• No results found

Certificatie en keuringsinstelling

Onlangs is de wettelijke grondslag voor de certificatieschema's voor asbest (onder andere SC530 voor saneren en SC540 voor inventariseren) opgenomen in de Arbowet- en regelgeving en hebben de Certificatie- en Keuringsinstellingen (CKI's) een meer toezichthoudende taak gekregen. Voorheen werd van CKI's verwacht uitsluitend via een private overeenkomst de conformiteit te toetsen van de

betreffende schema's. Op dit moment wordt er door de overheid van de CKI's een belangrijke rol verwacht in het vervullen van een publieke taak als toezichthouder. De overeenkomst met de certificaathouders is echter nog steeds een private. De rol van semi-publieke handhaver in een concurrerend werkveld roept een aantal vragen op.

Uit het door de Inspectie SZW uitgevoerde onderzoek5 naar het functioneren van certificatie blijkt onder andere dat er bijzonder veel afwijkingen van het certificatieschema SC540 door de CKI's niet worden waargenomen. Daarnaast blijkt dat de sancties op de wel waargenomen afwijkingen niet conform de regelingen worden toegekend. Het is aannemelijk te maken dat de concurrentiedruk ervoor zorgt dat de klant (de certificaathouder) niet (te) veel wordt 'benadeeld' en daardoor naar een concurrent overstapt. Op dit moment lijkt er een groot hiaat te zijn tussen de verwachtingen die de overheid heeft van de CKI's en de invulling die de CKI's daaraan geven of kunnen geven in deze positie. Overigens geeft elk van de CKI's een andere invulling aan die verwachting.

Uit het onderzoek van de Inspectie SZW is naar voren gekomen dat er een groot gebrek is aan kennis en vaardigheden van enkele van de auditoren en de bereidheid van de certificatie-instelling om de kwaliteit van de certificaathouder processen/bedrijven op een hoger niveau te brengen.

Enkele CKI's gaan zelfs verder door hun nieuw verworven positie in negatieve zin te gebruiken door klachten over hun certificaathoudende klanten, ook klachten van Inspectie SZW, niet serieus te nemen. Zij werken niet mee aan het afdwingen van de naleving van de regelgeving, zoals van een toezichthouder moet worden verwacht, maar beschermen hun klant en daarmee hun commerciële positie.

Het is gebleken dat CKI's concept-toetslijsten (van Ascert), die vanwege de achterblijvende kwaliteit niet door SZW zijn geaccepteerd, gebruiken bij hun controles van certificaathouders en niet de via

wetgeving verplichte bijlage H van resp. SC540 en SC530. Deze toetslijsten wijken af van bijlage H in de volgende opzichten:

- minder harde formuleringen;

- teksten samengevoegd (waardoor er minder afwijkingen kunnen ontstaan); - sanctionering aangepast.

Doordat er verschillende andere (mildere) toetslijsten dan bijlage H worden gebruikt, worden er minder afwijkingen genoteerd en/of met lichtere consequenties, steeds in het belang van de klanten en de concurrentiepositie.

De toetslijsten uit SC530 en SC540 (bijlagen H) komen, net als het certificatieschema zelf, mede tot stand via overleg door Ascert met de branche. Hierin worden uiteraard de belangen van de in het overleg betrokken partijen meegenomen. De uitkomst is dus afhankelijk van de (door Ascert) betrokken partijen. Als andere belanghebbende partijen niet betrokken zijn, kunnen zij dus ook geen invloed uitoefenen op de inhoud van deze wetgeving. Hier wordt in het hoofdstuk 'Ascert' verder op ingegaan, om zodoende te duiden dat de maatschappij (als grootste belanghebbende) niet evenwichtig in die overleggen is vertegenwoordigd.

De toetslijst is door de CKI’s aanzienlijk milder gemaakt richting de certificaathouders, zodat het aantal afwijkingen en het aantal sancties op een onaanvaardbare wijze en bovendien in strijd met de wens van de wetgever omlaag gaat.

Door de hiervoor genoemde concept-toetslijst is een tweedeling ontstaan in het overleg met Ascert. Ascert is hiervan op de hoogte gesteld, maar heeft hier niet op willen acteren. Resultaat hiervan is dat Ascert niet langer een door de gehele branche gedragen standpunt in zijn regelingen opneemt maar de standpunten van een geselecteerde groep die zijn mening kennelijk belangrijker acht dan de mening van de gehele branche.

De concept-toetslijsten zijn door de wel betrokken CKI’s aanzienlijk milder gemaakt richting de

certificaathouders, zodat het aantal afwijkingen en het aantal sancties op een onaanvaardbare wijze en bovendien in strijd met de wens van de wetgever omlaag gaat. Gezien het feit dat precies deze

partijen, blijkens de voornoemde onderzoeken van de Inspectie SZW, toch al nauwelijks afwijkingen aantroffen, is een duidelijk signaal: een deel van de CKI's wenst niet als handhaver te functioneren. Dat zij met deze keuzes het democratisch overleg ondermijnen en de keten verzwakken is een bijzonder kwalijke en zorgelijke ontwikkeling.

Er zijn tot nu toe nog geen signalen dat de minister (c.q. Inspectie SZW-beleid) de niet-presterende CKI's zal aanspreken of zelfs zal overgaan tot het intrekken van de aanwijzingen. Als het niet presteren niet grondig wordt gecorrigeerd dan wordt het tenslotte geaccepteerd en gelegitimeerd. De

werkzaamheden van deze partijen zijn daarmee grotendeels overbodig en nodeloos kostenverhogend. En gezien het feit dat een deel van het malverserende gedrag van de certificaathouders nu alleen door de CKI's gecorrigeerd kan worden, wordt een bijzonder ongewenste situatie in stand gehouden. De minister zal dus wel moeten gaan ingrijpen, een en ander op basis van artikel 1.5a tot en met 1.5e van het Arbobesluit.

De eerder genoemde toetslijsten (bijlagen H uit SC530 en SC540) zijn omvangrijk, maar niet volledig en dekken niet volledig de bovenliggende schema's af. Niet alle afwijkingen van het schema kunnen dus als afwijking worden gesanctioneerd. Hierdoor is een auditor beperkt in zijn mogelijkheden om misstanden aan te pakken.

Wat in het werkveld door bijvoorbeeld auditoren wordt ervaren is dat toezichthouders, zoals gemeenten of Inspectie SZW een andere, lees: afwijkende mening met betrekking tot afwijkingen hebben. Daar komt bij dat er tussen gemeenten en individuen onderling ook verschillende standpunten worden

ingenomen. Er zijn zelfs verschillen in standpunten van inspecteurs. Dat zal de helderheid bij de auditoren niet ten goede komen.

Oplossingsrichtingen:

 Zorg dat er geen commerciële relatie is tussen CKI en certificaathouder.

 Zorg dat de kwaliteit van auditors inhoudelijk op niveau komt.

 Dwing af dat CKI's niet vrijblijvend kunnen wanpresteren.

 Dwing af bij Ascert dat alle partijen evenwichtig zijn vertegenwoordigd.

 Dwing af bij Ascert dat alle partijen een even zware stem hebben.

 Trek aanwijzingen in van aantoonbaar wanpresterende CKI's.

 Geef alle toezichthouders de mogelijkheid te kunnen handhaven op het vlak van de certificatieregelingen.

 Harmoniseer de standpunten tussen gemeenten, gemeenteambtenaren, inspecteurs van Inspectie SZW en inspecteurs van CKI's, zodat met één mond richting saneerder (en dergelijke) kan worden