde wapenproductie en van de overige bevoorrading verder van Birma verwijderd waren dan van enig ander strijdtoneel. En tenslotte: was het bij een offensief tegen de Japanners in Birma te gebruiken oorlogstuig eenmaal gelost, dan moest het over land nog over aanzienlijke afstanden vervoerd worden. De dichtstbijzijnde grote haven was Calcutta, maar Calcutta kon niet ge­ bruikt worden zolang het gevaar bestond dat de Japanse vloot, die in

april ’42 zwaar had huisgehouden onder de Geallieerde vrachtschepen in de G o lf van Bengalen, naar dat zeegebied zou terugkeren. Voor de toevoer naar het gebied aan de grens van Birma moesten dus in eerste instantie (zie kaart I op de pag.’s 4—5) de havens van Bom bay en van Karachi worden gebruikt. Beide steden waren aangesloten op het spoor­ wegnet in Brits-Indië maar de lijnen van dat net liepen in hoofdzaak naar het noordwesten, aangezien vreemde legers die Indië waren binnenge­ vallen (in de negentiende eeuw vreesden de Britten dat het Russische leger dat vroeg o f laat zou doen), meestal de noordwest-grens hadden overschreden; de lijnen in oostelijke richting waren schaars en naar de grens van Birma liep op het laatste traject slechts één lijn voor smalspoor. Dwars op die ene lijn en de schaarse wegen lag dan nog de Brahmapoetra die met veerponten overgestoken moest worden — bruggen waren er niet. Dan moesten verder ten behoeve van grootscheepse operaties in Brits- Indië op veel plaatsen en speciaal in de oostelijke provincies nieuwe depots worden gebouwd en in de buurt van Calcutta moesten nieuwe grote vliegvelden worden aangelegd, dat laatste voor het overbrengen van voorraden naar Nationalistisch China.

Dat China van Tsjiang Kai-sjek was een wrak geheel. Tsjiang wenste door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië op voet van gelijkheid behandeld te worden maar daar was onvoldoende aanleiding voor. Zijn bijdrage tot de gemeenschappelijke oorlogvoering was gering. Hij was in oorlog met Japan maar had geen sterke behoefte om wat hij aan strijdkrachten bezat tegen de Japanners in te zetten. Een groot deel van N oord-C hina en vele plattelandsgebieden elders waren in handen van de Chinese communisten — hen zag hij op de lange duur als een veel gevaarlijker bedreiging voor zijn macht dan de Japanners. D ie Japanners bestrijdend hield hij dan ook rekening met de waarschijnlijkheid dat hij in een later stadium tegen de communisten te velde moest trekken. Het gevolg was dat hij tot ergernis van Stilwell een groot deel van zijn leger gebruikte om gebieden w elke door die communisten werden bestuurd, van zijn eigen gebied a f te grendelen.1 In dat eigen gebied was zijn gezag beperkt. Het was in feite in delen uiteengevallen waarin de macht werd uitgeoefend door regionale commandanten, allen even anti-communis- tisch als hij, w ier willekeur zwaar op de boerenbevolking drukte. Belas­

1 Stilw ell die bijzonder kritisch stond tegenover Tsjian g K ai-sjek en van oordeel was dat de com m unisten in N o ord -C h in a niet bestreden moesten w orden maar ingescha­ keld in de gemeenschappelijke oorlogvoering, moest in oktober '44 als gevolg van een eis die T sjian g K ai-sjek aan R oosevelt had gesteld, China verlaten.

B I R M A EN C H I N A

tingen werden in natura geheven, voor de boeren bleef nauwelijks voldoende over om in leven te blijven en in '4.2 en '43 kwam het zelfs tot hongersnood op grote schaal. D e centrale regering gaf veel meer geld uit dan zij binnenkreeg — inflatie deed de waarde van de nationale munt in snel tempo dalen. In '43 waren de prijzen honderdmaal zo hoog als in '37. Niem and die in overheidsdienst was, kon van zijn salaris rondkomen (als hij het al kreeg) - het gevolg was een verregaande corruptie die op haar beurt de maatschappelijke verhoudingen verder ontwrichtte.- De wapenproductie was minimaal en de militairen van Tsjiang Kai-sjeks divisies waren niet alleen slecht bewapend en slecht gekleed maar werden ook slecht gevoed.

