• No results found

6.1 Economische groei en financiële criminaliteit

6.2.3 Aard witwassen

Ten aanzien van de herkomst van de witwasgelden onderscheiden wij twee vormen van criminele geldstromen. Op de eerste plaats de geld-stroom die van een misdrijf afkomstig is waarbij het gronddelict op St. Maarten zelf is gepleegd. Op de tweede plaats de stroom misdaadgel-den waarbij het gronddelict buiten de eilanmisdaadgel-den is gepleegd, maar waarbij St. Maarten een rol speelt in het ‘verplaatsen’ van de gelden.

De rol van St. Maarten ten aanzien van zowel de drugshandel als mensen-smokkel, is er een van doorvoerhaven. De daarmee gepaard gaande verdiensten zijn relatief niet hoog. De gemiddelde prijs die voor de aanschaf van een kilo cocaïne in Colombia betaald wordt, is ongeveer 1.000 US dollar. Vervolgens wordt de kilo op St. Maarten doorverkocht voor de buitenlandse handel voor ongeveer 6.500 US dollar. Hiervan zal naar verwachting een aantal tussenhandelaren of facilitators betaald worden. Pas na de verkoop van de kilo op St. Maarten worden er forse marges gerekend.

Opsporingsonderzoeken geven enig inzicht in verdiensten voor mensen die hand- en spandiensten verrichten. Opgemerkt moet worden dat het hier gaat om bedragen die door de verdachten zelf zijn genoemd. Een verdachte die een boot geregeld had voor een transport van cocaïne en heroïne van St. Maarten naar Puerto Rico zegt hiervoor 4.000 US dollar te hebben gekregen. Een lid van de bemanning van een kleine vrachtboot die tussen de St. Maarten en de Amerikaanse Maagdeneilanden heen en weer voer, verklaarde dat men hem per kilo getransporteerde drugs 1.000 US dollar betaalde. In totaal zou hij 50.000 US dollar hebben verdiend. Een inwoner van St. Maarten zou met een go fast een lading drugs op zee oppikken en vandaar naar St. Johns brengen. Voor een lading van 60 kilo zou hij 400 US dollar per kilo betaald krijgen.

Het beeld ziet er anders uit wanneer de drugs van St. Maarten naar Puerto Rico of de VS worden vervoerd. Dán verveelvoudigt de waarde van de drugs (zie hoofdstuk 5). Er dient ook onderscheid gemaakt te worden naar de betalingen aan personen die slechts een kort deel van het transport hebben verzorgd en naar personen die een langer deel verzorgen. Uit een opsporingsonderzoek naar cocaïnetransporten van Curaçao naar St. Maarten én via St. Maarten naar Puerto Rico blijkt uit diverse tapge-sprekken van geldtransporten in de ongekeerde richting (vanaf Puerto Rico al dan niet via St. Maarten naar Curaçao en Colombia). Eveneens was er sprake van geldtransporten uit de VS. Deze organisatie gebruikte voornamelijk vrouwelijke koeriers om geld te transporteren. Begin maart 2004 werd een Curaçaose koerierster aangehouden op het vliegveld van St. Maarten. Ze was op weg naar Curaçao en had bijna 90.000 US dollar bij zich. Haar verdiensten zouden bestaan uit zo’n 4% van het totale bedrag.

WODC_255_14.indd Sec8:109

In een andere zaak werd eind 2005 een drugskoerier op Schiphol aange-houden met een kilo cocaïne in haar bezit. Na enkele dagen werd zij weer heengezonden. Bij de terugvlucht werd ze op St. Maarten gecontroleerd en vond de douane 47.000 euro in haar koffer.

Amerikaanse opsporingsdiensten maken gewag van bedragen van soms wel een miljoen US dollar, die naar St. Maarten zouden worden getrans-porteerd.

Ook uit een aantal aan St. Maarten gerichte rechtshulpverzoeken valt op te maken dat het soms om aanzienlijk grotere bedragen gaat. Uit 2004 en 2006 dateren rechtshulpverzoeken die betrekking hebben op vervoer van drugsgeld met privévliegtuigen van en naar St. Maarten. Het gaat om bedragen tot ruim een miljoen dollar. In een geval zou geld naar St. Maarten zijn gebracht en daar voor een deel bij een bank zijn gestort. St. Maarten diende als transitoplaats voor het smokkelen van een deel van de illegale opbrengsten.

