• No results found

door Eline van den Broek

In document Genoeg van eigen verantwoordelijkheid? (pagina 110-113)

PvdA-bestuurder Simons (1989-1994), staatssecretaris van WVC tijdens het kabinet-Lubbers III, presenteerde vervolgens het plan-Simons, dat uitging van een brede basisverzekering voor alle Nederlanders. De staats-secretaris wilde een einde maken aan de, in zijn ogen, ongezonde bestuur-lijke verhoudingen tussen overheid en maatschappelijk veld. De overheid legde van bovenaf allerlei regeltjes op en trok alle verantwoordelijkheid naar zich toe. Dat was slecht voor de zelfredzaamheid van de sector, aldus het plan-Simons. Simons wilde de rol van de overheid terugdringen en patiënten, verzekeraars en zorgaanbieders meer verantwoordelijkheid ge-ven. Zijn plan stelde meer eigen risico voor en een ‘bescheiden vorm’ van marktwerking. Het uitgangspunt moest zijn dat de gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar bleef.2

Nadat Simons de Kamer uit werd gebonjourd, werd in 1994 onderzocht waarom de besluitvorming in de volksgezondheid sinds 1987 zo weinig had opgeleverd. De commissie-Dekker beschreef het zorgstelsel als ‘een rafelige lappendeken met verborgen agenda’s en een sterke belangenbehartiging van verzekeraars en instellingen’. Het debat in de Kamer richtte zich vooral op kostenbeheersing en niet op de inhoud van de zorg en betere dienstver-lening. Dit leidde er toe dat het zorgstelsel met zijn compartimenten als AWBZ, ziekenfonds en particuliere verzekering gehandhaafd bleef.3

Status quo in de zorg

Inmiddels bestaat al een flink aantal jaren consensus dat de problemen in de zorg dusdanig hoog oplopen, dat het de hoogste tijd is voor veran-dering. De problemen worden nog altijd in niet geringe mate veroorzaakt door dominante aanbodsturing vanuit de overheid. De hervormingen in de zorg moeten nu efficiënte zorgverlening en keuzevrijheid gaan bewerk-stelligen.

Met name het introduceren van een Basisverzekering in 2006 heeft nu al voor heel wat opschudding gezorgd. Vanaf januari 2006 komt er één verplichte standaardverzekering voor alle Nederlanders, waarbij men een nominale premie betaalt van bijna dertienhonderd euro per jaar, ruim honderd euro per maand. De dekking van de standaardverzekering zal ongeveer gelijk zijn aan het huidige ziekenfondspakket en bevat alle ‘nood-zakelijke’ zorg, zoals het ziekenhuis en de huisarts. Daarnaast bieden zorg-verzekeraars aanvullende verzekeringen aan, waarvoor de verzekerden een aparte premie betalen. Verzekerden met een lager inkomen worden in hun premiekosten tegemoetgekomen via een zorgtoeslag die de Belasting-dienst maandelijks zal uitbetalen. Deze compensatie is voor

Naast de Basisverzekering zal het gedeeltelijk vrijgeven van regels met betrekking tot prijs- en investeringsbeslissingen ervoor moeten zorgen dat zorgaanbieders en verzekeraars meer ruimte krijgen om met elkaar te onderhandelen. De zorgverzekeraar zorgt via het sluiten van contracten met ziekenhuizen dat zijn verzekerden passende zorg kunnen verkrijgen. Hierbij is het van belang dat zorgverzekeraars de prijzen en de kwaliteit van de verschillende zorgaanbieders kunnen vergelijken. De overheid moet daarbij het publieke belang blijven waarborgen door in elk geval minimale kwaliteitseisen vast te leggen.

Er wordt verwacht dat deze hervormingen in de toekomst een doelma-tiger en eerlijker zorgstelsel zullen genereren. De ‘concurrerende’ markt zal ondernemerschap en innovatie van zorgverleners stimuleren, verze-keraars zullen concurreren om de meeste patiënten, die op hun beurt elk jaar kunnen kiezen voor een andere verzekeraar.

Eind goed, al goed? Niet bepaald.

