• No results found

Definities en algemene uitgangspunten

In document Nationale Energieverkenning 2017 (pagina 37-39)

Gevoeligheidsanalyse ontwikkelingen elektriciteitsmarkt

1.4 Definities en algemene uitgangspunten

Aansluiting bij nationale en Europese definities in energiebeleid De NEV sluit zo veel mogelijk aan bij in het nationale of Europese energie- en klimaatbeleid gebruikte definities van energieverbruik, energiebesparing en de emissie van broeikasgassen. Deze definities hebben niet altijd dezelfde afbakening. Relevante ontwikkelingen kunnen daardoor op basis van (meerdere) verschillende definities beschreven worden. Dit doet zich onder meer voor als de energie- besparing en het doelbereik niet-ETS-emissies worden behandeld. Het wordt specifiek vermeld als er af wordt geweken van algemeen toepasbare definities.

Interpretatie “doelbereik”

Voor bepaalde ontwikkelingen in de energiehuishouding en voor het effect van bepaalde beleidsmaatregelen, zijn politieke of maatschap- pelijke doelen afgesproken. In de NEV worden deze ontwikkelingen

beschreven en daarmee wordt inzichtelijk gemaakt in welke mate de doelen worden bereikt, bij de huidige inzichten en gegeven de verschillende onzekerheden. De NEV heeft niet als doel om het energiebeleid te beoordelen, maar geeft een zo feitelijk mogelijke weergave van de meest plausibele ontwikkeling van de energie- huishouding. Dit is gedaan op basis van onder meer de actuele inzichten over het effect van vastgestelde en/of voorgenomen beleidsinstrumenten.

Zoals hierboven beschreven geeft de middenwaarde van een projectie in de NEV de meest plausibele ontwikkeling aan. Op basis van de middenwaarde kan worden gesteld of een doelwaarde waarschijnlijk wel of waarschijnlijk niet zal worden bereikt. De bandbreedte voor de korte termijn (2020) geeft extra inzicht in de mate van waarschijnlijkheid. Het bereiken van een waarde buiten de bandbreedte voor 2020 wordt, bij de gegeven uitgangspunten, als zeer onwaarschijnlijk ingeschat. Zoals eerder aangegeven, moet de bandbreedte voor 2030 als indicatie voor de onzekerheid worden gezien. In deze NEV zal als dat aan de orde is dieper worden ingegaan op de factoren die het zwaarst wegen in een specifieke bandbreedte voor de korte en/of middellange termijn.

De verwachtingen in de NEV omtrent doelbereik kunnen dienen als een basis voor debat en beleidskeuzes. De mogelijke politieke interpretatie van deze verwachtingen en de eventuele gevolgtrek- kingen daaruit vallen buiten de scope van deze studie.

Definities finaal energieverbruik en bruto eindverbruik

In de NEV staat het energieverbruik bij eindverbruikers centraal, wat ook wel het finaal energieverbruik wordt genoemd. Voor het sectorale energieverbruik wordt dit cijfer opgebouwd uit de som van het verbruik van energiedragers voor energiedoeleinden die binnen de sector worden gebruikt. In geval van eigen opwekking van elektriciteit en/ of warmte uit in warmtekrachtkoppeling (wkk) wordt niet de aanvoer van brandstoffen geteld, maar het gebruik van de zelf opgewekte elektriciteit en warmte. Het maakt voor die definitie dus niet uit of de wkk-warmte en elektriciteit door de gebruiker zelf worden opgewekt of van externe leveranciers worden afgenomen. De fossiele grondstoffen (olie, kolen en aardgas) die niet voor energiedoeleinden worden verbruikt, maar met name als grondstof in de chemische industrie, vallen grotendeels buiten het blikveld van het nationale en Europese energiebeleid en worden daarom niet meegenomen.

Naast het finale energieverbruik maakt de NEV ook gebruik van het bruto eindverbruik volgens de Europese definitie. Dit cijfer bestaat uit de optelsom van de sectorale finale energieverbruiken, het verbruik voor het internationale vliegverkeer, het eigen verbruik van elektriciteit bij de productie van elektriciteit en, tot slot, netverliezen en correcties om het verschil tussen de nationale energiebalans en die van Eurostat te overbruggen. Het bruto eindverbruik (Europese Commissie 2009) dient als noemer voor de berekening van het aandeel hernieuwbare energie.

