14.1 Introductie
In dit hoofdstuk is de mate van doelbereik voor de beekherstelopgave van de voorgenomen activiteit beschreven. Voorliggend hoofdstuk gaat allereerst in op het aspect natuurbeek (KRW) (paragraaf 14.2). Paragraaf 14.3 beschrijft waterbeheer 21ᵉ eeuw.
De mate van doelbereik voor de beekherstelopgave vindt zijn basis in de beoordelingscriteria uit het beoordelingskader. In Tabel 25 is een uitsnede opgenomen voor het thema beekherstel. Een
uitgebreide beschrijving van de opgaven van het project is te vinden in hoofdstuk 1.
Tabel 25: Beoordelingskader beekherstel
Aspect Beoordelingscriterium Dominant of overig criterium
Meeteenheid Relevant voor aanlegfase of eindsituatie Natuurbeek Ecologische en
chemische doelstelling
Overig criterium Kwalitatief Eindsituatie Connectiviteit (incl.
vismigratie)
Overig criterium Kwalitatief Eindsituatie Waterbeheer
21e eeuw
Wateroverlast regionale watersysteem
Overig criterium Kwalitatief Eindsituatie
14.2 Natuurbeek (KRW)
Dit aspect geeft aan in welke mate de beekalternatieven bijdragen aan de doelen van de natuurbeek (KRW). De varianten zijn beoordeeld op karakteristieken die bepalend zijn voor de doelrealisatie. Er is daarbij onderscheid gemaakt in de ‘ecologie en chemie’ en ‘connectiviteit’. Uitgangspunt is dat de chemische knelpunten (verontreinigende bronnen) via andere sporen zijn op te lossen (middels verbetering riolering en zuivering). Daarom is het aspect ‘ecologie en chemie’ alleen beoordeeld voor ecologie. Daarnaast geldt als uitgangspunt voor connectiviteit dat de eisen hieraan alleen gelden voor de benedenloop van de beken.
Tabel 26: Karakteristieken doelrealisatie ecologie Karakteristiek Eis
1. Verhang Minimaal 0,5 m/km
2. Stroomsnelheid Bij voorjaarsafvoer 0,1-0,5 m/s
3. Beschaduwing Minimaal 50% van het traject in de schaduw 4. Natuurlijke
inrichting
- 100% van het traject geschikt voor natuurlijke inrichting
- Minimaal 100% aan een van beide oevers ruimte voor natte natuurlijke oeverzone (5-10 meter)
- minimaal 80% van het traject geschikt voor brede natuurlijke zone (50 meter)
5. Hydromorfologie Studiealternatief geeft invulling aan de natuurlijke afvoerrichting van het systeem
Tabel 27: Beoordelingsschaal doelrealisatie ecologie Percentage
doelbereik
Toelichting
100 % Het studiealternatief voldoet aan alle karakteristieken voor ecologie 75 % Het studiealternatief voldoet aan 4 karakteristieken voor ecologie
50 % Het studiealternatief voldoet aan 3 karakteristieken voor ecologie 25 % Het studiealternatief voldoet aan 2 karakteristieken voor ecologie
0 % Het studiealternatief voldoet aan minder dan 2 karakteristieken voor ecologie Tabel 28: Karakteristieken doelrealisatie connectiviteit
Karakteristiek Eis
1. Lokstroom Directe monding in de stromende Maas
2. Visoptrekbaarheid Vrij optrekbaar zonder kunstwerken en/of middels vispasseerbare kunstwerken
3. Ecologische verbinding
De beek vormt een verbinding tussen (natte) natuurgebieden:
Natura 2000-gebied of een goudgroene natuurzone (volgens kaart in het provinciaal omgevingsplan, POL 2014).
Tabel 29: Beoordelingsschaal connectiviteit Percentage
doelbereik
Toelichting
100 % Het studiealternatief voldoet aan alle karakteristieken van connectiviteit 75 % Het studiealternatief voldoet aan 2 karakteristieken van connectiviteit 50 % Het studiealternatief voldoet aan 1 karakteristieken van connectiviteit 0 % Het studiealternatief voldoet aan geen enkele karakteristieken van
connectiviteit
Beoordeling mate van doelbereik
De mate van doelbereik voor natuurbeek is alleen beoordeeld voor de Kwistbeek, omdat alleen voor de Kwistbeek een beekherstelopgave geldt. De Tasbeek en de Springbeek voldoen al grotendeels aan het doelbeeld voor een natuurbeek, de Bosbeek heeft geen natuurbeek doelstelling. Vanuit de functie als natuurbeek gelden voor de Tasbeek en de Springbeek wel randvoorwaarden voor de dijkversterking.
Voor de Kwistbeek is geconcludeerd dat bovenstrooms van de watermolen in Baarlo de mogelijkheden voor stroomminnende vissoorten in de Kwistbeek beperkt zijn. Het accent voor herstel van de Kwistbeek voor deze vissoorten ligt daarom op de benedenloop, het deel tussen de watermolen en de Maas. De huidige stuw aan de Ingweg geldt hierbij als uitgangspunt.
