• No results found

Het denken in twee regimenten actualiseert het eschatologisch tegoed in het leven van alle dag

Hoofdstuk 5: Navolging bij Bonhoeffer

6.10 Het denken in twee regimenten actualiseert het eschatologisch tegoed in het leven van alle dag

Luthers denken in twee regimenten doet recht aan de eschatologische spanning tus-sen het ‘nu reeds’ van Christus koningschap en het ‘nog niet’ van de voleindiging en de definitieve onderwerping van de boze machten. Het eschatologische aspect wordt in het hier en nu getrokken en tegelijkertijd blijft er een spanning tussen het nu en de toekomende dingen. Luthers denken in twee regimenten zet zo de theologie en de ethiek midden in het leven.867 Luther heeft zich altijd sterk verzet tegen alle pogin-gen om in eipogin-gen kracht het eschaton te verwerkelijken of te forceren, zoals de Do-persen en de Spiritualisten. Hun dualistische uitweg was hem onmogelijk. Hij zag daarin een vermenging van het geestelijk en het wereldlijk regiment. Niet de mens, maar het Woord zelf legt de eschatologische spanning in de geschiedenis.868 Bij Luther en in de naar hem genoemde belijdenisgeschriften is het eeuwige leven een werkelijkheid die hier en nu geldt. Waar verzoening is, is leven en zaligheid:

hier-namaals en hiernumaals.869 Luther verwachtte de bevrijding van de hele schepping die onder het lijden gebukt gaat. Het echte geheim van wat komen gaat, ligt nog onder de vermomming van het lijden verborgen.870 Tegelijk hoopt hij dat dit Rijk snel zal komen.871 Dat is voor hem de uiteindelijke verwerkelijking van het Rijk van Christus.

Eenzelfde lijn is bij Bonhoeffer terug te vinden: vanuit het Letzte leeft men in het Vorletzte. Het Letzte is de motor om in het Vorletzte tot navolging te komen. De rechtvaardiging van de zondaar is ‘das Letzte’ en gebeurt op het fundament van de liefde van Christus, een grond die buiten de mens zelf ligt.872 Aan deze rechtvaardi-ging gaat het ‘Vorletzte’ vooraf: doen, lijden, gaan, willen, vallen, opstaan, bidden en hopen. De rechtvaardiging is geen resultaat dat bereikt wordt volgens deze me-thode, maar een weg van voorbereiding van iets wat we in Christus al bezitten. Bij Bonhoeffer is er net als bij Luther, maar ook bij Kierkegaard, sprake van gelijktijdig leven met Christus.

867

De ont-eschatologisering leidt tot verwording van Luthers denken in twee regimenten, met als mogelijk gevolg een autonome staatsvorm.

868 Vgl. J.T. Bakker, Eschatologische prediking bij Luther, Kampen 1964, 103.

869 P. Althaus, Die letzten Dinge. Entwurf einer christlichen Eschatologie, Gütersloh 1926, 34: “Auch bei Luther und in den lutherischen Bekenntnisschriften ist das ewige Leben eine gegenwärtige Wirklichkeit. Wo Vergebung der Sünden ist, da ist auch Leben und Seligkeit.”

870 P. Althaus, Die letzten Dinge, 86-87, zegt hier met het oog op Luthers eschatologie: “Aber die ‘Erfüllung’ ist selber wiederum erst Verheißung. Der Sinn der Erfüllung heißt ‘Rechtfer-tigung’, das ist: Friede in der Höhe des Widerstreites. Das Leben ist erschienen, aber für Sterbende. Die neue Menschheit ist da, aber nur in Christus. (...) An Jesus Christus entsteht notwendig Eschatologie. Durch ihn empfängt das Leben Gelöstheit und neue Spannung in eins.”

871

WA 41, 317, 12: “Zu kom dein reich, das ist: hilff, lieber Herr, das der selige tag deiner herrlichen zukunfft bald kome.”

872

180

6.11 Tenslotte

Met voorgaande in elkaar overlopende opmerkingen is getracht een antwoord te formuleren op de probleemstelling: welk zicht geeft Luthers uitleg van de Bergrede op het begrip navolging? Welke gevolgen heeft dit voor het leven van de christen in zijn tijd en hoe te komen tot een actuele receptie van Luthers navolgingsbegrip?

