• No results found

HOOFDSTUK 2: CASE STUDIES 2.1. INLEIDING

2.2.3. De rol en het functioneren van de betrokken stichtingen

2.2.4.4. Beëindiging en omgang met onbekende claims

De DES-overeenkomsten bevatten vrij omvangrijke bepalingen met betrekking tot de beeindiging van de overeenkomsten, de omgang met reserves en een eventueel restant. Met het oog op onbekende claims is hier bovendien gekozen voor een lange looptijd, hetgeen in een situatie als deze onontbeerlijk lijkt. Hieronder volgt een weergave van de regelingen.

2.2.4.4.1. DES I

De DES I-overeenkomst heeft een looptijd van 27 jaar te rekenen vanaf 1 januari 2006 en eindigt derhalve van rechtswege op 31 december 2033. Stichting BD kan echter besluiten de looptijd van de overeenkomst te verlengen indien dat met het oog op nog te verwachten aanspraken van uitkeringsgerechtigden of de afwikkeling van reeds geldend gemaakte aansprakelijk noodzakelijk blijkt. Van het voornemen de overeenkomst te verlengen stelt Stichting BD uiterlijk acht maanden voor het einde van de dan lopende termijn partijen bij de overeenkomst schriftelijk in kennis onder opgave van de reden van verlenging.208

De schikkingsovereenkomst houdt rekening met een eventueel overschot en geeft bij bepaalde categorieën aan dat een aanvullende uitkeringen gedaan kunnen worden wanneer er sprake is van een overschot. Indien de stichting BD vaststelt dat gelden, die dan bestemd en nog beschikbaar zijn voor het doen van uitkeringen inclusief de daaraan verbonden kosten, ruim het

205 Actuariële berekening, productie 3 bij verzoekschrift DES II.

206 Bestuursverslag over 2013, productie 7 bij verzoekschrift DES II.

207 Artikel 12 DES I-overeenkomst en artikel 15 DES II overeenkomst.

bedrag overtreffen dat naar verwachting nodig zal zijn om de in de toekomst nog te verrichten uitkeringen inclusief de daaraan verbonden kosten te kunnen doen, dan wendt de stichting BD het gebleken overschot in eerste instantie aan om de bestemmingsreserve te verhogen met maximaal EUR 5.000.000,- en zodra die bestemmingsreserve dat niveau heeft bereikt voor het doen van aanvullende uitkeringen als bedoeld in artikelen 3.1.1. en 3.2.1. (bepaalde categorieën DES-moeders en –dochters).209

De schikkingsovereenkomst bevat ook een regeling voor het geval waarin het totaalbedrag in de loop der tijd ónvoldoende blijkt om alle uitkeringen te kunnen doen. Het bestemmingsreserve bestaat aanvankelijk uit een bedrag van EUR 2.300.000,-, bedoeld voor het geval waarin stichting BD vaststelt dat de nog beschikbaar zijnde gelden voor het doen van uitkeringen en de daaraan verbonden kosten, naar verwachting niet voldoende zijn om de in de toekomst nog te verrichten uitkeringen inclusief de daaraan verbonden kosten te kunnen doen. In dat geval heft Stichting BD de tekorten op door de alsdan geldende uitkeringen naar evenredigheid te verminderen en/of door het tekort aan te zuiveren uit de bestemmingsreserve.210

Indien het bestemmingsreserve niet wordt aangewend voor het aanvullen van eventuele tekorten zoals hierboven beschreven, dan kan het bestemmingsreserve worden bestemd voor het doen van uitkeringen ter vergoeding van schade uit aandoeningen, ten aanzien waarvan na het sluiten van de overeenkomst in medische kringen alsnog vrij algemeen wordt geoordeeld dat er een relevant verband bestaat tussen de aandoeningen en blootstelling aan DES wegens gebruik van DES preparaten tijdens zwangerschap. Doet deze situatie zich niet voor, dan kan het geld worden aangewend voor het financieel steunen van medisch onderzoek of van een doel van algemeen nut, naar de keuze van Stichting DB. Stichting DB gaat tot het aanwenden van het bestemmingsreserve niet over dan na daarover met Stichting DES Centrum overleg te hebben gevoerd.211

Indien bij het einde van de overeenkomst nog een bedrag in het DES-fonds resteert en geen uitvoering is gegeven aan de hierboven beschreven regeling, dan kan indien gewenst 50% van het restant worden terugbetaald aan de farmaceutische bedrijven en 50% aan de verzekeringsmaatschappijen. Daartoe is echter op grond van artikel 7:910 lid 2 BW toestemming van het Hof Amsterdam nodig. Het hof wijst het verzoek af indien onvoldoende aannemelijk is dat na uitkering van een deel van het restant alle gerechtigden tot een vergoeding nog kunnen worden voldaan.

