• No results found

Doelen bereikt?

In document Geschilbeslechtingsdelta 2009 (pagina 169-172)

4.4 Patronen in de afloop

5.1.2 Doelen bereikt?

Vervolgens kijken we of de respondenten de gestelde doelen bij het aan-pakken van hun probleem ook hebben bereikt. We concentreren ons daar-bij op het uiteindelijke hoofddoel.

Zoals tabel 62 laat zien, heeft 75,6% van de actieven de hoofddoelstelling volgens de eigen opgave geheel of gedeeltelijk bereikt. Dat percentage is opmerkelijk hoog, gegeven dat volgens de cijfers uit hoofdstuk 4 slechts 63,4% van de betrokkenen een vorm van overeenstemming of een beslis-sing in een officiële procedure heeft weten te realiseren.

In dat verband dient bedacht te worden dat problemen ook anderszins, door een eenzijdige actie van een van de partijen of door een ingreep van een derde, tot een min of meer bevredigend eind kunnen komen. Denk bijvoorbeeld aan een probleem van geluidsoverlast in een huurflat. Zo’n probleem kan in der minne worden geschikt of aan een rechter voorge-legd. Maar het probleem kan zichzelf ook oplossen, wanneer de woning-bouwvereniging de dader op straat zet vanwege een huurachterstand; of wanneer de dader – moe geworden van de vele klachten – de volumeknop voortaan toch maar wat lager zet; of wanneer het slachtoffer verhuist naar een flat wat verderop. Hiertegenover staat dat de beslissing in een officiële procedure niet altijd naar tevredenheid hoeft te zijn en dat de verplich-tingen die voortvloeien uit een overeenkomst of een beslissing niet altijd nagekomen hoeven te worden (zie Eshuis, 2009).

Tabel 62 laat verder zien dat er – ten dele significante – verschillen bestaan tussen de verschillende hoofddoelen. Wanneer een gedragsverandering van de andere partij of excuses zijn beoogd (ad 8 en 13), is de score alles bij-een duidelijk minder gunstig dan wanneer de doelstelling van financiële of materiële aard is (ad 1, 2, 3 en 4) of betrekking heeft op het verbeteren van de woonomstandigheden (ad 7).

Tabel 62 Is de uiteindelijke hoofddoelstelling bereikt? Ja, geheel of deels Nee in % Te vroeg om te zeggen Aantal 1 Een geldbedrag ontvangen van de andere partij 79,0 18,8 2,2 319 2 Kwijtschelding van (deel van) een rekening of vordering 77,1 21,0 1,9 157 3 Vervanging of herstel van een product of dienst 82,9 15,4 1,7 240

4 Verdeling van een boedel 95,2 4,8 0,0 21

5 Omgangsregeling 100,0 0,0 0,0 11

6 Andere arbeidsomstandigheden 72,1 27,9 0,0 68

7 Andere woonomstandigheden 76,9 17,9 5,1 39

8 Gedragsverandering bij de andere partij 60,0 32,6+ 7,4+ 95

9 Voorkomen dat het nog een keer gebeurt 78,8 16,1 5,1 118

10 Voorkomen dat het iemand anders overkomt 53,3 33,3 13,3+ 30 11 Gerechtigheid/eigen rechten bekrachtigen 73,5 25,7 0,7 136 12 Een gunstige beslissing van de overheid(sorganisatie) 68,2 30,3 1,5 66

13 Excuses 62,9 37,1+ 0,0 62

14 Een oordeel over wie schuldig is 50,0 50,0 0,0 10

15 Eigen onschuld bewijzen 78,8 18,2 3,0 33

16 Publiekelijk bekendmaken van de schuldige 33,3 66,7 0,0 3

17 Een verklaring van de andere partij 81,1 18,9 0,0 53

18 Herstel van de relatie met de andere partij 72,1 26,5 1,5 68

19 Iets anders 75,4 19,1 5,5+ 329

Totaal 75,6 21,5 3,0 1.858

+/− Geeft aan dat het percentage volgens een Chi-kwadraattoets op 0,05-niveau significant hoger/lager is dan het gemiddelde van de kolom.

In het verlengde van de voorafgaande hoofdstukken is het ook interes-sant om te bezien of en in hoeverre het bereiken van de hoofddoelstelling varieert met het type probleem en met de achtergrondkenmerken van de betrokkenen, met de aard van de ondernomen actie en met de soort afloop van het geschiloplossingstraject.

