• No results found

Afbakening productmarkt

In document Marktanalyse Vaste Telefonie 2012 (pagina 45-75)

4 Afbakening retailmarkten voor vaste telefonie

4.4 Afbakening productmarkt

44

4.3.3 Retailafnemers

135. Hieronder volgt een beschrijving van de diensten die consumenten (huishoudens) en

zakelijke gebruikers afnemen. Consumenten (huishoudens)

136. Consumenten nemen PSTN-, ISDN- en VoB-aansluitingen af. Het gaat hier vrijwel altijd om

aansluitingen met één lijn. Circa 9 procent van de consumenten neemt twee of meer lijnen af. Dit

percentage is de afgelopen jaren niet veranderd.66

Zakelijke gebruikers

137. Zakelijke gebruikers worden over het algemeen onderverdeeld in ‘Small Office Home Office’

(hierna: SOHO), kleinbedrijf (hierna: KB), middelgrootbedrijf (hierna: MB) en grootbedrijf (hierna: GB). De behoefte van SOHO kan vergelijkbaar zijn met die van consumenten. Grootzakelijke gebruikers hebben veelal behoefte aan het gelijktijdig kunnen voeren van meerdere gesprekken. De behoeften aan het aantal lijnen en verkeersvolumes zijn bij zakelijke gebruikers afhankelijk van omzet, het

aantal vestigingen, het aandeel van ICT in de totale productiekosten, de branche en de schaal.67 Een

overzicht van de verschillende typen aansluitingen die zakelijke gebruikers afnemen, is opgenomen in Tabel 6.

4.4 Afbakening productmarkt

138. Als startpunt voor de marktafbakening worden de PSTN- en ISDN-aansluitingen genomen die

KPN aanbiedt. Het college heeft in 2008 vastgesteld dat er een risico bestaat dat KPN AMM heeft op de markt waar deze diensten deel van uitmaken. Het college onderzoekt in onderstaande paragrafen welke diensten substituten voor PSTN- en ISDN-aansluitingen zijn.

139. De analyse wordt gestart in een situatie zonder regulering, de zogenaamde

greenfieldbenadering. Voor de marktafbakening betekent dit concreet dat wordt gestart met een situatie waarin alleen diensten worden geleverd op basis van een eigen infrastructuur en dat er geen diensten worden geleverd op basis van inkoop van gereguleerde toegangsdiensten. De aanname is derhalve dat een aantal aanbieders dat momenteel actief is, niet langer actief zou zijn, of niet in de mate waarin deze aanbieders nu actief zijn. Van de aanbieders – zoals beschreven in paragraaf 4.3.2 – zouden alleen vaste telefoniediensten worden aangeboden door KPN, de kabelaanbieders en de aanbieders die eindgebruikers op hun eigen glasvezelnetwerk hebben aangesloten. Het college gaat ervan uit dat in de greenfieldsituatie alleen interne leveringen plaatsvinden en KPN niet vrijwillig

66

Telecompaper, Consumentenpanel. Het Consumentenpanel is een maandelijks terugkerend onderzoek onder minimaal 1.500 consumenten naar het gebruik van vaste telefonie, mobiele telefonie, breedband internet en televisie.

67

Roland Berger, Prospectief onderzoek naar de marktontwikkelingen op het gebied van elektronische communicatie in de Nederlandse zakelijke markt, april 2011, blz. 14.

45

externe wholesalediensten levert. Of KPN de prikkel tot vrijwillige levering van wholesalediensten heeft, wordt onderzocht in de wholesaleanalyse.

140. Het college heeft marktpartijen gevraagd naar relevante ontwikkelingen die zich de afgelopen

reguleringsperiode hebben voorgedaan en mogelijk invloed hebben op de productmarktafbakening.68

Op basis van de door marktpartijen genoemde ontwikkelingen en de door het college in zijn

marktanalysebesluit vaste telefonie van 2008 gehanteerde productmarktafbakening, is het college tot de onderstaande vragen gekomen. Om de relevante markten in de greenfield-situatie af te bakenen, worden deze vragen hierna achtereenvolgens beantwoord:

- behoren verkeer en aansluitingen tot dezelfde relevante productmarkt (4.4.1)?

- behoren alle soorten verkeer tot dezelfde relevante productmarkt (4.4.2)?

- vormen de verschillende PSTN- en ISDN-diensten substituten van elkaar of dient een

onderscheid te worden gemaakt naar verschillende relevante productmarkten op basis van het aantal gelijktijdig te voeren gesprekken (4.4.3)?

