• No results found

Begrenzing van de mededingingsvrije ruimte voor afspraken variërend per sector of product

Kartelverbod van toepassing: Activiteit verboden

Hoofdstuk 8. PO-activiteiten passend bij de doelstellingen

8.8. Begrenzing van de mededingingsvrije ruimte voor afspraken variërend per sector of product

In de voorgaande paragrafen zijn de algemene PO-regels behandeld. In de wet zijn in enkele sectoren en voor enkele producten extra eisen gesteld, waardoor de mededingingsvrije ruimte aldaar kleiner is. Ook al zijn deze ‘nieuwe regels’ voor de sectoren melk en zuivel, olijfolie, rundvlees en bepaalde akkerbouwproducten discutabel, toch zijn deze regels nu geldend recht.40

De tabel geeft een overzicht van de regels van de GMO-verordening met activiteiten en restricties:

135 alle sectoren uitgezonderd - -> groenten en fruit melk en zuivelproducten, olijfolie, rundvlees en bepaalde akkerbouwproducten Toelaatbare activiteiten

Strikt noodzakelijke activiteiten om de doelstellingen te realiseren

in het kader van de doelstellingen

keuze uit 11 doelstellingen

idem, maar één van de marktdoelstellingen verplicht

idem, maar één van de marktdoelstellingen verplicht

Restricties: Aanvullende verplichting

verplicht levering aan PO

Bovengrens, max. aan een PO.

melk:3,5 % totale productie Unie/33 % van nationale productie, olijfolie: 20 % van de betrokken markt rundvlees: 15 % van de nationale productie bepaalde akkerbouwproducten: 15 % nationale productie Lidmaatschap PO levering aan één PO verplicht Indien ledenverplichting

coöperatie geen PO mogelijk

Onzekerheid mededingingsautoriteit

kan ingrijpen

Verplichting

levering informatie over hoeveelheid aan lidstaat

41

In de sectoren groenten en fruit, melk en zuivel, olijfolie en rundvlees en voor bepaalde

136

akkerbouwproducten geldt dat een PO tenminste aan één van de marktdoelstellingen moet werken. Een PO in deze sector mag aanvullend aan andere doelstellingen werken. Voor andere sectoren geldt niet de verplichting aan marktdoelstellingen te moeten werken.

Echter vooral PO’s werkend aan de marktdoelstellingen hebben belang bij de mededingingsvrije ruimte. Activiteiten in het kader van de niet-marktdoelstellingen hebben op zich al minder invloed op de concurrentie.42 Een PO die alleen aan niet- marktdoelstellingen werkt, zal niet snel aan een mededingingsrechtelijk onderzoek onderworpen worden. De verplichting aan één van de marktdoelstellingen te werken betekent wel een verschil met andere sectoren, maar de vraag is of dit in de praktijk veel uitmaakt en hierdoor is de mededingingsruimte niet anders. 43

In de sector groenten en fruit is vanwege de leveringsplicht de mededingingsvrije ruimte wel kleiner. De wettelijke leveringsplicht beperkt de mogelijke activiteiten van de PO. De producenten moeten op basis van de regelgeving de verantwoordelijkheid van de verkoop overdragen aan de PO. De PO bepaalt de verkoopprijs en de hoeveelheid die op de markt gebracht wordt, waardoor er minder ruimte is om andersoortige afspraken te maken. 44 Leden zijn niet gebonden aan de PO-afspraken voor hun producten die niet via de PO worden afgezet.45 De leveringsplicht beperkt de aard van de gedragingen en daarmee de vorm van de organisatie.

De artikelen in het kader van de contractuele onderhandelingen voor PO’s in de sectoren olijfolie, rundvlees en bepaalde akkerbouwproducten gaan uitgebreider in op de wijze van het nastreven van deze marktdoelstellingen genoemd in artikel 152 dan de algemene PO-regels in dat artikel. De marktdoelstellingen zijn in iets andere bewoordingen in het eerste lid van artikel 169, 170 en 171 GMO-verordening herhaald, waarop de tekst vervolgt met46:

Een producentenorganisatie voldoet aan de in dit lid genoemde doelstellingen indien het nastreven van die doelstellingen leidt tot de integratie van activiteiten en dergelijke integratie naar alle waarschijnlijkheid een aanzienlijke

42 Art.152 lid 1 sub 3 iv-xi Verordening (EU) 1308/2013.

43 De eis om aan één van de marktdoelstellingen te werken is waarschijnlijk in 2013 ingevoegd om het verband met regels betreffende contractuele onderhandelingen aan te geven (par. 7.5.) Er is geen inhoudelijke reden om dit in de ene sector wel te eisen en in de andere sector niet.

