• No results found

Aantal toezichten en aard van de toezichten

In document 2015–2019 (pagina 125-130)

Bij jonge daders van seksueel geweld kunnen problemen spelen op verschillende gebieden. Dit

7.2 Toezichten door de jeugdreclassering

7.2.2 Aantal toezichten en aard van de toezichten

Deze paragraaf geeft een cijfermatig overzicht van jeugdreclasseringstoezichten voor daders van seksueel geweld tegen kinderen in de periode 2015 tot en met 2019. Figuur 7.1 laat het aan-tal toezichten zien dat is ingestroomd in de periode 2015-2019.

In totaal zijn in de periode 2015-2019 835 jeugdreclasseringstoezichten ingestroomd. Het gaat gemiddeld om 165 toezichten per jaar. Deze toezichten voor seksueel geweld vormen 3% van de totaal ingestroomde jeugdreclasseringstoezichten.12 Opvallend is dat er in 2016 minder toezich-ten zijn ingestroomd dan in de andere jaren. Een duidelijke verklaring voor deze daling ont-breekt.

11 Voor een beschrijving van dit onderzoek zie Nationaal Rapporteur, 2014 (Op goede grond), p. 200.

12 Website CBS Statline, opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82977NED/table?ts=1612533446022 (geraadpleegd 5 februari 2021).

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200

2015 2016 2017 2018 2019

Figuur 7.1 Aantal ingestroomde jeugdreclasseringstoezichten, per jaar 2015-2019 (N=835) Bron: CBS-databestanden

Jongeren relatief vaak toezicht voor een hands-off delict

Figuur 7.2 toont het aantal beëindigde toezichten voor de periode 2015 tot en met 2019 naar vorm van seksueel geweld: hands-on en hands-off (zie §1.3).

In de periode 2015-2019 zijn er in totaal 760 toezichten beëindigd. Het gaat om gemiddeld 150 toe-zichten per jaar. Er zijn in deze periode daarmee meer toetoe-zichten ingestroomd dan dat er zijn beëin-digd. In bovenstaande figuur is een zelfde dip te zien in 2016 voor het aantal beëindigde toezichten voor seksueel geweld als te zien is voor het aantal ingestroomde toezichten (Figuur 7.1). Waar het aandeel toezichten gestart voor een hands-off delict in 2015 en 2016 ongeveer de helft van de toe-zichten is, neemt dit aandeel hands-off af in 2017 en 2018, naar 44% respectievelijk 35%. In 2019 neemt het aandeel toezichten gestart voor een hands-off delict weer sterk toe: evenveel jongeren hebben een toezicht voor een hands-on delict als voor een hands-off delict. Het aandeel minderja-rigen dat toezicht krijgt voor een hands-off delict is hoog. Van de veroordeelde minderjaminderja-rigen wordt 7% veroordeeld voor een hands-off delict (zie Figuur 9.2).

Jeugdreclassering ziet dat de drempel voor het plegen van delicten, waaronder ook seksueel geweld, voor jongeren is verlaagd door sociale media.13 Bovendien constateren zij een toename in delicten met een online component (zie ook §5.5). Die drempel wordt volgens jeugdreclas-sering niet alleen verlaagd doordat het makkelijker is een delict digitaal te plegen, maar ook omdat het anoniemer is. Deze verandering in aard van de problematiek ziet jeugdreclassering de afgelopen tijd terug in het type daders dat ze behandelen. Daarnaast geven zij aan dat lang niet alle daders de weg van het strafrecht en jeugdreclassering bewandelen. Afhankelijk van de achterliggende problematiek (bijvoorbeeld gezinsproblematiek)14 kan ook buiten het strafrecht worden gekeken of een jongere een bepaald programma kan volgen, zoals een gedragspro-gramma. Wanneer er veel zorgen bestaan rondom het geestelijk welzijn van de jongere, kan de RvdK ook kiezen voor een civielrechtelijk traject waarbij een jongere bijvoorbeeld onder

toe-13 Mondelinge informatie jeugdreclassering, d.d. 23 februari 2021.

14 Nationaal Rapporteur, 2020b (Vertrouwen in Veerkracht).

52%

Figuur 7.2 Aantal beëindigde jeugdreclasseringstoezichten in de periode 2015-2019, per vorm van seksueel geweld tegen kinderen (N=760)

Bron: CBS-databestanden

zicht wordt gesteld. Hoewel het jeugdstrafrecht ook een pedagogisch element heeft, is het strafrecht altijd een ultimum remedium: afdoening buiten het strafrecht om heeft waar moge-lijk de voorkeur.15 Het gaat er om dat herhaald daderschap wordt voorkomen.

7.2.3 Jeugdreclasseringsmaatregelen

Er bestaan verschillende soorten jeugdreclasseringsmaatregelen, zoals in de tabel hieronder te zien. De maatregel toezicht en begeleiding is de meest voorkomende maatregel en kan zowel in het vrijwillig kader als in het gedwongen kader plaatsvinden.

