• No results found

CAMPAGNE #TOTHIER VRAAGT MEER AANDACHT VOOR PREVENTIE

In document 2015–2019 (pagina 36-39)

Praten en leren over seksualiteit en gewenste (online) omgangsvormen is nodig om daderschap te voorkomen

CAMPAGNE #TOTHIER VRAAGT MEER AANDACHT VOOR PREVENTIE

Met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021, heeft Rutgers in november 2020 de campagne #TotHier gelanceerd. Het doel is om structurele preventie van seksu-eel geweld op de politieke agenda te zetten. Momentseksu-eel lijkt de aanpak vooral gericht op signalering en hulpverlening. Terwijl 80% van de jongeren vindt dat op school les gegeven moet worden over het herkennen en respecteren van seksuele grenzen, zo blijkt uit een eerdere peiling van Rutgers onder 1.000 jongeren. Rutgers pleit voor meer pu-bliekscampagnes om de cultuur rond seksualiteit en genderongelijkheid in Nederland te verbeteren. Maar ook voor betere seksuele voorlichting op scholen, meer aandacht voor het thema in de opleidingen voor professionals werkzaam in het onderwijs en de zorg, en meer zorg en aandacht voor slachtoffers van seksueel geweld. Daarnaast vraagt Rut-gers ook naar adequate toegang tot erkende interventies om recidive van daders te voorkomen.18 Om hier uitvoering aan te geven, roept Rutgers de landelijke overheid op om met een nationaal actieplan tegen seksueel geweld te komen. Deze oproep is in april 2021 door Rutgers met de Tweede Kamer gedeeld.19

Het is wenselijk om preventieve interventies dicht bij kinderen zelf in te richten. Vanuit de Jeugdwet is hiervoor ook een belangrijke rol weggelegd bij de gemeenten.20 Uit recent onder-zoek van het Nederlands Jeugdinstituut blijkt echter dat gemeenten nog nauwelijks zijn

toege-13 Nationaal Rapporteur, 2019 (Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2017-2018).

14 Bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 34843, nr. 45.

15 De Nationaal Rapporteur heeft eerder aanbevolen om binnen preventieve lesprogramma’s meer aandacht te hebben voor online aspecten van seksueel geweld. Zie Nationaal Rapporteur, 2017b (Effectief preventief ), p.40-41.

16 Website Gezonde School, www.gezondeschool.nl/relaties_seksualiteit (geraadpleegd 11 maart 2021).

17 Nationaal Rapporteur, 2017b (Effectief preventief ).

18 De Nationaal Rapporteur heeft eerder aanbevolen om binnen preventieve lesprogramma’s meer aandacht te hebben voor daderschap van seksueel geweld. Zie Nationaal Rapporteur, 2017b (Effectief preventief ), p. 40-41.

19 Website NOS, www.nos.nl/artikel/2377380-petitie-tothier-tegen-seksueel-geweld-aangeboden-aan-ka-merleden (geraadpleegd 21 april 2021).

20 Website NJI, www.nji.nl/Jeugdwet (geraadpleegd 21 april 2021), en Regeling Jeugdwet.

komen aan een preventiebeleid.21 Dit terwijl preventie het investeren waard is als gemeenten daarvoor een doelgerichte en samenhangende aanpak kiezen. Met interventies waarvan be-kend is dat ze werken en waarop wordt toegezien dat ze goed worden uitgevoerd. Zo kunnen bijvoorbeeld effectieve lesprogramma’s over seksualiteit en relaties in het onderwijs kinderen helpen om grenzen te herkennen en de gevolgen in te schatten van hun gedrag voor anderen.22

2.3 Achtergrond van de cijfers

De data in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit de prevalentiestudie Seks onder je 25e 2017, uitge-voerd door Rutgers en Soa Aids Nederland.23 Met een online vragenlijst is een brede, represen-tatieve steekproef bevraagd over diverse aspecten van seksualiteit. Het onderzoek is dus geba-seerd op zelfrapportage (zie ook §B1.2). De Nationaal Rapporteur heeft aanvullende data van dit onderzoek opgevraagd. Voor deze monitor zijn de vragen uit het onderzoek geselecteerd die gaan over iemand onder druk zetten of dwingen tot seks en kenmerken van plegers van seksu-eel geweld tegen kinderen. De prevalentiecijfers zoals gepresenteerd in dit hoofdstuk zijn niet in het rapport van Seks onder je 25e gepubliceerd.