Dat Nationalistisch China in die omstandigheden geen beslissende bijdrage kon leveren tot Japans nederlaag1, werd vooral door president Roosevelt en zijn adviseurs in de jaren '42 en '43 niet beseft; China zagen zij toen als het gebied waar het Japanse leger zou worden verslagen en van waaruit Japan als het ware in de rug zou worden aangevallen — dus moest, dwars over de Pacific, de Amerikaanse macht in eerste instantie niet op Japan maar op China afstevenen.

Het gezagsgebied van MacArthur, de Southwest Pacific Area, was het eerste gebied dat in de zomer van '42 in aanmerking kwam voor een Am eri­ kaanse opmars. De Amerikanen wisten dat de Japanners bezig waren, Rabaul op N ew Britain (zie kaart II op de pag.’s 16—17) tot: een sterke basis te maken — het leek hun verstandig zich op enkele belangrijke, door de Japanners niet bezette eilanden in de Salomons-groep te nestelen teneinde van daaruit in een later stadium Rabaul te naderen en te veroveren. Onder wiens opperbevel? De Joint Chiefs o f Staff beslisten na lange discussies dat dat opperbevel bij de marine zou berusten — Nim itz droeg het op aan de marinecommandant in de South Pacific Area, Vice- Admiral Ghorm ley, en MacArthur zag zich tot zijn ergernis een deel van zijn gezagsgebied ontnomen.

1 H et zijn in de eerste plaats de C hinese com munisten gew eest die Japan gedw ongen hebben, een aanzienlijk deel van zijn leger in China te handhaven. O o k de uitge­ strektheid van het land heeft daarbij een rol gespeeld. Aan het einde van de oorlog stond ca. de helft van alle Japanse divisies in China en van de totale Japanse oorlogs­ inspanning heeft de strijd in China ca. een derde gevergd.

In de Salomons-groep gingen op 7 augustus Amerikaanse mariniers aan land op vier eilanden1, waarvan Guadalcanal het belangrijkste was: een eiland, ca. 130 km lang en 40 km breed met een uit uitgedoofde vulkanen bestaand centrum dat omgeven was door een kustgebied met nauwelijks doordringbaar oerwoud. D oor die Amerikaanse landingen werden de Japanners volledig verrast — omgekeerd werden de Amerika­ nen volledig verrast door de snelle Japanse reactie: uit Rabaul voer onm iddellijk een sterk Japans eskader naar de Salomons-groep en de Geallieerde vloot die de landingen had gedekt, werd in de nacht van 8 op 9 augustus vernietigend verslagen: vier zware kruisers (drie Am eri­ kaanse, één Australische) werden tot zinken gebracht. De rest van de dekkingsvloot verliet het strijdtoneel met achterlating van de bevoorra­ dingsschepen. D ie had de Japanse admiraal alle in de grond kunnen boren maar hij besefte zijn kans niet en beperkte zich er toe om elders troepen op Guadalcanal aan land te zetten. Hun eerste aanval werd door de Amerikanen met moeite afgeslagen. Nadien trokken de gevechten op Guadalcanal meer en meer landstrijdkrachten aan, in totaal dertigduizend militairen aan Amerikaanse, dertigduizend aan Japanse kant. Het werd een uitputtingsstrijd, wederzijds onder grote m oeilijkheden gevoerd: strijd te land waar de Amerikanen zich tegen de ene Japanse aanval na de andere moesten verdedigen, en vooral ook strijd ter zee. D ie strijd duurde niet minder dan zes maanden. In felle zeegevechten, dertien in totaal, die vaak des nachts plaatsvonden, werden over en weer zware verliezen geleden - Ghorm ley, voor zijn taak onbekwaam geacht, werd in oktober van zijn functie ontheven en door de strijdvaardige Vice- Admiral W illiam F. Halsey vervangen. Pas eind '42 waren de Amerikaanse mariniers in staat, de Japanners op Guadalcanal naar één kustgebied op het eiland terug te drijven.