44 Zie par. 6.3. en verder.

45 HvJ EU 14 november 2017, ECLI:EU:C:2017:860, C-671/15, r.o. 66 (APVE e.a.). De meest recente verordening biedt meer ruimte voor groente-en fruittelers om buiten de PO te verkopen (art. 12 Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891). Nu mag een producent de afzet zelf regelen tot maximaal 25 % van de waarde of het volume van het bedrijf.

46 Ondanks de iets andere bewoordingen ga ik ervanuit dat de marktdoelstellingen

hetzelfde beogen als in artikel 152, omdat daarnaar ook direct in de artikelen verwezen is.

137

efficiëntiewinst zal opleveren, zodat de activiteiten van de producentenorganisatie per saldo bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 39 VWEU.

Dit kan worden bereikt mits:

a) de producentenorganisatie ten minste één van de volgende activiteiten verricht:

i) gezamenlijke distributie, waaronder gezamenlijke verkoopsplatformen of gezamenlijk vervoer;

ii) gezamenlijke verpakking, etikettering of verkoopbevordering; iii) gezamenlijke organisatie van kwaliteitscontrole;

iv) gezamenlijk gebruik van uitrusting of opslagfaciliteiten; v) gezamenlijke verwerking;

vi) gezamenlijk beheer van afval dat rechtstreeks voortkomt uit de productie van olijfolie;

vii) gezamenlijke aanschaf van productiemiddelen;

b) deze activiteiten significant zijn wat betreft de hoeveelheid olijfolie en de productie- en afzetkosten. 47

Hier is dus toegevoegd dat integratie van activiteiten door efficiëntiewinst bijdragen aan de landbouwdoelstellingen in art. 39 VWEU. In dit kader is uitvoering van één van de genoemde activiteiten nodig. Deze nadere invulling doet niets af aan het feit dat de algemene PO-regels uit artikel 152 GMO-verordening eveneens ten grondslag liggen aan de PO’s in deze sectoren en producten. Alle activiteiten, mits strikt noodzakelijk, zijn door PO’s in de sectoren olijfolie, rundvlees en voor bepaalde akkerbouwproducten uit te voeren. Bovendien kunnen de genoemde activiteiten ook door PO’s in andere sectoren uitgevoerd worden al zijn ze niet expliciet genoemd. In die zin zijn deze regels geen afwijking van de algemene regels die hierboven zijn weergegeven.48

In de zinsnede onder b) zal met significant bedoeld zijn dat de activiteiten betrekking hebben op een aanmerkelijk deel van de in de PO geproduceerde producten.49

In de context van de PO-regels geven de ‘nieuwe regels’ in artikel 169, 170 en 171 GMO- verordening enige voorbeelden voor activiteiten en zijn in het tweede lid van deze

47 Artikel 169 lid 1 Verordening (EU) 1308/2013 (olijfolie). Dezelfde activiteiten worden in artikel 170 (rundvlees) en 171 (bepaalde akkerbouwproducten) genoemd. Er zijn enkele, zo lijkt het niet noemenswaardige, verschillen in de benoeming van activiteiten.

48 Dit is de reden om in de voorgaande voetnoot de verschillen niet noemenswaardig te vinden.

49 De Richtsnoeren gaan niet op dit aspect in. De regels benoemen elders een

bovengrens voor een PO, dus de significantie is niet gerelateerd aan de hoeveelheid product op de gehele markt.

138

artikelen meerdere mogelijkheden voor de relatie tussen PO en leden uitgewerkt, maar is de basisgrondslag niet anders dan de algemene PO-regels geldend in alle sectoren.50 Wel van belang zijn de restricties in de sectoren melk en zuivel, olijfolie, rundvlees en voor bepaalde akkerbouwproducten. De algemene PO-regels kennen geen grens betreffende de omvang van een PO.51 De belangrijkste restrictie voor de sectoren zuivel, olijfolie, rundvlees en voor bepaalde akkerbouwproducten is de bovengrens. Een PO moet qua marktaandeel onder die grens blijven.52 De nieuwe regels in de sector melk en zuivel, olijfolie, rundvlees en voor bepaalde akkerbouwproducten maken hierdoor de mededingingsvrije ruimte kleiner.53