• No results found

Codering van interview Bert Poortman, buurtbewoner

Tijdelijke functies Buurteffecten Reikwijdte Formele participatievorm 1. we hebben kunnen ervaren hoe het is

om andere gebruikers in het complex te hebben. Met alle consequenties voor geluid, verkeer, voetgangers en fietsers.

2. Er zijn toch wel 5 á 6 mensen die er echt last van hebben.

3. Niemand wil ook nog bij een

horecagelegenheid wonen, dus het is een gespannen situatie om dat hier te combineren met tijdelijk gebruik. Al stad moet je daar gevoelig voor zijn, in de binnenstad zijn we daar minder gevoelig voor. Maar de balans vinden, dat is lastig. De behoefte van de binnenstad is veranderd, en die verandering merken wij hier ook.

Participatieladder Eigen

initiatief Uitnodiging Actieve participatie

Interview met buurtbewoner: Bert

Poortman

1. Iets wat past bij wat we als buurt aankunnen, en als stad willen. Nou dat is al best wel lastig als je praat over wat we als buurt aankunnen.

2. De noordelijke binnenstad, en de buurt hier specifiek dat wordt meer als het woongedeelte omschreven waarbij

ondersteunende functies mogelijk zijn.

3. Toen was besloten een tijdelijke beheerder aan te stellen met de opdracht: ‘laat zo veel en gevarieerd mogelijk gebruik maken van dit complex.’ Toen werden er vergunningen aangevraagd, een tijdelijk bestemmingsplan is gekomen, voor de horeca een

horecavergunning.

4. De tijdelijke beheerder die hier is, dat is ook een bijzondere partij, die doet dit allemaal voor het eerst maar verkoopt zichtzelf als ervaren partij.

5. Tijdelijke functies geven ons aan dat er veranderingen kunnen in de wijk, en daarom zijn wij er zo blij mee. Het laat zien wat er mogelijk is.

1. We zien ook dat

veranderingstrajecten veel weerstand oproept, en een zekere angst over wat het gaat worden.

2. Wij hadden de gemeente ook al met ons mee, daar kennen we behoorlijk wat mensen en we zijn ook

gesubsidieerd. De gemeente vindt het allemaal ongelofelijk leuk dat ze er niet over hoeven na te denken wat een buurt ervan vindt. Het was zo een inkoppertje zodat het RVB en de gemeente gingen praten over tijdelijk beheer van het gebouw en complex.

3. The Village heeft het anderhalf jaar volgehouden hier, daar hebben een aantal bewoners bezwaar tegen gemaakt.

4. Ze hebben een historie hier in de wijk, 8 jaar geleden maakte ze ook tegen een hoop dingen al bezwaar. Het zijn notoire bezwaarmakers. Ze gaan er met volop tegengas in, en dat is een houding die mij niet zo goed aanstaat.

5. Ze worden niet serieus genomen. Ze zijn vervelend omdat ze tot aan de raad van state zijn doorgegaan. Wij hebben precies de andere insteek, we proberen mee te bewegen.

1. Wij hebben dus als buurt geïnitieerd dat er tijdelijk gebruik in de gevangenis moest komen, daar zat het RVB niet op te wachten. 2. Maar ze hebben twee jaar geleden het contact niet gestart door de tijdelijke gebruikers niet serieus te nemen. Als ze vanaf het begin aan het contact aan waren gegaan, dan hadden ze een hoop meer kunnen bereiken.

- 1. In 2013 zijn we op initiatief van Suzan begonnen met Stadsdorp Wolvenburg. Wij proberen ons op een positieve manier in te zetten op de verandering die in de gevangenis plaatsvindt.

2. Toen hebben we een buurtmaaltijd gehouden en een rondleiding gegeven aan de hele buurt.

3. Wij zagen toen het gras al door de straatstenen komen, en de zonwering verwaaide en het gebouw begon een beetje te vervallen dus. … Dus wij hadden toen gelijk al de inzet van ‘doe er iets mee!’, we hebben

gebrainstormd, een enquête gehouden, met allemaal potentiële kandidaten hebben we een avond voor de hele buurt gehouden. En dat is allemaal in 2014 geweest in de aanloop naar tijdelijk beheer.

Verkoopprocedure Houding van overheden

Het Rijk Gemeente Utrecht

Interview met buurtbewoner: Bert

Poortman

1. Bij de eerste is het nog van justitie, maar het is al leeg. Wat kunnen we met een leeg gebouw terwijl justitie het nog heeft? Daar kunnen we op zijn minst over nadenken.

2. In de tweede fase heeft justitie het gebouw aan het RVB gegeven en moet her RVB de verkoop nog voorbereiden. Het RVB doet dat zorgvuldig, dus dat duurt geen maanden, maar jaren. Dus het kan zo jaren leeg staan voordat er iets mee gebeurt.

3. De onderhandelingen met de gemeente zijn nu in de afrondende fase. Daarna gaat het naar de gemeenteraad, dan komen er informatiebijeenkomsten, onderhandelingen met het Rijk. Dus wie weet gaat het medio volgend jaar in de verkoop. Maar er zijn natuurlijk ook vakanties en de wisselingen van de gemeenteraad, dat zorgt dat alle uitloopt. Dus wij verwachten ook wel dat dit nog jaren kan gaan duren. Dan wordt natuurlijk het bestemmingsplan ook nog vastgesteld, en dat duurt ook weer erg lang. Dan kan daar tegenin gegaan worden en het tot de raad van state uitgespeeld worden. … Dus tegen de tijd dat alles rond is, dan is het 2023. Dan wordt het verbouwd en daarna pas definitief gebruik.

4. Als het verkocht is, houdt de nieuwe eigenaar dan ook de tijdelijke gebruikers die er nu in zitten? In de leegstandswet is geregeld dat het tijdelijk gebruik maximaal 10 jaar er mag zitten, dus hij heeft tot 2025. … . De eigenaar kan dan bepalen of die voor de periode ook nog tijdelijk gebruik wil. Het is echt 8 á 9 jaar.

1. Het Rijk is eigenlijk best wel duidelijk. De koper van het gebouw mag hier nu niets anders dan een gevangenis in bouwen, want dat staat het bestemmingsplan ook alleen toe.

2. ‘dan is het misschien handig voordat we het verkopen, dat er gekeken wordt wat hier wel en niet in kan allemaal.’ Dat kan de verkoopprocedure misschien wel versnellen omdat de koper dan ook inziet wat je met het gebouw kunt door et tijdelijk gebruik wat er al in zit.

3. Maar dat hield op toen medio 2014 het werd verboden door het RVB. Die vond het niet goed dat justitie iedereen naar binnen liet. De belangrijkste reden was dat bepaalde partijen meer voorkennis zouden hebben dan andere bij de verkoop.

4. Met het RVB hebben we bijna geen contact gehad, die hebben bewaakt & bewoond hier neergezet om het tijdelijk gebruik te operationaliseren.

1. De gemeente vindt het allemaal ongelofelijk leuk dat ze er niet over hoeven na te denken wat een buurt ervan vindt.