- behoren vaste telefoniediensten over VoB-aansluitingen tot dezelfde relevante markt(en) als

vaste telefoniediensten over PSTN- en ISDN-aansluitingen (4.4.3)?

- is er een aparte relevante productmarkt voor een gecombineerde afname van PSTN-, ISDN-

en VoB-diensten (4.4.4)?

- behoren vaste telefoniediensten over verschillende infrastructuren tot dezelfde relevante

productmarkt (4.4.5)?

- behoort over-the-top-telefonie tot dezelfde relevante productmarkt(en) als vaste

telefoniediensten (4.4.6)?

- behoort mobiele telefonie tot dezelfde relevante productmarkt(en) als vaste telefoniediensten

(4.4.7)?

- is een vaste telefoniedienst in een bundel met internet en/of televisie een substituut voor een

stand alone vaste telefoniedienst (4.4.8)?

4.4.1 Aansluitingen en verkeersdiensten

141. Zoals gesteld in randnummer 123, bestaan vaste telefoniediensten uit twee diensten: de

dienst voor het bieden van toegang tot het netwerk voor vaste telefonie – de zogenoemde telefonieaansluitingen – en de verkeersdiensten over deze aansluitingen. Om gebeld te kunnen worden, is een telefonieaansluiting voldoende. Om gesprekken te kunnen initiëren is het echter noodzakelijk om tevens verkeersdiensten af te nemen. De telefonieaansluiting en verkeersdiensten zijn dan ook complementaire diensten en geen substituten. In het marktanalysebesluit VT 2008 zijn deze diensten tot één relevante markt gerekend. Onderstaand wordt onderzocht of dit nog steeds het geval is.

68

46 Feiten en analyse

142. In een greenfieldsituatie zijn er uitsluitend aanbieders met een eigen infrastructuur. Deze

aanbieders hebben geen enkele prikkel om de telefonieaansluiting en de verkeersdienst afzonderlijk aan te bieden. Als gevolg daarvan zullen de diensten uitsluitend in gebundelde vorm worden

aangeboden.

143. Verkeersdiensten worden meestal afgenomen bij dezelfde aanbieder als degene die de

aansluiting levert. In beperkte mate worden verkeersdiensten echter bij een andere aanbieder afgenomen dan waar de aansluiting wordt afgenomen. Dit aanbod wordt alleen gedaan door partijen die gebruik maken van gereguleerde wholesalediensten. Het college is van oordeel dat deze praktijk zich zonder wholesaleregulering niet zou voordoen en dat er geen reden is om verkeer en

aansluitingen als separate markten te beschouwen. Bovendien wordt zelfs in aanwezigheid van CPS-regulering heel beperkt verkeer afgenomen bij een andere aanbieder dan waar de aansluiting wordt afgenomen. Eind 2008 was dit 4,6 procent, Q2 2011 is dit gedaald tot circa 2 procent van de

eindgebruikers.69

144. Het betalen van één prijs (flat fee) voor de gecombineerde afname van aansluiting en verkeer

is een verdere indicator dat het onderscheid tussen aansluiting en verkeer niet van belang is. Het college stelt op grond van Tabel 2 dat het percentage van dergelijke bundels op de totale markt voor PSTN- en ISDN1/2-aansluitingen tussen Q2 2008 en Q2 2011 is toegenomen van [vertrouwelijk:

XXX] procent naar [vertrouwelijk: XXX] procent en naar verwachting de komende jaren ook verder

stijgt.

69

47 Q2-2008 Q4-2008 Q2-2009 Q4-2009 Q2-2010 Q4-2010 Q2-2011 PSTN-diensten KPN, exclusief C(P)S PSTN-diensten [KPN vertrouwelijk] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX]

Bundel Belvrij [KPN vertrouwelijk] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX] [XXX]

Aandeel bundels [KPN vertrouwelijk] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%]

C(P)S/WLR-diensten C(P)S-abonnees 787 744 685 593 499 452 414 waarvan ook WLR 377 406 419 399 370 352 304 Aandeel bundels 48% 55% 61% 67% 74% 78% 74% VoB-diensten (waaronder KPN) VoB-diensten 2669 2903 3148 3364 3525 3806 3964 Aandeel bundels 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Aandeel bundels totale markt [KPN

vertrouwelijk] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%] [XXX%]

Tabel 2. Aandeel flat fee bundels (aantallen *1000)70

145. Gezien de complementariteit van telefonieaansluiting en verkeersdiensten, het gebrek aan

een prikkel om de telefonieaansluiting en de verkeersdienst afzonderlijk aan te bieden, de beperkte afname van verkeersdiensten bij een andere aanbieder dan waar de aansluiting wordt afgenomen en de toenemende afname van bundels van aansluiting en afgekocht verkeer, concludeert het college dat telefonieaansluitingen en verkeersdiensten tot dezelfde relevante productmarkt behoren. Conclusie

146. Het college concludeert dat telefonieaansluitingen en verkeersdiensten tot dezelfde

productmarkt behoren.