Tabel 7.1 Jeugdreclasseringsmaatregelen

Maatregelen Toelichting Maatregel toezicht

en begeleiding in vrijwillig kader

In het vrijwillig kader kan de RvdK een aanbod doen als de jongere nog moet voorkomen bij de (kinder)rechter om de jongere in de gelegenheid te stellen vrijwillig deel te nemen aan begeleiding tot aan de zitting.16 Bij het goed afleggen van deze maatregelen kan dit invloed hebben op de uiteindelijke straf die de (kinder)rechter oplegt. In tegenstelling tot de maatregel in het gedwongen kader, kan hier dus geen strafrechtelijke consequentie worden verbonden aan het niet (juist) volbrengen van de maatregel.17 Alleen in de fase voorafgaand aan voorlopige hechtenis kan een maatregel in het vrijwillig kader bestaan.18 Ook kan de RvdK jeugdreclassering verzoeken de jongere vrijwillig te begeleiden gedurende een taakstraf.

Maatregel toezicht en begeleiding in gedwongen kader

Een maatregel in gedwongen kader wordt opgelegd door justitie. Het gedwongen kader betekent dat er strafrechtelijke consequenties volgen wanneer de jongere zich er niet aan houdt. Een voorbeeld is dat een voorwaardelijke jeugddetentie wordt omgezet in een onvoorwaardelijke straf. Bij de maatregel toezicht en begeleiding in het gedwongen kader kan een bijzondere voorwaarde worden opgelegd in bijvoorbeeld de vorm van Individuele trajectbegeleiding (ITB) (zie hieronder) of een andere (gedrags)aanwijzing. Wanneer de voorlopige hechtenis van een jongere wordt geschorst, kan dit bijvoorbeeld gebeuren onder voorwaarde van een ITB. Wanneer deze ITB met goed gevolg wordt afgerond kan dit in positieve zin invloed hebben op de strafeis en de straf.

Individuele trajectbegeleiding Harde Kern/Plus

Voor jongeren van 12 tot 25 jaar die structureel ernstige delicten plegen. ITB is een vervanging van detentie. De jongere krijgt een strikt dagrooster in combinatie met strenge controle door jeugdreclassering, gezin, politie en school.

Individuele trajectbegeleiding Criem

Voor jongeren van 12 tot 18 jaar met een migratieachtergrond die verder dreigen af te glijden naar de criminaliteit; een mix van beginnende risicojongeren en incidentele daders.

Als bijzondere voorwaarde kan bij deze maatregel in het gedwongen kader worden opgelegd:

Gedragsbeïnvloe-dende maatregel in gedwongen kader

Een gedragsbeïnvloedende maatregel wordt opgelegd door de rechter. De maatregel zit qua zwaarte tussen voorwaardelijke veroordeling en een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) in en richt zich op minderjarige veelplegers met gedragsproblemen. Het accent ligt niet op straf, maar op gedragsverandering. Wel is het binnen een strafrechtelijk kader en daarom dwingend van aard. Deze jongeren worden voor gedragsproblemen behandeld, begeleid en getraind buiten justitiële setting.

15 Mondelinge informatie jeugdreclassering, d.d. 23 februari 2021.

16 Website Intervence, www.intervence.nl/vragen/jeugdreclassering/ (geraadpleegd 1 december 2020).

17 Website Intervence, www.intervence.nl/vragen/jeugdreclassering/ (geraadpleegd 1 december 2020).

18 Mondelinge informatie jeugdreclassering, d.d. 23 februari 2021.

Meeste jongeren krijgen toezicht en begeleiding in gedwongen kader

Figuur 7.3 geeft een overzicht van de verschillende maatregelen van jeugdreclassering die zijn ingezet voor jonge daders van seksueel geweld van 2015-2019.

Van de jonge daders van seksueel geweld krijgt 55% toezicht en begeleiding in het gedwongen kader. Jonge daders van seksueel geweld krijgen relatief wat minder vaak toezicht en

begelei-ding in het gedwongen kader vergeleken met alle jonge daders (55% t.o.v. 63%).19 Daarnaast krijgt ongeveer een derde van de jonge daders van seksueel geweld toezicht en begeleiding in het vrijwillig kader. Het aantal toezichten in het vrijwillig kader neemt toe door de jaren heen.

De overige 13% krijgt ITB of een (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. Ook dit zijn maatregelen met een gedwongen karakter. In 2015 volgt nog regelmatig een (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel voor jonge daders van seksueel geweld. Maar in de daarop-volgende jaren neemt dit sterk af tot slechts een enkele gedragsbeïnvloedende maatregel in 2019. Jeugdreclassering laat weten dat deze maatregel niet erg populair meer is omdat er vol-doende alternatieven zijn20 en de voorwaarden niet altijd realiseerbaar zijn.21

Jonge daders van seksueel geweld krijgen relatief bijna twee keer zo vaak ITB Harde Kern in vergelijking tot alle jonge daders (6% t.o.v. 3%).22 Dat jonge daders deze vorm van individuele trajectbegeleiding krijgen, duidt er op dat een klein deel van de jonge daders van seksueel ge-weld al op jonge leeftijd een veelheid aan delicten heeft gepleegd. Dat is zorgelijk en duidt op mogelijke multiproblematiek. Hier is ook een parallel te zien met het casuïstiekonderzoek Ver-trouwen in Veerkracht dat de Nationaal Rapporteur heeft uitgevoerd voor de gemeente

Amster-19 CBS Statline, opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82977NED/table?ts=1612533446022 (geraad-pleegd 5 februari 2021).

