• No results found

a. Ja, voor alle jeugdzorgtaken

# Vrijblijvende toelichting

1 Keuze A: Ja, voor alle jeugdzorgtaken. (*) Solidariteitsbeginsel, waarbij de mate van solidariteit bij de zware zorg zwaarder is dan bij de lichte zorg.

2 Uitleg bij a en b: Keuze a.: De gemeenten Land van Cuijk werken intensief samen bij de uitvoering van de Jeugdwet en hebben daarvoor een dienstverleningsovereenkomst gesloten waarbij de gemeente Cuijk de opdrachtnemer is. Alle middelen en uitgaven lopen via één begroting. Het tekort onder de streep wordt verdeeld basis van de verdeelsleutel aantal jeugdigen in specialistische zorg in het jaar t-1. Vanaf 2017 is sprake van een aanzienlijk structureel tekort. Keuze b.: In de jeugdzorgregio Noord Oost Brabant wordt de gespecialiseerde zorgaanbieders ingekocht via de centrumgemeente ’s-Hertogenbosch op grond van een gesloten centrumregeling. De kosten voor Jeugdzorg+ worden gedragen op basis van de procentuele verhouding integratie uitkering uit het GF en niet op basis van feitelijk gebruik. De kosten van zorg met verblijf (ZMV) worden ingelegd in de regiobegroting op basis van het driejaars gemiddelde aantal cliënten dat gebruik maakt van ZMV. De overige kosten van zorg worden ingelegd volgens het aantal cliënten jaar t-1, dus feitelijk gebruik.

3 Uitleg bij a en b: Keuze a.: De gemeenten Land van Cuijk werken intensief samen bij de uitvoering van de Jeugdwet en hebben daarvoor een dienstverleningsovereenkomst gesloten waarbij de gemeente Cuijk de opdrachtnemer is. Alle middelen en uitgaven lopen via één begroting. Het tekort onder de streep wordt verdeeld basis van de verdeelsleutel aantal jeugdigen in specialistische zorg in het jaar t-1. Vanaf 2017 is sprake van een aanzienlijk structureel tekort. Keuze b.: In de jeugdzorgregio Noord Oost Brabant wordt de gespecialiseerde zorgaanbieders ingekocht via de centrumgemeente ’s-Hertogenbosch op grond van een gesloten centrumregeling. De kosten voor Jeugdzorg+ worden gedragen op basis van de procentuele verhouding integratie uitkering uit het GF en niet op basis van feitelijk gebruik. De kosten van zorg met verblijf (ZMV) worden ingelegd in de regiobegroting op basis van het driejaars gemiddelde aantal cliënten dat gebruik maakt van ZMV. De overige kosten van zorg worden ingelegd volgens het aantal cliënten jaar t-1, dus feitelijk gebruik.

a. Ja, voor alle jeugdzorgtaken

# Vrijblijvende toelichting

4 Uitleg bij a en b: Keuze a.: De gemeenten Land van Cuijk werken intensief samen bij de uitvoering van de Jeugdwet en hebben daarvoor een dienstverleningsovereenkomst gesloten waarbij de gemeente Cuijk de opdrachtnemer is. Alle middelen en uitgaven lopen via één begroting. Het tekort onder de streep wordt verdeeld op basis van de verdeelsleutel aantal jeugdigen in specialistische zorg in het jaar t-1. Vanaf 2017 is sprake van een aanzienlijk structureel tekort. Keuze b.: In de jeugdzorgregio Noord Oost Brabant wordt de gespecialiseerde zorgaanbieders ingekocht via de centrumgemeente ’s-Hertogenbosch op grond van een gesloten centrumregeling. De kosten voor Jeugdzorg+ worden gedragen op basis van de procentuele verhouding integratie uitkering uit het GF en niet op basis van feitelijk gebruik. De kosten van zorg met verblijf (ZMV) worden ingelegd in de regiobegroting op basis van het driejaars gemiddelde aantal cliënten dat gebruik maakt van ZMV. De overige kosten van zorg worden ingelegd volgens het aantal cliënten jaar t-1, dus feitelijk gebruik.

