• No results found

Drugssmokkel in het Caribisch gebied

Het Caribisch gebied bestaat uit (ei)landen82 die worden gekenmerkt door nauwe etnische en (voormalige) staatkundige banden met landen in Europa (Engeland, Frankrijk en Nederland) en de Verenigde Staten. De (ei)landen hebben specifieke geografische kenmerken gemeen zoals kustlijnen met inhammen en baaien die moeilijk bewaakt en gecontro-leerd kunnen worden en de nabijheid van drugsproducerende landen in Latijns-Amerika en de Verenigde Staten als de belangrijkste afnemer van drugs ter wereld. Daarmee lenen deze (ei)landen zich voor verschillende soorten van transitcriminaliteit zoals smokkel van drugs, mensen en wapens. Eerst wordt een korte schets gegeven van de soorten drugssmok-kel die in het Caribisch gebied worden aangetroffen.

De smokkel van cocaïne, marihuana en in mindere mate heroïne zijn, wat omvang betreft, het belangrijkste omdat de bronlanden van deze drugs ofwel in het nabijgelegen Latijns-Amerika (cocaïne) liggen of ook deels in het Caribisch gebied zelf (marihuana). Daarnaast vindt – in relatief geringe hoeveelheden – smokkel plaats van synthetische drugs, waarvan de bronlanden zowel in Latijns-Amerika als in Europa liggen. We zien bijvoorbeeld dat er XTC vanuit Europa met bestemming Caribisch gebied of Latijns-Amerika en de Verenigde Staten wordt vervoerd.

5.2.1 Cocaïne

Binnen de belangrijkste hoofdroutes voor vervoer van cocaïne vanuit het noordelijk deel van Zuid-Amerika naar zowel de Verenigde Staten als Europa, vallen op grond van verschillende interviews, drie hoofdstromen te onderscheiden. Tussen de haakjes staan de schattingen vermeld van de Joint Inter Agency TaskForce South (JIATF-S) van de hoeveelheden cocaïne die via deze routes werden getransporteerd in 2005:

1 een westelijke route via Mexico/Centraal Amerika naar de Verenigde Staten (570 megaton);

2 de Caribische route naar de Verenigde Staten (100 megaton);

3 een route naar Europa/Afrika (350 megaton) (deze loopt deels via de Cariben).

De Caribische route valt onder te verdelen in een West-, Centraal- en Oost-Caribische route waarbij St. Maarten binnen de Oost-Oost-Caribische route

82 Tot het vaste land behoren Belize, Frans Guyana, Guyana en Suriname.

WODC_255_14.indd Sec7:82

valt. Landen als Jamaica en Haïti vallen onder respectievelijk de West- en Centraal-Caribische route. St. Maarten valt binnen twee belangrijke trans-portroutes vanuit Latijns-Amerika naar zowel de Verenigde Staten als Europa. De schattingen van de hoeveelheden cocaïne die worden getrans-porteerd over de verschillende routes lopen ver uiteen. Zo zou volgens schattingen van de DEA in Puerto Rico in 2003, 77% van de coca ïne naar de Verenigde Staten zijn vervoerd via de west-corridor (Mexico, vanuit Colom-bia) en ongeveer 20% via de Centraal- of Oost-Caribische route. In 2004 zou echter nog maar 9% van de drugs naar de Verenigde Staten via het Caribisch gebied zijn vervoerd. De beweerde afname van de Caribische drugsstroom naar de VS (van ongeveer 20% in 2003 naar minder dan 10% in 2004) zou deels verklaard worden door opsporingssuccessen op Jamaica en de opera-tie ‘Firewall’, maar ook door een verminderde activiteit en inzet van midde-len door Amerikaanse opsporingsdiensten en de marine in het Caribisch gebied. Als gevolg van de aanslagen van 9/11 heeft een verlegging plaatsge-vonden van opsporingsactiviteiten van het Caribisch gebied naar Mexico. De geregistreerde afname kan – tegen die achtergrond – dus niet verklaard worden als een gevolg van succesvolle interventies door rechtshandhavende instanties, maar als een gevolg van een verminderde opsporingsinspan-ning in het Caribisch gebied. Sterker nog, de verwachting is dat hierdoor het transport van cocaïne via de Cariben weer zal toenemen (vgl. Griffith, 2004: 170).

Een tweede reden voor een verwachte toename van de cocaïnetranspor-ten vanuit het noordelijk deel van Zuid-Amerika, is dat er een verschui-ving heeft plaatsgevonden van de doorvoer van cocaïne. Deze houdt in dat de cocaïne niet rechtstreeks vanuit het productieland Colombia wordt verscheept, maar dat dit vaker via Venezuela loopt. Doordat Vene-zuela dichtbij Curaçao en St. Maarten ligt, hebben de routes VeneVene-zuela- Venezuela-St. Maarten en Venezuela-Curaçao-Venezuela-St. Maarten aan belang gewonnen. Voor de verschuiving van Colombia naar Venezuela zijn twee redenen aan te wijzen: ten eerste een intensivering van de bestrijding van de drugsproductie en -handel binnen Colombia en ten tweede een vermin-derde bestrijding van drugs in Venezuela, die een gevolg zou zijn van de verslechterde politieke relatie tussen Amerika en Venezuela. Venezuela heeft een lange, feitelijk onbewaakte grens met Colombia en drugstrans-porten vanuit Venezuela zullen veelal door het Caribisch gebied gaan, gelet op de ligging van Venezuela (INSCR, 2006). Nadat aanvankelijk sinds begin jaren negentig de prijzen van cocaïne in de Verenigde Staten en Europa niet erg ver uit elkaar lagen, lag de prijs van cocaïne rond 2004 in de Verenigde Staten ongeveer de helft lager dan in Europa.83

Ook het UK threat assessment 2003/2004/2006 wijst op de belangrijke rol van het Caribisch gebied als doorvoergebied voor cocaïne, in het

83 Bron: World Drug Report, 2005.

WODC_255_14.indd Sec7:83

b ijzondere vanuit Jamaica (UNODC, 2005). Cocaïne wordt enerzijds recht-streeks van Zuid-Amerika naar Europa vervoerd (bijvoorbeeld verstopt in de lading of verborgen in containers). Anderzijds wordt cocaïne, en dan in het bijzonder in het Caribisch gebied, op zee overgeladen op andere schepen. Voor bijvoorbeeld de Spaanse kust wordt de lading van het moederschip vervolgens overgezet op kleinere schepen. Spanje en Nederland zijn binnen Europa inmiddels belangrijke invoergebieden geworden van drugs en van cocaïne in het bijzonder (Criminaliteitsbeeldanalyse KLPD, 2004).

Verder wijst het UNODC-rapport (2005) op een toenemend gebruik van zeil-jachten voor de smokkel van cocaïne die uit het Caribisch gebied afkomstig zijn. Het rapport noemt ook de smokkel via rechtstreekse vluchten of via Europese luchthavens uit het Caribisch gebied naar Engeland. Koeriers worden in Engeland of de Cariben gerekruteerd om cocaïne uit het Cari-bisch gebied te halen en om gelden weer terug te brengen. Cocaïne wordt via het Caribisch gebied zowel naar de Verenigde Staten als naar Europa vervoerd. In beide routes speelt St. Maarten een rol, zoals verderop in dit hoofdstuk uiteen wordt gezet (UNODC, 2005). Op de belangrijke rol die de Nederlandse Antillen spelen bij de drugssmokkel in de Cariben wijst recent ook een rapport van de Wereldbank over misdaadtrends in het Caribisch gebied (UNODC/World Bank, 2007). In 2004 zou 60% van alle in beslagge-nomen cocaïne in het Caribisch gebied zijn aangetroffen in de Nederlandse Antillen.

