• No results found

Beleid voor waterkwaliteit

In document Balans van de Leefomgeving 2018 (pagina 162-165)

Landbouw en voedsel

7.2 Beleid voor waterkwaliteit

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is het belangrijkste wettelijke kader om grond- en oppervlaktewatersystemen in Nederland te beschermen en te herstellen. Als toevoeging op de KRW is in 2016 de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater gestart. Verder zijn er nog andere beleidstrajecten die de waterkwaliteit beïnvloeden, waaronder het mest- en het gewasbeschermingsbeleid.

ZEVEN

ZEVEN

7.2.1 De Kaderrichtlijn Water

De KRW vraagt lidstaten om in zogenoemde stroomgebiedbeheerplannen aan te geven welke doelen ze stellen en welke maatregelen ze uitvoeren om de gestelde doelen te halen.

Uiterlijk in 2027 moeten alle wateren voldoen aan de vastgestelde doelen, met uitzondering van wateren waar het vanwege natuurlijke omstandigheden niet mogelijk is om de doelen op tijd te halen: in die gevallen moeten in 2027 wel alle maatregelen zijn getroffen waarmee de doelen later kunnen worden gehaald. Deze laatste uitleg van de KRW is het resultaat van overleg tussen de Europese Commissie en de lidstaten (CIS 2017) en geeft ruimte aan het feit dat effecten van maatregelen meer tijd nodig kunnen hebben dan de KRW tot nu toe bood. Zo is herstel van de ecologie vaak een langzaam proces en kan het tientallen jaren duren voor maatregelen om de bemesting te verminderen zichtbaar worden in lagere fosforconcentraties in het oppervlaktewater, samenhangend met de voortgaande uitspoeling van fosfaat uit de grote voorraad die in de bodem is opgebouwd door bemesting in het verleden. Volgens de nieuwe uitleg mag dit tot ‘natuurlijke omstandigheden’ worden gerekend.

De KRW kent een complexe beoordeling (zie CLO, indicator 1412), waarin voor een beperkt aantal stoffen de doelen Europa-breed zijn vastgesteld. Voor de meeste chemische stoffen binnen de KRW stelt Nederland de doelen zelf vast, binnen Europese kaders. Dat geldt ook voor het onderdeel biologie: de mate waarin planten en dieren voorkomen.

De doelen en maatregelen voor de KRW komen samen in plannen die per land en per stroomgebied moeten worden opgesteld. Deze stroomgebiedbeheerplannen zijn voor een periode van zes jaar geldig; in 2018 wordt gewerkt aan nieuwe plannen voor de periode 2021-2027.

7.2.2 Overig beleid

Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater: impuls voor de waterkwaliteit

In 2016 hebben overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten gezamen- lijk de intentieverklaring ‘Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater’ getekend, met als doel een stevige impuls te geven aan de verbetering van de waterkwaliteit. De Delta- aanpak heeft een breder perspectief op waterkwaliteit dan de KRW. Zo zijn er onder andere analyse- en onderzoekstrajecten uitgezet over opkomende probleemstoffen. Ook worden sectorinitiatieven zoals het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, een initiatief van de land- en tuinbouworganisaties, in de Delta-aanpak meegenomen, evenals andere beleidstrajecten, zoals het mest- en gewasbeschermingsbeleid. De in het Regeerakkoord vastgestelde intensivering van 275 miljoen euro voor natuur en waterkwaliteit wordt gebruikt voor doelen uit de Delta-aanpak: vermindering van microplastics en medicijnen in het water, herstel van de natuur in grote wateren en een integrale aanpak van het landelijke gebied (IenW 2018).

ZEVEN

Mestbeleid: effect van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn nog niet duidelijk Met ingang van 2018 is het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn van kracht, gericht op vermindering van de waterverontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en daarmee op het halen van de KRW-doelen. Regionaal maatwerk is hierbij het uitgangs- punt, wat ook aansluit bij de insteek van het kabinet-Rutte III. Verder wordt in het actieprogramma het toepassen van een ‘goede landbouwpraktijk’ gestimuleerd. ‘Goede landbouwpraktijk’ is binnen de Nitraatrichtlijn een code voor goede agrarische bedrijfs- voering die landbouwers vrijwillig in acht nemen, naast de verplichte actieprogramma’s. Volgens een milieueffectrapportage van het zesde actieprogramma zijn de effecten van het totale pakket nu niet nauwkeurig te kwantificeren, vanwege onzekerheid over de effecten van een aantal belangrijke maatregelen als de teelt van vanggewassen of het aanleggen van onbemeste stroken. De maatregelen die betrekking hebben op gebruiks- normen en -voorschriften van mest zullen een gering effect hebben op de waterkwaliteit. Maatregelen als het aanleggen van onbemeste stroken en het verminderen van erfafspoeling leiden met grotere zekerheid tot verlaging van de belasting van het oppervlaktewater met nutriënten (Groenendijk et al. 2017).