Het recht op een uitkering vervalt, indien de uitkering niet is aangevraagd binnen één jaar na de dag waarop zowel de beschikking onherroepelijk is als de uitkeringsgerechtigde bekend is geraakt met de mogelijkheid van een uitkering onder deze overeenkomst. Indien de gedupeerde niet met zijn schade bekend kon zijn, dient gedupeerde Stichting DB daarvan uiterlijk binnen zes maanden nadat hij alsnog met een bepaalde aandoening bekend is geraakt en in is gesteld van het bestaan van de mogelijkheid om ingevolge de overeenkomst een aanvraag voor uitkering in te dienen. 212

209 Artikel 4.2.2. DES I-overeenkomst.

210 Artikel 4.2.1. DES I-overeenkomst.

211 Artikel 5 DES I-overeenkomst.

2.2.4.4.2. DES II

De DES II-overeenkomst heeft een looptijd van 27 jaar en eindigt derhalve van rechtswege op 1 januari 2041. Ook hier kan Stichting BD echter besluiten de looptijd van de overeenkomst te verlengen op overeenkomstige wijze als in de DES I-overeenkomst is bepaald. De overeenkomst eindigt eerder indien de overeenkomst overeenkomstig artikel 7:908 lid 4 BW door partijen geldig wordt opgezegd of indien de financiële middelen voor het uitvoering geven aan de overeenkomst eerder uitgeput zijn geraakt. Stichting BD stelt partijen in dat geval uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het einde van de overeenkomst schriftelijk in kennis van de datum waarop de overeenkomst zal eindigen.

Gedurende de looptijd van de overeenkomst kan de stichting al besluiten, indien de gelden die dan nog beschikbaar zijn ruim het bedrag overtreffen dat naar verwachting nodig zal zijn om de in de toekomst nog te verrichten uitkeringen inclusief de daaraan verbonden kosten te kunnen doen, het bestemmingsreserve te verhogen en aanvullende uitkeringen te doen, dan wel het bestemmingsreserve voor de uitvoering van de DES I-overeenkomst te verhogen.213 Het bestemmingsreserve wordt naar keuze van Stichting DB aangewend voor ofwel het doen van aanvullende uitkeringen, ofwel het doen van uitkeringen ter vergoeding van schade uit aandoeningen, ten aanzien waarvan na het sluiten van de overeenkomst in medische kringen alsnog vrij algemeen wordt geoordeeld dat er een relevant verband bestaat tussen de aandoening en de blootstelling aan DES wegens gebruik van DES preparaten tijdens de zwangerschap, alsmede het verrichten van onderzoek daarnaar.214 Doen deze situaties zich niet voor, dan wordt het bestemmingsreserve aangewend voor, naar de keuze van Stichting DB, het financieel steunen van medisch onderzoek of van een doel van maatschappelijk nut.215

Het recht op een uitkering vervalt indien de uitkering niet is aangevraagd voor het moment waarop de uitkeringsgerechtigde de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt, dan wel indien deze data later komen dan de dag waarop de uitkeringsgerechtigde de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, binnen twee jaren na de dag waarop zowel de beschikking onherroepelijk is, als de uitkeringsgerechtigde bekend is geraakt met de mogelijkheid van een uitkering onder de overeenkomst. Degene die ten tijde van de aankondiging niet bekend kon zijn met zijn schade in

verband met een handicap als vermeld in bijlage I van de overeenkomst216 maar daarmee wel

bekend raakt, dient de schriftelijke kennisgeving Stichting BD daadwerkelijk dient te hebben bereikt binnen zes maanden nadat hij, die alsnog met schade in verband met een handicap als vermeld in bijlage I van de overeenkomst bekend is geraakt, in kennis is gesteld van het bestaan van de overeenkomst en van de mogelijkheid om bij Stichting BD een aanvraag voor een uitkering in te dienen.217

213 Artikel 7.2.2. DES II-overeenkomst.

214 De DES II-overeenkomst is hiervan een voorbeeld.

215 Artikel 8.3. DES II-overeenkomst.

216 Hierin staan alle vroeggeboortehandicaps beschreven.

2.3. DEXIA