4.4.2 Verkeersdiensten

147. In de randnummers 125 en 126 zijn de verkeers- en informatiediensten genoemd die worden

geleverd op het vaste telefonienetwerk. Hieronder gaat het college na of al deze verkeersdiensten tot de productmarkt voor vaste telefonie dienen te worden gerekend.

Feiten en analyse

148. Internationaal verkeer wordt niet onderzocht in dit besluit. Deze markt is in het retailbesluit

200571 concurrerend bevonden. Deze markt staat bovendien niet op de Aanbeveling. Het college

70 ‘Belvrij’ is het flat feeproduct van KPN. C(P)S/WLR-diensten en VoB-diensten zijn in de meeste gevallen flat fee. Het aandeel bundels op de totale markt is het gewogen gemiddelde van het aandeel bundels op PSTN, C(P)S/WLR en VoB. Bron: Structurele Marktmonitor, CPST-rapportage KPN en WLR-rapportage KPN, bewerking OPTA.

71

48

heeft geen indicaties dat de marktomstandigheden op de markt significant zijn veranderd. Internationaal verkeer dient derhalve niet tot de relevante productmarkten gerekend te worden.

149. Naar het oordeel van het college zijn de diensten voor het verkrijgen van informatiediensten

niet als retailtelefoniediensten te kwalificeren. Het college komt tot dit oordeel op grond van de volgende overwegingen. Een nummergebruiker die een 090x-dienst aanbiedt op de retailmarkt kiest een platformhouder die het verkeer afwikkelt. De platformhouder koopt hiervoor wholesalediensten in (opbouw en/of afgifte). Er is in het geval van een 090x-dienst geen sprake van een retaildienst voor telefonieverkeer, maar van een retailinformatiedienst. Vaste telefonieaanbieders kunnen bij dergelijke diensten de tarieven en voorwaarden van de retaildienst niet bepalen. De ingekochte

wholesalediensten zijn wél telefoniediensten. Eenzelfde redenering geldt voor 0800-diensten, abonnee-informatiediensten (18xy) en persoonlijke assistentienummers (084/087). Het college ziet derhalve geen reden om deze diensten in de retailmarkten voor vaste telefonie op te nemen. Voor zover voor de levering van deze diensten wholesalediensten nodig zijn, dienen deze tot de relevante wholesalemarkten te worden gerekend.

150. Alle andere verkeersdiensten, te weten verkeer naar geografische telefonieaansluitingen

(lokaal en nationaal), naar mobiele telefonieaansluitingen, naar bedrijfsnummers en naar aanbieders van toegangsdiensten tot het internet, behoren naar het oordeel van het college wél tot de relevante productmarkt. Aanbieders zijn in het algemeen betrekkelijk eenvoudig in staat om deze diensten aan te bieden. Er zijn namelijk geen toegangsdrempels die aanbieders zouden beletten deze diensten aan te bieden of zouden hinderen bij het aanbieden van bepaalde diensten. Op grond hiervan concludeert het college dat er bij deze diensten sprake is van aanbodsubstitutie.

Conclusie

151. Het college concludeert dat alle verkeersdiensten, uitgezonderd internationaal verkeer,

verkeer naar informatienummers en verkeer naar nummers voor persoonlijke assistentiediensten tot de relevante productmarkt behoren.

4.4.3 Onderscheid productmarkten op basis van aantal gelijktijdig te voeren

gesprekken

72

152. In 2008 heeft het college een residentiële retailmarkt (≤ 2 gelijktijdige gesprekken)

afgebakend en een zakelijke retailmarkt (> 2 gelijktijdige gesprekken). Het aantal gelijktijdig te voeren gesprekken wordt bepaald door het aantal lijnen/(spraak)kanalen per aansluiting. In het kader van de marktafbakening in dit besluit moet de vraag worden beantwoord of PSTN-, ISDN-, en VoB-diensten substituten van elkaar zijn en of er net als in de marktanalyse van 2008 een onderscheid moet worden gemaakt naar verschillende productmarkten op basis van het aantal gelijktijdig te voeren gesprekken.