5 De bijdrage 2019 voor jeugd is het gemiddelde van de jaren 2015 t/m 2017. Overschotten of tekorten worden volgens dezelfde verhouding verdeeld.

6 De bijdrage 2019 voor jeugd is het gemiddelde van de jaren 2015 t/m 2017. Overschotten of tekorten worden volgens dezelfde verhouding verdeeld

7 De bijdrage 2019 voor jeugd is het gemiddelde van de jaren 2015 t/m 2017. Overschotten of tekorten worden volgens dezelfde verhouding verdeeld

8 maar deze is begrensd tot x% van de kosten per gemeente

9 De jeugdzorgtaken worden regionaal uitgevoerd in een GR. de hiermee gemoeide kosten worden verdeeld op basis van het solidariteitsprincipe. Ook de wmo maatwerkvoorzieningen zijn regionaal ondergebracht. De oude wmo-taken worden individueel/per gemeente afgerekend. De nieuwe wmo-taken gaan in solidariteit. Ook de participatiewet wordt solidair afgerekend.

10 Sprake van solidariteit in 2019 voor wat betreft de regionale zorgmarkt Jeugdhulp.

11 Systematiek van verrekenen en verzekeren. eerste 10% overschrijding voor eigen rekening gemeente, daarna verdeeld over deelnemende gemeenten.

12 Gaat om nieuwe taken vanaf 2015.

13 Intern worden de jeugdkosten per gemeente verevend met de WMO 2015. Het restant wordt regionaal verevend.

b. Ja, voor de duurdere/risicovolle jeugdzorgtaken

# Vrijblijvende toelichting

14 In principe betalen alle aangesloten regiogemeenten de eigen kosten, maar passen we wel een verevening toe.

15 JEUGD : antwoord B-; dit betreft dan in de jeugdregio Zuid interventieniveua 8, verblijf met bed. Daarnaast is er de bestuurs-overeenkomst tussen de 12 drentse gemeenten waarbij Hoogeveen optreedt als coördinerende gemeente. Dit betreft enkele zaken zoals bovenregionale zorg en enkele subsidies (oa Stichting Pleegwijzer).

16 JEUGD : antwoord B-; dit betreft dan in de jeugdregio Zuid interventieniveua 8, verblijf met bed. Daarnaast is er de bestuurs-overeenkomst tussen de 12 drentse gemeenten waarbij Hoogeveen optreedt als coördinerende gemeente. Dit betreft enkele zaken zoals bovenregionale zorg en enkele subsidies (oa Stichting Pleegwijzer).

17 Betreft Jeugdzorgplus.

18 Wij delen risico’s vanaf 2015. In eerste aanleg voor de volledige jeugdzorg en vanaf 2017 uitsluitend nog voor de duurdere risicovolle jeugdzorgtaken.

19 Bij bijvoorbeeld “Veilig Thuis” vindt risicoverevening plaats binnen een vooraf afgesproken bandbreedte.

20 Solidariteit tussen 10 regiogemeenten voor de incidentele duurdere zorgproducten.

21 Voor de jeugdtaken die zijn ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Voor de taken die lokaal zijn belegd draagt iedere gemeente de ‘eigen’ kosten.

22 Dit doen wij bij één hulpverleningsvorm: gesloten jeugdzorg / jeugdzorg+.

23 Daarnaast ook voor de kosten MO en beschermd wonen die via de centrumgemeente worden gefinancierd.

24 Daarnaast ook voor de kosten MO en beschermd wonen die via de centrumgemeente worden gefinancierd.

25 Er vindt verevening binnen de gemeenten van de Regio G&V plaats op Jeugdzorg Plus (een aantal bedden). Er zijn een vast aantal bedden ingekocht. Deze worden op basis van directe bezetting gedeclareerd bij de gemeenten. Vervolgens vindt er tijdens de verantwoording een verevening plaats op basis van de uitkering jeugd uit het gemeentefonds.

