• No results found

1.2 Verwarring rondom de businesscase

1.2.2 In het dagelijkse taalgebruik

Deze paragraaf geeft een eerste globale indruk van de verschillende betekenissen die in het dagelijks taalgebruik aan het begrip businesscase worden toegekend. Hierbij worden uit elk van de volgende categorieën telkens enkele artikelen16

samengevat en van een duiding voorzien: 1. Internationale nieuwsbronnen; 2. Landelijke Nederlandse dagbladen; 3. Regionale nieuwsbladen.

Vanwege de Angelsaksische connotatie van het begrip businesscase kijken we eerst naar de betekenis die in internationaal perspectief aan de businesscase wordt toegekend.

Internationaal

Het eerste bericht betreft een Canadees artikel dat aangeeft dat er aantoonbaar bewijs is dat duurzame bouw in steden aan een opmars bezig is17. Zo zijn in de

Canadese stad Ottawa veertien gebouwen geregistreerd volgens het zogenaamde ‘LEED-label’18. Het artikel laat zien dat voor het bouwen volgens deze principes

geen aanvullende prikkels zoals subsidies meer nodig zijn. De meerkosten ten opzichte van traditionele bouw zijn tegenwoordig zeer beperkt, terwijl de rendementen van duurzame bouw inmiddels juist aantoonbaar zijn. Duurzame gebouwen kennen namelijk een aantal private en publieke voordelen, waaronder lager energieverbruik en efficiënter gebruik van drinkwater. Bouwen volgens de nieuwe standaarden wordt in toenemende mate beschouwd als voordelig voor zowel de zakelijke en de private sector als voor het algemeen maatschappelijk belang. Er is daarmee een ‘businesscase’ voor duurzame bouw.

16 Met deze selectie is getracht een zo breed mogelijk geografisch, sectoraal en thematisch gebied te bestrijken. Zoveel mogelijk is gekozen voor recente artikelen die ook daadwerkelijk iets prijs- geven over de functie en inhoud van de businesscase. Nadere analyse van deze en vele andere artikelen (n=244) geschiedt overigens in Hoofdstuk 4.

17 Program to encourage green building on tap at city hall, Ottawa Business Journal, 04-01-2008. 18 Leadership in Energy and Environmental Design.

Een bericht van Bloomberg19 gaat in op de levering van motoren aan de Europese

vliegtuigbouwer Airbus. Uit de context blijkt dat een specifieke leverancier de afgelopen jaren het merendeel van de motoren heeft mogen leveren. De term ‘businesscase’ betreft de vermelding dat de businesscase voor Rolls-Royce, een van de leveranciers, afhangt van het aantal te leveren eenheden en van de rol van het Verenigd Koninkrijk. Dit artikel maakt duidelijk dat de winstgevendheid van de onderneming ook afhangt van de internationale en politieke context, temeer omdat door de grote luchtvaartmaatschappij AirAsia druk is uitgeoefend op de bouwer om het betreffende vliegtuigtype te vernieuwen. De verwijzing naar financiële kengetallen zoals winstgevendheid of rendement is in dit artikel impliciet. De financiële connotatie van de businesscase lijkt bekend te worden verondersteld.

Het bericht van The Japan Times20 naar de mogelijkheden van diepzeeboringen

naar olie en gas maakt die financiële component wel expliciet. Daarbij worden ecologische, technologische en juridische randvoorwaarden en belemmeringen wel benoemd, maar het gebruik van de term ‘businesscase’ valt hier juist expliciet te relateren aan financiële indicatoren. De boodschap van het artikel luidt dat de kasstromen en belastingopbrengsten van een middelgrote mijn een enorm voordeel voor een land zouden kunnen opleveren. Het besluit om op dergelijke wijze olie te winnen kan echter pas genomen worden als men er vertrouwen in heeft dat de hoge investeringen zullen renderen. Daarbij worden niet zozeer de belangen van de oliebedrijven in het betoog genoemd, maar vooral de belangen van de betrokken landen. Dit blijkt uit het volgende citaat: “These are the days you have to take a position, especially as a government”. De term ‘businesscase’ wordt los gezien van andere componenten zoals techniek en milieu. Hieruit kan eveneens geconcludeerd worden dat de financiële argumentatie centraal staat. Het volgende citaat uit het artikel onderstreept deze interpretatie: “IHC21 is the

leading partner in a European Union-funded project called Blue Mining, which began in February and will look at the businesscase and technology for deep-sea mining over the next four years”.

19 AirAsia CEO pushing Airbus to commit to ‘killer’ A330 Upgrade, Bloomberg, 01-07-2014. 20 When will robots start mining the ocean depths?, Japan Times, 24-04-2014.

