• No results found

Wie de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt ten volle erkent, verlangt van de overheid geen aanvullende

In document Achtergrondstudie Medische diagnose (pagina 169-172)

alternatieve hulpverlening, 4 februari

1. Wie de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt ten volle erkent, verlangt van de overheid geen aanvullende

maatregelen om de patiënt onder het regime van de wet BIG te beschermen tegen ondeskundige medische diagnostiek.

De consument/patiënt die naar een alternatieve hulpverlener gaat maakt willens en wetens een keuze. En, zoals de Minister het zegt in zijn advies- aanvraag Wanneer de burger zich door een alternatief zorgverlener laat behandelen is dit voor eigen rekening en eigen risico””. De medische diagnose is weliswaar een belangrijk ijkpunt voor de patiënt en mogelijk ook beslis- send voor de behandeling, maar voor de patiënt kunnen andere overwegin- gen gelden waarom hij al dan niet behandeld wenst te worden binnen of buiten het reguliere circuit. Je zou ook de vraag kunnen stellen wat er nu zo problematisch is aan het gebruik van alternatieve geneeswijzen.

Ook op andere terreinen erkennen we immers die eigen verantwoordelijk- heid van burgers. Ook als ze schade kunnen oplopen. Door ondoordachte financiële uitgaven bijvoorbeeld of als ze zich laten verleiden tot financiële

beleggingen die ze zich niet goed kunnen veroorloven. Pas als sprake is van misleiding treedt de overheid op.

Maar juist omdat het om gezondheidszorg gaat, is de overheid gehouden extra maatregelen te treffen, kan ook de redenering zijn. Dan komt het erop aan dat de burger zich beschermd weet door een overheid die al het mogelij- ke heeft gedaan. Dat daardoor zijn keuzevrijheid (enigszins) wordt inge- perkt is minder belangrijk. Dat is immers in zijn eigen belang. Of anders geformuleerd: voor zijn eigen bestwil.

Het probleem inzake alternatieve geneeswijze zit niet zozeer in het stel- len van de diagnose, maar meer in een onjuiste of niet adequate behan- deling zoals onder andere bleek in de zaken die aanleiding waren voor de adviesaanvraag. Daarom wordt afgesproken dat bij stelling 1 ook ‘behan- deling’ wordt meegenomen.

De vraag is of het juist is het geheel van alternatieve geneeswijzen als ‘probleem’ te definiëren. Uit onderzoek blijkt dat de patiënt het bezoe- ken van een alternatieve genezer niet als een probleem beschouwt, maar er juist vaak baat bij heeft. Dat blijkt ook uit het zeer beperkte aantal klachten dat jaarlijks wordt gemeld bij de klachtencommissie alternatieve geneeswijze. En als er klachten worden ingediend gaan die over

(mis)communicatie, niet over de (on)werkzaamheid.

Met betrekking tot het niet afstemmen tussen alternatieve en reguliere gezondheidszorg wordt vanuit de alternatieve geneeswijzers vaak aange- geven dat zij niet of nauwelijks kunnen doordringen tot de reguliere geneeskunde. Aldaar bestaat veel afweer tegen alternatieve geneeswijzen hetgeen tot veel strijd leidt. Uit onderzoek in de Journal of Canadian Medical Association op het gebied van de medische sociologie blijkt dat de reguliere geneeskunde veel heeft te verliezen in het zich open stellen voor contacten met het alternatieve circuit. Het vasthouden aan haar eigen macht ligt ten grondslag aan het afwijzen van contacten met het alternatieve circuit. Ook een experiment in Winterswijk, waar getracht werd het reguliere en het alternatieve circuit met elkaar in contact te brengen met behulp van het ziekenhuis, liep spaak op onwil van met name het reguliere circuit. Daarnaast blijkt dat patiënten vaak hun regu- liere arts niet durven vertellen dat zij ook gebruik maken van het alter- natieve circuit. Door die onbekendheid kunnen negatieve interacties plaatsvinden bij bijvoorbeeld medicijngebruik.

Juist nu bij behandeling van patiënten multidisciplinair teamwork steeds belangrijker wordt, wordt het wellicht mogelijk in een behandelteam ook een alternatief genezer op te nemen. De aanwezige medici die ook alternatieve geneeswijzen aanbieden geven aan dat het communiceren met het reguliere circuit geen onoverkomelijke problemen met zich mee-

brengt. Voor niet reguliere hulpverleners is dit moeilijker. Er wordt een vergelijking getrokken met het betrekken van een geestelijk verzorger van een patiënt van buiten het ziekenhuis bijvoorbeeld bij de teambehande- ling van een euthanasieverzoek. Het zal zelden gebeuren dat een domi- nee echt wordt toegevoegd aan een ziekenhuisteam dat de patiënt bege- leidt. Anderen achten dit juist verfrissend, mede met het oog op het belang van ketenzorg.

Veel aanwezigen achten het niet verstandig beleid te baseren op inciden- ten. Beter is het de patiënten goed voor te lichten en beter gebruik te maken van hetgeen in de wet BIG nu reeds mogelijk is voor het aanpak- ken van alternatieve genezers.

De kern van de discussie is het spanningsveld tussen veiligheid en vrij- heid. In Nederland is niet duidelijk hoe het risico op schade binnen het reguliere en het alternatieve circuit zich verhouden. Omdat die vergelij- king niet mogelijk is, is het op dit moment het beste zich te concentre- ren op maximale vrijheid. Dat burgers financiële schade (kunnen) lijden door gebruik van alternatieve geneeswijzen kan (indirect) ook gelden voor niet goed geboden reguliere geneeskunde. In beide gevallen gaat het om een eigen keuze van de patiënt. Daarnaast vallen de uitgaven voor alternatieve geneeswijzen in het niet bij de uitgaven in het reguliere cir- cuit.

In het reguliere circuit geldt de evidence based onderzoeksmethode als de gouden standaard. Voor de alternatieve geneeswijzen zijn andere methoden ontwikkeld die op die vorm van geneeskunde beter toepasbaar zijn. Indien de onderzoeksmethode van evidence based medicine toepas- baar is voor een alternatieve behandeling is dat het beste. Er wordt voor gepleit ook een criterium als patiënttevredenheid mee te nemen als onderzoeksmethode. Dat laatste past goed bij de insteek van alternatieve geneeswijzen. De alternatieve geneeswijzen werken meer vanuit een levensbeschouwelijke invalshoek en minder vanuit het idee van evidence based.

De kern voor beide vormen van geneeskunde – regulier en alternatief - zou moeten zijn de ‘toetsbaarheid’. Er wordt op gewezen dat het place- bo-effect veel invloed kan hebben op de genezing, ook in het reguliere circuit. Sommige publicaties spreken van circa 40% bijdrage op het totaal.

2 Het moet artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten

In document Achtergrondstudie Medische diagnose (pagina 169-172)