• No results found

Determinanten van het keuzeproces: baten en kosten

In document Geschilbeslechtingsdelta 2003 (pagina 59-62)

2.4 Keuze van de oplossingsstrategie

2.4.3 Determinanten van het keuzeproces: baten en kosten

Om de achterliggende determinanten van de keuze van de oplossingsstrate-gie in kaart te brengen, richten we ons vervolgens op de (verwachte) baten en de kosten van de mogelijke oplossingstrajecten. We bespreken hoe die baten en kosten samenhangen met het probleem in kwestie, met de tarie-ven, bereikbaarheid en toegankelijkheid van rechtshulp en procedures, met de economische en sociaal-psychologische hulpbronnen van de betrokkene en met (de hulpbronnen van) de tegenpartij.

Verwachte baten, het probleem in kwestie

Volgens de rationele-keuzetheorie ondernemen rechtzoekenden alleen actie als ze verwachten daarmee iets te kunnen bereiken. Het doet er daarbij niet toe of het nagestreefde doel materieel dan wel immaterieel van aard is, zolang het maar een waarde voor de betrokkene vertegenwoordigt.23Die

waarde, voorzover mogelijk in geld uitgedrukt, vertelt ons wat de baten zijn van een succesvolle actie. Houden we dan ook nog rekening met de kans die de rechtzoekende zichzelf toedicht om het doel te bereiken, dan hebben we een schatting van de verwachte baten.

Deze verwachte baten zijn sterk afhankelijk van het probleem in kwestie. Naarmate er een hoger financieel belang op het spel staat of het probleem anderszins ernstiger is, zijn de baten hoger. En de geschatte kans om het doel te bereiken is afhankelijk van de juridische status. Zo maakt het bij een burenprobleem rondom geluidsoverlast verschil of de rechtzoekende de dader is die vrijelijk wil kunnen drummen, of het slachtoffer dat ongestoord tv wil kijken.

Tarieven, bereikbaarheid en toegankelijkheid van rechtshulp en officiële procedures

De kosten van het inschakelen van rechtshulp en van officiële procedures kunnen uit tal van componenten bestaan en onderling sterk verschillen. In veel gevallen wordt rechtshulp gratis of tegen een minimale vergoeding verstrekt, bijvoorbeeld op het spreekuur van de Bureaus Rechtshulp of wanneer men lid is van een vakbond of een rechtsbijstandverzekering heeft afgesloten. Heeft de rechtzoekende echter een advocaat nodig, dan zijn de kosten sterk afhankelijk van het inkomen. Binnen het bereik van de Wrb moet een eigen bijdrage worden betaald die varieert met de draagkracht, daarbuiten komt het honorarium volledig voor rekening van de gebruiker. Naast het honorarium van de rechtshulpverlener kunnen er, afhankelijk van de gevolgde oplossingsstrategie, tal van bijkomende kosten zijn. Denk aan telefoon- en portokosten, de onkosten van de raadsman, de kosten van eventuele getuigen en deskundigen, griffierechten voorzover niet in debet gesteld op grond van de geringe draagkracht en dergelijke.

Het kostenplaatje wordt verder niet alleen bepaald door de bedragen die men betalen moet, maar tevens door de moeite die men moet doen om rechtshulp te krijgen. Wat betreft bereikbaarheid is niet alleen de geografi-sche afstand en daarmee de reistijd en de reiskosten van belang, maar ook (een mogelijke beperking van) de telefonische bereikbaarheid en de openingstijden. Een beperkte openingstijd van rechtshulpbureaus bijvoor-beeld kan mensen ervan weerhouden bij deze bureaus aan te kloppen, omdat dat zou dwingen tot het opnemen van vakantiedagen.

Bij toegankelijkheid gaat het om de vraag hoe laagdrempelig de juridische hulpverlening en officiële procedures zijn. Behalve om de financiële last gaat het daarbij om zaken als taalgebruik, wachttijden voordat men wordt geholpen en de duur van procedures. Hoe hoger deze drempels, des te hoger de kosten, qua geld- of tijdsinvestering.

Economische hulpbronnen

Om de betekenis van verwachte baten en kosten in het juiste perspectief te zien, moeten ze worden vergeleken met de economische hulpbronnen van

de rechtzoekende. Op zich kan worden betoogd dat het aanpakken van een probleem waarvoor de verwachte baten groter zijn dan de kosten, voor iedereen interessant is, ongeacht zijn economische positie. Immers, het saldo is positief, zodat aanpakken hoe dan ook tot positieverbetering zou leiden.