Bovenstrooms van deze locatie mag het peil (15,95 meter NAP) niet verlaagd worden vanwege verschillende gebruiksfuncties. Wel is de wens om de stuw Ingweg vispasseerbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld door benedenstrooms van deze locatie de waterbodem te verhogen en de stuw te verwijderen, of door een vispassage. Vanaf de locatie stuw Ingweg is het vanuit de
natuurbeekfunctie gewenst om de Kwistbeek op een natuurlijk wijze naar de Maas te laten stromen, onder natuurlijk verval en zonder belemmeringen voor vismigratie. De beoordeling van het
doelbereik Natuurbeek gaat daarom alleen over dit gedeelte Kwistbeek (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas).
Ecologische doelstellingen
Een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de ecologische doelstellingen voor de toekomstige Kwistbeek (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas) is de realisatie van een natuurlijk verhang. Door de bekenexperts van het waterschap is daarbij aangegeven dat een zo steil mogelijke verhanglijn gewenst is om de gewenste stromingsdynamiek en natuurlijk beekhabitat voor stroomminnende vissoorten te laten ontstaan. Het verhang is afhankelijk van het te kiezen tracé van de beek, het maaiveldhoogteverloop over dat tracé en de mate van insnijding.
Verder ligt de Kwistbeek in de studiealternatieven 2, 3 en 4 (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas) dicht langs de nieuwe kering. Voor de beoordeling van deze studiealternatieven is het uitgangspunt dat in de nadere planuitwerking voldoende ruimte beschikbaar is voor inrichting van een natuurlijk beekdal.
Aanbevolen wordt om bij de nadere planuitwerking het tracé voor de toekomstige Kwistbeek (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas) nader uit te werken, met als doel een vrije afstroming (zonder stuwen) en een optimale verhanglijn te realiseren.
Tabel 30: Beoordeling voor ecologische doelstelling Chemische en
ecologische doelstelling
Toelichting Score
Studiealternatief 1
Omdat de Kwistbeek nog bijna tot aan de Maas haar huidige rechte loop houdt (waarvoor stuwen nodig zijn) wordt de mogelijkheid om een optimale verhanglijn vanaf locatie stuw Ingweg te realiseren niet benut. Door het handhaven van stuwen worden ook de gewenste stroomsnelheden niet gerealiseerd. De overige drie karakteristieken lijken wel haalbaar.
50%
Studiealternatief 2a
Aan de meeste karakteristieken wordt voldaan, alleen de eis van minimaal 50% beschaduwing wordt mogelijk niet gehaald (geen bosschages toegestaan in de weerdverlaging).
75%
Studiealternatief 2b
Aan de meeste karakteristieken wordt voldaan, alleen de eis van minimaal 50% beschaduwing wordt mogelijk niet gehaald (geen bosschages toegestaan in de weerdverlaging).
75%
Studiealternatief 3a
Aan de meeste karakteristieken wordt voldaan. Kwistbeek loopt aan westkant hoge rug door een kwelgeul. Dit is vanuit RWS ongewenst (geen natuurlijke afvoerrichting).
75%
Studiealternatief 3b
Aan de meeste karakteristieken wordt voldaan. Kwistbeek loopt aan westkant hoge rug door een kwelgeul. Dit is vanuit RWS ongewenst (geen natuurlijke afvoerrichting).
75%
Studiealternatief 4
Omdat de Kwistbeek nog deels haar huidige rechte loop houdt
(waarvoor stuwen nodig zijn), wordt de mogelijkheid om een optimale verhanglijn vanaf locatie stuw Ingweg te realiseren niet benut. Door het handhaven van stuwen worden ook de gewenste stroomsnelheden niet gerealiseerd. De overige drie karakteristieken lijken wel haalbaar.
50%
Connectiviteit
Voor alle studiealternatieven geldt dat de toekomstige Kwistbeek ergens tussen locatie stuw Ingweg en de Maas de nieuwe kering moet kruisen. Ter plaatse van de kruising zullen een coupure en een noodpomp (bij hoge Maaswaterstanden) moeten komen. De huidige kruising met de kering is niet vispasseerbaar. Voor de beoordeling van de connectiviteit is uitgangspunt dat de toekomstige kruising met de kering wel vispasseerbaar wordt. Verder is ervan uit gegaan dat in studiealternatief 1 en 4 de huidige stuwen in de Kwistbeek (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas) gehandhaafd blijven, en dat in de studiealternatieven 2 en 3 er geen stuwen meer in de Kwistbeek (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas) komen, en de beek dus vrij kan afstromen naar de Maas.
