• No results found

Criteria voor een adequate rechtshandhaving

6.3 Enkele specifieke economische delicten

8.1.1 Criteria voor een adequate rechtshandhaving

In de wetenschappelijke literatuur over rechtshandhaving zijn criteria genoemd waar, wil er toereikend worden gehandhaafd, aan voldaan moet zijn. Deze criteria zijn:

1 rechtshandhaving dient wettelijk geregeld te zijn én er dient sprake te zijn van een rechtshandhavingsbeleid, waarin visies en doelen zijn geformuleerd;

2 het beschikken over organisaties die opsporing en handhaving als (hoofd- of neven)taken hebben en het waarborgen, respectievelijk rea-liseren van een effectieve samenwerking van diensten om criminaliteit te bestrijden (en te voorkomen);

3 het beschikken over kennis en expertise;

4 het beschikken over een operationele infrastructuur (middelen, mensen en materiaal).

Deze criteria worden kort toegelicht.

1 Het belang van wettelijke regelingen en beleidskaders

Dat er wettelijke regelingen en beleidskader(s) dienen te zijn, spreekt voor zich. De zwaardmacht waarover rechtshandhavers beschikken, dient gegrond te zijn in wet- en regelgeving. Daarmee wordt misbruik en oneigenlijk gebruik van de zwaardmacht voorkomen of ingeperkt. Bekendmaking van wet- en regelgeving is bovendien een manier om de samenleving over wat rechtshandhavers wel en niet mogen, te informe-ren. Ook maakt een wettelijke grondslag het afleggen van verantwoording evidenter.

Rechtshandhavingsbeleid beantwoordt vervolgens de vraag waarop, waarom en met inzet van welke middelen de rechtshandhaving gericht is. Omdat middelen schaars zijn maar (criminaliteits)problemen in essentie niet, dienen keuzes gemaakt te worden. Deze beleidskeuzes dienen trans-parant te zijn. Ook dient het rechtshandhavingsbeleid controleerbaar te zijn voor parlement en samenleving.

2 Organisaties, samenwerking en afstemming

Wetten dienen te worden nageleefd, maar de geschiedenis leert dat daar lang niet altijd sprake van is. Opsporing en handhaving van het recht en wet vereisen daarom gedurige aandacht van overheidswege, welke aan-dacht slechts gegeven kan worden wanneer rechtshandhavers en opspo-ringsfunctionarissen in organisatieverband samenwerken. Alhoewel dit een noodzakelijke voorwaarde voor een toereikende rechtshandhaving is, is evenzeer wezenlijk dat de organisaties strategisch en

operatio-WODC_255_14.indd Sec10:136

neel samenwerken en hun werkzaamheden afstemmen. Immers, in de rechtshandhavingsketen voeren verschillende diensten verschillende taken uit, variërend van diagnose en opsporing tot de tenuitvoerlegging van straffen. Specifiek met betrekking tot georganiseerde criminaliteit vraagt het transnationale karakter van de huidige georganiseerde crimi-naliteit ook een transnationale samenwerking tussen rechtshandhavende instanties.

3 Kennis en expertise

Kennis over aard, omvang en oorzaken van (georganiseerde) criminaliteit is wezenlijk, maar zit vaak in de hoofden van individuen. Wil deze ken-nis (pro)actief gebruikt worden, dan dient hij voor andere ‘crime fighters’ (en controleurs) kenbaar te zijn. Daarin voorziet een infrastructuur van kennis en expertise. Daarbij wordt doorgaans een onderscheid gemaakt tussen fenomeenkennis, strategische en operationele kennis en ken-nisdeling ofwel verspreiding. Fenomeenkennis heeft betrekking op de aard en omvang van diverse vormen van georganiseerde criminaliteit. Strategische en operationele kennis heeft betrekking op informatie over personen, vervoer, locaties, goederen en de wijze waarop deze elemen-ten in het kader van rechtshandhaving kunnen worden benaderd of aangepakt. Kennis moet daarnaast toegankelijk gemaakt worden voor de praktijk, waaronder collega’s. Dit wil zeggen dat een goed ontwikkeld kennisnetwerk (kennisinfrastructuur, kennismanagement en kennisover-dracht) belangrijk is (zie ook De Groot, 2003; Kultifa, 2006). Informatie vormt immers het hart van een opsporingsonderzoek. Uiteindelijk gaat het bij een opsporingsonderzoek om het verzamelen en bewerken van informatie, waar een goede informatieoverdracht essentieel bij is (vgl. De Poot, e.a., 2004: 347). Algemene kennis moet met relevante anderen tijdig gedeeld kunnen worden.108 Mede op grond van informatie uit opsporings-onderzoeken wordt tot besluiten gekomen ten aanzien van beleid en prio-riteiten in de rechtshandhaving én de preventie. Maar kennis is óók nodig om de doelmatigheid en doeltreffendheid van rechtshandhaving later te kunnen vaststellen en te kunnen evalueren.