72

Paragraaf 4.4.3 is aangepast naar aanleiding van de Nota van Bevindingen, randnummer 1643 en verder, in Annex G.

49

153. Het college onderzoekt de marktafbakening in een drietal stappen. In eerste instantie

onderzoekt het college of de verschillende typen traditionele telefoonaansluitingen (PSTN en ISDN) vraagsubstituten van elkaar zijn. Omdat VoB een steeds belangrijker rol speelt bij het bieden van telefoniediensten wordt vervolgens bezien in welke mate dit vanuit de vraagkant tot concurrentiedruk leidt op deze traditionele vormen van telefonie. Tot slot staat het college stil bij de vraag in hoeverre verschillende typen aansluitingen een aanbodsubstituut voor elkaar vormen.

Feiten en analyse vraagsubstitutie tussen verschillende typen traditionele telefoonaansluitingen

154. De belangrijkste diensten in de markt zijn PSTN, ISDN2 en ISDN30. PSTN is een analoge

(gewone) telefoonlijn waarover slechts maximaal één verbinding tegelijkertijd wordt gemaakt (de gebruiker kan alleen bellen of faxen, maar niet beide tegelijkertijd). ISDN biedt in tegenstelling tot PSTN meerdere digitale spraakkanalen waardoor het mogelijk is om meerdere gesprekken

tegelijkertijd te voeren of meerdere diensten tegelijkertijd af te nemen. Ook wordt ISDN aangeboden met meer faciliteiten (bijvoorbeeld Wisselgesprek- en Nummer Weergavediensten) dan PSTN. Deze verschillen vertalen zich ook in een verschil in prijsstelling.73

155. Om gelijktijdig twee signalen te ontvangen of te versturen is een ISDN2-aansluiting nodig.

ISDN30-aansluitingen bieden de mogelijkheid om 30 signalen te ontvangen en/of versturen.

156. Daarnaast worden in de markt nog enkele andere diensten aangeboden, zoals ISDN174,

ISDN15 en ISDN20. Voor ISDN1- ten opzichte van ISDN2-aansluitingen alsmede voor ISDN15/20- ten opzichte van ISDN30-aansluitingen geldt dat dit materieel en tegen dezelfde kosten

geproduceerde producten zijn waarbij vervolgens een aantal functionaliteiten door de aanbieders kan worden (gede)activeerd afhankelijk van de klantvraag.

157. Daarnaast geldt dat afnemers gestapelde varianten van deze diensten kunnen afnemen.

Omdat de facto dan meerdere keren dezelfde dienst wordt afgenomen, rekent het college de gestapelde dienst tot dezelfde markt als de ongestapelde diensten.

158. Gezien bovengeschetste materiële overeenkomsten neemt het college (gestapeld) PSTN,

(gestapeld) ISDN1/2 en (gestapeld) ISDN15/20/30 als apart te onderscheiden traditionele telefoniediensten als startpunt voor het onderzoek naar de vraag of verschillende traditionele aansluitingen vraagsubstituten van elkaar zijn.

159. Hieronder beschrijft het college eerst zijn bevindingen over het overstapgedrag van

consumenten en zakelijke gebruikers van telefoniediensten. Het college onderzoekt vervolgens in hoeverre er vanuit de vraagzijde sprake is van overstap tussen de verschillende typen aansluitingen op basis van prijzen en functionaliteiten van de onderscheiden traditionele telefoniediensten.

73

Zie hierna Tabel 3, randnummer 170.

74

ISDN 1 biedt, anders dan PSTN, gebruikers de mogelijkheid om gelijktijdig één signaal te ontvangen en één signaal te versturen.

50 Overstapgedrag consumenten

160. Het college heeft onderzoeksbureau Heliview Research opdracht gegeven een kwantitatief

onderzoek uit te voeren naar het overstapgedrag van consumenten wat betreft hun vaste

telefoniedienst.75 Het onderzoek geeft onder andere inzicht in de afname door consumenten van

verschillende typen telefoonaansluitingen, de churn en de typen telefoonaansluitingen die door consumenten als alternatief voor elkaar worden gezien.