21 Wereldmarktleider in de bouw van gespecialiseerde schepen voor natte mijnbouw- en bagger- activiteiten.

Een dergelijke financiële benadering zien we ook in een bericht22, waarnaar in de

inleidende paragraaf van dit hoofdstuk al werd verwezen, over de onafhankelijkheid van Schotland. Het betreft een oproep in een open brief van 130 leiders van diverse bedrijven om ‘nee’ te stemmen in het referendum over de onafhankelijkheid van Schotland. De brief waarschuwt dat er te veel onzekerheid is over bijvoorbeeld het toezicht op bedrijven, het belastingstelsel, pensioensystemen en het EU- lidmaatschap van Schotland. Bedrijven zouden succesvoller kunnen zijn binnen het Verenigd Koninkrijk vanwege de economische verbondenheid tussen de Schotse economie en de andere delen van het koninkrijk. In het artikel zijn voor- en tegenstanders van onafhankelijkheid aan het woord. In het artikel staan de mechanismen centraal die ten grondslag liggen aan het welvaartscriterium, zoals directe zeggenschap, investeringen in bepaalde segmenten van de economie en werkgelegenheidsinstrumenten. De businesscase wordt hier gebruikt als een retorisch instrument met een impliciete verwijzing naar een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Het is een manier om de financieel getinte argumenten tegen de onafhankelijkheid op een overtuigende manier onder de aandacht te brengen: “Our conclusion is that the businesscase for independence has not been made”. De term ‘businesscase’ betreft in dit artikel overigens geen geformaliseerd afwegingskader. Dit is wel het geval in het volgende artikel23.

Het Universal-Credit-programma betreft een herziening van het stelsel van sociale zekerheid in het Verenigd Koninkrijk in het algemeen, en voor mensen met een laag inkomen of werkloosheidsuitkering in het bijzonder. Hieronder vallen onder andere inkomensondersteuning, kindertoeslagen en huisvestingsvoorzieningen. Het nieuws betreft hier een mededeling van de toenmalige minister van Arbeid en Pensioen van het Verenigd Koninkrijk (Duncan Smith) dat het strategische deel, The Strategic Businesscase, van het hervormingsprogramma is goedgekeurd door het Britse ministerie van Financiën. Dit houdt ook in dat het programma wordt uitgebreid van kinderloze echtparen tot families. Opvallend is, aldus de verslaggever, dat er onduidelijkheid heeft bestaan over de daadwerkelijke goedkeuring. De hoogst verantwoordelijke ambtenaar ontkende eerder dat de goedkeuring van de businesscase daadwerkelijk had plaatsgevonden. De oppositie zette grote inhoudelijke en politieke vraagtekens bij het programma en voelde zich bovendien door de verwarrende informatievoorziening van de 22 Scottish business leaders say ‘case for independence has not been made’, The Telegraph,

27-08-2014.

23 Iain Duncan Smith: Treasury approved businesscase for universal credit, The Guardian, 09-07-2014.

regering misleid. Wat het gebruik van de businesscase interessant maakt, is dat de besluitvorming en ook de implementatie gefaseerd plaatsvinden en dat er daardoor sprake is van deel-businesscases: “This careful rollout is allowing us to learn as we go along.” In dit kader vermeldt de verantwoordelijke secretaris- generaal dan ook dat bij elke mijlpaal of herijking van het programma het ministerie van Financiën een beslissing te nemen heeft.

Landelijk

Het eerste artikel binnen de categorie ‘landelijk nieuws’ betreft een artikel24

waarvan de essentie is dat de Nederlandse regering heldere investeringsplannen vereiste van de industriële partner Mitsubishi25, voordat tot steun voor de

noodlijdende autofabriek Nedcar kon worden overgegaan. De toenmalige minister van Economische Zaken, minister Brinkhorst, zei tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer dat een solide businesscase een voorwaarde is voor een eventuele overheidsrol. Hij maakte ook duidelijk dat een dergelijke businesscase er op dat moment niet was. Brinkhorst, die hierover werd ondervraagd door toenmalig PvdA-leider Bos, zegde de Kamer wel toe met een brief te komen met daarin een sterkte-zwakteanalyse van de betrokken regio. Aan de hand daarvan zou men bezien wat de overheid kon doen om de economie daar te versterken. Brinkhorst noemde de situatie bij de Limburgse autofabriek, waar ontslag werd aangekondigd voor zo’n duizend werknemers, zorgelijk: “Er is geen uitsluitsel voor de langere termijn’’. Wat precies onder businesscase wordt verstaan in dit verband is niet geheel helder, maar de bewindspersoon lijkt te duiden op een concreet en tastbaar plan waarin de eigenaar aangeeft welke investeringen gedaan zullen worden. Met ‘solide’ lijkt hier ‘gedegen’ bedoeld te worden. Met andere woorden: conform bepaalde, mogelijk onuitgesproken, kwaliteitseisen. Een andere mogelijkheid is dat de betekenis van de businesscase schuilt in bepaalde verwachte investeringsrendementen. Een dergelijke benadering zien we namelijk ook in het volgende artikel.