26 Namelijk voor het gedwongen kader.

27 Geen nadere toelichting noodzakelijk.

b. Ja, voor de duurdere/risicovolle jeugdzorgtaken

# Vrijblijvende toelichting

28 De financiële solidariteit tussen de Groninger gemeenten beperkt zich in 2018 tot Jeugdhulp die wordt verleend door de Landelijk Werkende instellingen en de Jeugdhulp Plus aanbieders. Daarnaast worden de gezamenlijke kosten gedragen van de niet-cliëntgebonden kosten (subsidies en voorzieningen) en de beschikbaarheidskosten voor crisisverblijf en Het Poortje. Ook de bedrijfsvoeringskosten van de RIGG vallen onder de financiële solidariteit. De RIGG is de Regionale Inkooporganisatie van de gezamenlijke Groninger gemeenten.

29 Er is een specifieke vereveningsafspraak voor de meerkosten pleegzorg met gemeente Urk waaraan wordt bijgedragen door Almere en Lelystad.

30 Ja wij passen een regionale verevening toe voor de taken die wij bij MGR hebben ondergebracht.

31 De kosten van dure Jeugdzorg en specialistische jeugdzorg (LTA) worden binnen de regiogemeenten Nijmegen met elkaar verevend.

32 Een deel van de zorgtaken (Jeugd lokaal, WMO BI, BW en Maatschappelijke Opvang) kopen we als gemeente zelf in. Voor het deel van we via de Regio inkopen vindt er een risicoverevening plaats.

33 De gemeenten hebben voor zowel de participatiewet als voor de Jeugdwet kosten- en risicoverevening toegepast. Voor de Jeugdwet alleen voor de dure risicovolle jeugdzorgtaken. De participatiebudgetten worden volledig te beschikking gesteld aan de regionale gemeenschappelijke regeling die deze budgetten ontschot inzet.

34 Tot en met 2018 was er een vorm van solidariteit tussen de samenwerkende gemeenten ten aanzien van Jeugdzorg. Voor het jaar 2019 zal begin 2019 een besluit worden genomen over het al dan toepassen van een vorm van solidariteit Jeugdzorg 35 Op de zorg op interventieniveau 9 (verblijfszorg) wordt een vereffening toegepast.

36 Bij een deel van de regionale inkoop van jeugdzorg is sprake van regionale verevening. Bij deze vorm van inkoop zijn bandbreedtes van toepassing. Bij overschrijding van de bandbreedte van de gemeente komen de hogere kosten ten laste van die gemeente.

37 Deze taken worden regionaal georganiseerd en hierbij is solidariteit een van de uitgangspunten.

38 In West-Brabant wordt er samengewerkt met de 8 buurtgemeenten, waarbij enige vorm van onderlinge solidariteit is voor een deel van het jeugdzorgbudget. Indien een of meerdere van de gemeenten(n) te kampen heeft met hoge tekorten, dragen de andere gemeenten daarin bij. Daarbij is een aandeel (10% van bepaald deel budget) van het tekort voor eigen risico.

Momenteel worden er bestuurlijk voor 2019 nieuwe afspraken gemaakt.

39 Voor enkele jeugdvoorzieningen die bovenlokaal en boven regionaal worden georganiseerd dragen wij binnen de MGR (Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Limburg Noord) op basis van een vaste verdeelsleutel jaarlijks een bedrag bij. Deze verdeelsleutel hanteert de MGR ook bij eventuele afrekening na afloop van een jaar. Het betreft met name de taken met betrekking tot Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Jeugdzorgplus, Veilig thuis, Crisiszorg en Crisisdienst.

40 Alleen voor bovenregionale zorg.

c. Nee, in onze regio is sprake van een profijtbeginsel (elke gemeente betaalt de ‘eigen’ kosten)

# Vrijblijvende toelichting

41 In eerdere jaren wel, maar in 2019 niet.

42 Geen

43 De afspraken waren geldig van 2015 tot 2018. Vanaf 2018 wordt overgestapt naar het profijtbeginsel.

44 Voorheen gezamenlijke inkoop regio Rivierenland en deelname in solidariteitsregeling. Vanaf 2018 gezamenlijke inkoop met gemeente Zaltbommel (obv profijtbeginsel)

45 Bij de jeugdzorg heeft wel een regionale verevening van jeugdzorgtaken plaatsgevonden t/m 2017 . 46 n.v.t

47 Tot 2017 was er wel sprake van een solidariteitsafspraak. Door de wijzigingen in de verdeelsystematiek van de integratie-uitkering sociaal domein waren deze echter niet meer nodig en draagt iedere gemeente haar ‘eigen’ kosten. De kosten die samenhangen met de regionale samenwerking worden naar rato verdeeld.

48 Wel met een vlaktaksmodel dat de kosten over 3 jaar worden ge-egaliseeerd. Maar per saldo betaalt iedereen zijn eigen kosten

49 Heeft wel plaatsgevonden in 2015-2016-2017

50 We werken wel in een vorm van verevening met betrekking tot onze centrumtaak beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Met de regio wordt op dit moment een convenant opgesteld, waarbij o.a. wordt afgesproken, dat als Apeldoorn budget overhoudt op beschermd wonen dat daarvan 25% (cliëntaantallen) aan de regiogemeenten wordt afgedragen.

Apeldoorn houdt daarbij een regionale voorziening als Omnizorg (dak en thuislozen, verslaafdenopvang) in stand.

c. Nee, in onze regio is sprake van een profijtbeginsel (elke gemeente betaalt de ‘eigen’ kosten)

# Vrijblijvende toelichting

51 Alleen jeugdzorgplus (24-uursopvang) en daarnaast ook voor de kosten MO en beschermd wonen die via de centrumgemeen-te worden gefinancierd.

52 In het kader van de GR Jeugdhulp Rijnmond wordt gewerkt met een vlaktaksmethodiek: tekorten c.q. overschotten t.o.v. de inleg voor een bepaald jaar T worden in drie jaartranches vanaf het jaar T+2 in de inleg verdisconteerd. Bij alle drie de gemeenschappelijke regelingen was sprake van hogere kosten dan de beschikbare rijksmiddelen.

53 Voor de specialistische, jeugdzorgtaken wordt samengewerkt in de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond. De kosten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld waarbij gebruik wordt gemaakt van de vlaktaksmethode. Een over- of onderschrijding door een gemeente in enig jaar wordt verrekend met de inleg in drie volgende jaren. Uiteindelijk zullen de gemeenten alleen voor dat gedeelte van de specialistische jeugdhulpkosten betalen waarvoor ook de specialistische jeugdhulp in regionaal verband voor jeugd in de gemeente is verleend. De afspraken zijn in een gemeenschappelijke regeling vastgelegd.

54 Dit staat nog in de kinderschoenen.

55 Vanaf het jaar 2018 is er geen regionale verevening meer.

56 Gestart met verevening met de regio IJsselland, 11 gemeenten. In 2017 is de verevening bij Jeugd gestopt.

57 Nee, er is een regionale samenwerking op de inkoop. Dat is op basis van een vaste bijdrage uit gemeenten gefinancieerd.

58 Uitzondering hierop zijn de essentiële jeugdfuncties die bovenregionaal georganiseer zijn.

59 Voor de jaren 2015-2017 was wel sprake van risicoverevening. Vanaf 2018 is de risicovervening vervallen.

60 Alleen de organisatiekosten van de Inkoop Jeugdhulp worden via een vastgestelde verdeelsleutel in rekening gebracht.

61 Voor all jeugdhulpkosten geldt vanaf 2019 een beperkte kostenverevening. Kosten worden met een vertraging van 2 jaar per gemeente doorberekend.

62 Er is nog wel sprake van een regionale samenwerking in de vorm van een gemeenschappelijke regeling RSJ, maar elke gemeente betaalt de eigen kosten.

63 Elke gemeente betaalt de eigen kosten!

64 Het principe is dat elke gemeente uiteindelijk de benodigde specialistische inzet van jeugdhulp betaalt. In het DVO is bijvoorbeeld wel afgesproken wat we als regio betalen aan bijvoorbeeld Veilig Thuis, SEZ,JB/JR en JZ+ maar dat wordt dan weer verrekend naar aantal inwoners en ook daadwerkelijk gebruik.