Hiernaast behandelt de NEV ook het primaire energieverbruik. Hierin zijn ook de omzettingsverliezen meegenomen, die met name

bij de elektriciteitsopwekking relevant zijn. Ook het verbruik van fossiele grondstoffen voor niet-energiedoeleinden valt onder het primaire verbruik. Brandstofleveringen aan internationale zee- en luchtvaart (de ‘bunkers’) vallen niet onder het primaire verbruik. Dit neemt niet weg dat deze leveringen omvangrijk zijn en relevant voor de mondiale CO2-emissie, het begrijpen van het hele energiesys- teem en de voorzieningszekerheid. Paragaraaf 5.3 gaat kort in op de omvang van de bunkers en de daaraan gerelateerde CO2-emissies. Gebruik van de meest recente statistiek

Bij het bepalen van toekomstige ontwikkelingen in de energiesector en emissies zijn de gebruikte modellen zoveel mogelijk afgestemd op de meest recente statistieken. In de meeste gevallen is gebruik gemaakt van definitieve cijfers over 2015. Waar mogelijk en relevant is ook gebruik gemaakt van cijfers over 2016. De cijfers voor de realisaties zijn gebaseerd op de cijfers van de Energiebalans (CBS 2017), cijfers van de Nationale rekeningen van het CBS en de emissie- registratie van het RIVM (ER 2017). Waar mogelijk zijn de voorlopige cijfers over 2017 vermeld en beschreven.

Methodiek broeikasgasemissies

Bij het vaststellen van de definities van broeikasgassen die in de NEV worden gebruikt, is uitgegaan van de richtlijnen van het Intergouvernementele Panel over Klimaatverandering (IPCC) uit 2006. Deze richtlijn is ook in de NEV 2016 gehanteerd. Conform de richtlijn van het VN-klimaatverdrag wordt de emissie door internati- onale lucht- en zeevaart niet toegerekend aan de nationale emissie.

Methodiek hernieuwbare energie

De methode voor de berekening van het aandeel hernieuwbare energie in het bruto eindverbruik volgt de Europese richtlijn hernieuwbare energie (Europese Commissie 2009, RVO & CBS 2015). De details en aannames over de onzekerheden rond het aandeel hernieuwbaar worden in paragraaf 3.2.2 verder uitgewerkt. Methodiek correctie voor weersinvloeden

Afwijkingen van de gemiddelde temperatuur in het stookseizoen hebben een forse invloed op het energieverbruik in een jaar, bijvoorbeeld voor de verwarming van huizen. Zon- en windaanbod hebben invloed op de productie van hernieuwbare energie. De NEV 2017 maakt gebruik van actuele voor temperatuur gecorrigeerde waarden van het gerealiseerde energieverbruik, zodat de relevante trends in de energiehuishouding beter zichtbaar worden. De gepresenteerde waarden wijken daardoor in veel gevallen af van de gerapporteerde, ongecorrigeerde statistiek. Uitzonderingen hierop vormen: (1) de historische waarden voor broeikasgasemissies, waarvoor conform internationale (IPCC) normen waarden worden gepresenteerd die niet gecorrigeerd zijn voor variaties in het weer en (2) het aandeel hernieuwbaar, dat wordt gepresenteerd in overeen- stemming met definities uit de EU-richtlijn Hernieuwbare Energie. Dat laatste wil zeggen dat het aanbod van wind- en waterkracht door middel van meerjarige gemiddelden wordt genormaliseerd, maar schommelingen in de beschikbare zonkracht niet. Dit wordt ook niet gedaan bij schommelingen in het finale energieverbruik die door weersinvloeden worden veroorzaakt (Europese Commissie 2009).

Alle projecties gaan uit van de verwachte gemiddelde temperatuur in het betreffende jaar, rekening houdend met de stijgende trend in de temperatuur (KNMI 2015). Met uitzondering van de sectoren gebouwde omgeving (huishoudens en diensten) en landbouw heeft de gemiddelde jaartemperatuur weinig invloed op het eindverbruik van energie. Omdat voor de bepaling van het aandeel hernieuwbaar het ongecorrigeerde eindverbruik wordt gehanteerd, is voor deze indicator de mogelijke afwijking van het energiegebruik in de gebouwde omgeving door schommelingen in de gemiddelde jaartem- peratuur wel als onzekerheid meegenomen.

NEV 2017 gebruikt prijspeil 2016

Alle bedragen in de NEV 2017 worden weergeven volgens het gemiddelde prijspeil in 2016, tenzij anders wordt vermeld. Historische bedragen zijn voor inflatie gecorrigeerd door de Europees geharmoni- seerde inflatiecorrectiemethode (HICP) toe te passen.

In document Nationale Energieverkenning 2017 (pagina 37-39)