• No results found

5. Financieringsconstructies anno 2018

5.2 De financieringsconstructie waarbij een financier als tegenprestatie een bepaald percentage van

5.3.2 Certificaten van aandelen

Deze rechtsfiguur is niet in de wet geregeld. In de praktijk worden (alle of een deel van) de aandelen ten titel van beheer overgedragen aan en gehouden door een administratiekantoor, die goederenrechtelijk rechthebbende is op de aandelen. De certificaathouder heeft slechts de aan het aandeel verbonden financiële rechten.231 Een voorbeeld van een Nederlandse eredivisieclub die hiervan gebruik maakt is Willem II. Zij heeft haar betaald voetbal ondergebracht in Willem II Tilburg BV, waarvan een afzonderlijke stichting de aandelen bezit. Deze stichting geeft certificaten van aandelen uit aan direct bij de voetbalclub betrokken personen. Deze certificaathouders vormen de clubraad.232 De leden van de clubraad hebben via de certificaten niet het stemrecht op aandelen, maar hen komt een beperkt aantal rechten toe. Zo hebben zij bijvoorbeeld de bevoegdheid het bestuur van de stichting te benoemen, te schorsen en te ontslaan.233

5.3.2.1 Rechtsverhoudingen conform de artikelen 57 lid 1 KNVB Reglementen Betaald Voetbal 2018 jo.

18bis FIFA RSTP

Het administratiekantoor oefent als aandeelhouder de aan de aandelen verbonden zeggenschapsrechten uit. Tussen het administratiekantoor en de voetbalclub gelden de wet en de statuten.234 De administratievoorwaarden in de beheersovereenkomst regelen de rechtsverhouding tussen het administratiekantoor en de certificaathouders.235 Er is aldus sprake van een contractuele grondslag.

Ondanks het stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders onthouden blijft aan de certificaathouder, zijn er verschillende andere mogelijkheden voor de certificaathouder om een zekere invloed op de besluitvorming in de vennootschap uit te oefenen. Artikel 2:117 lid 2 BW bepaalt bijvoorbeeld voor de NV dat aan de houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen vergaderrecht hebben. In geval van een BV kunnen de statuten bepalen dat de houder van certificaten van aandelen vergaderrecht toekomt.236 Aan dit vergaderrecht zijn verschillende organisatierechtelijke rechten gekoppeld: het bijeenroepingsrecht,237 het machtigingsrecht tot

231 Wolf, WPNR 2016/7093, p. 97.

232 Willem II 2018.

233 Art. 4 lid 3 en 8 Statuten Stichting Willem II.

234 Wolf, WPNR 2016/7093, p. 2.

235 Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II* 2009/661

236 Art 2:227 lid 2 BW.

237 art. 2:110/220 lid 1 jo. lid 2 BW.

bijeenroeping,238 het oproepingsrecht,239 het agenderingsrecht,240 en het instemmingsrecht.241 Maar ook het recht van inlichtingen,242 het recht van inzage van de jaarrekening en het jaarverslag243 en de rechten in het kader van een (voorgenomen) statutenwijziging.244 Dit betekent dat medewerking bij uitgifte van certificaten van aandelen (in het geval van een NV) en het toekennen van vergaderrecht aan certificaten (in het geval van een BV) tot gevolg heeft dat de certificaathouder invloed kan uitoefenen op de voetbalclub. Echter, in dat geval behoort de certificaathouder tot de institutioneel betrokkenen in de zin van artikel 2:8 BW,245 hetgeen betekent dat deze financieringsconstructie niet strijdig is met de artikelen 57 lid 1 Reglement Betaald Voetbal 2018 jo. 18bis FIFA RSTP.

Wolf meent dat de houders van zonder medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen (in het geval van een NV) en aan houders van certificaten van aandelen aan wie niet het vergaderrecht is toegekend (in het geval van een BV) niet tot de kring van institutioneel betrokkenen behoort.246 Ook de rechtbank Amsterdam was dit oordeel toegedaan.247 Wel zijn deze certificaathouders aan te merken als belanghebbenden bij de vennootschap, en als zodanig komen hen enkele rechten toe waarmee zij hun financiële belangen tegenover de vennootschap kunnen verdedigen.248 Zie bijvoorbeeld artikel 2:346 BW met betrekking tot het enquêterecht. Desalniettemin kan geconcludeerd worden dat ook deze financieringsconstructie niet strijdig is met de artikelen 57 lid 1 Reglement Betaald Voetbal 2018 jo. 18bis FIFA RSTP.