Omstreeks die tijd was het de Japanse legerbevelhebber te Rabaul, generaal Imamoera (de commandant van het Japanse Zestiende Leger dat Java had veroverd, die eind '42 naar Rabaul was overgeplaatst), duidelijk dat zijn troepen het op Guadalcanal niet zouden kunnen bolwerken, als niet een groot convooi met versterkingen naar hen onderweg ging. In Tokio werd becijferd dat men daar vrachtschepen voor nodig had tot een totaal van 300000 ton. D ie konden door de scheepsverliezen die Japan toen al geleden had, niet vrijgemaakt worden — het Grote Hoofdkwartier kwam tot de bittere conclusie dat Guadalcanal moest worden

prijsgege-1 D aaronder Tulagi, waar de Japanners maar een kleine bezetting hadden en dat snel veroverd werd.

s a l o m o n s

-

e i l a n d e n

/

n i e u w

-

g u i n e a

ven. Zes-en-dertig Japanse torpedobootjagers, van wie slechts één tot zinken werd gebracht, slaagden er midden januari '43 in om de ca. tienduizend Japanse militairen die nog in leven waren (ca. tienduizend waren gesneuveld, ca. tienduizend van uitputting bezweken), naar Rabaul over te brengen. Het was de eerste keer in de oorlog in de Pacific dat de Japanners hun landstrijdkrachten moesten terugtrekken uit een gebied waar zij zich hadden willen handhaven.

N iet beter verging het hun op Australisch-Nieuw-Guinea.

In mei '42 hadden zij er in Port M oresby willen landen maar hun convooi had na de Slag in de Koraalzee de steven moeten wenden. In ju li evenwel landde een Japanse troepenmacht van ca. vierduizend man in Buna op de noordkust met de bedoeling om via een m oeilijk begaan­ baar pad dat dwars over de bergen van N ieuw -G uinea liep, Port M oresby van het noorden uit in te nemen. Tegen die tijd had MacArthur de (uit het M idden-O osten afkomstige) Australische 6de en 7de infanterie­ divisies in het noorden van Australië geconcentreerd maar hij had nage­ laten, Buna tijdig te bezetten. Een kleine Australische voorhoede slaagde er in, de oprukkende Japanners niet ver van Port M oresby tegen te houden; vervolgens begonnen andere Australische alsmede Amerikaanse troepen aan de moeizame taak om de Japanners terug te drijven langs hetzelfde pad waarlangs zij gekomen waren. Eind januari '43 viel Buna de Australiërs en Amerikanen in handen. Van de vierduizend Japanners die er geland waren, konden slechts duizend het vege lijf redden. Maar ook de Australiërs en Amerikanen hadden zware verliezen geleden: samen meer dan drieduizend gesneuvelden (op Guadalcanal hadden de Amerikanen zestienhonderd man verloren) en meer dan vijfduizend gewonden; mede door de talrijke militairen die ziek geworden waren, was van de Amerikaanse infanterie-divisie die aan de opmars naar Buna had deelgenomen, uiteindelijk nog maar één op de tien man in staat om te vechten.

Voorzover de Amerikanen vóór de gevechten op Guadalcanal en op Australisch N ieuw -G uinea de neiging hadden gehad, de Japanse land­ strijdkrachten te onderschatten, was die neiging begin '43 wel verdw e­ nen: de Japanners hadden zowel bij hun aanvallen als in hun verdediging een vasthoudendheid en een doodsverachting aan de dag gelegd die duidelijk maakten dat het een zware taak zou worden om hen op de eilanden in de Pacific te verslaan.

