• No results found

Amsterdamse huizen, danspartijen en andere publieke vermakelijkheden.

H. 3. Politieke feesten en publieke vermakelijkheden in de Franse tijd (1806-1813)

3.5 Amsterdamse huizen, danspartijen en andere publieke vermakelijkheden.

171 H. Diederiks, Een stad in verval, blz. 157.

172 Reis door Holland. blz.74.

173 Geysbeek, Tegenwoordig Amsterdam blz. 289.

174 Zie hiervoor bijvoorbeeld: Lotte Jensen, Verzet tegen Napoleon en Johan Joor, De Adelaar en het lam.

Er waren verschillende ‘huizen’ waar men terecht kon voor nachtelijke uitspanningen. Zoals de schrijver en literator Arend Fokke Simonsz in 1808 beschreef waren er zogenaamde nacht- en speelhuizen waar de Amsterdammers tot diep in de nacht hun vertier kon vinden. Twee van die huizen waren de Ooijevaar en de Munnik.

Eerstgenoemde bevond zich op de Antonie Breestraat en was volgens Fokke Simonsz een ‘openbaar burgergezelschap’175.De Ooijevaar was een plek waar bezoekers uit

verschillende lagen van de maatschappij te vinden waren176.

Afbeelding 8. Gravure van het volkstheater 'De Ooievaar' in de St. Anthoniebreestraat. Gravure van Dl. Veelwaard naar J Smies, illustratie uit: A. Fokke Simonsz., Amsterdamsche burgers-winteravond- uitspanningen (Amsterdam 1808)

175 A.S. Fokke, Amsterdamsche Burgers-winteravond-uitspanningen (Amsterdam 1808) blz. 94.

Deze nachthuizen of volkstheater bevatten verschillende vertrekken. Er was een zaal die fungeerde als een theater of toneel en waar enkele scenes uit een opera of blijspel gespeeld werden, een zogenaamd Gynaceum, waar de vrouwen wijn dronken, en een zaal met tafels waar men alcoholische verfrissingen tot zich kon nemen. Met geluk kon men een plek bemachtigen aan deze tafels. Als dit niet lukte, was de bezoeker genoodzaakt met het drankje in de hand rond te lopen177.

Zowel mannen als vrouwen namen deel aan het vertier in deze speelhuizen. De aanwezigheid van vrouwen wordt niet als storend beschreven, maar juist als essentieel voor het vermaak van de man. Volgens de schrijver waren ‘lekkere spijze, smakelijke wijn en het gezelschap van bevallige vrouwen’178 de

hoofdingrediënten voor een vermakelijke avond. Simonsz was zeer geïnteresseerd in de manier waarop liefde en begeerte vermaakte en verlustigde in het Amsterdamse uitgaansleven179. Deze bevallige vrouwen worden ook door andere tijdgenoten

beschreven. In een dichtstuk Amsteldam; by de nacht beschouwd, spreekt de

schrijver over een plek waar ’t schuim van ’ t schoon geslacht door zich met praal te kleden en op te kleuren ’t oog der dwazen tot zich trekt’.180De schrijver beklaagt zich

over de manier waarop de Amsterdammers zich overgeven aan lustgevoelens: ‘ het menschdom is hierïn méér woest dan ’t woest gediert’181.

Naast deze nacht en speelhuizen kon de welgestelde Amsterdammer overdag ook terecht in het koffiehuis, waar hij een goed gesprek kon voeren met zowel landgenoten, als een rijke variatie aan buitenlanders. De wijnhuizen waren bestemd voor de lagere klassen, ’s Avonds veranderden deze wijnhuizen in een kroeg, waar men veel slechte wijn tot zich nam, en zich vermaakte met een kaartspel182. In het sociëteitsgebouw van Felix Meritis werd er gedurende de

winter elke vrijdag een concert gegeven183. Op zondag gebeurde dit in de Hoogduitse