De data uit Seks onder je 25e zijn verzameld in de periode van september 2016 tot maart 2017. In totaal deden 20.500 respondenten tussen de 12 en 25 jaar mee aan het vragenlijstonderzoek.24 In dit hoofdstuk wordt uitsluitend gerapporteerd over de 7.092 respondenten die jonger zijn dan achttien jaar.

2.3.1 Gehanteerde definitie seksueel geweld tegen kinderen

Wanneer het in dit hoofdstuk gaat over het overschrijden van iemands grenzen, wordt bedoeld dat iemand de ander heeft gedwongen tot seks of iemand daarvoor onder druk heeft gezet. Aan de jongeren is gevraagd of zij daarbij wel eens pressiemethoden hebben gebruikt. Het gaat om de volgende pressiemethoden: met woorden onder druk zetten, boos worden, misbruik maken van alcohol of drugsgebruik, dreigen met geweld, geweld gebruiken, iets anders of de ander deed niets. Ook is gevraagd naar het overhalen of dwingen bij de eerste geslachtsgemeenschap.

Om kenmerken van plegers te achterhalen is aan een groep jongeren gevraagd naar kenmerken van de pleger. Als iemand ooit gedwongen is tot seksuele handelingen en/of ooit manuele, vaginale, orale seks en/of anale seks tegen de wil heeft gehad, wordt iemand in Seks onder je 25e als slachtoffer van seksueel geweld beschouwd.25

Alleen hands-on seksueel geweld

Vrijwel alle gevraagde vormen van seksueel geweld zijn hands-on verschijningsvormen (zie ook

§1.3), waardoor de prevalentie in dit hoofdstuk alleen gaat over vormen van seksueel geweld tegen kinderen waarbij fysiek seksueel contact is.

21 Website NJi, ww.nji.nl/nl/Actueel/Nieuws-van-het-NJi/NJi-Preventie-loont (geraadpleegd 11 maart 2021).

22 Nationaal Rapporteur, 2017b (Effectief preventief ).

23 Seks onder je 25e/Leefstijlmonitor: Rutgers/Soa Aids Nederland i.s.m. RIVM, 2017.

24 Seks onder je 25e/Leefstijlmonitor: Rutgers/Soa Aids Nederland i.s.m. RIVM, 2017.

25 Seks onder je 25e/Leefstijlmonitor: Rutgers/Soa Aids Nederland i.s.m. RIVM, 2017.

Minderjarigen en grensoverschrijding

In dit hoofdstuk wordt alleen gerapporteerd over het overschrijden van iemands seksuele gren-zen door minderjarigen. Hoewel prevalentiedata beschikbaar zijn waarbij aan meerderjarigen wordt gevraagd naar het plegen van seksueel geweld, is in deze data niet te onderscheiden of dit seksueel geweld tegen minder- of meerderjarigen gericht was. Dat is een gemis. Ook in Seks onder je 25e is niet specifiek gevraagd of het grensoverschrijdende gedrag gericht was tegen minderjarigen. Er is in dit hoofdstuk daarom voor gekozen om alleen te kijken naar grensover-schrijding door minderjarigen. Hierbij is de aanname van de Nationaal Rapporteur dat minder-jarigen ook minderjarige slachtoffers maken. In eerder dossieronderzoek van de Nationaal Rapporteur is aangetoond dat het slachtoffer in meer dan 80% van de gevallen een minderjari-ge was wanneer de dader van een delict in het kader van art. 242 (verkrachting), art. 246 (aan-randing) of art. 247 (ontucht met bewusteloze, onmachtige, gestoorde of kind) Sr ook minder-jarig was.26

De kenmerken van de plegers waarover in dit hoofdstuk wordt gerapporteerd kunnen wel be-trekking hebben op meerderjarige plegers. Deze informatie is namelijk verkregen door aan minderjarige slachtoffers van seksueel geweld te vragen naar achtergrondkenmerken van ple-gers, ongeacht of deze plegers minder- of meerderjarig waren.