Een plan, geen oplossing

Het grootste probleem met het nieuwe zorgplan is dat het een plan is. Het probleem is dát we plannen, in dit geval om het voorkomen en verhelpen van ziekten en aandoeningen. Echter, onze individuele plannen, of fami-lie- en gezinsplanning in de meeste gevallen, verschillen nogal. Sommigen staan vroeg op om te werken; anderen gaan laat naar bed. Sommigen doen actief aan sport, anderen zitten liever op de bank. Kortom, iedereen heeft andere plannen die afhangen van persoonlijke wensen of omstandighe-den. Onze schoenen zijn allemaal anders, verschillende kleur, verschillen-de maat. Maar ons zorgplan is voor ieverschillen-dereen hetzelfverschillen-de. Niet het individu of het gezin bepaalt wat nodig is, maar de overheid door vast te leggen wat wel en wat niet wordt vergoed.

Status Post: Het Kan Anders, Het Kan Beter

Meer transparantie in de markt, betere informatievoorziening en meer eigen verantwoordelijkheid van patiënten zou moeten kunnen leiden tot een succesvolle hervorming van het zorgstelsel, aldus de overheidsstuk-ken. Echter, pleidooien voor meer marktwerking in de zorg staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een bredere maatschappelijke en poli-tieke ontwikkeling.

De huidige maatschappelijke en politieke ontwikkelingen zijn een lo-gisch gevolg van het idee dat de staat de primaire verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van gezond-heidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale voorzieningen. Dit is

het gevolg van het geleidelijke proces dat eind 19de eeuw begon en in de 20ste eeuw voortduurde; de ontwikkeling van sociale verzekeringen en de

moderne welvaartsstaat. Pensioen-regelingen, werkloosheidregelin-gen en zorgverzekerinwerkloosheidregelin-gen zorwerkloosheidregelin-gen al lange tijd voor sociale en politieke stabiliteit.

Het succes van dit model maakte ons blind voor de tekortkomingen ervan. De reële inkomensgroei zal vergeleken met de situatie uit het verleden stagneren. De sterke vermo-genstoename van de jaren negentig is vooral ten goede gekomen aan de generatie ‘babyboomers’. De jongeren van de toekomst zullen echter min-der kunnen profiteren van de economische groei. Berekeningen laten zien dat de budgettaire druk van de overheid alleen maar toeneemt. Hierdoor ontstaat een steeds groter verdelingsvraagstuk.5

De enige oplossing voor dit vraagstuk is een mentaliteitsomslag. Niet de staat, maar de samenleving draagt de primaire verantwoordelijkheid voor het welzijn van burgers.

Keuzevrijheid: kunnen en willen

Verantwoordelijkheden nemen heeft te maken met keuzes maken. Een begrip als keuzevrijheid is in het huidige zorgstelsel weinig betekenis-vol. Kunnen burgers wel keuzes maken en willen ze keuzes maken? In de nieuwe Basisverzekering zorgt de one-size-fits-all-regeling ervoor dat de keuze die patiënten maken hoofdzakelijk betrekking hebben op de keuze voor een bepaalde verzekeraar. De hoge nominale premie en het standaard basispakket laten weinig ruimte voor andere keuzes. Willen patiënten ook kiezen nu zij decennia lang gewend zijn aan de verzorgende overheid en instanties? Vooralsnog blijkt dat maar weinig Nederlanders van verzeke-raar wisselen aan het begin van het jaar. Kunnen zij bovendien kiezen; is er voldoende transparantie en informatievoorziening om een weloverwogen keuze te maken?

Sparen voor zorg: een financiële prikkel

Stelt u zich eens voor dat we in een land leven waarin niemand verplicht verzekerd is. Men draagt zelf verantwoordelijkheid om in zijn eigen zorg-kosten te voorzien. De één zou zich wellicht verzekeren voor alle poten-tiële zorgkosten, de ander zou zich helemaal niet verzekeren en in de pro-blemen komen op het moment hij een dure operatie moet ondergaan. Om een dergelijke chaos te voorkomen bestaat er politieke consensus dat elke

Niet de staat, maar de

In document Genoeg van eigen verantwoordelijkheid? (pagina 110-113)