Schouwburg184. Er was sprake van een voortzetting van

Joodse feesten die voorheen niet op een dergelijk openbare manier gevierd konden worden. Zoals in de voorgaande hoofdstukken werd genoemd won het Poerimfeest aan populariteit. Het hoogtepunt vond zij in deze jaren, men vierde het Joodse Purim feest uitbundiger dan ooit. Dit feest werd gevierd in de vorm van een gemaskerd

177 Idem, blz. 101.

178 Idem, blz. 37.

179 Idem, blz. 55.

180 A.L. Barbaz, Amsteldam, by de nacht beschouwd. Boertig dichtstuk. (Amsterdam 1807) uit. Pieter Johannes Uylenbroek. blz.7.

181 Idem, blz. 12.

182 Reis door Holland. In het jaar 1806. Naar het Fransch. Met afbeeldingen. I. Deel blz. 89.

183 P.G.W. Geysbeek Het tegenwoordig Amsterdam (Amsterdam 1809) blz. 297.

bal185. De traditie van vermomming en het gebruik van maskers tijdens het Purim

feest lag in het vijftiende eeuwse Venetië, dat toentertijd een grote Joodse gemeenschap had. Het bestond in andere Europese landen al langer, maar is op verschillende momenten in de geschiedenis verboden door hogere organen. Zo werd het eind achttiende eeuw door de paus verboden186.

Lodewijk Napoleon zette zich in voor het lot van de Joden, wat mogelijkerwijs bijgedragen heeft aan de verdere bloei van het Poerimfeest. In de eerste jaren van de negentiende eeuw werden bal-masqués voornamelijk tijdens dit feest gehouden. Vanaf 181o komen zij wekelijks voor, en beginnen zelfs theaters zich hiervoor te lenen, waardoor het fenomeen nog wijdverspreid werd. Deze

dansavonden waren publiek, en werden in de kranten geadverteerd als een Grand Bal, Paré et Masque. Een bal waar men gemaskerd en in paren kon dansen.

Danspartijen vergaarden aan het einde van de Franse tijd nog meer populariteit. Logementhouders stelden ze steeds vaker open voor het grote publiek187. In Frankrijk

waren deze bals al zeer geliefd in de achttiende eeuw. De Parijse Opéra kende

dergelijke (publieke) feestavonden al sinds 1715. Gemaskerde bals waren hier aan de orde van de dag, maar waren ook daar bestemd voor de gegoede burgerij188. Ter ere

van de komst van Lodewijk Napoleon werd er eveneens een Cercle et Bal gehouden in het Paleis op de Dam, waarbij een groot deel van de Amsterdamse burgerij werd uitgenodigd. Men verwachtte een goede opkomst, er werd een publieke kennisgeving uitgegeven voor het rijden der koetsen naar het Paleis omdat ze een opstopping verwachtten189. De opkomst was niet zo groot als gewenst, maar de aanwezigen

ontvingen hem wel met groot enthousiasme190. Volgens

tijdgenoten werden de bals in de Franse tijd veelal door de middenklasse en de gegoede burgerij bezocht191. Leden van verschillende genootschappen mochten zo nu

en dan zelfs gratis naar binnen, wat betekent dat zij een graag geziene klant waren. De prijs van een entreekaartje voor een bal bleef gedurende de Bataafs-Franse tijd hetzelfde (een gulden voor een man, 10 stuivers voor een vrouw), terwijl het

economisch gezien steeds slechter ging met de stad. Op het einde van de Franse tijd werd deze prijs zelfs verhoogd, mannen moesten toen 20 cent meer gaan betalen, vrouwen een stuiver extra192. Kinderen mochten vanaf 1810 ook meekomen bij

185 D.S. van Zuiden,‘Lodewijk Napoleon en de Franse tijd’ Studia Rosenthaliana, Vol. 2, Nr. 1 (jan. 1968), pp. 66-88, aldaar blz. 67.

