• No results found

BVOORBEELD: REFERENTIEPERIODEN EN BENADERINGEN VOOR DE OMGANG

In document HANDBOEK BEKEN EN ERFGOED (pagina 107-110)

MET ERFGOED OP HET BALLOËRVELD

Het Balloërveld, dat ingeklemd ligt tussen twee takken van de Drentsche Aa, is een heidegebied uit de tijd van de Drentse esdorpen. De heidevelden waren zeer open en uitgestrekt en hadden een duidelijke zichtrelatie met de omliggende beekdalen en dorpen. Veel heidevelden zijn verdwenen, maar het Balloërveld bleef gespaard omdat het een militair oefenterrein werd. Wel plantte Defensie er meerder bosjes en bosstroken aan. Daardoor ging de his-torische zichtrelatie met het beekdal en de omringende dorpen grotendeels verloren (zie afbeelding ‘huidige situatie’). In 2006 werd het gebied overge-dragen aan Staatsbosbeheer. De vraag was toen hoe het gebied heringericht kon worden met respect voor cultuurhistorie. Daarvoor zijn drie benaderin-gen uitgewerkt. In de ‘chronologische visie’ is gekozen om elementen uit verschillende tijdsperiodes te versterken. Een oude beekmeander wordt uit-gegraven, de historische zichtlijnen van de open heide wordt deels hersteld en ook enkele karakteristieke Defensiebosjes blijven zichtbaar.

In de ‘retrogressieve visie’ is gekozen voor het herstel van het landschap van één bepaalde periode, in dit geval de situatie van vóór het gebruik als oefenterrein. De defensiebosjes worden allemaal gekapt en de histori-sche zichtlijnen worden hersteld. In de ‘retrospectieve visie’ in het huidige landschap als uitgangspunt genomen, waarin de belangrijkste ruimtelijke dragers worden versterkt. Het voorbeeld laat zien dat het voortbouwen op landschap en erfgoed niet tot één ontwerp leidt, en dat verschillende bena-deringen landschappelijk tot verschillende keuzes leidt. Elke benadering heeft voor- en nadelen. Waar het om gaat, is dat er een bewuste en

transpa-Huidig Chronologisch Retrogressief Retrospectief

2.3 KIEZEN TUSSEN STRATEGIEËN

Er zijn geen ‘goede’ of ‘foute’ strategieën voor de omgang met landschap en erfgoed, mits dat zorgvuldig gebeurt en de keuze niet is strijd is met wettelijke voorschriften. De keuze voor een bepaalde strategie wordt mede bepaald door de omstandigheden. In een gaaf his-torisch landschap ligt het bijvoorbeeld minder voor de hand om te kiezen voor ingrijpende transformatie of het teruggrijpen op een zuiver ecologische referentie. In gebieden die overwegend in (intensief) agrarisch gebruik blijven, zijn de mogelijkheden voor natuurlijke processen of een vlakdekkende landschapshistorische strategie beperkt. Bij de keuze voor een bepaalde strategie kunnen ook de voorkeuren vanuit de streek meespelen. In deze paragraaf doen we enkele handreikingen voor een systematische en onderbouwde keuze tussen strategieën. Welke factoren en overwegingen spelen een rol?

a De historische gaafheid

Als een beekdal vanuit aardkundig, bodemkundig en historisch-landschappelijk perspectief relatief gaaf is, ligt een strategie gericht op behoud en versterking van dat landschap en de inpassing van nieuwe opgaven binnen dat historische land-schap voor de hand. Als een landland-schap in de loop van de tijd ingrijpend is ver-anderd, door woningbouw, infrastructuur of intensief agrarisch gebruik (schaal-vergroting, drainage, egalisatie), is er meer ontwerpvrijheid, kunnen waardevolle historische elementen in het ontwerp worden ingepast of kan gewerkt worden aan het ontwerp van geheel nieuw landschappen door transformatie of het inzetten op ‘procesnatuur’.

b Aard en potentie van de natuur- en wateropgaven

In beekdalen zijn veel natuur-, KRW- en PAS-doelen gericht op het terugbrengen van natuurlijke processen, zoals vrije stroming, erosie, sedimentatie en broekbo-sontwikkeling, en op het beperken van beheers- en onderhoudsmaatregelen. Veel beeksystemen hebben echter een ‘cultuurlijk’ karakter; denk bijvoorbeeld aan ver-legde beeklopen, of aan de opstuwing van het beekpeil voor watermolens. Spren-genbeken vragen om regelmatig onderhoud. Als de potenties voor hydrologische en ecologische ontwikkeling hoog zijn, ligt een strategie voor de hand waarbij deze potenties benut worden, waar mogelijk in combinatie met behoud en verster-king van erfgoed en/of landschap.

c Potentie voor landschappelijk beekdalherstel (brede of smalle focus)

hydro-KENNIS, VISIEV

ORMING EN ONTWERP

B

logische en landschappelijke ontwikkeling beperkt. Dit speelt met name in gebie-den met intensief agrarisch grondgebruik en in gebiegebie-den waar in het beekdal is gebouwd. Hier is de ruimte om te werken aan watersysteem- en landschapsherstel beperkt. Vaak zijn in deze gebieden aangrenzende beekdalgronden in eigendom van particulieren. Dat maakt een integrale, meer gebiedsdekkende en landschap-pelijke benadering van erfgoed minder gemakkelijk. Veel maatregelen zullen dan op basis van vrijwilligheid genomen moeten worden. Over het algemeen zal de omgang met landschap en erfgoed beperkt zijn tot het behoud en/of de verster-king van elementen of het beleefbaar maken van erfgoed, en minder op een ge-biedsdekkende benadering van het historische beekdallandschap. In brede projec-ten is een meer landschappelijke en integrale benadering mogelijk. Zie daarvoor

hoofdstuk B4, de Gouden Regels.

Afweging

In veel gevallen ligt de keus voor een bepaalde strategie voor de omgang met land-schap en erfgoed voor de hand. Vaak zijn er ook combinaties van strategieën moge-lijk of kan er per deelgebied een andere afweging gemaakt worden.

Als zowel de natuur- en waterpotenties als de landschappelijke en erfgoedwaarden in een gebied hoog zijn, is een afweging soms lastig. Belangrijke eerste stap is dan om te onderzoeken of combinatie en integratie mogelijk zijn. In de praktijk blijkt dat ecologische en hydrologische doelen vaak goed te combineren zijn met cul-tuurhistorische en landschappelijke waarden. Slimme ontwerpoplossingen kun-nen vaak bijdragen aan het zoeken naar dergelijke combinaties (zie hoofdstuk B3).

VOORBEELD AFWEGINGSKADER NATUUR, WATER EN ERFGOED

In het CEW-kompas, dat de provincie Gelderland in samenwerking met de Gelderse waterschappen in 2006 liet opstellen, is de afweging tussen Cul-tuurhistorie, Ecologie en Water voor verschillende regio’s en ecologische watertypen uitgewerkt, waaronder beken en sprengenbeken. Vaak, conclu-deert het kompas, zijn combinaties tussen de verschillende doelstellingen mogelijk, of heeft een van de doelstellingen een duidelijke voorkeur. In sommige gevallen zijn heldere keuzes nodig. Provincie Gelderland (2006).

In document HANDBOEK BEKEN EN ERFGOED (pagina 107-110)