• No results found

HET BEHEER

In document POLITIEBEPALINGEN y-rftyrty'/. (pagina 139-144)

Deze begraafplaats moet behoorlijk worden omheind en van eene afsluiting worden voorzien

I. HET BEHEER

Art 1 Het beheer der begraafplaats voor lijken van Euro-peanen en daarmede gelijkgestelden personen in de Stad en Voorsteden van Batavia is opgedragen aan eene Commissie, samengesteld uit den Resident als voorzitter, zes leden waaronder twee leden van de Evangelische en twee leden van de Roomsch-Katholieke gemeente, alsmede een Secretaris.

Een der leden vervult tevens de functiën van thesaurier.

De Leden en Secretaris worden door den Eesident in overleg met de Commissie benoemd en ontslagen.

I I . DE COMMISSIE.

Art. 2. De Commissie draagt zorg, dat de gebouwen, gedenk-teekenen, graftombes, grafkelders en wegen op de begraafplaats goed worden onderhouden ; dat steeds in genoegzamen getale gra-ven, zoowel gemetselde als ongemetselde, lijkwagens, doodkisten en alles wat op begrafenissen betrekking heeft voorhanden zijn.

Art. 3. Gedurende iedere maand zijn twee leden der Commissie met het dagelijksch toezicht belast.

De Commissie stelt eenen rooster vast, waaruit blijkt, in welke volgorde hare leden elkander als leden van dagelijksch toezicht opvolgen.

De Secretaris geeft in de tweede helft van iedere maand aan de leden, welke de volgende maand als leden van het dagelijksch toezicht moeten optreden, hiervan schriftelijk kennis.

De leden van dagelijksch toezicht overtuigen zich door inspec-tion van den goeden gang van zaken en staan in alle opzichten de belangen van het publiek voor.

Alle verzoekschriften, gericht aan den Voorzitter, worden in hunne handen gesteld.

Zij beschikken daarop overeenkomstig de bepalingen.

Alle rekeningen worden, behalve door den Administrateur, ook door hen onderteekend.

Art. 4. De Commissie, bedoeld bij art. 1, vergadert minstens éénmaal in de drie maanden.

In deze vergaderingen brengen de leden van dagelijksch toe-z h h t verslag uit omtrent hunne bevindingen en verrichtingen in het afgeloopen tijdvak onder overlegging van de stukken, die in hunne handen zijn gesteld.

Art. 5. Alle gelden, welke overeenkomstig dit reglement ten behoeve der begraafplaats geheven worden en alzoo het fonds daarvan uitmaken, staan onder de administratie der Commissie, die daarover zoodanig beschikt, als zij ten meesten nutte voor de begraafplaats en het materieel alsmede tot onderhoud, verbe-tering en verfraaiing van beide goedvindt,

127

Het staat aan de leden van dagelijksch toezicht vrij, zonder machtiging over de gelden van het fonds te beschikken tot het doen van alle uitgaven, welke zij in liet belang van de begraaf-plaats en het materieel noodig achten, behoudens hunne verant-woordelijkheid aan de Commissie.

Art. 6. De Voorzitter heeft het recht buitengewone vergade-ringen te beleggen, wanneer hij zulks noodig oordeelt.

Art. 7. De Secretaris is belast niet het houden der notulen in de vergadering en houdt nauwkeurig aanteekening van al wat te zijner kennis wordt gebracht door den Voorzitter of door de leden van dagelijksch toezicht.

Hij geniet eene maandehjksche toelage van f 50 ten laste van het fonds.

De Thesaurier is persoonlijk verantwoordelijk voor de onder zijne berusting zijnde gelden of geldswaarden van het fonds der begraafplaats.

Ook hij geniet eene toelage van f 50 'smaands uit het fonds.

De verificatie der boeken van den Administrateur, welke elke maand door hem worden afgesloten, geschiedt door de leden van dagelijksch toezicht, die ze na goedkeuring onderteekenen.

I I I . DE BEGRAAFPLAATS.

Art. 8. De begraafplaats is verdeeld in afdeelingen, welker grenzen duidelijk door merkteekens worden aangewezen.

Art. 9. Ieder graf of gedenkteeken wordt voorzien van het overeenstemmend nummer van het register en van de platte-grondteekening der begraafplaats.

De nummers zijn gesteld op marmeren platen, die voor rekening van het fonds worden aangeschaft.

Art. 10. Ieder graf heeft eene lengte van 10 Rhijnlandsche voet en 6 Rhij »hämische duim en eene breedte van 6 Rhijnlandsche voet of eene oppervlakte van 63 vierkante Rhijnlandsche voet en is geschikt voor het bijzetten van hoogstens drie lijken.

Wanneer voor een graf eene grootere breedte of lengte wordt verlangd, is men verplicht twee of meer geheele graven te nemen.