Daarbij moeten ten minste twee kanttekeningen worden gemaakt. Ten eerste is, bij overigens gelijke verwachte baten en kosten, het (relatieve) risico groter voor iemand met een lager inkomen. Dat is van belang als er sprake is van risicoaversie, dat wil zeggen: als onzekerheid negatief wordt gewaardeerd. Mensen met een lager inkomen zullen zich dan terughouden-der opstellen als het erom gaat te investeren in een onzekere uitkomst. In de tweede plaats gaat bij het aanpakken van een rechtsprobleem de kost veelal (ver) voor de baat uit. We moeten dan rekening houden met de mogelijkheid dat de minder draagkrachtigen onder de rechtzoekenden over onvoldoende liquide middelen beschikken om de zaak aanhangig te maken. Sociaal-psychologische hulpbronnen

Voor een juist inzicht in de verwachte baten en kosten moeten we ons verder rekenschap geven van de sociaal-psychologische hulpbronnen van de rechtzoekende. Gedacht moet worden aan kenmerken zoals: het bekend zijn met middelen en mogelijkheden om voor eigen belangen op te komen, de attitude hebben om voor eigen belangen op te komen, het beschikken over communicatieve en onderhandelingsvaardigheden, en de omvang van het sociale netwerk (Carlin e.a., 1966). Voor het onderkennen van proble-men, het benaderen van en overleggen met de wederpartij en het inschake-len van rechtshulp zijn bepaalde vaardigheden vereist. Dit impliceert dat een gebrek aan sociaal-psychologische vaardigheden een ernstige drempel kan vormen voor juist die mensen die hulp goed zouden kunnen gebruiken. Wanneer zij zichzelf niet in staat achten om hun probleem voldoende helder over te brengen aan een rechtshulpverlener, en er dus geen baten van deze strategie zijn te verwachten, zullen zij ook niet voor dit traject kiezen. Overigens kan zich ook een omgekeerd effect voordoen. Naarmate de sociaal-psychologische vaardigheden bij de rechtzoekende zelf beter ontwikkeld zijn, of naarmate hij kan terugvallen op een groter sociaal netwerk,24zullen de verwachte baten en kosten van bepaalde oplossings-trajecten gunstiger uitvallen. Iemand die in ruime mate over genoemde vaardigheden beschikt, zal zichzelf eerder in staat achten om als doe-het-zelver een goed resultaat te bereiken dan wanneer hij die sociaal-psychologische hulpbronnen mist. Zo ook zal iemand die zelf al enige kennis van zaken heeft en kan putten uit zijn netwerk, wellicht voor sommige problemen nog wel een beroep (moeten) doen op rechtshulp, maar dan toch kunnen volstaan met een minimale ondersteuning.

Hulpbronnen tegenpartij

De verwachte baten en kosten van de oplossingsstrategie hangen ten slotte samen met (de machtspositie van) de tegenpartij. Galanter (1974) beschrijft dit aan de hand van het onderscheid tussen ‘one-shotters’ en ‘repeat-players’. One-shotters zijn slechts incidenteel en repeat-players regelmatig partij in een gerechtelijke procedure. Burgers zijn in de regel one-shotters, terwijl rechtspersonen zoals bedrijven en overheidsinstellingen veelal repeat-players zijn. De combinatie van een regelmatige toestroom van zaken met financiële en organisatorische vermogens brengt de mogelijkheid met zich mee om gespecialiseerde informatie en deskundigheid op te bouwen en om door schaalvergroting de kosten per zaak te drukken. Bovendien heeft de repeat-player de mogelijkheid om een langetermijnstrategie te voeren; hij zal zich minder snel door risicoaversie van een bepaalde proce-dure laten afhouden als er een kans op verlies is, zolang hij gemiddeld genomen goed scoort. Daar staat overigens wel tegenover dat voor een repeat-player de uitslag in een bepaalde zaak, vanwege precedent-werking, gevolgen kan hebben voor toekomstige gevallen.

Het voorgaande impliceert dat de verwachte baten en kosten van een rechtzoekende burger zullen variëren met de aard van de tegenpartij. Is de tegenpartij een repeat-player die meer hulpbronnen tot zijn beschikking heeft, dan kan dat de verwachting voeden dat er minder kans is om het doel te bereiken en dat de kosten (bijvoorbeeld vanwege langere procedures) hoger zullen uitvallen.

In document Geschilbeslechtingsdelta 2003 (pagina 59-62)