• No results found

Beantwoording van deelvragen en conclusies

empirisch onderzoek

7.2 Beantwoording van deelvragen en conclusies

7.2.1 De ontwikkeling van reïntegratiegedrag in de maanden na de ziekmelding

Op basis van de beschrijvingen van de variatie in reïntegratiegedrag die in de voorgaande hoofdstukken zijn gepresenteerd, is de eerste deelvraag te beantwoorden:

hoe ontwikkelt zich het reïntegratiegedrag van een zieke werknemer, de direct leidinggevende en de betrokken bedrijfsarts in de maanden na de ziekmelding?

In de beginfase ontstaan al patronen die zich tot verschillende typen reïntegratiegedrag ontwikkelen. Direct na het ontstaan van het ziekteverzuim is een verschil zichtbaar, waarvoor de typeringen afwachtend en actief zijn gehanteerd. Werknemers en leiding- gevenden met afwachtend gedrag zijn in eerste instantie niet met reïntegratie bezig. Werknemers en leidinggevenden met actief reïntegratiegedrag oriënteren zich meteen op mogelijkheden voor werkhervatting en bespreken opties met elkaar, al is realisering daarvan op dat moment nog niet aan de orde. Na het eerste consult bij de bedrijfsarts, enkele weken na de ziekmelding, doen zich zowel een verschuiving als een differentiatie in het reïntegratiegedrag voor. Meer werknemers en leidinggevenden worden actief. De differentiatie houdt in dat er verschil ontstaat tussen werknemers en leidinggevenden die anticiperen op adviezen van de bedrijfsarts, die handelen op geleide van adviezen van de bedrijfsarts, die afwachten nadat de bedrijfsarts werkhervatting heeft geadviseerd en die wachten tot werkhervatting mogelijk is. In alle casussen ontstaat een evenwichts- situatie, in die zin dat het reïntegratiegedrag van werknemer en leidinggevende op elkaar

conclusies, discussie en aanbevelingen 153 afgestemd is. Daar waar hun gedrag eerst van elkaar verschilt, stemt dit na het consult bij de bedrijfsarts alsnog overeen. De feitelijke rol van de bedrijfsarts in het samenspel varieert. Afhankelijk van het type gedrag van werknemer en leidinggevende, varieert haar inbreng van adviserend (bij werknemers en leidinggevenden die zelf al gestart zijn met initiatieven) tot initiërend (als werknemer en leidinggevende wachten op haar advies). Voor de

effectuering van adviezen is de bedrijfsarts afhankelijk van acties die werknemer en leidinggevende ondernemen. De afhankelijkheid van de bedrijfsarts blijkt onder andere uit situaties waarin de bedrijfsarts probeert om het initiatief over te laten nemen door werknemer en leidinggevende, maar dit niet resulteert in actiever gedrag.

Vier maanden na de ziekmelding zet de toename van activiteit door. Meer werknemers en leidinggevenden ondernemen naar aanleiding van een werkhervattingsadvies van de bedrijfsarts acties gericht op terugkeer in het werk. Een tweede ontwikkeling is dat verschillen zich uitkristalliseren. Er zijn vier typen reïntegratiegedrag onderscheiden:

afwachtend, achterblijvend, volgend en vooruitlopend. De belangrijkste verschillen tussen deze

typen betreffen het moment waarop acties worden ingezet (in reactie op adviezen van de bedrijfsarts of anticiperend hierop), de aard van de acties die worden ondernomen (al dan niet in voorzichtiger vorm uitvoering geven aan door de bedrijfsarts aangereikte mogelijk- heden of zelf opties bedenken en uitproberen), en de reikwijdte van de acties (beperken zich tot terugkeer in de eigen functie en tot bestaande mogelijkheden of zijn in bredere zin ook gericht op andere, zo nodig te creëren vormen van passend werk en op inzetbaarheid op de langere termijn).

Negen maanden na de ziekmelding zijn bijna alle werknemers geheel of gedeeltelijk terug- gekeerd in de werksituatie. Deels is dit in de eigen functie, al of niet met aanpassingen, deels in passend werk. In de fase voorafgaand aan de werkhervatting zijn de vier onder- scheiden typen reïntegratiegedrag nadrukkelijker herkenbaar. Naast de eerder vastgestelde verschillen (het moment waarop reïntegratie-acties worden ingezet, de aard van acties die worden ondernomen en de reikwijdte ervan) onderscheiden de typen reïntegratiegedrag zich in nog enkele opzichten. Ze verschillen in wie (werknemer, leidinggevende, of beiden) initiërend is en in de rolverdeling die daaruit ontstaat. Ook het reeds opgemerkte verschil in inbreng van de bedrijfsarts in het samenspel van de drie actoren zet zich voort. Voor zover er sprake is van hersteldmeldingen, zijn verschillen te zien wat betreft het al dan niet een vervolg geven aan reïntegratie-activiteiten. De genoemde verschillen zijn weerge- geven in tabel7.1 op de volgende bladzijde.

tabel 7.1 Typen reïntegratiegedrag

afwachtend achterblijvend volgend vooruitlopend

Moment waarop Werknemer en leiding- Werknemer en leiding- Werknemer en leiding- Werknemer en leiding- acties worden gevende wachten af, gevende wachten het gevende wachten het gevende zijn vanaf het ondernomen ook als de bedrijfsarts oordeel van de bedrijfs- oordeel van de bedrijfs- begin actief bezig met (het

werkhervatting arts af en reageren arts af. Het werkher- voorbereiden van) werkher- adviseert. daarna op de adviezen. tingsadvies markeert de vatting en anticiperen op

Het werkhervattings- overgang naar vervolgstappen. advies markeert de reïntegratie-acties.

overgang naar voor-

zichtige reïntegratie- acties.