Art. 11. De drempels en voetstukken der graf kelders moeten in dier voege worden opgericht, dat zij bij ophooging van den

128

grond der begraafplaats, berekend op één Rhijnlandschen voet, zichtbaar en toegankelijk blijven.

Zij mogen evenmin als de kroonlijsten, tombes, gedeaktee-kenen of andere versierselen overschrijden de oppervlakte, voor graven toegestaan.

Een gedenkteeken, meer oppervlakte beslaande dan voor één graf is toegestaan, bekomt niet één nummer, maar de nummers der graven, welke het beslaat.

Art. 12. Ten behoeve van het fonds der begraafplaats wor-den de navolgende recognition geheven:

§ 1. voor den afstand in eigendom van een graf met be-voegdheid, om daarop te plaatsen een kruis dan wel een platten steen ruim één Rhijnlandschen voet boven den grond, mits be-hoorlijk gefundeerd, ƒ 50.

§ 2. voor den afstand in eigendom van een gemetseld graf (kelder) overeenkomstig het thans bestaande model ƒ 300.

§ 3. voor een gewoon graf zonder eigendom ƒ 5.

Wanneer op verzoek in eene andere afdeeling dan die, welke de volgorde der nummers aanwijst, begraven wordt, is bovendien verschuldigd ƒ 10.

§ 4. voor een graf voor behoeftige personen, bedoeld in art.

37 ƒ 1.

§ 5. voor een graf, wanneer de begrafenis plaats heeft door het militair hospitaal, voor een lijder der Ie klasse ƒ 5.

voor een lijder der 2e en 3e klasse ƒ 2.

§ 6. voor het overbrengen van een lijk van het eene naar het andere graf ƒ 5 .

§ 7. voor een gedenkteeken van hardsteen, sarcophaag of eenvoudige tombe of monument, weinig boven den grond ver-heven en niet vallende in de categorie bij § 1 van dit artikel omschreven, ƒ 125.

§ 8. voor een monument met ornamenten ƒ 150.

§ 9. voor een mausoleum of praalgraf ƒ 175.

S 10. voor het omheinen - ^ - overdekken van een graf ƒ200.

Alles met dien verstande, dat het gedenkteeken slechts de oppervlakte van één graf beslaat.

§ 11. Wanneer de door het gedenkteeken iûgenomen ruimte

129

meer dan één graf beslaat (gedeelten rekenen voor één geheel), dan bedraagt de recognitie boven en behalve die voor het ge-denkteeken:

voor twee graven / 100.

voor drie graven „ 150.

voor vier graven „ 200.

voor vijf graven „ 250.

voor zes graven „ 300.

en verder voor elk graf meer f 100.

§ 12. „Voor het openen van een eigen graf, het bijzetten van

„lijken en het wedersluiten van het graf:

„a. f 5 wanneer het een gewoon graf is;

„o f 15 wanneer het een graf is met een platten steen, als //bedoeld in § 1, of met een gedenkteeken, als bedoeld in § 7 ;

„c. f 30 wanneer het een gemetseld graf (kelder) is, als be-d o e l be-d in § 2, be-dan wel een n i s ; in be-dit bebe-drag is begrepen

„dat der kosten verbonden aan het weder toemetselen van

„het graf of de nis;

„d. f 60, wanneer het een graf is met een monument met orna-m e n t e n , als bedoeld in § 8, dan wel een graf, als bedoeld in § 9.

„De Commissie heeft geene bemoeienis met het wederoprichten

„der tombes of gedenkteekens".

Art. 13. Voor deze recognitie is de Commissie verplicht de gedenkteekenen in goeden staat te onderhouden.

De Commissie neemt tevens op zich het onderhoud van al de reeds bestaande gedenkteekpnen.

Art. 14. Voor het begraven van lijken buiten de algemeene begraafplaats in de Stad en Voorsteden van Batavia wordt eene recognitie betaald van ƒ 100.

Deze bepaling geldt ook voor het begraven buiten die alge-meene begraafplaats van lijken van personen, in de afdeeling Meester-Cornells en Tangerang overleden, zoolang in die afdee-lingen geene algemeene begraafplaatsen zijn opgericht.

Art. 15. Voor de verstrekking van roef, doodkleed en baar te samen wordt ten behoeve van het fonds betaald eene som van f 10, f 3 en f 1 naar gelang van de klasse, waarin begraven wordt.

Keuren a

130

Art. 16. De begrafenissen moeten plaats hebben tüsschen 6 uur 's morgens en 6 uur 's avonds.

Echter kan in buitengewone gevallen met goedvinden van den Resident van dezen regel worden afgeweken.

In document POLITIEBEPALINGEN y-rftyrty'/. (pagina 139-144)