5.3.2.2 Voor- en nadelen

De voor- en nadelen van uitgifte van certificaten van aandelen zijn deels hetzelfde als de voor- en nadelen van uitgifte van aandelen (zie nader paragraaf 5.3.1.2). Echter, aan certificering van aandelen zijn extra kosten verbonden door de oprichting van het administratiekantoor en het voeren van de jaarlijkse administratie. Bovendien vereist uitgifte van certificaten van aandelen niet alleen vertrouwen in de gehele voetbalclub en haar beleid, maar ook in het administratiekantoor. Evenals bij uitgifte van aandelen geldt dat dit ertoe kan leiden dat financiers minder bereid zijn geld ter beschikking te stellen dan wel lagere bedragen ter beschikking stellen. Daarnaast is een certificaat minder waard dan een aandeel nu de certificaathouder niet over stemrecht beschikt. Voorts blijkt uit empirisch onderzoek – uitgevoerd door de Katholieke Universiteit Brabant, in opdracht van het ministerie van Financiën – dat certificering in een beursvennootschap gepaard gaat met een lager marktrendement. Daar waar de

245 Kamerstukken II 1982/83, 17725, nr. 3, p. 56 (MvT).

246 Wolf, MvO 2014/1, p. 3-10.

247 Rb. Amsterdam 25 augustus 2010, JOR 2010, 301 m.nt. Nowak.

248 Schwarz, TVVS 1992/2, p. 1.

aandeelhouders over de periode 1993-1997 over 0,16% beschikten, hadden de certificaathouders slechts –9,61%.249 Of dit ook van toepassing is op niet-beursgenoteerde NV’s en BV’s van toepassing is, is onduidelijk.

Daar staat tegenover dat de verhandelbaarheid van aandelen kan worden bevorderd door aandelen met een hoge nominale waarde in kleinere coupures uit te geven. Andere redenen voor certificering zijn het voorkomen van controversen na vererving van de aandelen, waarborgen van een evenwichtige besluitvormen en bescherming tegen vijandige overnames.250

5.4 Resumerend

Het spelersfonds, de warrantlening met een optie op een percentage van de totale transferopbrengsten en uitgifte van (certificaten van) aandelen vallen binnen de regels van de FIFA, waaronder de artikelen 18bis en 18ter FIFA RSTP. Bij oprichting van een spelersfonds staat de financier slechts in contractuele relatie tot de beheerder van de beleggingsinstelling, meer specifiek een AIF. Dit betekent in principe dat de onafhankelijkheid van de voetbalclub gewaarborgd blijft. Een nadeel is echter dat hiervoor (mogelijk) een prospectusplicht en vergunningplicht geldt. Een andere optie is de warrantlening, waarbij de warrant afhankelijk is van de economische rechten met betrekking tot de voetbalspeler. Er is sprake van een contractuele relatie door middel van een geldlening en hier komt geen verandering in na uitoefening van de warrant. Anders dan de participanten bij het spelersfonds en de warrantobligatiehouders, behoren aandeelhouders en houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen (in het geval van een NV) en aan houders van certificaten van aandelen aan wie het vergaderrecht is toegekend (in het geval van een BV) tot de kring van institutioneel betrokkenen. Nu zij niet onder het begrip ‘derde’ vallen, kunnen en mogen invloed uitoefenen op de voetbalclub. Indien de voetbalclub de onafhankelijkheid van voetbalclubs wil behouden en een financieringsconstructie wil aangaan waarbij de financier als tegenprestatie een bepaald percentage van de totale inkomsten wordt verstrekt, is uitgifte van certificaten zonder medewerking van de vennootschap (in het geval van een NV) en uitgifte van certificaten zonder vergaderrecht (in het geval van een BV) een mogelijkheid omdat het administratiekantoor als aandeelhouder de aan de aandelen verbonden zeggenschapsrechten uitoefent en de certificaathouder slechts de aan het aandeel verbonden financiële rechten heeft.

249 De Jong, Moerland en Nijman 2000, p. 370-371.

250 Moerland, O&F 2002/10, p.2