In alle studiealternatieven vormt de toekomstige loop van de benedenloop van de Kwistbeek een verbinding tussen goudgroene natuurzones. In de nadere planuitwerking dient de locatie van de kruising met de kering nader te worden bepaald, afhankelijk van het definitieve tracé van de Kwistbeek (tussen locatie stuw Ingweg en de Maas) en het definitieve tracé van de nieuwe kering.
Tabel 31: Beoordeling voor connectiviteit Chemische en
ecologische doelstelling
Toelichting Score
Studiealternatief 1 Handhaven stuwen in huidige beekloop maakt vismigratie onmogelijk
75%
Studiealternatief 2a en 2b
Voldoet aan de karakteristieken voor connectiviteit 100%
Studiealternatief 3a en 3b
Voldoet aan de karakteristieken voor connectiviteit 100%
Studiealternatief 4 Handhaven stuwen in huidige beekloop maakt vismigratie onmogelijk
75%
14.3 Waterbeheer 21
eeeuw
Dit aspect is gericht op de bijdrage die het studiealternatief levert aan een klimaatbestendig en robuust watersysteem. Een watersysteem dat inzet op het terugdringen van wateroverlast en watertekort.
Tabel 32: Beoordelingsschaal WB21 – Bijdrage aan klimaatbestendig, robuust systeem en aansluiting op het regionale watersysteem
Percentage doelbereik
Toelichting
100% Het studiealternatief draagt sterk bij aan een klimaatbestendig en robuust watersysteem
75% Het studiealternatief draagt bij aan een klimaatbestendig en robuust watersysteem
50% Het studiealternatief heeft geen invloed op de klimaatbestendigheid en robuustheid van het watersysteem.
0% Het studiealternatief zorgt voor een afname van de klimaatbestendigheid en robuustheid van het watersysteem.
Beoordeling mate van doelbereik
Voor waterbeheer 21e eeuw is gekeken naar het effect van de studiealternatieven op alle beken in het plangebied: de Kwistbeek, de Tasbeek, de Bosbeek en de Springbeek. Uitgangspunt voor de beoordeling van het doelbereik is dat vanuit het WB21 beleid bij het ontwerp van de keringen rekening wordt gehouden met behoud van de vereiste afvoercapaciteit van de beken en waterlopen.
Dus aanleg van voldoende ruime coupures en noodpompen met voldoende capaciteit.
De beoordeling van het aspect wateroverlast vanuit het regionale watersysteem is integraal meegenomen in de beoordeling van de bijdrage aan een klimaatbestendig, robuust systeem.
Tabel 33: Beoordeling doelbereik waterbeheer 21e eeuw, bijdrage aan klimaatbestendig, robuust systeem
Wateroverlast regionale watersysteem
Toelichting Score
Studiealternatief 1
Geen verandering regionaal watersysteem. Kwistbeek na stuw Ingweg loopt nog steeds (met stuwen) langs een laag gelegen perceel. Bij piekafvoeren kan wateroverlast optreden.
50%
Studiealternatief 2a
Kwistbeek na stuw Ingweg wordt naar het noorden verplaatst, en loopt daardoor niet meer langs een laag gelegen perceel, waar thans bij piekafvoeren wateroverlast optreedt.
Hoewel in het deelgebied Hummerenweg de primaire kering naar de terrasrand wordt verlegd, blijft ook de huidige kering bestaan, waardoor het huidige watersysteem met kruisingen van de kering en pomplocaties blijft bestaan.
75%
Studiealternatief 2b
Kwistbeek na stuw Ingweg wordt naar het noorden verplaatst, en loopt daardoor niet meer langs een laag gelegen perceel, waar thans bij piekafvoeren wateroverlast optreedt.
Hoewel in het deelgebied Hummerenweg de primaire kering naar de terrasrand wordt verlegd, blijft ook de huidige kering bestaan, waardoor het huidige watersysteem met kruisingen van de kering en pomplocaties blijft bestaan.
75%
Studiealternatief 3a
Kwistbeek na stuw Ingweg krijgt vrije afstroming, waardoor kleinere kans op wateroverlast op naastgelegen laag gelegen perceel.
Het watersysteem in het deelgebied Hummerenweg (A-watergang De Molen) komt buitendijks te liggen, terwijl het landgebruik hetzelfde blijft.
0%
Studiealternatief 3b
Kwistbeek na stuw Ingweg krijgt vrije afstroming, waardoor kleinere kans op wateroverlast op naastgelegen laag gelegen perceel.
Het watersysteem in het deelgebied Hummerenweg (A-watergang De Molen) komt buitendijks te liggen, terwijl het landgebruik hetzelfde blijft.
0%
Studiealternatief 4
Kwistbeek na stuw Ingweg loopt nog steeds (met stuwen) langs een laag gelegen perceel, waar bij piekafvoeren wateroverlast kan optreden.
Het watersysteem in het deelgebied Hummerenweg (A-watergang De Molen en A-watergang Middelste Horst) komt buitendijks te liggen, terwijl het landgebruik hetzelfde blijft.
0%