4 Operationele infrastructuur

De operationele infrastructuur gaat over alle operationele facetten (men-sen, middelen, technologie (ICT) et cetera) die noodzakelijk zijn om de bedrijfsvoering operationeel en effectief te laten zijn. Een belangrijke vraag is of er voldoende middelen, mensen en materiaal aanwezig zijn om noodzakelijk geachte activiteiten te kunnen uitvoeren en om te kun-nen anticiperen op wat er aan criminaliteit op de (ei)landen afkomt. Een recent literatuuroverzicht van Dam (2006) maakt duidelijk dat rechts-handhaving die in de praktijk daadwerkelijk wat voorstelt, niet alleen

108 Bij kennis in de betekenis van ‘criminele inlichtingen’ kan dit anders liggen.

WODC_255_14.indd Sec10:137

wezenlijk is voor het vertrouwen (van derden en de eigen bevolking) in de rechtstaat, maar ook vanuit economische perspectieven belangrijk is.109

Het trekt onder andere (hoogwaardige) investeerders aan.

Een deel van het effect van de rechtshandhaving gaat uit van de pakkans. Controles en handhavend optreden die de pakkans vergroten, hebben daarmee naast het beoogde directe nut, ook een indirecte waarde. De zichtbaarheid van de rechtshandhaving geeft burgers vertrouwen en heeft een preventieve werking. Het draagt bij aan het tegengaan van normver-vaging. Onzichtbaarheid van rechtshandhaving heeft een tegengesteld effect. Naast de pakkans is er een sanctiestelsel benodigd, waar boven-dien een afschrikwekkende werking van uitgaat.110

Om inzicht te krijgen in de op (georganiseerde) criminaliteit gerichte rechtshandhavingsnormen en -activiteiten op St. Maarten, worden deze vier criteria op hoofdlijnen beschreven in relatie tot criminele activiteiten op St. Maarten.

We onderstrepen dat de informatie waarop dit hoofdstuk is gebaseerd doorgaans niet verder reikt dan eind 2006. Gegevensverzameling nam een aanvang medio 2004. De realiteit van de rechtshandhavingspraktijk op St. Maarten en daarbuiten in termen van operationele infrastructuur en samenwerking is frequent onderhevig aan veranderingen, waardoor verificatie zo goed als een continu proces zou moeten zijn.

De vraagstelling die leidend is in dit hoofdstuk kan nu gepreciseerd worden.

Het gaat om de volgende drie vragen:

1 Welke (lokale, nationale en internationale) organisaties zijn actief op St. Maarten en is hun samenwerking bij de rechtshandhaving toerei-kend?

2 Hoe is het gesteld met de kennis en expertise (met betrekking tot geor-ganiseerde criminaliteit) en is deze toereikend?

3 Hoe is het gesteld met de operationele infrastructuur? Concreter: wat zijn de voorzieningen, mensen, middelen en informatie- en controle-mogelijkheden (capaciteit) waarover de verantwoordelijke instanties beschikken en zijn deze toereikend?

109 Kenneth W. Dam, maart 2006, The Judiciary and Economic Development, John M. Olin Law & Economics Working Paper no. 287 (2d series), Chicago. Hij laat zien dat ‘no degree of substantive law improvement – even world ‘best practice’ substantive law – will bring the Rule of Law to a country without effective enforcement’.

110 Williams en Godson (2002) voegen aan deze criteria nog iets toe. Zij stellen dat rechtshandhaving het meest effectief is wanneer ze zo georganiseerd is en over een informatiestructuur beschikt, dat men in staat is om te kunnen anticiperen op: verplaatsingen en veranderingen in de georganiseerde criminaliteit, relaties tussen criminele organisaties en overheidsfunctionarissen en mondiale samenwerkingsrelaties tussen criminele organisaties.

WODC_255_14.indd Sec10:138

8.2 Rechtshandhaving, wettelijke regelingen en beleidskader