Zow el op Guadalcanal als bij Buna werd nog gevochten, toen de G e­ allieerde oorlogsleiders in januari '43 in Casablanca bijeenkwamen om zich te beraden over hun verdere strategie. Rom m el was van de Egypti­ sche grens teruggedreven en de Amerikanen en Britten waren met succes geland in Frans-Marokko en Frans-Algerië, waarna Hitler de Franse kolonie Tunesië had bezet. Wat de oorlog in het algemeen betrof, werd in Casablanca opnieuw vastgesteld dat eerst Duitsland en Italië verslagen moesten worden en voorts dat zowel van elk van die twee landen als van Japan zou worden gevergd dat het zich onvoorwaardelijk overgaf. Ten aanzien van de oorlog met Japan werd slechts besloten dat de Britten midden novem ber '43 in het zuiden van Birma zouden landen teneinde Rangoon te heroveren maar inzake de verdere Amerikaanse aanvalsrich­ ting in de Pacific bleef onzekerheid bestaan. De enige die hierover in een vergadering van de Combined Chiefs o f Staff sprak, was Admiral King. Rabaul, betoogde hij, moest veroverd worden en vervolgens moest men (zie kaart III op de pag.’s 58-59) via de Marshall-eilanden, de Marianen en de Carolinen (daar lag de grote Japanse marinebasis Truk) oprukken in de richting van de Philippijnen; immers, had men de Philippijnen w eer in handen, dan zouden de Japanse verbindingslijnen met het voor hen op economisch gebied zo belangrijke Nederlands-Indië verbroken zijn en zou men China’s zuidkust zijn genaderd. Dit alles betogend, gaf King louter zijn eigen denkbeelden weer — de Joint Chiefs o f Staff waren nog niet tot een beslissing gekomen wat zij na de verovering van Guadalcanal en Buna in de Pacific wilden ondernemen. Onderling waren zij het niet eens. Trouwens, ook binnen de Amerikaanse marine heerste verdeeldheid: Nim itz èn Halsey hielden de door King bepleite landingen op de Marshall-eilanden, die de eerste moesten worden in een reeks, voor onuitvoerbaar — men moest, deden zij weten, aannemen dat die eilanden in de groep welke voor landingsoperaties in aanmerking kwa­ men, door de Japanners zwaar zouden zijn versterkt. En hoe kon men over een afstand van duizenden kilometers zulk een eiland aanvallen? Dat was in de periode van de moderne oorlogen nog nooit ondernomen.

In maart '43 vond in Washington een grote conferentie plaats waaraan door meer dan vijftig hoge stafofficieren van het leger, de vloot en het Marine Corps werd deelgenomen. M en kwam er tot de conclusie dat de oorlog in Europa (de Geallieerde landingen op Sicilië werden voorbereid en er werden meer en meer Amerikaanse vliegtuigen naar Engeland gezonden om Duitsland ook overdag aan zware bombardementen te onderwerpen) zoveel krachten vergde dat er voor de Pacific niet genoeg overschoten: er waren daar te w einig infanterie-divisies en te w einig

DE A M E R I K A N E N S T E V E N E N OP C H I N A AF

legervliegtuigen. MacArthur, zo werd geconcludeerd, had vooreerst de krachten niet om Rabaul aan te vallen - beter leek het dat hij tot de bezetting zou overgaan van belangrijke punten op de kust van N ieu w - Guinea die dicht bij N ew Britain lagen. Verder leek het aanbevelens­ waardig, de Japanners te verjagen van de twee eilanden die zij in de Aleoeten hadden bezet, Attoe en Kiska — iets op ons relaas vooruitlopend, w illen wij hier vermelden dat een Amerikaanse expeditie op 1 1 mei '43 op Attoe landde dat na harde strijd heroverd werd, en dat in augustus bleek dat de Japanners Kiska hadden verlaten.

Na de grote stafconferentie in Washington werd daar in april aan het college dat ten behoeve van de Joint Chiefs o f Staff alle plannen voor toekomstige operaties kritisch bekeek: het Joint War Plans Committee, het eerste, door weer een ander college, het Joint Strategie Survey Committee, opgestelde plan voorgelegd voor operaties die er toe moesten leiden dat het in Casablanca gestelde doel zou worden bereikt: Japans onvoorwaar- delijke overgave. Het werd waarschijnlijk geacht dat het uiteindelijk zou moeten komen tot grootscheepse landingen in Japan-zelf — landingen die pas m ogelijk zouden zijn als de zeeën bij Japan door de Amerikanen werden beheerst en als Japan aan zware bombardementen onderworpen was. Waar moesten die bommenwerpers gebaseerd worden? D oor het Joint Strategie Survey Committee was het voor en tegen van vier locaties overwogen: Siberië (dan zou de Sow jet-U n ie medewerking moeten verlenen), de Koerilen, Formosa1 en China - China werd aanbevolen. D e Amerikaanse macht diende dus China te bereiken op punten die zo

In document 1939-1945 D E E L I I b (pagina 59-68)