• No results found

In deze scriptie is onderzocht in hoeverre en op welke manier Lieve Joris in haar literair-journalistieke boeken gebruikmaakt van metajournalistiek. Uit dit onderzoek blijkt dat Joris in haar verhalen metajournalistiek bedrijft, maar dat zij dit op impliciete wijze doet. Ook komen in Joris’ boeken niet alle kenmerken van metajournalistiek, die zijn weergegeven in hoofdstuk twee, even sterk naar voren. Hieronder worden de verschillende manieren waarop Joris metajournalistiek bedrijft op hoofdlijnen behandeld.

Hoewel Lieve Joris dus op impliciete wijze gebruikmaakt van metajournalistiek, sluit zij wel aan bij onderstaande theorieën over dit begrip. Zo haakt Joris in bij het uitgangspunt van reflexive journalism, dat inziet dat het gedrag van journalisten en hun aanwezigheid invloed hebben op de mensen over wie ze schrijven.432 Dit blijkt uit de aandacht die Joris heeft voor de invloed die zij uitoefent op haar verhalen: zij is zich ervan bewust dat haar aanwezigheid effecten heeft op de mensen over wie ze schrijft en dat haar eigen persoonlijkheid op die manier haar verhalen beïnvloedt. Andere momenten waarop Joris aansluit bij reflexive journalism komen voor wanneer ze reflecteert op de algemene journalistieke professie. Dan neemt Joris afstand van het kuddegedrag en de gehaastheid van andere (buitenlandse) journalisten.433 Zo zet Joris zichzelf af tegen de andere journalisten en maakt zij dus succesvol gebruik van boundary-work: het construeren van sociale grenzen tussen verschillende groepen die soortgelijke diensten leveren.434

Daarnaast maakt Lieve Joris gebruik van een aantal kenmerken van metajournalistiek dat David Eason beschrijft. Zo besteedt Joris aandacht aan haar eigen relatie van ‘verslaggever’ tot het verhaal.435 Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in haar reflecties op haar relatie met de mensen over wie ze schrijft, waaruit blijkt dat Joris bevriend raakt met hen, waardoor zij onvermijdelijk invloed op hen uitoefent. Hierdoor heeft Joris’ eigen persoonlijkheid automatisch invloed op haar verhalen. Tegelijkertijd legt Joris, doordat zij zich bewust toont van de manieren waarop zij haar eigen verhalen beïnvloedt, de nadruk op haar eigen rol in het construeren van de werkelijkheid in haar boeken. Ook dit is volgens Eason een manier om metajournalistiek te bedrijven.436

Verder sluit Lieve Joris aan bij een aantal kenmerken van metajournalistiek dat is af te leiden uit Van Dijcks analyse van Joan Didions Slouching towards Bethlehem. Dit is vooral te zien in de openheid die Joris geeft over haar methode. Zo beschrijft zij haar manier van reizen en maakt zij duidelijk op welke manier ze haar informatie verzamelt. Deze informatie verkrijgt Joris onder meer uit gesprekken met de personages in haar boeken. Op die manier maakt Joris dus gebruik van alternatieve nieuwsgaring. Daarnaast maakt Joris gebruik van verschillende vormen van reflectie die door Van Dijck worden beschouwd als manieren om metajournalistiek te bedrijven, zoals reflecties op haar eigen werk, haar werkwijze en de problemen die ze onderweg tegenkomt.437 Hierdoor is Lieve Joris bijvoorbeeld in staat haar twijfels en onzekerheden ten aanzien van haar werkwijze weer te geven.

432 Frank, 442.

433 Ibidem, 441.

434 Bishop, 93.

435 Eason, ‘New Journalism, Metaphor and Culture’, 146.

436 Idem, 146.

79

Daarnaast kunnen in de boeken van Lieve Joris andere vormen van metajournalistiek worden onderscheiden. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan de vertelstrategieën die zij in haar verhalen inzet, waaronder het ik-vertelstandpunt en de eenzijdige focalisatie vanuit ‘Lieve Joris’. Dergelijke punten zijn niet terug te vinden in de bestaande theorieën over metajournalistiek. Toch ben ik van mening dat deze vertelstrategieën kunnen worden beschouwd als manieren om metajournalistiek te bedrijven, omdat Joris hierdoor in staat is te reflecteren op haar eigen rol in het verhaal en op eerdere ervaringen tijdens haar werk. Ook de manier waarop Lieve Joris aandacht besteedt aan haar eigen standplaatsgebondenheid is te bestempelen als een vorm van metajournalistiek, omdat hierdoor duidelijk wordt dat de wijze waarop Joris een ander land beschrijft grotendeels afhankelijk is van haar eigen achtergrond en dat zij niet kan ontkomen aan de heersende ideologieën in haar eigen samenleving. Tot slot kan worden geconcludeerd dat Joris’ reisverhalen niet bijdragen aan ‘discourses of difference’, omdat Lieve Joris zich in haar boeken niet distantieert van anderen met behulp van ‘Othering’-strategieën. Wel laat Joris in haar verhalen regelmatig verschillen tussen zichzelf en anderen zien, maar dit is inherent aan de aard van het reisverhaal.438

Samenvattend kan dus worden gesteld dat Lieve Joris in haar boeken gebruik maakt van metajournalistiek. Dit uit zich voornamelijk in haar openheid over haar methode en de verschillende vormen van reflectie die zij hanteert om aandacht te besteden aan haar eigen relatie tot het verhaal. Uit de narratieve analyse valt te concluderen dat Joris’ gebruik van metajournalistiek een betrouwbare indruk geeft en op die manier sterk bijdraagt aan de waarheidsclaim van haar verhalen.