De uitsplitsing in tabel 63 geeft aan dat er wat betreft het bereiken van de hoofddoelstelling significante verschillen bestaan naar de soort afloop. In geval van (gehele of gedeeltelijke) overeenstemming rapporteert 89,1% van de betrokkenen de eigen hoofddoelstelling geheel of gedeeltelijk te hebben gerealiseerd, tegen slechts 65,9% wanneer de beslissing in een officiële procedure het eindpunt vormt. Merk op dat ook van degenen die hun actie niet doorzetten maar op enig moment besluiten tot stoppen, nog altijd

56,5% meldt toch de eigen hoofddoelstelling (al was het maar gedeeltelijk) te hebben gerealiseerd. De herkomst van dat hoge percentage is hierboven reeds toegelicht.

Tabel 63 Is de (uiteindelijke) hoofddoelstelling bereikt, naar soort afloop

Ja, geheel of deels Nee

in % Te vroeg om te zeggen Aantal

Totaal 75,6 21,5 3,0 1.858

Overeenstemming 89,1+ 7,6 3,3 1.051

Beslissing als eindpunt 65,9 32,6+ 1,6 129

Stoppen 56,5 40,9+ 2,7 678

+/− Geeft aan dat het percentage volgens een Chi-kwadraattoets op 0,05-niveau significant hoger/ lager is dan het gemiddelde van de kolom.

Wanneer we een stap terug doen in de analyse, komen we bij zelvers en rechtshulpgebruikers. Uit hoofdstuk 4 weten we dat doe-het-zelvers vaker tot overeenstemming komen, terwijl rechtshulpgebruikers het wat vaker op een procedure laten aankomen en iets meer stoppen. Ook in die laatste gevallen slagen de betrokkenen er echter volgens tabel 63 nog betrekkelijk vaak in om hun hoofddoeldoelstelling te bereiken. Al met al zijn de verschillen tussen doe-het-zelvers en rechtshulpgebruikers wat betreft het bereiken van de hoofddoelstelling dan ook gering, zoals tabel 64 laat zien.

Tabel 64 Is de (uiteindelijke) hoofddoelstelling bereikt, naar soort actie

Ja, geheel of deels Nee

in % Te vroeg om te zeggen Aantal

Totaal 75,6 21,5 3,0 1.858

Doe-het-zelvers 75,7 21,8 2,5 857

Rechtshulpgebruikers 75,4 21,2 3,4 1.001

Doen we nog een stap terug in de analyse, dan komen we uit bij het pro-bleemtype en de achtergrondkenmerken van de respondenten. Die ele-menten waren, zoals we in hoofdstuk 3 hebben gezien, mede bepalend voor de keuze van het oplossingstraject. Uiteindelijk kunnen we vaststel-len dat die elementen via de keuze van het oplossingstraject en de afloop ervan geen significante verschillen laten zien wat betreft het bereiken van de hoofddoelstelling. Tabel 65 vat de resultaten samen ten aanzien van het probleemtype.

Tabel 65 Is de (uiteindelijke) hoofddoelstelling bereikt, naar probleemtype

Ja, geheel of deels Neein % Te vroeg om te zeggen Aantal

Totaal 75,6 21,5 3,0 1.858

1 Op/met werk 75,7 22,3 2,0 498

2 Bezit onroerend goed 71,1 26,2 2,7 294

3 Verhuren onroerend goed 76,0 24,0 0,0 25

4 Huren woonruimte e.d. 76,5 20,6 2,9 136

5 Aanschaf product/dienst 80,0 17,4 2,6 466

6 Geld 72,2 22,4 5,4+ 223

7 Relatie en familie 79,5 17,2 3,3 122

8 Kinderen onder 18 73,3 20,0 6,7 30

9 Gezondheid (werk, ongeluk) 69,2 26,9 3,8 26

10 Overig (discrim., laster e.d.) 63,2 31,6 5,3 38

Civielrechtelijk 75,8 21,3 2,9 1.585

Bestuursrechtelijk 74,4 22,3 3,3 273

+/− Geeft aan dat het percentage volgens een Chi-kwadraattoets op 0,05-niveau significant hoger/lager is dan het gemiddelde van de kolom.

Wat betreft de achtergrondkenmerken van de respondenten kan worden gemeld dat vrouwen grosso modo iets slechter blijken te scoren dan man-nen, jongeren en ouderen iets minder dan personen van middelbare leef-tijd, en mensen met een laag inkomen of een lage opleiding iets minder dan degenen met een hoger inkomen of een hogere opleiding. Afgezien van leeftijd zijn de gevonden verschillen echter statistisch niet significant, zo-dat we ze niet in detail rapporteren.

In document Geschilbeslechtingsdelta 2009 (pagina 169-172)