20 Schriftelijke informatie jeugdreclassering, d.d. 11 maart 2021.

21 Schriftelijke informatie jeugdreclassering, d.d. 15 april 2021.

22 Website CBS Statline, opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82977NED/table?ts=1612533446022 (geraadpleegd 5 februari 2021).

Toezicht en begeleiding gedwongen kader Toezicht en begeleiding vrijwillig kader Individuele trajectbegeleiding Harde Kern (Voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel Individuele trajectbegeleiding Criem 32% 55%

6% 4% 3%

Figuur 7.3 Maatregelen van jeugdreclassering, in de periode 2015-2019, per vorm van seksueel geweld tegen kinderen (N=760)

Bron: CBS-databestanden

dam.23 Daarin werd geconstateerd dat veel van de kwetsbare meiden (ook) kampen met multi-problematiek. Omdat de problematiek niet eenduidig is kan de aanpak dat ook niet zijn. In Amsterdam is daarom een samenwerkingsverband gestart in de vorm van de Top1000, waar de problematiek wordt besproken in een multidisciplinair team van professionals uit verschillen-de organisaties. Zulke overleggen bieverschillen-den verschillen-de mogelijkheid om casuïstiek te bespreken en zicht te krijgen op welk probleem aan de basis van het gedrag ligt. Ook kunnen professionals op basis van de bespreking van deze casuïstiek tot de best passende aanpak komen voor deze jon-geren.

Bijna de helft van de toezichten in het gedwongen kader duurt langer dan een jaar

Figuur 7.4 geeft de duur van beëindigde jeugdreclasseringstoezichten weer in het gedwongen kader en in het vrijwillig kader voor jonge daders van seksueel geweld.

Toezichten in het vrijwillig kader duren vaak korter dan toezichten in het gedwongen kader. Dat is niet verwonderlijk, omdat ze vrijwillig van aard zijn. 77% van de toezichten in het vrijwillig kader duren korter dan een halfjaar ten opzichte van 33% van de toezichten in het gedwongen kader. Bijna de helft van de toezichten in het gedwongen kader duurt een jaar of langer. Soms duren toezichten in het gedwongen kader langer dan 4 jaar. Dat is het geval wanneer een jonge veroordeelde binnen de opgelegde maatregel opnieuw een delict pleegt. Er kan dan een nieuwe maatregel worden opgelegd waardoor de duur van het toezicht langer is.24

Jeugdreclassering bijna altijd beëindigd volgens plan

Jeugdreclassering voor jonge daders van seksueel geweld wordt in 99% van de gevallen ‘beëindigd volgens plan’. Een plan wordt opgesteld door de jeugdreclassering. In een plan staat beschreven hoe maatregelen of bijzondere voorwaarden in de begeleiding van de dader vorm krijgen. Eenzelfde aan-deel ‘beëindigd volgens plan’ zien we voor alle jeugdreclasseringstoezichten. Een jongere kan zich aan de maatregelen hebben gehouden, maar dat betekent niet dat het ook goed gaat met de jongere. Er

23 Nationaal Rapporteur, 2020b (Vertrouwen in Veerkracht).

24 Website NJi, www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Jeugdreclassering/Maatregel-Toezicht-en-Begeleiding (geraadpleegd 1 december 2020).

45%

16%

32%

17%

14%

19%

8%

35%

1%

13%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Vrijwillig kader Gedwongen kader

0-3 maanden 3-6 maanden halfjaar tot 1 jaar 1 jaar tot 2 jaar 2 jaar of langer

Figuur 7.4 Duur beëindigde jeugdreclasseringstoezichten, totaal 2015-2019 (N=760) Bron: CBS-databestanden

kunnen nog zorgen zijn rondom bijvoorbeeld het gedrag van de jongere (zoals recidivegevaar) of de omgeving (zoals een instabiele thuisomgeving). Wanneer de jongere zich aan de voorwaarden heeft gehouden, is er strafrechtelijk gezien geen reden om het toezicht te verlengen.25 Overige redenen van beëindiging van toezichten (1%) voor jonge daders van seksueel geweld zijn: tussentijdse opheffing, terugmelding, nader besluit van de rechter of het overlijden van de jongere. Dat deze overige redenen van beëindiging nauwelijks voorkomen komt mogelijk doordat toezichten met tussentijdse wijzigin-gen, maar zonder onderbreking, als een doorlopend toezicht worden gezien.26 Een keer per half jaar wordt opnieuw gewogen door jeugdreclassering of het lopende plan voldoende aansluit bij de dader en of er wijzigingen nodig zijn. In de praktijk blijkt dit door capaciteitsgebrek vaak eens per jaar te gebeuren.27 Als het plan wordt gewijzigd, beïnvloedt dat de duur van het toezicht niet.

In document 2015–2019 (pagina 125-130)