Er zijn enkele kanttekeningen te plaatsen bij dit onderzoek. Allereerst is het tijdsbestek van dit onderzoek beperkt. Hierdoor heb ik ervoor gekozen niet het gehele oeuvre van Lieve Joris te analyseren, maar om een selectie te maken uit haar werk. Uiteindelijk heb ik een vijftal boeken geanalyseerd op Joris’ gebruik van metajournalistiek. Deze nadruk op metajournalistiek leidt direct tot een tweede beperking van dit onderzoek, die tegelijkertijd heel waardevol is gebleken. Aan de ene kant heeft dit onderzoek een duidelijke focus, maar aan de andere kant is het hierdoor onvermijdelijk dat sommige aspecten in het werk van Lieve Joris minder aandacht hebben gekregen.

Een suggestie voor vervolgonderzoek zou daarom kunnen zijn de nadruk niet te leggen op één enkel aspect als metajournalistiek, maar om Joris’ werk in bredere zin te onderzoeken. Verder kan het interessant zijn om Joris’ gebruik van metajournalistiek te vergelijken met dat van andere reisschrijvers of literair journalisten. Op die manier zou het concept metajournalistiek beter kunnen worden uitgewerkt en eindelijk de aandacht krijgen die het naar mijn mening verdient. Een andere suggestie voor vervolgonderzoek is om het gehele oeuvre van Lieve Joris te bespreken. Dan zou er bijvoorbeeld kunnen worden onderzocht of haar gebruik van metajournalistiek een ontwikkeling doormaakt.

Al met al kan worden geconcludeerd dat Lieve Joris in haar boeken veelvuldig - maar impliciet – gebruik maakt van metajournalistiek. Een mogelijke reden hiervoor is dat het gebruik van metajournalistiek kan bijdragen aan de waarheidsclaim van Joris’ verhalen. Ook zou een meer persoonlijke reden ten grondslag kunnen liggen aan Joris’ gebruik van metajournalistiek. In interviews geeft Joris immers aan dat ze, net als de meeste van haar personages, tussen twee werelden leeft. Om hiermee om te kunnen gaan, moet ze naar eigen zeggen regelmatig stilstaan bij wat ze aan het doen is.439 Wellicht helpt het gebruik van metajournalistiek haar daarbij, omdat Joris hierdoor

438 Thompson, 133.

80

regelmatig moet nadenken over haar werk, de bijbehorende levenswijze en haar motivatie voor dit leven. Op die manier kan de wijze waarop Lieve Joris metajournalistiek bedrijft haar helpen te onthouden waarom ze zich altijd met één voet in het buitenland bevindt.

81

Bibliografie

Primaire literatuur

Joris, Lieve. Terug naar Kongo. 13e druk. Amsterdam: Maarten Muntinga bv, 1997. 1e druk: 1987.

Joris, Lieve. De melancholieke revolutie. 3e druk. Amsterdam: Meulenhoff Nederland bv, 1991. 1e druk: 1990.

Joris, Lieve. De poorten van Damascus. 10e druk. Amsterdam: Maarten Muntinga bv, 1998. 1e druk: 1993.

Joris, Lieve. Dans van de luipaard. 4e druk. Amsterdam: J.M. Meulenhoff bv, 2001. 1e druk: 2001.

Joris, Lieve. De hoogvlaktes. Amsterdam: Augustus, 2008.

Secundaire literatuur

Aucoin, James L. ‘Epistemic Responsibility and Narrative Theory. The Literary Journalism of Ryszard Kapuscinski.’ Journalism. Theory, practice and criticism 2 (2001): 5-21.

Bishop, Ronald. ‘From behind the Walls: Boundary Work by News Organizations in Their Coverage of Princess Diana’s Death.’ Journal of Communication Inquiry 23 (1999) 1: 90- 112.

Brillenburg Wurth, Kiene en Ann Rigney, eds. Het leven van teksten. Een inleiding tot de

literatuurwetenschap. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2006.

Boven, Erica van en Gillis Dorleijn. Literair Mechaniek. 2e druk. Bussum: Countinho, 2003.

Boynton, Robert S, ed. The New New Journalism. New York: Vintage Books, 2005. Boynton, Robert S. ‘The Roots of the New New Journalism.’ The Chronicle of Higher

Education (2005), geraadpleegd op 3 september 2012. Beschikbaar via

http://www.robertboynton.com/articleDisplay.php?article_id=1515.