Onderdeel van het actieprogramma is een gebiedsspecifieke inzet voor de vermindering van nitraat in grondwaterbeschermingsgebieden, vastgelegd in een bestuursakkoord van de Land- en Tuinbouw Organisatie, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland en de ministers van LNV en IenW (IPO et al. 2017). Beleid voor gewasbeschermingsmiddelen: inzet op geïntegreerde gewasbescherming Volgens de nota Gezonde groei, duurzame oogst (EZ 2013), een uitwerking van en aanvulling op de Europese richtlijn voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, mogen er in 2023 nagenoeg geen overschrijdingen meer voorkomen in oppervlakte- wateren. Alle agrariërs moeten vanaf 1 januari 2014 ‘geïntegreerde gewasbescherming’ toepassen. Dit betekent dat chemische gewasbescherming uitsluitend wordt toegepast als er daadwerkelijk een plaag of ziekte optreedt die niet door preventie kan worden voorkomen of met andere middelen kan worden bestreden (zoals met biologische plaagbestrijding). Daarbij moet worden gelet op toedieningstechnieken of andere methoden om emissies zoveel mogelijk te verminderen. In de nota zijn ook nieuwe emissiereducerende maatregelen opgenomen.

Opkomende probleemstoffen: beleidstrajecten zijn ingezet

Er zijn toenemende aanwijzingen dat opkomende stoffen, zoals geneesmiddelen, micro- plastics en nanodeeltjes, problemen kunnen opleveren voor de waterkwaliteit. Zo kunnen geneesmiddelen effect hebben op de ecologie door gedragsverandering, weefselschade en effecten op de voortplanting van waterorganismen, waardoor het ecosysteem als geheel verstoord kan raken (Moermond et al. 2016). Ook microplastics kunnen mogelijk verstrekkende gevolgen hebben. Ze worden opgenomen in weefsels van bijvoorbeeld mosselen en vis en komen op die manier in de voedselketen terecht. Met de plastic deeltjes kunnen de dieren tevens blootgesteld worden aan stoffen die aan plastics zijn

ZEVEN

ZEVEN

toegevoegd, bijvoorbeeld weekmakers die een hormoonverstorende werking kunnen hebben (Verschoor et al. 2014). Stoffen die worden geloosd door de industrie leiden regelmatig tot bezorgdheid en onrust bij burgers, zoals het geval was met

Perfluoroctaanzuur (PFOA) en GenX.

In de toekomst kan de kwaliteit van de drinkwaterbronnen door toenemend medicijn- gebruik (als gevolg van vergrijzing) en klimaatverandering (langdurige lage waterstanden) onder druk komen te staan (Moermond et al. 2016). Vooral vanuit de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater zijn verschillende trajecten ingezet om een beter beeld te krijgen van de effecten van deze stoffen en om mogelijke maatregelen te verkennen. Beleid voor grondwater: verdeeld over meerdere beleidstrajecten

In de KRW en de Grondwaterrichtlijn zijn op Europees niveau doelen voor grondwater geformuleerd. Daarnaast kent de KRW-beoordeling regionale doelen voor grondwater- kwaliteit, die de geschiktheid van het grondwater beoordelen voor de kwaliteit van natuur, grondwaterafhankelijk oppervlaktewater en drinkwaterwinningen.

Het grondwaterkwaliteitsbeheer is een taak voor een aantal grote gemeenten en de provincies op grond van de Wet Bodembescherming. De provincies zijn ook verant- woordelijk voor de grondwaterbeschermingsgebieden en regels ter bescherming hiervan. Provincies gaan verschillend om met grondwaterbeschermingsgebieden. Verder zijn de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Meststoffenwet en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van belang voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit (Helpdesk Water 2018).

In document Balans van de Leefomgeving 2018 (pagina 162-165)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN