• No results found

BESTAANDE KENNIS OVER HET BEHEER VAN CULTUURHISTORISCHE ELEMENTEN EN NATUURTYPEN

In document HANDBOEK BEKEN EN ERFGOED (pagina 53-58)

A2 LANDSCHAP EN ERFGOED IN HET PLANPROCES

BESTAANDE KENNIS OVER HET BEHEER VAN CULTUURHISTORISCHE ELEMENTEN EN NATUURTYPEN

Het gebruik en beheer van singels, houtwallen, hooilanden, poelen of sprengenkoppen vraagt om specifieke (veld)kennis. Het is verstandig om deze kennis al vroeg mee te nemen in het ontwerpproces (zie tip 4), en ook op te nemen in de beheervisie. Voor het beheer van cultuurhistorische en landschappelijke elementen is veel praktijkkennis beschikbaar, zoals het Handboek ‘Cultuurhistorisch Beheer’ (Baas & Raap 2010), de gids ‘Historische boselementen; geschiedenis, herkenning en beheer’ (Jansen & Van Benthem 2005) en ‘Leestekens van het landschap’ (Baas et al. 2005; zie ook www.leestekensvanhetlandschap. nl). Deze publicaties richten zich niet specifiek op landschap en erfgoed in beekdalen, maar bespreken wel talloze historische (landschaps)elementen die ook in beekdalen voor-komen, van vloeivelden en rabatten tot houtwallen en sprengen.

Daarnaast is het verstandig om gebiedskenners te betrekken bij ontwerp en beheer. Vaak weten oudere bewoners of agrariërs hoe bepaalde landschapselementen gebruikt en be-heerd werden, of zijn er heemkunde- en/of natuurwerkgroepen die kennis over historische beheersvormen hebben vastgelegd. Zie ook tip 11.

2.4 BEHEER EN ONDERHOUD Beheer als succesfactor

Een uitgevoerd en opgeleverd project is pas het begin van beekherstel en beekdal-ontwikkeling. Vooral bij groen en blauw erfgoed (landschap, water en natuur) is het beheer een belangrijke succesfactor. Houtwallen, monumentale bomen, een verkavelingspatroon of historische blauwgraslanden vragen, net als ecologische doelen, vaak om specifiek water- en natuurbeheer.

10 Zijn er heldere afspraken over landschap en erfgoed met de (toekomstige) beheerder(s)?

Bij beheer en onderhoud gaat het vaak om twee verschillende aandachtsvelden, waarvoor vaak verschillende partijen verantwoordelijk zijn:

Waterloop. Beheer en onderhoud van de beek of waterloop en de bijbehorende waterstaatkundige werken (stuwen, duikers, bruggen, schouwpaden) is over het algemeen de (eind)verantwoordelijkheid van het waterschap. Uitvoering vindt plaats door het waterschap zelf, of door een aannemer, steeds vaker ook door een gebiedscoöperatie of agrarische natuurvereniging;

Beekdalgronden. Vaak vindt beekherstel plaats binnen bestaande natuurterrei-nen of wordt bij bredere beekherstelprojecten ook nieuwe natuur ontwikkeld. Deze (nieuwe) natuurgebieden worden daarna vaak overgedragen aan een ter-reinbeheerder, of onder beheer gebracht bij een gebiedscoöperatie of agrari-sche natuurvereniging. Ook landgoedeigenaren zijn geregeld verantwoordelijk voor natuur- en landschapsbeheer.

In beide gevallen moet duidelijk zijn wat het beoogde beheer is. Besteed hierbij ook expliciet aandacht aan landschap en erfgoed (zie ook tip 9), zowel voor de eigen buitenmedewerkers als voor externe partijen.

Als nieuw ingerichte beekdalgronden worden overgedragen aan een nieuwe be-heerder, is het belangrijk om in de overdracht duidelijke afspraken te maken over het beoogde beheer, inclusief monitoring en bijstelling van het beheer (zie tip 12). Als (historisch) landschap en erfgoed belangrijke beheersdoelstellingen zijn, is het belangrijk om hier expliciet aandacht aan te besteden.

In de werkpraktijk zullen er altijd vragen zijn over het beoogde beheer of over specifieke landschappelijk, ecologische of cultuurhistorische elementen of

be-LANDSCHAP EN ERFGOED IN DE WERKPRAKTIJK

A

heersaspecten. Zorg dat er een aanspreekpunt is dat dergelijke praktijkvragen van

terreinbeheerders of buitenmedewerkers kan beantwoorden.

Cultuurhistorisch beheer. De Renkumse beek wordt voorzien van een ondoorlatende leemlaag. Bij de aanleg van de beek was ook zo’n leemlaag aangebracht. In de afgelopen eeuw was die laag bij mechanische onderhoudswerkzaamheden per ongeluk verwijderd, waardoor de beek droogviel. Foto Arne Haijtsma.

11 Worden de mogelijkheden onderzocht om bewoners of agrariërs te betrekken bij het beheer van landschap en erfgoed?

Op veel plaatsen hebben bewoners of andere betrokkenen interesse in landschaps-beheer, zeker als zo’n gebied dichtbij een dorp of woonwijk ligt. De Dommelbimd, Marke Mallem en Vereniging Markdal zijn hiervan bekende voorbeelden. Ook agra-rische natuurverenigingen spelen steeds vaker een rol in het beheer van een beek-dal. Vaak halen deze groepen hun motivatie uit het historische beeklandschap, de geschiedenis van de streek of bijvoorbeeld het herstel van een oude molen.

wustzijn. Met hetzelfde budget kan het beheer beter uitgevoerd worden, of kun-nen specifieke extra beheersactiviteiten uitgevoerd worden (beheer molenbiotoop, houtwallen of blauwgraslanden, onderhoud voorde of routestructuur, etc.). Vaak zorgen dergelijke initiatieven ook voor extra financiering, de betrokkenheid van nieuwe groepen (zoals scholen) en voor extra PR. Zie ook tip 3.

Net als met ‘gangbare’ beheerders, zoals landgoedeigenaren of terreinbeheerders, is het belangrijk om met dergelijke initiatieven goede afspraken te maken. Ook de praktische afstemming tussen buitenmedewerkers en het (burger)initiatief vraagt aandacht.

Agrarische natuurverenigingen of nieuwe burgerinitiatieven kunnen een rol spelen bij het beheer van historische beeklandschappen, zoals Stichting Dommelbimd, hier op de foto, die in de beemden van de Dommel - de oude hooilanden - aan het hooien zijn. Foto Toine Cooijmans.

12 Zijn landschap en erfgoed onderdeel van monitoring, evaluatie en bijstelling?

In de beheervisies voor inrichtingsprojecten worden monitoring, evaluatie en bijstelling over het algemeen als vast onderdeel opgenomen. Belangrijke KRW-, water- en natuurdoelen zijn hierin opgenomen. Als recreatieve toegankelijkheid, landschappelijke openheid of het (cultuurhistorisch) beheer van bijzondere

vege-LANDSCHAP EN ERFGOED IN DE WERKPRAKTIJK

A

tatietypen of landschapselementen (neven)doelen zijn in het plan, is het

belang-rijk om ook deze doelen op te nemen in de afspraken over monitoring, evaluatie en bijstelling, liefst zo concreet mogelijk.

Schakel bij monitoring en evaluatie van recreatieve, landschappelijk en cultuur-historische (beheers)doelen waar mogelijk ook (lokale) deskundigen en/of beheers-groepen in (zie tip 11).

Niet alleen bij fysieke (her)inrichtingsprojecten is een afweging tussen landschappelijk erf- goed en natuur- en waterdoelen nodig. Ook bij ingrijpende wijzigingen in het natuur- of wa-terbeheer kan zo’n afweging verstandig zijn. Dit geldt met name voor landschappelijk erfgoed dat samenhangt met een bepaald type beheer. Voor de Veluwse sprengenbeken is bijvoorbeeld regelmatig handmatig onderhoud nodig voor het behoud van landschappelijke én ecologische waarden. Op de foto zijn leden van de IVN-werkgroep ‘Beken en sprengen’ aan het werk in het Renkums beekdal. Ook het onderhoud van de beschoeiing van de sprengenkop is daar-bij van belang. Als waterschap of terreinbeheerder kiezen voor een meer natuurlijk beheer, zonder ‘cultuurhistorisch’ onderhoud, zal de sprengenkop uiteindelijk verzanden. Ook zo’n

A3 LANDSCHAP EN ERFGOED

In document HANDBOEK BEKEN EN ERFGOED (pagina 53-58)