• No results found

Fase 3 – Klooster Mariëndaal (1200-1580 n Chr.)

In document Lichtenbeek en Vijverberg (pagina 46-52)

In dit hoofdstuk wordt de periode 1200 tot 1580 behandeld. Dit is de fase waarin het klooster Mariëndaal een grote rol speelt. Allereerst wordt een algemene beschrijving gegeven, vervolgens worden de elementen getoond en het hoofdstuk wordt afgesloten met een waardering.

7.1

Algemene beschrijving

Bij de geschiedenis van de gebieden Lichtenbeek en Vijverberg speelde het klooster

Mariëndaal/Augustijnenklooster een grote rol. Dit klooster is in 1392 door Wijnand van Arnhem gesticht en heette oorspronkelijk ‘Domus Beatae Mariae’. Het klooster verwierf vele bezittingen. 93

Marienborn, de oorspronkelijke naam van het klooster, is vernoemd naar een natuurlijke bron, namelijk de Bron van de Heilige Maria.94 Het klooster is naast deze bron gesticht. Vermoedelijk naast

de eendenvijver op het huidige landgoed Mariëndaal.95 Klooster Mariëndaal was een dependance

van het hoofdklooster te Windesheim van de Congregatie Windesheim. Dit laatstgenoemde

hoofdklooster werd gesticht door Broeders des Gemenen Levens. De Broeders des Gemenen Levens werden door Wijnand van Arnhem in staat gesteld een dependance van het hoofdklooster te

stichten. Wijnand had namelijk grond voor de stichting van het klooster aan de Prior van Windesheim ter beschikking gesteld. Na goedkeuring van de Bisschop van Utrecht en hertog Willem van Gelder werd begonnen met de bouw van het klooster Mariëndaal in het dal van de Klingelbeek.96 De

onderstaande afbeelding geeft een beeld van het klooster (zie fig. 25). Ruim een eeuw na de afbraak van het klooster is deze schets gemaakt. De gebruikte bronnen van de tekenaar zijn onbekend en het is nog maar te betwisten of deze schets berust is op de waarheid. Wel is het de ‘enige’ schets waarop het klooster wordt afgebeeld.

Fig. 25 Klooster Mariëndaal rond 1700 op een schets van Jacobus Stellingwerf.

93 van der Genugten 2014, 3-4. 94 Staats Evers 1868, 103-104. 95 van der Genugten 2014, 4-5.

45

De bewoners van het klooster hielden zich voornamelijk bezig met landbouw en de wetenschap. Het klooster had een grote reputatie vanwege de geleerde monniken die er leefden, de eerste rector was bijvoorbeeld Johannes van Kempen (broer van Thomas a Kempis).97 Op een gegeven moment werd

het grondbezit van het klooster sterk uitgebreid, gebieden als het huidige Lichtenbeek en Vijverberg gingen bij het klooster behoren. Door het beheer van drie watermolens langs de beek groeide de rijkdom van het klooster. Deze drie molens waren een slijpmolen, een papiermolen en een korenmolen.98 Deze molens staan op een kaart van Gelre (zie fig. 27). Door deze molens werd de

beek verder aangepast om meer water en een groter verval te krijgen, daardoor ontstond de huidige sprengenbeek. De broeders van het klooster hielden verder drie schaapskudden.99 De schaapsdriften

in het plangebied zijn mogelijk gebruikt door deze kudden.De kaarten maken duidelijk dat

Mariëndaal belangrijk was in die tijd. Op veel kaarten wordt vaak de naam Mariëndaal weergeven.

Dit is bijvoorbeeld het geval bij figuur 26 en 27 hieronder.

Fig. 27 Fragment kaart van het Kwartier van Arnhem of Veluwe in 1642-1659 vervaardigd door Joannem Janssonium. Op de kaart zijn drie watermolens en het klooster ‘Mariendael’ zichtbaar.