Navolging heeft ook in deze tijd een grote betekenis. Zowel voor degene die navolgt als voor zijn wereld. In de navolging speelt het denken in twee regimenten een grote rol van betekenis. Dat wordt ook duidelijk in de receptie van Luther bij Bonhoeffer, die komt tot een actuele toepassing. Het denken in twee regimenten functioneert als een hermeneutische sleutel en maakt het handelen van de mens mogelijk. De recep-tie van dit denken in twee regimenten door D. Bonhoeffer noem ik een geslaagde poging om navolging weer actuele betekenis te geven. Bonhoeffer benadrukt in de navolging de notie van de gehoorzaamheid. Daar probeerde Bonhoeffer in zijn leven ook gevolg aan te geven. In het boek ‘Dietrich Bonhoeffer, Aanzetten voor een ethiek’ zegt men het als volgt: “De werkelijkheid is van God en Hij vraagt ons om sterk en moedig te zijn, met Hem en voor zijn aangezicht te leven zonder ons achter Hem te verschuilen. Zo wil het leven in het ‘voorlaatste’ wegbereiding voor het ‘laatste’ zijn.”873 De christen moet in deze wereld altijd actueel navolging van Chris-tus gestalte proberen te geven, al behoort hij reeds tot God. Dat onderscheid maakt hem nooit vrij van zijn wereldse taak andere mensen te dienen om Gods wil. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien hoe Bonhoeffer die zaken dus wel apart kan denken, maar nooit los van elkaar kan zien. Daarmee is Bonhoeffer volgens mij de juiste ingang om Luther goed te begrijpen en de toepassing van het denken in twee regimenten goed te doorzien.

Navolgen is leven voor het aangezicht van God en de mensen. Navolging is leven onder de twee regimenten midden in deze gebroken wereld. In deze studie heb ik het grote belang van de theologia crucis ontdekt, zowel bij Luther als bij Bonhoeffer. Leven voor het aangezicht van God en de mensen is leven op de plaats waar Jezus gekruisigd is. In Luthers uitleg van de Bergrede wordt een levenswijze van navol-ging geleerd die de gelovige niet van de wereld vervreemd, maar de mens juist met beide benen in de wereld plaatst. Zo dynamiseert Luther het navolgingsbegrip. Lu-ther verstaat de roep tot navolging als een paradoxaal motief, dat in een dialectische spanning het zichtbare en verborgen karakter van het christelijke leven in de wereld bewaart. Ook hier voluit theologia crucis.

Tevens bevat het aanzetten tot verdere discussie. Duidelijk zal zijn dat ik meen dat Luthers denken in twee regimenten een belangrijke bijdrage kan leveren aan de christelijke ethiek. Luthers twee regimenten veronderstellen ordeningen. En orde-ningen veronderstellen autoriteit. Beiden zijn er ter wille van het leven. Het gaat er niet om dat ordeningen statisch zijn, ze moeten in elke tijd of cultuur getransponeerd kunnen worden. Wie de ordeningen (bijv. gezin, Staat, burgerschap) aantast, roept daarmee de chaos over zich af.

873

G. den Hertog, W. Veen, Dietrich Bonhoeffer, Aanzetten voor een Ethiek, samengesteld, vertaald en ingeleid door Gerard den Hertog en Wilken Veen, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 2012, 26.

181 Het is mij geenszins te doen om een kritiekloze overname van het denken van Lu-ther. Integendeel, Luther kan alleen begrepen worden als hij vanuit zijn eigen tijd verstaan wordt.874 Een goede kennis van zijn tijd en van de omstandigheden is dus van groot belang om een hermeneutische sprong naar onze tijd te maken. Het gaat dus niet om een theologie-van-gisteren, waarbij Luther als alibi gebruikt kan wor-den. Hij heeft dat zelf ook nooit gedaan en zal ook niet als alibi gebruikt willen worden. Het gaat om een theologie en christelijke ethiek die, zoals Bonhoeffer het verwoordt, maar één zorg heeft: Wat betekent het christendom en wat betekent Christus voor ons vandaag.875 Vanzelf komen we dan uit bij de navolging. Luthers denken in twee regimenten geeft aanzetten tot navolging omdat het Christus laat zien als Heer van hemel en aarde. De navolging van Christus is geen leerstuk van genade die van het geloof een systeem maakt en het menselijk gedrag degradeert tot een kwestie van gebod op gebod en regel op regel.

Jezus’ gebod tot navolging, wat betekent dat de mens zijn of haar kruis op zich moet nemen, wil leven nooit vernietigen, maar leven bewaren, sterken, genezen. Het kruis dat tot navolging roept, tot een goed christelijk leven, is tegelijkertijd de dragende grond van dat leven.876 De werkelijkheid van de navolging honoreert zo de uniciteit van Christus.

