• No results found

Afweging positieve en negatieve effecten mogelijk?

5 Het effect op de economie

5.6 Afweging positieve en negatieve effecten mogelijk?

In deze paragraaf onderzoek ik of het mogelijk is om de positieve en negatieve effecten tegen elkaar af te wegen.

Uit voorgaande paragrafen blijkt dat het vaak een schatting van het positieve dan wel negatieve effect van de BFI’s op de Nederlandse economie betreft. Bovendien zijn het vaak schattingen van cijfers gebaseerd op de grootste BFI’s. Hierdoor betreft het een onderschatting, omdat de relatief kleinere BFI’s niet zijn meegenomen. Schattingen kunnen moeilijk tegen elkaar worden afgewogen. Dit is met name het geval als tussen de resultaten van diverse onderzoeken een groot verschil bestaat. Zo blijkt uit het onderzoek van Stichting Economisch Onderzoek (SEO) dat het totale economische voordeel uitkomt op 3 tot 3,4 miljard euro per jaar.194 Het onderzoek van Oxfam Novib komt daarentegen uit op een voordeel van 0,5 tot 1,5 miljard euro per jaar.195 Doordat in diverse onderzoeken rekening wordt gehouden met andere factoren kunnen de resultaten verschillen. Daarnaast zijn van sommige effecten geen cijfers beschikbaar. Zo zijn er geen gegevens over het negatieve effect van de reputatierisico’s, de systeemrisico’s, de integriteitsrisico’s en het sluiten van minder belastingverdragen. Daardoor kunnen de positieve en negatieve effecten niet objectief met elkaar worden vergeleken.

190

Kerste, M. et al. (juni 2013). Uit de schaduw van het bankwezen. SEO. P. 16.

191

Kerste, M. et al. (juni 2013). Uit de schaduw van het bankwezen. SEO. P. 124.

192 Bender, T. & Van Raad, C. (23 september 2014). 50 jaar internationaal belastingrecht in Nederland. 193

De staatssecretaris van Financiën. (20 maart 2013). Opzegging belastingverdrag door Mongolië. P. 3.

194 Een overzicht van het totale economische belang van BFI’s is weergeven in Bijlage 12. 195

Ongeveer 1 miljard in de vorm van belastingen en 0,5 miljard in de vorm van vergoedingen voor financiële professionals. Berkhout, E. (21 mei 2013). De Nederlandse Route. P. 9.

Verder is geen rekening gehouden met de welvaartswinst. Om de welvaartswinst te bepalen, moet worden beoordeeld of de positieve en negatieve effecten verdwijnen als minder of geen BFI’s in Nederland zouden zijn gevestigd. Die analyse is onuitvoerbaar, want de gegevens over gedragsreacties van bedrijven zijn niet beschikbaar. Hier kunnen slechts hypotheses over worden gemaakt.196

Tot slot gaat de discussie over dienstverleningslichamen niet alleen maar over in geld uit te drukken positieve en negatieve effecten. Het gaat ook over moraliteit.197 Zo wordt het oneerlijk gevonden dat het midden- en kleinbedrijf oneerlijke concurrentie ondervindt van de internationale concerns. Deze internationale concerns kunnen de belastingdruk verlagen door een beroep te doen op de belastingverdragen en wetgeving van diverse landen. Daarnaast is het voor de Nederlandse burger moeilijk te bevatten dat de belastingen stijgen, terwijl multinationals – in hun beleving – nauwelijks belasting betalen.198 Dit aspect moet ook worden meegenomen bij de afweging van de positieve en negatieve effecten.

5.7 Conclusie

In dit hoofdstuk is antwoord gegeven op de volgende vraag “Wat is het effect van de dienstverleningslichamen op de Nederlandse economie?”

