• No results found

Duur van de opgelegde onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen

In document 2015–2019 (pagina 112-115)

Het valt op dat relatief vaak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 dag wordt opgelegd in combinatie

EEN VOORBEELD VAN SCHULDIGVERKLARING ZONDER STRAFOPLEGGING Schuldig verklaren zonder straf opleggen doet de rechter bij (hoge) uitzondering. Alleen

6.5.2 Duur van de opgelegde onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen

De hoogste onvoorwaardelijke gevangenisstraf die in de periode 2015-2019 is opgelegd voor een zaak met seksueel geweld tegen kinderen is er een voor de duur van twaalf jaar. De opgelegde duur van de onvoorwaardelijke vrijheidsstraf loopt echter sterk uiteen. De mediaan36 bij hands-off zaken is 30 dagen en bij hands-on zaken 180 dagen. Figuur 6.5 geeft inzicht in de verdeling bij veroordelingen tot onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen.

35 Ook het jeugdstrafrecht kent een taakstrafverbod (art. 77ma Sr). Bij een veroordeling voor bepaalde zedendelicten mag niet worden volstaan met enkel het opleggen van een taakstraf.

36 De mediaan is een maat voor het gemiddelde die minder gevoelig is voor uitschieters, zoals een of enkele hele lange gevangenisstraffen. De helft van de gevangenisstraffen zijn korter en de andere helft zijn langer dan deze mediaan.

Figuur 6.4 Zwaarst oplegde hoofdstraffen in de periode 2015-2019, per vorm van seksueel geweld (N=2.945)

Bron: data OM (peildatum april 2020)

Vaak straf van 1 dag opgelegd

Het valt op dat, zeker bij hands-off seksueel geweld, er relatief vaak een gevangenisstraf van een dag wordt opgelegd. Dit was het geval bij 18% van de opgelegde gevangenisstraffen voor seksueel geweld tegen kinderen en gebeurde relatief vaker bij hands-off dan bij hands-on delicten. Dit kan mogelijk te maken hebben met het taakstrafverbod.37 Dat geldt onder andere voor misdrijven met een wettelijk strafmaximum van zes jaar of meer die tevens een ernstige inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke integriteit van een slachtoffer of in geval van een van de misdrijven omschreven in de artikelen 240b (kinderporno), 248a (verleiding) of 248b (betaalde seks met minderjarigen).

Zo blijkt dat van de 371 keer dat er een gevangenisstraf van een dag is opgelegd, er 354 keer (95%) ook een werkstraf is opgelegd. Ter vergelijking: van alle voor seksueel geweld tegen kinderen op-gelegde gevangenisstraffen wordt bij 37% een werkstraf opgelegd. Alhoewel de rechter zich feitelijk aan het taakstrafverbod houdt, roept het de vraag op of de wetgever het verbod als zodanig heeft bedoeld.38 Het gaf gehoor aan een roep in de maatschappij om strenger te straffen voor ernstige feiten waarbij bijvoorbeeld een ernstige inbreuk wordt gemaakt op de lichamelijke integriteit van een slachtoffer. Een van de hoofddoelen van het taakstrafverbod is een structurele, op gedragsver-andering gerichte aanpak van daders, met een sterke nadruk op het voorkomen van recidive. Pas-send straffen is immers van groot belang, niet alleen voor het slachtoffer, maar ook voor de dader.

Een straf heeft tenslotte naast vergelding meerdere doelen, waaronder recidive voorkomen en de maatschappij beschermen. In dat licht is de discussie rondom de uitbreiding van het taakstrafver-bod ook interessant om te benoemen. Door de Tweede Kamer is onlangs een wetsvoorstel39 aan-genomen om het taakstrafverbod uit te breiden naar geweld tegen personen met een publieke taak. In de memorie van toelichting40 wordt uitgebreid aandacht besteed aan de verschillende ad-viezen die zijn ingewonnen rondom de uitbreiding. Dat advies is ingewonnen bij de Raad voor de rechtspraak (Rvdr), de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), het College van

Procu-37 Art. 22b Sr.

38 Kamerstukken II 2009/10, 32169, nr. 3.

39 Kamerstukken II 2018/19, 35000-VI, nr. 24.

40 Kamerstukken II 2019/20, 35520, nr. 3.

hands-off hands-on

Figuur 6.5 Duur onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen in de periode 2015-2019, per vorm van seksueel geweld (N=2.062)

Bron: data OM (peildatum april 2020)

reurs-Generaal van het OM, de korpschef van de politie, de KMar, de Nederlandse Orde van Advo-caten (NOvA) en de reclasseringsorganisaties (3RO). Slechts de politie en de KMar waren uitgespro-ken positief over uitbreiding. De overige adviezen stelden bijna allemaal dat de rechtspraak vrij moet zijn in de keuze welke afdoening het best aansluit op het feitencomplex. Desgevraagd stelt ook de Stichting Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers (LANGZS) dat het beperken van de rechtspraak in de afdoening niet als positief wordt ervaren. Zeker wanneer rech-ters actief opties zoeken om het taakstrafverbod te omzeilen, roept dat de vraag op of het taakstr-afverbod geen dode letter in de wet is.41 Geconstateerd kan dus worden dat de effectiviteit van het taakstrafverbod omstreden is. Nu er uit de cijfers blijkt dat in 95% van de gevallen met een gevan-genisstraf van een dag ook een taakstraf is opgelegd, is er kennelijk een discrepantie ontstaan tussen de bedoeling van de wetgever en de praktijk. Uitgezocht moet worden waarom die discre-pantie is ontstaan en of het doel dat de wetgever voor ogen had, wordt bereikt.

Hands-on zaken zwaarder gestraft

Verder valt op dat bij meer dan de helft van de hands-off zaken die met een (deels) onvoorwaar-delijke gevangenisstraf worden afgedaan, deze straf maximaal een week duurt. Slechts bij twee op de tien hands-off zaken duurt deze straf langer dan zes maanden. Hands-on zaken worden aanmerkelijk zwaarder gestraft. Bijna drie op de tien onvoorwaardelijke gevangenisstraffen duren bij die zaken langer dan een jaar.

Langere gevangenisstraffen en taakstrafverbod

Over de onderzochte vijf jaar bekeken zijn de gevangenisstraffen langer geworden. De mediane duur van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is negentig dagen in 2015 en 180 in 2019.42 De eerdere bevinding dat er zwaarder lijkt te worden gestraft, vindt dus ook ondersteuning in de lengte van de gevangenisstraffen. Het is interessant deze constatering af te zetten tegen de eerdere bevinding dat er vaak een dag gevangenisstraf wordt opgelegd in combinatie met een taakstraf. Kennelijk is er een tendens van zwaarder straffen, maar besluiten rechters toch veel-vuldig om de mogelijkheid te creëren een taakstraf op te leggen. De vraag die dat opwerpt is in wat voor type zaken dat gebeurt en waarom? Zoekt de rechter naar een mogelijkheid maatwerk toe te passen waarin de wetgever niet heeft voorzien? Is het taakstrafverbod nog een passende restrictie? De Nationaal Rapporteur vindt dat dat de aard van de problematiek altijd leidend moet zijn bij de zoektocht naar de meest passende afdoening. Passend straffen is een belang-rijke stap in het proces van resocialisatie en het voorkomen van herhaling.

Minderjarige daders kortere gevangenisstraf

Wanneer de vrijheidsbenemende straffen uitgesplitst worden naar minderjarige en volwassen daders, valt op dat minderjarige daders een kortere vrijheidsbenemende straf opgelegd krij-gen.43 De mediaan bij minderjarige daders is 43 dagen en bij volwassen daders 150 dagen.44 De hoogste straf die een minderjarige kreeg opgelegd, is 600 dagen. In 96% van de gevallen kregen minderjarigen een jeugddetentie opgelegd.

41 Mondelinge informatie LANGZS, d.d. 16 april 2021.

42 De mediaan is een maat voor het gemiddelde die minder gevoelig is voor uitschieters, zoals een of enkele hele lange gevangenisstraffen. De gemiddelde duur van gevangenisstraffen neemt in 2015-2019 toe van 261 naar 337 dagen.

43 Minderjarige daders kunnen worden veroordeeld tot jeugddetentie. Daders met een leeftijd tot 16 jaar kunnen maximaal 12 maanden jeugddetentie opgelegd krijgen, en daders met een leeftijd tussen de 16 en 18 jaar maximaal 2 jaar (art. 77i Sr).

44 Standaarddeviatie bij minderjarige daders is 126 dagen, bij meerderjarige daders 485 dagen.

In document 2015–2019 (pagina 112-115)