• No results found

Stap 4. Dwingende redenen van groot openbaar belang

7 Ecologische onderbouwing van het natuurcompensatieplan

7.2 Ecologische onderbouwing van de Rustgebieden

De ligging van de rustgebieden is in het Ontwerp-beheerplan Voordelta gemotiveerd (zie para- graaf 6.3). Overigens worden de rustgebieden in het beheerplan als vaste locaties op de kaart ingetekend, terwijl de platen onder invloed van de natuurlijke dynamiek veranderlijk zijn. Het verdient aanbeveling bij de evaluatie van het beheerplan na 6 jaar na te gaan of de begrenzing bijgesteld moet worden.

De rustgebieden worden besproken per soort waarvoor ze bedoeld zijn.

7.2.1 Rustgebieden voor de zwarte zee-eend

De zwarte zee-eend krijgt in het Ontwerp-beheerplan twee rustgebieden: Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand. In het Ontwerp-beheerplan is vermeld dat een verstoringscon- tour van 500 meter is aangehouden rond deze gebieden (VenW, 2007a). De omvang van het rust- gebied Bollen van de Ooster wordt in de zomermaanden gehalveerd ten gunste van de recreatie.

De compensatieopgave voor de zwarte zee-eend moet overigens niet alleen via de rustgebieden gerealiseerd worden, maar ook via het bodembeschermingsgebied.

Kanttekeningen PBL

De plek waar de zwarte zee-eend in de Voordelta, zit wordt vooral bepaald door de aanwezig- heid van voedsel. Afgaande op de informatie over de verspreiding van zee-eenden van het RIKZ (2007) is de globale ligging van de rustgebieden gekozen, omdat er grote aantallen zee-eenden zitten en grote concentraties schelpdieren voorkomen (Rijnsdorp et al., 2006). De precieze begrenzing is voor de zwarte zee-eend echter niet optimaal:

In het rustgebied Bollen van de Ooster zitten hoge aantallen zee-eenden en schelpdieren, •

vooral in het zuidelijke deel van het gebied. Grote aantallen zwarte zee-eenden zitten echter ook net buiten het rustgebied, ten zuidwesten van de Bollen van de Ooster en aan de zuid- oostkant van de Bollen van de Ooster richting Brouwersdam. Over het gebied richting Brou- wersdam merkt het RIKZ (2007) op dat de eenden in april uit dit gebied wegtrekken, mogelijk omdat dan de recreatie te veel toeneemt. Een iets andere ligging van dit rustgebied zou voor de zwarte zee-eend gunstiger zijn.

Bij de Bollen van het Nieuwe Zand zitten de grootste aantallen zee-eenden aan de noordkant •

binnen en buiten de begrenzing van het rustgebied en aan de zuidkant buiten het rustgebied. Op deze stukken zitten ook hoge schelpdierconcentraties. Een iets noordelijker ligging van dit rustgebied zou voor de zwarte zee-eend gunstiger zijn.

De rustgebieden voor de zwarte zee-eend worden gesloten voor alle vormen van visserij, zodat ook de schelpdierbestanden in de rustgebieden in stand blijven. Rondom deze rustgebieden zou in principe wel schelpdiervisserij kunnen blijven plaatsvinden, wat directe concurrentie zou kunnen betekenen tussen vissers en zee-eenden.

Of de aangehouden verstoringsafstand van 500 meter voldoende is, is niet goed bekend. Het RIKZ (2007) gaat uit van 500 meter voor scheepvaart, de verstoringsafstand voor verschillende vormen van recreatie is niet onderzocht, terwijl bij de Bollen van de Ooster wel intensieve recre- atie plaatsvindt.