In een ingezonden stuk26 houdt de auteur een pleidooi om de winning

van schaliegas in Nederland te verbieden. De titel ‘Schaliegas heeft geen businesscase’ verwijst naar het idee om schaliegasproducenten verantwoordelijk te maken voor eventuele vervuiling van grondwaterlagen. Deze lagen worden door 24 Rijk: niet alleen opdraaien voor NedCar, Algemeen Dagblad, 04-04-2006.

25 De toenmalige eigenaar van Nedcar. De enige Nederlandse industriële locatie waar op grote schaal personenauto’s worden gemaakt.

de winning van schaliegas namelijk doorboord, met alle mogelijke gevolgen van dien voor het leefmilieu in het algemeen en de gezondheid van gewassen in het bijzonder. Het artikel stelt dat als de schaliegasbedrijven verplicht zijn de kosten voor sanering en vervolgschades gedurende de komende veertig jaar te dragen, dan de ‘bodem’ onder de businesscase wegvalt. De winning van schaliegas wordt onrendabel als deze saneringskosten niet meer kunnen worden afgewenteld op de overheid. Businesscase en rentabiliteit worden in dit artikel dus aan elkaar gelijkgesteld. Het volgende artikel geeft in grote lijnen eenzelfde betekenis aan de businesscase.

In januari 2013 berichtte dagblad Trouw27 over het Energiefonds Overijssel.

Na een lange aanloopperiode is het fonds28 open voor aanvragers van

investeringskrediet. Halverwege het jaar 2013 moeten de businesscases worden ingeleverd door belanghebbenden. Deze werkwijze vloeit voort uit het convenant energiebesparing, dat een jaar eerder is getekend tussen de provincie en woningbouwcorporaties. De doelstelling van dit convenant is energiebesparing en opwekking van duurzame energie. Het fonds neemt niet hele projecten op zich, maar stelt zich op als medefinancier. De corporaties dienen zelf ook financieel bij te dragen. Daarmee bedient het fonds een segment dat banken vanwege de financiële crisis niet meer durven te bedienen. Verder is € 125 miljoen beschikbaar voor ondernemers in de breedste zin van het woord. Boeren, kleine bedrijven, grotere ondernemingen en (maatschappelijke) instellingen kunnen een aanvraag indienen als ze aan de voorwaarden denken te voldoen. Er is daarnaast € 25 miljoen in kas voor innovatieprojecten. Veertig belangstellenden hebben een businesscase ingezonden waarover een adviescommissie zich zal buigen. Duidelijk wordt dat het hier om een financieringskwestie gaat. Aanvragers moeten een deugdelijke businesscase aanleveren en een solide bedrijfsvoering aantonen. De terugverdientijd van de gevraagde investering in Overijssel moet tussen de drie en vijftien jaar liggen. Het Energiefonds Overijssel investeert maximaal de helft van het gevraagde kapitaal en kiest vooral projecten uit waarop goede rendementen zijn te verwachten. Daarmee komt tevens de definitie van het begrip businesscase aan het licht. Het begrip betreft hier een formeel toetsingskader waarbinnen het criterium rendement een essentieel onderdeel vormt.

27 Provinciaal energiefonds als groene turbo, Trouw, 13-01-2013.

28 Het Energiefonds Overijssel kan participeren, garant staan of leningen verstrekken. Ook andere provincies richtten een dergelijk fonds op.

Lokaal

Een eerste voorbeeld van een lokale businesscase29 betreft een geschil tussen

de gemeenteraad van Dronten en een stichting die verantwoordelijk is voor het functioneren van een nieuw multifunctioneel centrum in het dorp Swifterbant. De stichting had ten behoeve van de gemeentelijke besluitvorming een ‘sluitende’ businesscase moeten maken. Naast de realisatie van fysieke ruimte voor kerkdiensten en de bibliotheek, maakte de bouw van seniorenwoningen deel uit van het plan. “Wij benadrukken dat realisatie van seniorenwoningen en duidelijkheid over maatschappelijke voorzieningen in Swifterbant onze allerhoogste prioriteit heeft”, schrijven enkele raadsfracties. Ze vragen de stichting voor 15 januari 2015 duidelijkheid over de vorderingen te geven. Mocht dat niet gebeuren, dan behoudt de raad zich het recht voor om samen met het college van B en W te kijken naar alternatieven voor de bouw van seniorenwoningen, zo besluiten ze hun brief. In dit artikel is niet geheel duidelijk wat men verstaat onder het begrip businesscase. Mogelijk wordt gedoeld op een bedrijfsplan. De term ‘sluitend’ refereert mogelijk aan een sluitende begroting. Deze betekenis is van toepassing op de reguliere bedrijfsvoering van een non-profitorganisatie waarbij de baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn. Net als in het vorige artikel wordt de businesscase overigens als een formeel toetsingskader beschouwd.