2.3.2 Beperkingen aan de data

Seks onder je 25e is gebaseerd op zelfrapportage. Dat betekent dat de resultaten afhankelijk zijn van het geheugen, de eerlijkheid en interpretatie van de jongeren. Er kan sprake zijn van on-derrapportage, doordat respondenten zich niet alles kunnen herinneren of omdat zij niet alles willen vertellen. In principe kan er ook sprake zijn van overrapportage, doordat respondenten ervaringen rapporteren die niet hebben plaatsgevonden, maar over het algemeen wordt aan-genomen dat bij zelfrapportage eerder sprake is van onder- dan van overrapportage.27 Deze onderrapportage is vermoedelijk sterker voor plegerschap dan voor slachtofferschap. Een an-dere beperking is dat alleen data beschikbaar zijn over het aantal jongeren dat aangaf ooit ie-mand te hebben gedwongen of onder druk te hebben gezet voor seks. Hierdoor is het niet mogelijk het aantal jongeren dat jaarlijks seksueel geweld pleegt weer te geven.

In deze data is niet te onderscheiden of het seksueel geweld tegen minder- of meerderjarigen gericht was. Aangezien er op dit moment geen data beschikbaar zijn over het aantal meerder-jarigen dat seksueel geweld pleegt tegen kinderen, is per definitie sprake van onderrapportage van seksueel geweld tegen kinderen als geheel. Verder is er slechts een klein aantal jongens dat vragen over kenmerken van plegers heeft beantwoord (n=55). Dit kan een vertekend beeld ge-ven van de daders bij seksueel geweld tegen jongens (§2.6).

2.4 Prevalentie van seksuele grensoverschrijding

Deze paragraaf behandelt de prevalentie van seksueel grensoverschrijdend gedrag, waaronder seksueel geweld, gepleegd door minderjarigen. Deze prevalentie is gemeten door jongeren te vragen of zij wel eens iemand hebben gedwongen of onder druk hebben gezet om seks te heb-ben. Er is hierbij gevraagd of ze wel eens iemand met woorden onder druk hebben gezet, boos

26 Nationaal Rapporteur, 2014 (Op goede grond), p. 200-201.

27 Finkelhor, 1994.

zijn geworden op iemand, misbruik hebben gemaakt van het feit dat iemand alcohol of drugs had gebruikt, gedreigd hebben met geweld of geweld hebben gebruikt. Figuur 2.1 laat het aan-tal jongens en meiden van twaalf tot en met vijftien jaar, en zestien en zeventien jaar zien dat wel eens minstens een van deze pressiemethoden zegt te hebben gebruikt om iemand te dwin-gen of onder druk te zetten om seks te hebben.

Jongens hebben vaker iemand gedwongen of onder druk gezet voor seks

Jongens geven vaker aan iemand te hebben gedwongen of onder druk te hebben gezet dan meiden. De genoemde percentages zijn gebruikt om de totale prevalentie van seksueel geweld gepleegd door jongeren tussen de twaalf en zeventien jaar in 2017 uit te rekenen. Hieruit volgt dat naar schatting 8.300 jongens van twaalf tot en met vijftien jaar28en 6.400 jongens van zes-tien en zevenzes-tien jaar29ooit iemand hebben gedwongen of onder druk hebben gezet voor seks.

Voor meiden waren dit naar schatting 3.900 plegers30in de jongste leeftijdscategorie en 2.000 plegers31in de oudere leeftijdscategorie.32

In document 2015–2019 (pagina 36-39)