186 Leydsche Courant. 06-04-1778.

187 Courrier d'Amsterdam 27-12-1810, blz.1

188 Richard Templar Semmens,The Bals Publics at the Paris Opéra in the Eighteenth Century (New York 2004) blz.83

189 GAA,Nieuw Stedelijk Bestuur inv. Nr. 715, folio 263. Nr 423.

190 Lodewijk Napoleon, Gedenkschriften, Wim Zaal ed. (Amsterdam 1983) blz. 93.

191 Reis door Holland. In het jaar 1806. Naar het Fransch. Met afbeeldingen. I. Deel. blz. 74.

192 Affiches, annonces et avis divers d'Amsterdam = Advertentiën, aankondigingen en verschillende berigten van Amsterdam 14-02-1812

sommige dansavonden. Voor hen moest net als voor vrouwen 10 stuivers betaald worden. De scheiding tussen de hogere en lagere klassen werd gewaarborgd vanwege prijs van de kaartjes.

Voor het ‘gewone’ volk was er wel een alternatief. Erg opvallend is een

krantenbericht uit mei 1812 waarin geadverteerd werd voor een ‘groot vauxhal en bal’ in het gebouw het Huis ten Bosch dat elke zondag gegeven zou worden en waarvoor men geen entreekaartje hoefde te kopen193. In diezelfde krant staat een

advertentie voor een ander bal waarbij er een vermaak plaats vond dat meer ‘volks’ aandoet, namelijk een ‘dans op de styve koord’194. Dit vermaak was blijkbaar erg

populair: ‘ten einde eenen ongeregelden toeloop te vermijden, waardoor men in het genoegen alles op zyn gemak te zien, zoude kunnen verhinderd worden, zal als entree 6 st. Betaald worden.’ Het bedrag voor de drankjes werd wel verminderd op vertoon van het entreekaartje. Aan de ene kant werden de entreekaartjes voor bepaalde danspartijen duurder, terwijl andere danszalen een lagere entreeprijs of helemaal niets meer rekenden. Danspartijen waren in deze tijd zo’n groot onderdeel van de Amsterdamse feestcultuur dat het steeds verder doorsijpelde in het

volksvermaak.

Het ‘gemeen’ kon zich daarnaast in een groot gedeelte van de nacht in een van de drinkhuizen vermaken, waar het af en toe vrij woest aan toeging195. Vooral tijdens de

kermis scheen het vermaak daar groot te zijn. Tijdens de kermisweken waren er eveneens genoeg dansavonden die geopend waren voor het grotere publiek, en waarbij geen entreekosten werden gerekend196. Naast de danspartijen werden er in

de Franse tijd ook met regelmaat zogenaamde melodiums gehouden, die half zo duur waren als de danspartijen, namelijk 50 cent.

Een melodium werd vanaf 7 uur in de avond gehouden en bestond onder andere uit een fanfare met pauken (een soort trommel) en trompetten, maar kon ook een ‘potpourri’ zijn, een samenspel van verschillende muziek- en theaterstukken zoals ouvertures, aria’s en vaudevilles maar ook bekende volksliederen197. Melodiums waren overigens wel bestemd voor het ‘kunstminnnend

publiek’198. Op politieke feestdagen werden veel Amsterdammers in staat gesteld om

voor niks mee te doen met de festiviteiten. Zoals eerder genoemd deed Napoleon 193 Idem 23-05-1812 blz. 2

194 Idem

195 Geysbeek, Het tegenwoordig Amsterdam, blz. 355.

196 Idem.

197Advertentiën, aankondigingen en verschillende berigten van Amsterdam 13-02-1812. blz. 2.

Bonaparte erg zijn best om het gehele volk deel te laten nemen aan de festiviteiten tijdens zijn bezoek. De schouwburg was op deze dagen vrij toegankelijk voor het publiek. Er werd daarnaast gratis wijn en allerlei levensmiddelen uitgedeeld199.