De bevolking vond op een gegeven moment dat het klooster (de kerk als geheel) te decadent (te rijk) leefde. Door de aanstelling van Jan van Nassau als stadhouder die voor de gereformeerde godsdienst was en door de toenemende Spaanse dreiging in Gelderland, werden vanaf 1578 de Gelderse

stadsbesturen protestant.100 Dit leidde tot de Reformatie, waarbij in 1578 Arnhem over ging tot het

hervormde geloof. Dit betekende dat alle katholieke instellingen rond Arnhem werden ontmanteld. Met als gevolg dat in 1580 het klooster werd verlaten en gesloopt.Op de huidige locatie van de kern van dit klooster ligt tegenwoordig het landgoed Mariëndaal. 101

97 van der Genugten 2014, 4-5. 98 van der Genugten 2014, 4-5. 99 Vlug/Breunisse 2011, 21-22. 100 van Bemmel 2005, 90-94.

101 Vlug/Breunisse 2011, 21-22.

Fig. 26 Fragment kaart Hertogdom Gelre in 1558-1559 door Christiaan Schrooten. Op de kaart is ‘Mariendael’ vermeld.

46

7.2

Aanwezige elementen

Bij deze periode horen een aantal aanwezige elementen (zie fig. 28). Een hedendaags zichtbaar element is de schaapsdrift (zie fig. 29). De strook heide is nog steeds zichtbaar. Bij deze drift horen twee wildwallen, die hedendaags nog in een goede staat zichtbaar zijn. Op sommige punten is de wal wel door een pad doorbroken. Ten slotte is er nog een vennetje, die naar alle waarschijnlijkheid heeft gefungeerd als een drinkplaats of wasplaats voor het vee op de schaapsdrift (zie fig. 28).102

Fig. 28 Topografische kaart plangebied met aanwezige elementen uit de periode 1200-1580.

47

Fig. 29 Foto deel oude schaapsdrift en de noordelijke wildwal van deze drift op Vijverberg. De foto is op het oosten georiënteerd.

7.3

Verdwenen elementen

Tot de verdwenen elementen behoort de Hanzeweg. Deze handelsweg ontstond rond 1400 en verbond de Gelderse Hanzesteden met elkaar. In dit geval verbond het Arnhem met Harderwijk. 103

Deze Hanzeweg liep deels over de oude schaapsdrift en is zichtbaar op de kaart van Christiaan Sgrooten (zie fig. 30). Vanaf Arnhem liep de weg noordwaarts langs Warnsborn en Otterlo heen. In de bijlage staat de gehele route aangegeven (zie bijlage 16). Ten westen van Lichtenbeek en Vijverberg moet ook nog een schaapsdrift gelopen hebben (zie fig. 31). In de bijlage staat de gehele route aangegeven (zie bijlage 16). Ten westen van Lichtenbeek en Vijverberg moet ook nog een schaapsdrift gelopen hebben (zie fig. 31).

Fig. 30 Fragment kaart Veluwe in 1570. Vervaardigd door Christiaan Sgrooten. Op de kaart is de Hanzeweg zichtbaar, die vanaf Arnhem noordwaarts langs Warnsborn en Otterloo loopt en uiteindelijk uitkomt bij Harderwijk.

48

49

7.4

Waardering

Alle elementen uit de periode 1200 tot 1580 zijn van een waarde voorzien. De ven, de twee wallen en de schaapsdrift scoren hoog op de criteria schoonheid, omdat ze vanaf het maaiveld goed

zichtbaar zijn. Verder scoort de noordelijke schaapsdrift hoger op het criteria gaafheid dan de andere drift. De verdwenen schaapsdrift is namelijk verstoord, omdat vanaf het begin van de 19e eeuw op

een groot deel van de schaapsdrift een productiebos werd aangeplant. De criteria schoonheid en gaafheid zijn niet van toepassing op de Hanzeweg, maar op de criteria zeldzaamheid en

ensemblewaarde scoort deze weg hoog. Het is namelijk de oudste en de enige weg uit deze periode in het plangebied. Daarnaast was het een onderdeel van het wegennetwerk rondom Arnhem. De schaapsdrift, de poel en de hedendaags goed zichtbare wallen hebben samen een hoge

ensemblewaarde. De landschappelijk context is nog deels zichtbaar en de elementen komen uit dezelfde periode. Door de lage score op het criteria zeldzaamheid zijn deze drie elementen minder waardevol dan de Hanzeweg. Op de onderstaande kaart (zie fig. 32) en in bijlage 4 is de waarde van de elementen zichtbaar.

Fig. 32 Waardekaart plangebied met elementen uit de periode 1200-1580.

50

In document Lichtenbeek en Vijverberg (pagina 46-52)