De indruk dat de lokale verdiensten gering zijn, gaat ook op voor het gronddelict mensensmokkel en mensenhandel. De kosten die mensen betalen om gesmokkeld te worden variëren van 600 tot 2.000 US dollar voor mensen vanuit Haïti en de Dominicaanse Republiek. Lokaal wordt in dit geval geld verdiend voor het regelen van vervoer en reis- en verblijfs-documenten. De bedragen die facilitatoren verdienen zijn slechts een fractie van wat vermoedelijk uiteindelijk toekomt aan de handelaren. Op grond van de verschillende interviews die zijn gehouden in het kader van dit onderzoek en andere informatie bestaat de indruk dat St. Maarten een belangrijke rol speelt bij het witwassen van gelden waarbij het grond-delict elders is gepleegd. Uit die informatie komt naar voren dat met name St. Maarten, direct dan wel indirect, een rol speelt in het witwasproces, iets wat mede mogelijk wordt gemaakt door bepaalde omstandigheden op de Bovenwindse Eilanden. De eilanden worden – immers – gekenmerkt door een stabiele financiële dollarmarkt met relatief zwakke controle-mechanismen. Er is sprake van een geringe informatie-uitwisseling op het gebied van financiële criminaliteit tussen de verschillende betrokken diensten op de Antillen en met buitenlandse diensten zijn pas sinds een paar jaar goede contacten opgebouwd op het gebied van dit onderwerp. Daarnaast wordt het relatief aantrekkelijke belastingklimaat genoemd als een moverende reden voor witwassers. Ook worden vragen geplaatst bij de doelmatigheid van de handhaving. Hoewel aan de primaire vereis-ten is voldaan met betrekking tot de wet- en regelgeving, is de mate van handhaving nog gering. Verder wordt gewezen op de goede voorzieningen via de lucht en de zee, waarbij het mogelijk is om ongemerkt cashgeld te verplaatsen. De Bovenwindse Eilanden verkeren voor witwassers in een min of meer ‘ideale’ omstandigheid, dat de eilanden toegangspoort zijn naar andere landen: het Franse gedeelte van St. Maarten, maar ook

WODC_255_14.indd Sec8:110

omringende eilanden, waarnaar het geld doorgeleid kan worden. Er is een goed ontwikkeld bankwezen en de eilanden bieden voldoende facilitators (financiële adviseurs, accountants, advocaten en notarissen), waarvan sommige wellicht bereid zijn witwassers te begeleiden in hun financiële transacties. Een andere gunstige omstandigheid voor witwassers zijn de witwasgevoelige branches zoals reisbureaus, autoverhuurbedrijven, casino’s, hotel- en horecagelegenheden, real estate, en handelsonderne-mingen zoals juweliers. Deze branches zijn gevoelig vanwege de relatief grote hoeveelheden contante transacties die plaatsvinden en vanwege het bieden van financiële service gelijk aan banken of andere financiële instellingen.

6.2.4 (Investerings)gelden met onbekende herkomst

Zoals in paragraaf 6.2 al is aangegeven, wordt in de meeste gevallen de herkomst van het geld dat geïnvesteerd wordt op St. Maarten niet onder-zocht en is daardoor ook niet bekend. Of hier sprake is van witwasgel-den is derhalve evenmin bekend. Vertegenwoordigers van verschillende opsporingsdiensten hebben echter aangegeven vragen te hebben over de herkomst van de gelden van bepaalde investeringen en het bestaans-recht van bepaalde bedrijven. Een bestaans-rechtshulpverzoek maakt melding van grote aantallen kleinere bedragen die op St. Maarten bij een bank worden gestort en van daaruit naar (verdachte) buitenlandse rekeningen worden overgemaakt. Deze stortingen, die in de miljoenen lopen, zijn gemeld aan het MOT.

‘Soms komen mensen gigantische bedragen storten. Zodra je vragen gaat stellen, gaan de bedragen omlaag. Als je daarna nog steeds vragen blijft stellen, gaat de cliënt weg. Cliënten vinden vragen sowieso niet prettig. Maar je merkt wanneer er argwaan is.’ (2006)

‘Het is slechts gissen naar waar het geld voor investeringen op St. Maarten vandaan komt, en hoeveel geld het eiland op komt. Er is geen idee van de herkomst van gelden op het eiland en evenmin van wat er op het eiland wordt verdiend.’ (2006)

‘Er komt veel geld binnen aan de Franse kant en via Anguilla. Pan Americana brengt maandelijks 1,2 miljoen US dollar het land uit. Als bij de douane wordt aangegeven dat het inkomsten van een winkel zijn, dan wordt het doorgelaten.’ (2006)

‘Ik heb geen idee of investeringen witwasinvesteringen zijn. Ik heb er geen bewijzen van. Beelden heb ik er zeker wel bij. De investeerders worden beperkt gescreend door de VNA. Zij bevragen incidenteel de CID. Er wordt weinig informatie gegeven aan de CID, dus kunnen ze

WODC_255_14.indd Sec8:111

ook weinig informatie verschaffen. Ook naar investeerders wordt niet echt onderzoek gedaan. Het is ‘goed’ voor het eiland.’ (2006)