• No results found

Democratie (het volk) Hoe is de bron te definiëren?

schappelijk Politiek

4.5 Collectieve zeggenschapsbronnen

4.5.3 Democratie (het volk) Hoe is de bron te definiëren?

Democratie is de heerschappij van het volk dat zichzelf de wetten stelt (demos is een Griekse term voor volk). In het ideaal van de democratie vallen object en subject van legitimiteit en macht samen. Het volk is object van legitimiteit aangezien het volk of een vertegenwoordiging ervan zelf macht uitoefent dat legitimering behoeft. Het volk is ook subject van legitimiteit aangezien het zelf de machtsuitoefening legitimeert door te stemmen. Het volk is in een democratie object van macht aangezien het volk instructies van de macht dient op te volgen. Het volk is ook subject van macht aangezien het zelf de macht heeft om zich verkiesbaar te stellen, machthebbers te kiezen en weg te stemmen. Interactie tussen subject en object van legitimiteit en macht vindt in de democratie

162 WRR (2009) De menselijke beslisser: over de psychologie van keuze en gedrag, W.L. Tiemeijer, C.A. Thomas en H.M. Prast (red.) Amsterdam: Amsterdam University Press, p. 169.

voortdurend plaats. De kiezers geven een mandaat, dat de marges voor volksvertegenwoordigers om hun plannen te realiseren bepaalt. Vervolgens is het weer aan kiezers om de volksvertegenwoordigers daarvoor te belonen of weg te stemmen.

Hoe leidt de bron tot legitimiteit?

Het legitimerend idee achter de democratie is het samenvallen van object en subject van legitimiteit en normstelling. Maar alleen in directe vormen van democratie is er geen afstand tussen normsteller en normadressaat. In grootschalige, moderne samenlevingen zijn mechanismen als representatie nodig om de democratie werkbaar en bestuurbaar te houden. Dit soort mechanismen vergroten de afstand tot de gereguleerden. Door die afstand zouden volksvertegenwoordigers belangen kunnen afwegen vanuit algemene gezichtspunten. Democratie biedt de meest optimale of stabiele balans tussen zeggenschap van kiesgerechtigde burgers enerzijds en gezag van gekozen bestuurders anderzijds. Democratie staat voor waarden als representativiteit, openbaarheid en transparantie van bestuur, burgerlijke vrijheid, verantwoording en controle in een publieke arena, etc. Democratieën zijn gemiddeld gesproken de meest vreedzame en welvarende samenlevingen.

Het democratisch model verschilt per plaats en tijd en is in veel landen permanent in ontwikkeling. Mark Bovens karakteriseerde de democratische rechtsstaat als een huis in permanente verbouwing.163 Politieke partijen doen nog altijd voorstellen voor nieuwe verbouwingen, maar het is lastig om daar overeenstemming over te bereiken. Bovendien geldt voor wijzigingen van de grondwet dat veelal een gekwalificeerde meerderheid nodig is (in Nederland zelfs in twee opeenvolgende Kamers). Afgezien van de politieke haalbaarheid is het de vraag of de wijzigingen tot een betere werking van de democratie leiden. Het verhogen van de kiesdrempel kan de bestuurbaarheid vergroten in een land met veel kleine politieke partijen. Maar het vormt wel een breuk met het beginsel van evenredige vertegenwoordiging en de cultuur van het ruimte bieden aan minderheden. Het burgerinitiatief is een manier om burgers meer zeggenschap te geven over de politieke agenda. Maar wanneer dat initiatief in strijd is met de agenda van de vertegenwoordigers dan hebben de vertegenwoordigers het laatste woord.

Wanneer verliest de bron aan legitimiteit?

Democratie wordt in veel landen gezien als de krachtigste bron van legitimiteit, maar die bron is niet onuitputtelijk. Kritiek op de democratie is al zo oud als de

163 Bovens, M.A.P. (2003) De digitale republiek. Democratie en rechtsstaat in de

democratie zelf. Zo stond Aristoteles net als veel van zijn tijdgenoten argwanend tegenover de democratie, omdat die snel kon ontaarden in instabiliteit en chaotisch gekrakeel van de menigte (ochlocratie van het Griekse ‘ochlos’ dat onrust of gepeupel betekent). Niet overal slagen democratieën erin om voor vrede, veiligheid en stabiliteit te zorgen. Slecht functionerende democratieën kunnen vatbaar zijn voor meer autoritaire vormen van bestuur. Zo leidde de Weimar-republiek door een gebrek aan onderlinge loyaliteit en vertrouwen tussen de burgerlijke democratische partijen dusdanig tot verdeeldheid en besluiteloosheid dat het de behoefte van veel burgers aan een sterke leider voedde.164

Zeker als er ten tijde van crisis snel belangrijke beslissingen genomen moeten worden, zoals tijdens de kredietcrisis, kunnen collectieve besluitvormings-procedures en uitgebreide parlementaire behandeling onder druk komen. Democratische inspraak, deliberatie en debatten zijn niet alleen tijdrovend, maar vaak ook alleen voor een vaste groep insiders goed te volgen. Door het veelvuldig gebruik van jargon is het democratisch debat hoogdrempelig en minder publiek van karakter.

Een van de hedendaagse critici van de representatieve democratie is de Franse denker Pierre Rosanvallon. De opkomst van de democratie heeft volgens hem historisch gezien zowel een belofte als een probleem met zich mee gebracht: “A promise insofar as democracy reflected the needs of societies founded on the dual imperative of equality and autonomy; and a problem, insofar as these noble ideals were a long way from being realised. (…) The idea of basing the legitimacy of government on election has nearly always gone hand-in-hand with citizen mistrust of the powers-that-be.”165 Democratie is volgens Rosanvallon gebaseerd op een dubbele fictie die steeds minder geloofwaardig is. Ten eerste, dat het deel (de meerderheid) staat voor het geheel (het volk) en ten tweede dat het electorale moment staat voor de hele regeerperiode.166 Een electorale meerderheid is een zeer tijdelijk en veranderlijk gegeven. Interessant is vooral de polariteit die Rosanvallon schetst tussen legitimiteit en vertrouwen.

De kloof tussen legitimiteit en vertrouwen is volgens Rosanvallon zelfs het centrale probleem in de geschiedenis van de democratie: “The history of real

164 Haffner, S. (1940/1996) Duitsland 1939: Jekyll & Hyde, Amsterdam: Mets & Schilt.

165 Rosanvallon, P. (2008) Counter-democracy. Politics in an age of distrust, Vertaling van

La contre-démocratie Cambridge: Cambridge University Press, p. 2.

166 Rosanvallon, P. (2011) Democratic legitimacy. Impartiality, reflexivity, proximity. Vertaling van La légitimité démocratique: Impartialité, reflexivité, proximité (2008) Princeton & Oxford: Princeton University Press, p. 2.

democracies has always involved tension and conflict. Thus legitimacy and trust, which the theory of democratic-representative government had tried to link through the electoral mechanism, are in fact distinct. These two political attributes, which are supposedly fused in the ballot box, are actually different in kind. Legitimacy is a juridical attribute, a strictly procedural fact. It is a pure and incontestable product of voting. Trust is far more complex. It is a sort of ‘invisible institution’.”167 Bij vertrouwen gaat het ook om een morele en substantiële dimensie, zoals integriteit en het algemeen belang. De term onzichtbare instituties verwijst onder meer op reputatie.

4.5.4 Contrademocratie (tegendemocratie)