Brouwers, Ton. ‘Lieve Joris.’ Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur. Eds. Ad Zuiderent, Hugo Brems en Tom van Deel. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1997.

Ceelen, Han en Jeroen van Bergeijk. Meer dan de feiten. Gesprekken met auteurs van

literaire non-fictie. Amsterdam: Atlas, 2007.

Christophe, Ayad. ‘Tintouin au Congo.’ Libération, 24 mei 2007. Geraadpleegd op 7 november 2012. Beschikbaar via:

82

Cocking, Ben. ‘Travel Journalism. Europe imagining the Middle East.’ Journalism Studies 10 (2009) 1: 54-68.

Dijck, Jose van. ‘Cultuurkritiek en journalistiek. De discursieve strategie van new journalism.’ Feit en Fictie 2 (1994) 1: 66-78.

Eason, David. ‘New Journalism, Metaphor and Culture.’ Journal of Popular Culture 15 (1982) 4: 142-149.

Eason, David. ‘The New Journalism and the Image-World.’ Literary Journalism in the

Twentieth Century. Norman Sims, ed. New York: Oxford University Press, 1990: 191-

205.

Edwards, Justin D. en Rune Graulund, eds. Postcolonial travel writing: critical

explorations. Basingstoke: Palgrave Macmillan, 2011.

Exter, Rik van en Annelies Pauw. Tussen literatuur en journalistiek. Culemborg: Phaedon, 1994.

Frank, Russell. ‘These crowded circumstances. When pack journalists bash pack journalism.’ Journalism 4 (2003) 4: 441-458.

Frus, Phyllis. The politics and poetics of journalistic narrative: the timely and the

timeliness. Cambridge: Cambridge University Press, 1994.

Fu rsich, Elfriede en Anandam P. Kavoori. ‘Mapping a critical framework for the study of travel journalism.’ International Journal of Cultural Studies 4 (2001) 2: 149-171.

Fussell, Paul. Abroad: British Literary Traveling between the Wars. Oxford: Oxford University Press, 1980.

Goeman, Eric. ‘De droom is gebarsten: interview met Lieve Joris over Syrie .’ Politiek en

cultuur 53 (1993) 5: 52-55.

Hartsock, John C. A history of American literary journalism: the emergence of a modern

narrative form. Amherst: University of Massachusetts Press, 2000.

Hanusch, Folker. ‘The dimensions of travel journalism. Exploring new fields for journalism research beyond the news.’ Journalism Studies 11 (2010) 1: 68-82. Herman, Luc en Ben Vervaeck. Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse. 3e druk. Nijmegen: Vantilt, 2005.

Hollak, Rosan. ‘Journalistiek die verder gaat waar het krantenartikel stopt.’ NRC

Handelsblad, 3 april 2012, p.32-33.

Holland, Patrick en Graham Huggan. Tourists with Typewriters. Critical Reflections on

83

Kerrane, Kevin en Ben Yagoda, eds. The art of fact. A historical anthology of literary

Journalism. New York: Simon & Schuster, 1997.

Kramer, Mark en Norman Sims. Literary journalism: a new collection of the best American

Nonfiction. New York: Ballantine Books, 1995.

Lehman, Daniel W. Matters of Fact. Reading Nonfiction over the Edge. Columbus: Ohio State University, 1997.

Meijer, Maaike. In tekst gevat. Inleiding tot een kritiek van representatie. Amsterdam: Amsterdam University Press, 1996.

Mills, Sara. Discourses of Difference. An Analysis of Women’s Travel Writing and

Colonialism. London: Routledge, 1991.

Mills, Sara. Discourse. London: Routledge, 1997.

Moroz, Grzegorz en Jolante Sztachelska. Metamorphoses of Travel Writing. Across

Theories, Genres, Centuries and Literary Tradition. Newcastle: Cambridge Scholarrs

Publishing, 2010.

Osstyn, Karel. ‘Lieve Joris. Literatuur of journalistiek.’ Ons Erfdeel 34 (1991) 2: 213-219. Roggenkamp, Karen. Narrating the News. New Journalism and Literary Genre in Late

Nineteenth-Century American Newspapers and Fiction. Kent: The Kent State University

Press, 2005.

Rotenstreich, Hinde. ‘Reisjournaliste Lieve Joris: “Ik heb het gezien en dat zeg ik ook”.’

De journalistieke verbeelding. Eds. Piet Hagen, Lieneke van Schaardenburg en Aleid

Truijens. Utrecht: Veen, 1986: 33-39.

Siegel, Kristi, ed. Issues in Travel Writing. Empire, Spectacle, and Displacement. New York: Peter Lang Publishing, 2002: 1-8.

Sims, Norman. True stories: a century of literary journalism. Evanston: Northwestern University Press, 2007.

Thompson, Carl. Travel Writing. Abingdon: Routledge, 2011.

Toolan, Michael. Narrative. A critical linguistic introduction. Londen: Routledge, 2001. Youngs, Tim en Peter Hulme, (eds). The Cambridge Companion to Travel Writing. Cambridge: University Press, 2002.