874

B. Lohse, Luthers Theologie, 19. B.Lohse merkt op: “Bevor Luthers frühe Theologie geschildert werden kann, muß freilich einiges über die kirchlich-theologische Situation in der Zeit um 1500 gesagt werden. Dabei müssen nicht nur die für Luther bedeutsamen Traditionen umrissen werden, sondern es muß auch die Veränderung des kirchlichen und theologischen »Klimas« in der Zeit um 1500 umrissen werden. Nicht zuletzt ist es wichtig, daß Luther in einer Zeit Theologe wurde, die durch den Umbruch von der Scholastik zum Humanismus gekennzeichnet ist. Schließlich muß auch Luthers persönlicher Werdegang umrissen werden, damit sein theologischer Ausgangspunkt deutlich werden kann.”

875

D. Bonhoeffer, Widerstand und Ergebung, 132. “Was mich unablässig bewegt, ist die Frage, was das Christentum oder auch wer Christus heute für uns eigentlich ist.” DBW, 8, S. 402.

876

De theologische samenhang waarin de overtuiging van de navolging als vrucht van het rechtvaardigend geloof tot uiting komt, kan het best worden weergegeven met de volgende uitspraak van Luther (WA 2, 492, 21): “Non iusta faciendo iustus fit, sed factus iustus facit iusta.” (Niet door het doen van het goede worden wij gerechtvaardigd, maar omdat we zijn vrijgesproken kunnen we het goede doen.).

183

Epiloog

Gods woord gordt mensen aan, om zonder te versagen

het smalle pad te gaan en stil het kruis te dragen achter hun Heiland aan.

Gezang 326, vers 2

In het voorwoord is al opgemerkt dat een promotie in de pastorie geschreven een bepaalde eigenheid heeft ten opzichte van een onderzoekspromotie geschreven van-uit een universitaire setting. Het eigene van een promotie geschreven naast het werk in de gemeente is de wisselwerking tussen pastoraat en prediking. Navolging op papier is mooi, maar hoe moet het gestalte krijgen in deze wereld, in de praktijk van de gemeente en in ons persoonlijke leven? Bij het schrijven van deze dissertatie speelden deze vragen een belangrijk rol. Daarom is ook getracht het onderzoek zo leesbaar mogelijk te verwoorden. In deze epiloog wil ik, op grond van het voorgaan-de, een aantal pastorale stellingen poneren die de navolging gestalte willen geven binnen de persoon, de kerk en de samenleving.

- In de navolging gaat het om het momentum, het nu. Ik geloof dat men daadwerkelijk en wel nu tot navolging moet komen. De kerk zoals zij zich thans manifesteert, zal moeten zoeken naar nieuwe wegen om werkelijk haar plaats in te nemen in de samenleving. Ik geloof dat de gemeente veel meer actief moet worden in de zorg om elkaar en anderen. De gemeente moet zich niet naar binnen keren, maar naar buiten. Het gaat dan niet aller-eerst om het begrijpen van de bijbelse boodschap, maar om het horen van de roepstem van Jezus tot navolging. Juist gaandeweg en in actie komend zal men het koninkrijk van God op zich af zien komen. Ik geloof dat de bij-belse boodschap gewoon vertolkt moet worden, want pas vertolkend zal men die boodschap echt verstaan en telkens nieuw verstaan. Vertolken zal misschien veel meer gaan in daden dan in woorden. Ik denk aan dat wat Augustinus zegt: “Predik het evangelie aan de hele wereld en gebruik alleen indien nodig woorden”.

- Een van de zaken die mij in het schrijven van dit proefschrift heeft getrof-fen, is dat Bonhoeffer zegt dat alle relaties over Christus lopen. Christus is degene die tussen alles en allen in staat: tussen mensen en God, tussen men-sen en menmen-sen, tusmen-sen menmen-sen en dieren en tusmen-sen menmen-sen en zaken. Zonder Christus spreekt Bonhoeffer over een grote eenzaamheid en angst. (Hij be-doelt hier niet te zeggen dat iedereen christen moet worden, maar het gaat volgens Bonhoeffer om een bereidheid tot lijden in deze wereld, een zich-zelf durven opofferen.) Wat mij raakte is dat men achter elk mens Christus mag zien, deze gedachte is al bij Luther terug te vinden. Maar ook dat alle