161. Uit het onderzoek komt naar voren dat 10 procent van alle huishoudens in het afgelopen jaar

is overgestapt op een ander type vaste telefoniedienst.76 Bij huishoudens die momenteel een PSTN-

of ISDN-aansluiting hebben, is de mate van overstappen in het afgelopen jaar het laagst, respectievelijk 4 procent en 3 procent. Bij VoB ligt dat percentage hoger op 11 procent. Van de huishoudens die voorheen een PSTN-aansluiting hadden, geeft vrijwel iedereen aan te zijn

overgestapt naar VoB (99 procent), slechts 1 procent is overgestapt op ISDN.77 Van de huishoudens

die voorheen een ISDN-aansluiting hadden, geeft 83 procent (indicatief vanwege geringe steekproef) aan te zijn overgestapt op een aansluiting. Van huishoudens die voorheen ook al een aansluiting hadden, geeft vrijwel iedereen aan te zijn overgestapt naar (wederom) een VoB-aansluiting (98 procent). Er is praktisch geen overstap tussen PSTN en ISDN.

162. Vervolgens is door Heliview aan respondenten met een vaste telefoonaansluiting gevraagd of

ze zouden overstappen naar een ander type vaste telefonieproduct, indien alle aanbieders van het door hen gebruikte vaste telefonieproduct de prijzen blijvend met 10 procent zouden verhogen. Op totaalniveau geeft circa 70 procent van de huishoudens aan dat zij (vrijwel zeker) niet zou

overstappen naar een andere aansluiting voor vaste telefonie.78 Voor PSTN (69 procent), ISDN (68

procent) en VoB (70 procent) afzonderlijk zijn de percentages vergelijkbaar. Van de huishoudens die een intentie hebben om over te stappen en nu een PSTN-aansluiting hebben, overweegt het grootste deel een overstap naar VoB (71 procent van de 31 procent), een veel kleiner percentage overweegt

een overstap naar ISDN (23 procent van de 31 procent).79 Van de huishoudens met een

aansluiting en een intentie hebben om over te stappen, verwacht het grootste deel een

VoB-aansluiting te blijven afnemen (65 procent van de 30 procent).80

163. Subconclusie. Op basis van het onderzoek van Heliview komt voor consumenten volgens het

college het volgende overstapgedrag naar voren: consumenten stappen niet snel over naar een ander aansluitingstype, zoals ISDN. Wel hebben zij in bepaalde mate een overstapintentie na een

75

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011.

76

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 41.

77

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 42.

78

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 47.

79

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 49.

80

Van de huishoudens met een ISDN-aansluiting en een overstapintentie zijn geen resultaten bekend vanwege een te geringe steekproef.

51

prijsverhoging 10 procent. Stapt men echter wel over, dan stapt men primair over van een traditionele aansluiting op VoB of stapt men over binnen VoB.

Overstapgedrag zakelijke afnemers

164. Het college heeft onderzoeksbureau Dialogic een met Heliview Research vergelijkbaar

onderzoek laten uitvoeren onder zakelijke eindgebruikers.81

165. Dialogic stelt op basis van haar onderzoek onder zakelijke afnemers dat er een verband lijkt

te zijn tussen de omvang van organisaties en generiek overstapgedrag.82 Grote organisaties stappen

vaker over dan kleine organisaties. Uit het onderzoek komt naar voren dat het overstapgedrag bij vaste telefonie aanzienlijk lager ligt dan bij datacommunicatie. De relatie tussen omvang en

overstapgedrag is bij vaste telefonie het sterkst. Er zijn nauwelijks organisaties in het SOHO-segment die overstappen. Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens Dialogic dat een bedrijf dat in het SOHO segment zit per definitie niet (in absolute zin) sterk gegroeid kan zijn. Aangezien de vraag naar een andere soort telefonieaansluiting deels gedreven wordt door de vraag naar het aantal lijnen, zal dit in dit segment beperkt zijn.

166. Uit het onderzoek komt het beeld naar voren dat verreweg de meeste respondenten in het

afgelopen jaar niet zijn overgestapt naar een ander type telefonieaansluiting. Voor de verschillende segmenten zijn de percentages die het afgelopen jaar niet zijn overgestapt: 97 procent (SOHO), 96

procent (KB), 90 procent (MB) en 88 procent (GB).83 Vervolgens heeft Dialogic zakelijke gebruikers

de vraag voorgelegd of zij overwegen het komende jaar een overstap te maken naar een ander type telefonieaansluiting. Voor de verschillende segmenten zijn de percentages die hebben aangegeven waarschijnlijk en zeker niet verwachten over te stappen als volgt: 88 procent (SOHO), 85 procent

(KB), 74 procent (MB) en 69 procent (GB).84

167. Subconclusie. Op basis van het onderzoek van Dialogic komt voor zakelijke eindgebruikers

volgens het college het volgende overstapgedrag naar voren: zakelijke afnemers stappen in beperkte mate over naar een ander aansluitingstype, ook de overstapverwachting is laag.