Allereerst heb ik een algemeen beeld geschetst over de BFI’s in Nederland. In Nederland zijn ongeveer 12.000 BFI’s gevestigd. Hier zitten ongeveer 8.000 multinationals achter.199 Door de BFI’s stroomt jaarlijks ongeveer 4.300 miljard euro.200 BFI’s dragen voor een groot deel bij aan de wereldwijde investeringen. In Nederland wordt het meest geïnvesteerd door Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Nederland investeert in deze landen ook het meest.201

Daarna heb ik onderzocht waarom DNB de cijfers over BFI’s verzamelt. DNB verzamelt data over diverse financiële instellingen. Het geeft een vertekend beeld als naar alle resultaten (inclusief BFI’s) wordt gekeken. Het overgrote deel van de opbrengsten die toerekenbaar zijn aan BFI’s verlaten Nederland immers weer. Om een minder vertekend beeld te krijgen, kunnen de resultaten van de financiële instellingen exclusief BFI’s worden bekeken.

Vervolgens heb ik onderzocht wat de positieve effecten zijn van dienstverleningslichamen op de Nederlandse economie. Uit het onderzoek van SEO blijkt dat BFI’s voor ongeveer 3 tot 3,4 miljard euro bijdragen aan de Nederlandse economie. Deze bijdrage kan worden onderverdeeld in belastinginkomsten, indirecte omzeteffecten en (in)directe werkgelegenheid. Tot slot kunnen dienstverleningslichamen er ook voor zorgen dat andere bedrijven – zowel van hetzelfde concern als van andere concerns – zich in Nederland gaan vestigen.

Daarna heb ik onderzocht wat de negatieve effecten zijn van dienstverleningslichamen op de Nederlandse economie. Allereerst kunnen dienstverleningslichamen zorgen voor reputatieschade van Nederland, omdat Nederland als belastingparadijs wordt neergezet. Wereldwijd wordt per jaar

196 Baarsma, B. et al. (2014). Brievenbusmaatschappijen. P. 180. 197

Baarsma, B. et al. (2014). Brievenbusmaatschappijen. P. 115.

198 Berkhout, E. (21 mei 2013). De Nederlandse Route. P. 9. 199

Deze gegevens zijn afkomstig uit het jaar 2012.

200

Deze gegevens zijn afkomstig uit het jaar 2012.

ongeveer 5,4 miljard euro misgelopen aan belastinginkomsten, doordat geldstromen via Nederland lopen. Dit kan negatieve effecten hebben bij onderhandelingen over internationale politieke kwesties, wat negatieve gevolgen kan hebben voor Nederland als handelsland. Daarnaast kunnen financieringsdienstverleningslichamen zorgen voor systeemrisico’s. Het directe risico voor Nederland is daarbij beperkt, aangezien in Nederland weinig substantiële reële activiteiten zitten. Vanwege de open economie van Nederland kan Nederland indirect wel hinder ondervinden van de systeemrisico’s. Vervolgens dragen dienstverleningslichamen bij aan integriteitsrisico’s. Het gebrek aan transparantie over het verloop van de geldstromen kan zorgen voor misbruik. Dit kan vervolgens zorgen voor financiële- en reputatieschade. In brede zin kan schade worden toegebracht aan de reputatie van Nederland. Zowel voor Nederland als vestigingsland als voor de onderhandelingspositie die Nederland inneemt bij internationale overleggen. Tot slot zijn landen terughoudender in het sluiten van belastingverdragen met Nederland, omdat een inwoner van een niet-verdragsland via het oprichten van Nederlandse dienstverleningslichamen gebruik kan maken van de Nederlandse belastingverdragen met andere landen.

Tot slot ben ik nagegaan in hoeverre het mogelijk is deze positieve en negatieve effecten tegen elkaar af te wegen. Veelal betreffen de cijfers schattingen van positieve dan wel negatieve effecten. Bovendien betreft het vaak een schatting van de grootste BFI’s, waardoor het resultaat wordt onderschat. Daarnaast zijn van sommige effecten geen cijfers beschikbaar. Bovendien wordt geen rekening gehouden met de welvaartswinst. Kortom, de positieve en negatieve effecten kunnen niet objectief met elkaar worden vergeleken. Tot slot dient te worden opgemerkt dat deze discussie ook gaat over moraliteit. Daar moet bij de afweging van de positieve en negatieve effecten rekening mee worden gehouden.