Aard van de onder- Geen acties. Acties bestaan uit het in Acties bestaan uit het Acties bestaan uit het nomen acties afgezwakte vorm of in uitvoeren van adviezen bedenken en uitproberen

een langzamer tempo van de bedrijfsarts. van opties en het op- uitvoeren van adviezen bouwen van de belasting. van de bedrijfsarts.

Reikwijdte van de acties De acties van werknemer De acties van werknemer De acties van werknemer De acties van werknemer en leidinggevende zijn en leidinggevende zijn en leidinggevende zijn en leidinggevende zijn niet gericht op werkher- gericht op: gericht op: gericht op:

hervatting • hervatten eigen werk, • hervatten eigen werk, • hervatten eigen werk of zoveel mogelijk binnen zoveel mogelijk binnen in een andere functie, al het eigen organisatie- het eigen organisatie- dan niet in de eigen onderdeel; onderdeel; organisatie; • (tijdelijk) inpassen in • (tijdelijk) inpassen in • zoeken naar of zo nodig bestaande werkzaam- bestaande werkzaam- creëren van maatwerk- heden en in standaard- heden en in standaard- oplossingen. situaties. situaties.

Acties na de hersteld- Niet van toepassing De reïntegratie-inspan- De reïntegratie-inspan- De reïntegratie-inspan- melding (geen werkhervatting). ningen stoppen na ningen stoppen na ningen krijgen na de her-

beëindiging van het beëindiging van het steldmelding een vervolg in ziekteverzuim. ziekteverzuim de vorm van initiatieven

gericht op de toekomstige

inzetbaarheid van de werk-

nemer.

Onderlinge rolverdeling Werknemer en leiding- De leidinggevende zet De leidinggevende zet Werknemer en leiding- gevende nemen geen een vervolgstap naar een vervolgstap naar gevende nemen beide initiatieven. Voorstellen aanleiding van adviezen aanleiding van adviezen initiatieven. Werknemer en van de bedrijfsarts van de bedrijfsarts en de van de bedrijfsarts en de leidinggevende hebben de resulteren niet in acties werknemer sluit daar bij werknemer sluit daar bij regie. Ze bepalen in overleg van werknemer en aan. De regie wordt aan aan. Incidenteel neemt de tempo en verloop van het leidinggevende. de bedrijfsarts overge- de werknemer initiatie- reïntegratieproces.

laten, waarna werknemer ven, waarna de leiding- en leidinggevende tempo gevende zich aansluit. en wijze van werkher- De regie wordt aan de vatting bepalen. bedrijfsarts overgelaten. Zij bepaalt in feite tempo

en wijze van werkher-

vatting.

Rol van de bedrijfsarts Adviezen van de bedrijfs- De bedrijfsarts heeft een De bedrijfsarts heeft een De bedrijfsarts heeft een arts resulteren niet in initërende rol wat wijze sturende en beslissende ondersteunende rol. actief reïntegratiegedrag van werkhervatting rol wat tempo en wijze Ze adviseert werknemer en van werknemer en betreft. In de uitvoering van werkhervatting leidinggevende over (toe- en leidinggevende. worden adviezen betreft. komstige) arbeidsmogelijk-

afgezwakt. heden.

De tabel laat de variatie in reïntegratiegedrag zien, met aan de ene kant afwachtend gedrag van werknemer en leidinggevende, ook al ligt er een werkhervattingsadvies van de bedrijfs- arts en aan de andere kant van het spectrum het proactieve gedrag van werknemer en leidinggevende die zelf de regie in handen nemen. Met dit onderscheid wordt geabstraheerd

conclusies, discussie en aanbevelingen 155 van nuances en details. Tevens moet opgemerkt worden dat werknemer en leidinggevende niet op ieder moment even actief zijn. De voorgaande hoofdstukken hebben laten zien dat zich langere periodes voordoen waarin geen nieuwe stappen in het proces worden gezet. Tot slot is het van belang te herhalen (zie subparagraaf4.3.1, voetnoot 7) dat de typeringen betrekking hebben op gedrag in deze specifieke situaties, binnen de context van deze inter- actieprocessen, en dus niet opgevat moeten worden als oordelen over personen.

Bovenstaande leidt tot een antwoord op de eerste deelvraag. Dit bestaat uit een viertal conclusies over de ontwikkeling van reïntegratiegedrag in de maanden na de ziekmelding.

1 Werknemer en leidinggevende zijn aanvankelijk geneigd tot afwachten, maar ontwikkelen

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN