• No results found

Aanbevelingen danssector

In document De Nederlandse danssector (pagina 120-124)

Gebruik flexibele arbeid, clusters danssector

6 Conclusies en aanbevelingen

6.6 Wat kenmerkt de hele danssector?

6.8.3 Aanbevelingen danssector

In de interviews, gedurende het kwalitatieve onderzoek, zijn een aantal aankno- pingspunten voor aanbevelingen gevonden die een bijdrage kunnen leveren aan de professionalisering van de danssector.

Ontwikkeling van een dansbrede bachelor opleiding

De dansondernemers geven aan dat dans(vak) meer erkenning en waardering moet krijgen vanwege de inhoud en de waarde die het heeft voor de maatschappij. “Het is heel hard werken en het minst betaald krijgen van alle theatervormen.” De

ondernemers die ondernemen in andere stijlen dan de klassieke dans, hebben nu niet de mogelijkheid om via een bacheloropleiding specifiek te werken aan hun vaardigheden als dansondernemer. In het vrije circuit zijn er initiatieven die als een kwaliteitskeurmerk gelden, maar deze zijn stijlspecifiek en geven geen erkend di- ploma.

De andere stijlen kunnen worden opgenomen in het kunstvakonderwijs, maar omdat zij commerciëler georiënteerd zijn dan de klassieke stijlen moet dit idealiter gebeu- ren in de vorm van een samenwerking tussen reguliere hogescholen en kunstvak- scholen. Het belang van samenwerking om de sector sterker te maken is door alle geïnterviewde ondernemers aangereikt.

De samenwerking moet in de vorm van een major-minorconstructie plaatsvinden, waarbij de reguliere hogeschool 40% van het onderwijs voor zijn rekening neemt en ingaat op de ondernemerschapskanten van de danssector. De kunstvakscholen werken daarentegen aan de dansvaardigheden van de toekomstige dansonderne- mers. Hierbij kan in de eerste jaren ruimte zijn voor klassieke basistechnieken, en verschillende andere stijlen, waarna de toekomstige dansondernemers zich in de laatste twee jaar toeleggen op een specifieke stijl.

In het kort: de sector moet een opleiding ontwikkelen die het vak van deze onder- nemers erkent en dans, in de breedste zin van het woord, een plek geeft in het ho- ger onderwijs. Dit geeft een boodschap af van erkenning van en waardering voor dans.

Netwerkkaart van de danssector

Veel ondernemers hebben gedurende het kwalitatieve onderzoek aangegeven dat de verschillende stijlen geïsoleerd zijn en op hun eigen eilandjes leven. Tegelijk komt in het kwalitatieve onderzoek ook naar voren dat de dansondernemers sa- menwerken als de manier zien om de sector krachtiger te maken. Om de samen- werking in de danssector te bevorderen moet er een digitale netwerkkaart gemaakt worden waarop alle organisaties in de sector staan. Zonder het inzicht in het net- werk van de dansondernemers zijn de beschikbare mogelijkheden tot samenwer- king ook niet inzichtelijk.

Dit is te verwezenlijken door ledenbestanden en databases aan elkaar te koppelen van alle opleidingen die direct of zijdelings met dans te maken hebben, alsook de particuliere initiatieven tot certificering. Daarnaast kunnen de overige belangenver- enigingen opgenomen worden en zelfs de gegevens uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Met gegevens over bijvoorbeeld de rechtsvorm en inschrij- vingsdatum kunnen de personen in de database geladen worden. Het inzicht dat zo’n netwerkkaart oplevert, maakt het doen van onderzoeken in de danssector aan- zienlijk makkelijker en ook plukken alle samenwerkende organisaties de vruchten van de netwerkkaart, omdat het inzicht geeft in waar je leden bijvoorbeeld hebben gestudeerd, of hoe groot hun ondernemingen zijn.

Wel moet deze koppeling van persoonlijke gegevens gebeuren door een externe organisatie die geen direct belang heeft in de danssector en die bekend staat om de goede omgang met privacy. De wil tot medewerking aan zo een initiatief zal niet groot zijn als de aanbiedende partij een duidelijk commercieel belang heeft. Hoewel deze aanbeveling een utopisch streven is, betekent dat niet dat het niet realiseer- baar is. Het vereist echter wel een sterke commitment van de betrokken partijen en een reële investering in tijd en geld.

121

Literatuurlijst

- Cultuurimpuls 2008-2012, ABF Research, 2007. - Snyder in Royce, 2002,The Anthropology of Dance

- Broek, A. v. d. (2010) FAQs over kunstbeoefening in de vrije tijd. Toekomst- verkenning kunstbeoefening (pp. 123): SCP.

- Bourdieu, Pierre, Jean-Claude Chamboredon and Jean-Claude Passeron (1991) The Craft of Sociology. Berlin, Walter de Guyter.

- Continu onderzoek burgersperspectieven,COB Kwartaalbericht 2010-4. - G.J. Ospers, Creative cities in Europe Urban competitiveness in the

knowledge economy, in Intereconomics Volume 38, Nummer 5, 2003 - H. de Groot, G. Marlet, C. Teulings en W Vermeulen, Stad en Land, CPB en

Atlas voor Gemeenten, 2010.

- Innoveren, Participeren! Advies agenda cultuurbeleid & culturele basisinfra- structuur. Pag. 59 - 60. Raad voor Cultuur, maart 2007.

- Jasper, L., & Siddall, J. (2010). Managing Dance: Current Issues and Future Strategies: Northcote House Publishers, Limited.

- Kenneth Allan; Kenneth D. Allan (2 November 2005).Explorations in Classical Socio-

logical Theory: Seeing the Social World. Pine Forge Press.

- Lansdale, J. (1981). The study of dance. London: Dance Books.

- Linden, 2000,Danswetenschap in Nederland - Een beetje kunstmest kan geen kwaad

- Linden, 2000,Danswetenschap in Nederland - Het niet-universitaire veld roert zich

- Motivaction, 2010,Betekenis van kunst en cultuur in het dagelijks leven Naerebout, 1994,Dance Research in Holland: from a premodern past to a postmodern future? ; Naerebout & Stokvis, 1993,Danswetenschap in Neder- land ; Schaik, 1993,Dan en Wetenschap

- OCW, 2011,Cultuur in Beeld, 2011,Cultuur in cijfers

- Oosterbaan, N., & Pieterse, M. (2010). Ondernemende types: het busines- slocus-model: mentaliteitsgroepen in het Nederlandse MKB: N=5.

- Royce, A. P. (2002). The Anthropology of Dance: Dance Books.

- Schmais, C., & White, E. Q. (1968, 10 november, 1968). Introduction to dance therapy. Paper presented at the Research in dance: problems and possibilities, Postgraduate Center for Mental Health, New York-VS.

- Stoeten, E. (2002). Meer supermanagers graag. Danswetenschap in Neder- land, 2.

- Utrecht, L. Van hofballet tot postmoderne-dans. Zuthpen: Walburg Pers - de geschiedenis van het akademische ballet en de moderne-dans

- Zijlstra, H. (2011). Cultuur in Beeld. Den Haag: Minsterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

I N T R O

Bijlagen onderzoeksrapport

Toegankelijke evenementen

Springplank

'Eigenwegwijs in evenementen'

I N T R O

I N T R O

Bijlage 1: Planning

ONDERZOEKSFASE

In document De Nederlandse danssector (pagina 120-124)