65 Er is onvoldoende draagvlak voor kostenverevening.

66 n.v.t.

67 Er was aanvankelijk sprake om in de regio te werken met risicoverevening maat uiteindelijk bleek dit moeilijk uitvoerbaar.

68 De bekostiging van de jeugdzorgtaken is regionaal ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling Regionaal Serviceteam Jeugd (RSJ). Daarbij betaalt elke gemeente de eigen kosten.

69 Afrekening geschied via de vlaktax-regeling.

70 Er wordt op dit moment hard gewerkt aan solidariteit binnen de regio. Dit loopt nog niet erg soepel. Wij blijven hopen dat het lukt, kleine gemeenten zijn gewoon te klein voor dit soort grote risico’s.

71 In 2018 is risicoverevening bij de duurste jeugdzorg (beschermd wonen trajecten bijv.) nog van toepassing. In 2019 staat deze risicoverevening ter discussie.

72 Individuele afrekening op basis van productie bij de gemeenschappelijke regeling jeugdhulp.

73 Vanaf 2019 wordt de risico verevening losgelaten.

74 Behoeft geen nadere toelichting.

75 De verdeling vindt plaats op basis van het aantal inwoners en andere verdeelsleutels.

76 Vanaf 2017 is dit het geval.

d. Anders

# Gevraagde toelichting

77 Op sommige onderdelen oa gecertificeerde instellingen.

78 In principe zou ik hier C moeten antwoorden. Ik denk ook dat onze partner gemeenten dat hebben gedaan. Maar... dat is niet correct! Overwegend geldt dat iedere gemeente zelf de zorg bekostigd die is geïndiceerd en geleverd. Echter de zorg waarbij niet kan worden vastgesteld wie de kosten zou moeten dragen (denk aan asielzoekerskinderen, zorg aan kinderen van een ouder in beschermde opvang (anoniem), bijzondere regionale voorzieningen etc. daarbij worden de totale kosten verrekend op basis van inwoneraantal of aantal 18- kinderen in een gemeente. Daarbij gaat het wel om een beperkt bedrag t.o.v. het macrobudget.

79 Eventuele solidariteits- afspraken 2019 liggen nog niet vast. In de regio worden de uitkomsten van onderlinge solidariteit van de afgelopen jaren afgewacht alvorens in 2019 een besluit wordt genomen over de komende jaren.

80 Ja, alleen voor de bedrijfsvoeringskosten (apparaatskosten). Voor alle kosten die direct op cliënten toerekenbaar zijn, geldt dit niet (programmakosten).

81 Alles behalve uitvoeringskosten, lokaal maatwerk en PGB.

82 Voor de niet vrij toegankelijke (geindiceerde) jeugdhulpvoorzieningen geldt dat we afrekenen op basis van werkelijk verbruik.

Voor een aantal voorzieningen Jeugd geldt kosten- en risicoverevening: voor Veilig Thuis en Spoedeisende Zorg(% bijdrage op basis van inwoneraantal), (bijv. voor Veilig thuis, Spoedeisende Zorg) en Jeugdzorg Plus (deels afrekening op basis van verbruik, deels instandhoudingsbijdrage van de desbetreffende voorziening).

83 Als regio hebben wij een solidariteitsprincipe bij duurdere zorg. Alleen is dit voor 2019 nog niet ingeregeld. De uitspraak om verder te gaan met solidariteit moet nog gedaan worden.

84 Voorgaande jaren was er sprake van risicoverevening. Voor 2019 is nog geen besluit genomen.

85 Wij kopen alle zorg zelf in en doen niks met solidariteit.

86 Via een zogenoemde vlaktaks wordt de inleg bepaald op basis van het gemiddelde van de feitelijke produktie van (t-2, t-3 en t-4). Verder worden de werkelijke kosten verspreidt over 3 jaar verrekend.