Functionaliteit en prijs

168. Afnemers van vaste telefonie hebben volgens het college een bepaalde (redelijk vaste)

behoefte aan een aantal lijnen/(spraak)kanalen per aansluiting.85 ISDN biedt, anders dan PSTN

gebruikers de mogelijkheid om gelijktijdig signalen te ontvangen en te versturen. Naast het aantal lijnen per aansluiting onderscheiden afnemers van ISDN en van PSTN zich vanwege het gebruik van

81

Dialogic, Eindgebruikersonderzoek zakelijke marktsegmenten, mei 2011.

82

Dialogic, Eindgebruikersonderzoek zakelijke marktsegmenten, mei 2011, blz. 17.

83

Dialogic, Eindgebruikersonderzoek zakelijke marktsegmenten, mei 2011, blz. 31.

84

Dialogic, Eindgebruikersonderzoek zakelijke marktsegmenten, mei 2011, blz. 31.

85

Dit is anders dan bij afnemers van internettoegang, waarbij hogere bandbreedte over het algemeen meer toegevoegde waarde biedt.

52

aanvullende diensten. Zo volgt uit onderzoek door Heliview dat onder huishoudens met een ISDN-aansluiting het gebruik van aanvullende diensten (direct doorschakelen, toets bij bezet en meerdere

telefoonnummers) gemiddeld hoger is dan onder huishoudens met een PSTN-aansluiting.86 Verder

geeft 50 procent (indicatief vanwege geringe steekproef) van de ISDN-afnemers aan niet te zullen overstappen bij een blijvende prijsverhoging vanwege de ontbrekende mogelijkheden van andere

telefoniediensten.87 Te denken valt bijvoorbeeld aan een aparte faxlijn of het kunnen voeren van

gelijktijdige gesprekken.

169. Dialogic heeft afnemers de vraag voorgelegd welke factoren hun afnameprofiel verklaren.

Afnemers geven aan dat ISDN nog steeds wordt gezien als de zakelijke standaard. De hoge beschikbaarheid, hoge gesprekskwaliteit en de meerdere lijnen zijn aantrekkelijke eigenschappen voor zakelijke afnemers. De omvang van de zakelijke locatie bepaalt het aantal ISDN-lijnen dat men

afneemt.88 PSTN wordt overigens niet als zakelijke dienst beschouwd. Dat PSTN desalniettemin door

zakelijke gebruikers wordt afgenomen wordt voor een deel verklaard uit de gecombineerde afname van meerdere aansluitingstypen (zie percentages in Tabel 6, zo gebruikt GB vrijwel altijd een combinatie van ISDN30 met PSTN), waarbij PSTN dan vaak – naast ISDN als basisdienst – voor specifieke doeleinden wordt ingezet als thuiswerkplekken of voor de verzorging van

alarmoverdracht.89

170. Tabel 3 geeft een overzicht van de prijzen voor de verschillende traditionele telefoniediensten.

Hieruit volgt dat de prijzen van telefoniediensten stijgen naarmate de functionaliteiten van de verschillende diensten toenemen.

86

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 27.

87

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 51.

88

Dialogic, Eindgebruikersonderzoek zakelijke marktsegmenten, mei 2011, blz. 29.

89

53 KPN (Q2 2010) Tarieven per aansluiting per maand ARPU per aansluiting per maand (incl. verkeer) PSTN € 16,13 [€ XXX] ISDN1 € 19,01 [€ XXX] ISDN2 € 23,21 [€ XXX] ISDN15 € 147,97 [€ XXX] ISDN20 € 185,34 [€ XXX] ISDN30 € 218,67 [€ XXX]

Tabel 3. Tarieven en ARPU van KPN per aansluitingstype [vertrouwelijk: ARPU gegevens]

171. Voor klanten met een behoefte aan één lijn (90 procent van de consumenten)90 ligt een

overstap van PSTN naar ISDN niet voor de hand. Immers, een tweede lijn voorziet niet in een extra behoefte van die klant en biedt daarom geen toegevoegde waarde. Een klant met een behoefte aan

In document Marktanalyse Vaste Telefonie 2012 (pagina 45-75)