5.2.2 Heroïne

In rapportages van de UNODC (2005) worden Colombia en Mexico als belangrijkste productielanden van heroïne in Latijns-Amerika gezien. Heroïne die wordt getransporteerd via het Caribisch gebied is voorname-lijk afkomstig uit Venezuela en Colombia en heeft als eindbestemming de Verenigde Staten. Afgezet tegen de hoeveelheden cocaïne die vanuit deze landen worden gesmokkeld, valt de hoeveelheid heroïne in relatieve zin in het niet: over 2003 is in totaal 123 kilo aan inbeslagnemingen gerap-porteerd (UNODC, 2005). De opbrengst van een kilo heroïne (groothan-delsprijs) lag in de Verenigde Staten, in 2003, een factor drie hoger dan de prijs van een kilo cocaïne. De prijzen van heroïne in de Verenigde Staten varieerden in de periode van 2000 tot 2003 tussen de 67.000 en 89.000 US dollar per kilo, terwijl de prijs hiervan in Europa in diezelfde periode onge-veer de helft lager lag. We zien hier dus het omgekeerde van de situatie met betrekking tot cocaïne, die in de Verenigde Staten in die periode juist lager ligt dan in Europa. De lagere prijs van heroïne in Europa laat zich verklaren uit aanwezigheid van productielanden als Afghanistan en Iran en toe-gankelijke transportroutes over land naar West-Europa. Niettemin zijn er op grond van de interviews aanwijzingen dat er ook smokkel van heroïne met bestemming Europa plaatsvindt. Naast Mexico en Colombia, wordt Venezuela als een belangrijke doorvoerlocatie gezien.

WODC_255_14.indd Sec7:84

5.2.3 Marihuana

Marihuana (cannabis) is nog steeds de meest verhandelde drug ter wereld. Uit een rapportage over inbeslaggenomen hoeveelheden marihuana blijkt dat minder dan een procent van de inbeslagnemingen is gedaan in het Caribisch gebied. Het betreft in hoofdzaak de smokkel van hen-nep (83 ton) in 200384, waarmee overigens sprake zou zijn van een daling van 25% ten opzichte van voorgaande jaren. Hoewel dit in vergelijking met de wereldhandel een gering aandeel is, vormt het in absolute zin een niet onbelangrijke hoeveelheid.85 Marihuana wordt in de Caribische regio geproduceerd en vervoerd met bestemmingen zowel in de Cariben als daarbuiten, in hoofdzaak de Verenigde Staten. Vooral Jamaica is een belangrijk exporterend land van marihuana.

5.2.4 Synthetische drugs

De productie van amfetamine is geconcentreerd in Zuidoost-Azië, Noord-Amerika en in mindere mate in Europa. XTC wordt voorname-lijk geproduceerd in Europa, waar Nederland en België de belangrijkste productielanden zijn. Productie van XTC vindt ook plaats in enkele Zuid- Amerikaanse landen als Colombia en Suriname, maar in het Caribisch gebied speelt de handel in synthetische drugs afgemeten aan het aantal inbeslagnemingen, nog slechts een geringe rol (in 2003 werd 27 kilo syn-thetische drugs onderschept (UNODC, 2005)). In verschillende rapporten wordt ten aanzien van een deel van de handel die in Latijns-Amerika plaatsvindt of via de Cariben verloopt op de Nederlandse rol daarbij gewe-zen. In de Criminaliteitsbeeldanalyse ‘Latijns-Amerika’ (KLPD, 2004) wordt gesteld dat ondanks de vondst – in 2003 – van een groot XTC-labo-ratorium in Suriname, de meeste XTC die bij koeriers in Latijns-Amerika wordt aangetroffen, afkomstig is uit Nederland en de Verenigde Staten als eindbestemming heeft. Het UNODC-rapport vermeldt dat groeperingen uit de Dominicaanse Republiek betrokken zijn bij het vervoer van XTC vanuit Nederland via het Caribisch gebied naar de VS. Doordat Nederland een belangrijk productieland is van XTC, is het denkbaar dat St. Maarten ook bij de export vanuit Nederland een rol speelt. Een aantal voorbeelden hiervan zien we in paragraaf 5.6

84 Inbeslagnames van hasj-olie in dit gebied bedroegen in totaal 0,2 ton.

85 Ter vergelijking: de inbeslagnemingen in West- en Centraal-Europa bedroegen in die periode 101 ton (2%).

WODC_255_14.indd Sec7:85