Het tweede lokale voorbeeld30 betreft een geschil tussen een groep ondernemers

en de Drentse gemeente De Wolden. Het gaat om het afblazen van de plannen, stammend uit het jaar 2011, voor de realisatie van een omvangrijk hippisch centrum, het zogenaamde ‘paardendorp’. De vijf initiatiefnemers hadden voornemens om ruim € 350 miljoen te investeren in twee maneges, honderden paardenboxen, twee hotels, een congres- en wellnesscentrum, een overdekt zwembad, vijfhonderd vakantiewoningen en 150 appartementen. Het nieuwsbericht geeft aan dat het economische tij tegenzat, terwijl gemeente De Wolden juist beducht was voor de risico’s. Bovendien zagen verschillende natuurorganisaties zo’n grootschalig park in de landschappelijke omgeving van het dorp Gijsselte niet zitten. Volgens de gemeente, en volgens de rechter aan wie het geschil is voorgelegd, zijn de initiatiefnemers in gebreke gebleven doordat ze de toegezegde gedetailleerde businesscase ter onderbouwing van de plannen niet gepresenteerd hebben. De term ‘businesscase’ verwijst hier, zo lijkt het, naar een bedrijfs- of businessplan.

29 Maak werk van het MFC, De Stentor / Dagblad Flevoland, 24-12-2014. 30 Woldenpark: geen strop, alleen kater, Dagblad van het Noorden, 24-08-2014.

Het derde initiatief31 op lokaal niveau gaat over een innovatielening uit het

Technologische MKB Innovatiefonds Flevoland. De Ontwikkelmaatschappij Flevoland, die het fonds beheert, kende aan een producent van diervoeding een lening van honderdduizend euro toe voor het nieuwe product ‘Hapslik’. Hapslik is een mini-cupcake met een sponsachtige structuur. Bovenin zit een klein gaatje waar een pil, poeder, pasta of druppel in kan: “Een innovatief product, ontstaan uit dierenliefde”, aldus de bedenker. Met deze snack voor honden, katten en paarden kunnen medicijnen worden toegediend zonder dat het dier er erg in heeft. Het idee is in Harderwijk ontstaan. De gedachte is dat met de lening de markt kan worden veroverd. De voorwaarden voor een product om voor subsidie in aanmerking te komen zijn: dat het een nieuw product is, dat het klaar is voor de markt en dat het valt binnen de categorie ‘life sciences’. De lening wordt verder alleen verstrekt als er sprake is van een gezonde businesscase. Wat hier onder businesscase moet worden verstaan is niet geheel duidelijk, maar er lijkt te worden verwezen naar een businessplan waaruit blijkt dat het idee levensvatbaar is.

Het laatste lokale voorbeeld32 is een bericht uit Kampen alwaar het Ikonenmuseum

een eenmalige bijdrage van € 25.000 is toegezegd door de gemeente. Het museum was namelijk eerder in de problemen gekomen door het wegvallen van sponsoren. Hoewel het college van B en W aanvankelijk extra hulp weigerde, conform het vigerende cultuurbeleid, besloot het via een amendement op de begroting toch tot een bijdrage aan de organisatie. Het belangrijkste argument was het belang van het museum voor de stad. Daarbij vond men dat er sprake was van een relatief gering bedrag. Een criticus van de hulpverlening: “Het is zeer sympathiek en we staan best positief tegenover een eenmalig bedrag. Maar ik zou eerst de businesscase uitvoeren om te kijken of het museum zelf voldoende sponsoren en subsidies kan binnenhalen, voor we discussiëren over een eenmalige bijdrage van welk bedrag ook’’. Mogelijk doelt de criticus hier op het uitvoeren van commerciële en op marketing gerichte activiteiten door het museum.

In het regionale nieuws valt in het algemeen overigens op dat ten eerste in het midden wordt gelaten wat men precies onder businesscase verstaat en ten tweede woorden als sluitend, gezond, gedetailleerd of uitvoerbaar aan het begrip worden toegevoegd.

31 Steun voor Harderwijkse dierensnack Hapslik, De Stentor / Veluws dagblad, 25-11-2014. 32 Ikonenmuseum krijgt 25.000 euro van gemeente voor overgangsjaar, De Stentor / Dagblad Flevoland,

14-11-2014.