Ook wordt het rustgebied Bollen van de Ooster niet geheel vrij van verstoring. Op de noordoos- telijke punt worden onder voorwaarden kanotochten toegestaan. Door het zuidelijke deel van het gebied loopt een corridor voor langzame recreatie- en beroepsvaart. Juist in het zuidelijke deel zitten de grootste aantallen zwarte zee-eenden. Het gebied bij de Brouwersdam is een belangrijk watersportgebied. Om de natuur- en recreatiebelangen zo goed mogelijk te combineren is het rustgebied in de zomermaanden aanzienlijk kleiner dan in de wintermaanden. Daardoor blijft watersportrecreatie in de zomer mogelijk in de oostelijke helft (vanaf de Brouwersdam). Niet vermeld is wanneer het zomerhalfjaar begint. Juist in april en mei zijn de aantallen zwarte zee- eenden het hoogst, maar in die maanden neemt ook de recreatie toe. Daarna nemen de aantallen eenden sterk af. Kleine aantallen blijven de hele zomer in de Voordelta (RIKZ, 2007). Wie in die periode het primaat krijgt – de eenden of de recreanten – is nog niet duidelijk.

Aanvulling:

In het Beheerplan Voordelta dat in juli 2008 is vastgesteld, is vermeld dat Bollen van de Ooster rustgebied is van 1 november tot 1 april. Bollen van het Nieuwe Zand is rustgebied van 1 november tot 1 mei.

Ecologische onderbouwing van het natuurcompensatieplan 7

7.2.2 Rustgebieden voor grote stern en visdief

De populaties grote stern en visdief in het Deltagebied zijn omvangrijk en internationaal van groot belang. Populatieveranderingen in dit gebied kunnen van invloed zijn op de totale popu- latie op nationale of zelfs internationale schaal (RIKZ, 2007). Op de plaats waar de Tweede Maasvlakte wordt aangelegd gaat foerageergebied voor de grote stern en de visdief permanent verloren. De vogels die hier nadeel van ondervinden broeden op platen in het Haringvliet en de Grevelingen en in de Vogelvallei op de Maasvlakte. Als compensatiemaatregel voor deze soorten worden in het Ontwerp-beheerplan twee rustgebieden voorgesteld: op de Hinderplaat (voor grote stern en visdief) en de Bollen van de Ooster (voor grote stern). Daarmee wil de beheerder de vliegafstand tot het foerageergebied verkleinen.

Een ander deel van het foerageergebied wordt tijdelijk (bij de huidige planning zestien jaar) onbruikbaar doordat de aanlegwerkzaamheden het water vertroebelen en de visetende vogels hun prooi niet kunnen zien. Dit kan een negatief effect hebben op het broedsucces. In de Passende Beoordelingen (PMR, 2006a en PMR, 2007f) wordt dit negatieve effect onderkend. In 2006 werd het als significant beoordeeld, in 2007 niet meer. Voor een niet-significant effect bestaat juridisch geen compensatieplicht.

Kanttekeningen PBL

Deze compensatiemaatregel is gunstig vanaf het moment dat de vogels hun jongen mee kunnen nemen naar het rustgebied. Omdat geen nieuw broedgebied of foerageergebied gecreëerd wordt, verandert de maatregel echter niets aan de toegenomen vliegafstand tijdens de broedtijd. De rustgebieden liggen weliswaar vrij dicht bij de broedgebieden, maar wel verder dan de straal van 3 kilometer rond de broedkolonie waarbinnen de visdief bij voorkeur zijn voedsel zoekt.

De visdief en de grote stern zijn zomergasten, die vooral in de Voordelta verblijven van april tot september (RIKZ, 2007). Juist in het zomerhalfjaar, als de vogels jongen hebben, is het rustge- bied Bollen van de Ooster kleiner. Op de Hinderplaat is garnalen- en bordenvisserij toegestaan in de periode 1 september-1 mei, waardoor er overlap is met de verblijfsperiode van de vogels.

Aanvulling:

In het Beheerplan Voordelta dat in juli 2008 is vastgesteld, is vermeld dat Bollen van het Nieuwe Zand geen jaarrond rustgebied meer is, maar alleen van 1 november tot 1 mei. In de zomermaanden – dus tijdens de broedtijd van de grote stern – is het gebied open voor alle gebruik. Het rustgebied is dan ook niet meer bedoeld als compensatiemaatregel voor de grote stern. In plaats daarvan is nu het rustgebied Bollen van het Nieuwe Zand (mede) bedoeld als compensatiemaatregel voor de grote stern.