87 Via een zogenaamde vlaktaks wordt de inleg bepaald op basis van het gemiddelde van de feitelijke produktie van (t-2, t-3 en t-4). Verder worden de werkelijke kosten verspreidt over 3 jaar verrekend.

88 In de regio is er nog geen bestuurlijke overeenstemming over de wijze waarop kosten- en risicoverevening moet plaatsvinden.

Tot en met 2017 was er wel verevening op dure jeugdzorgtaken.

89 Tot en met 2018 waren afspraken vastgelegd in een ondertekende overeenkomst. De afspraken voor 2019 zijn nog niet vastgelegd, maar we werken (voorlopig) verder obv de eerder gemaakte afspraken in 2018.

90 Ja, maar uitsluitend voor LVB.

91 Via een zogenaamde vlaktax wordt de inleg bepaald op basis van het gemiddelde van de feitelijke productie van (t-2, t-3 en t-4). Verder worden de werkelijke kosten verspreidt over 3 jaar verrekend.

92 Met de samenwerkende tien gemeenten in de regio is voor de jaren 2015 t/m 2017 een solidariteitsregeling(overeenkomst) afgesproken. Voor de jaren 2018 en volgende zijn op dit moment nog geen definitieve afspraken gemaakt. Als die worden gemaakt worden die vastgelegd in een overeenkomst. De verwachting is echter dat zal worden gekozen voor het profijtbeginsel.

93 De afspraken zijn onderdeel van de centrumgemeente constructie. Maastricht is via de centrumgemeente constructie gemandateerd om de inkoop voor Zuid-Limburg in te regelen. Met de jeugdzorgPlus aanbieders worden in dat kader contracten afgesloten, waar risicoverevening een onderdeel van is.

94 Er wordt regionaal samengewerkt voor o.a. Jeugdbescherming en Jeugdhulp op School.

95 Vanaf 2019 wordt de risicovereveningssystematiek binnen de regio anders ingevuld mede door het gewijzigde inkoopmodel binnen de regio. De risicoverevening wordt voor 50% toegepast op het budgetdeel voor de taakgerichte financiering. Het gaat dan om zorgarrangementen die worden verzorgt door de breed spectrumaanbieders waarbij zowel elementen van goedkopere als duurdere WMO en/of jeugdzorg kunnen zitten.

96 Er is voornamelijk sprake van C, behalve beschermd wonen.

97 De gemeente heeft een splitsing gemaakt in regionale taken die bij de gemeenschappelijke regeling zijn belegd en lokale taken.

Lokale taken zijn dyslexie, basis GGZ en jeugd AWBZ. De overige jeugdtaken zijn regionaal belegd. Voor de taken die bij de GR zijn belegd wordt kosten- en risicoverevening toegepast middels een zogenaamde vlaktaks.

98 Regionale samenwerking beperkt zich tot gesloten jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Hierbij geldt een vereveningsafspraak.

99 Er wordt voor 2019 een voorstel uitgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.

100 Wordt voor 2019 nog uitgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.

101 Voor 2019 wordt nog een voorstel uitgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.

d. Anders

# Gevraagde toelichting

102 Wordt voor 2019 nog uitgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.

103 Momenteel wordt voor de duurste jeugdzorgtaken (verblijf) gewerkt met een solidariteitsbeginsel. Dit staat gezien de financiële tekorten echter wel onder druk, mogelijk wordt dit in 2019 al aangepast.

104 We hebben een combinatie van eigen kosten en solidariteit. Voor de WMO betalen wij onze eigen kosten, met uitzondering van het centrumgemeentebudget Beschermd wonen. Daarbij worden de kosten verdeeld o.b.v. het aantal inwoners. M.b.t.

jeugdzorg zijn de gemeenten nog solidair op een aantal onderdelen (met name de zware jeugdzorg). Voor het overige betaalt iedere gemeente de eigen kosten. Participatiedeel: alleen eigen kosten.

105 De gemeente betaalt met een vertraging van 3 jaar de gerealiseerde kosten (via een 3 –jaars ‎gemiddelde).&#8206.

106 Er is o.a. solidariteit in het kader van de gezamenlijke kosten Jeugdhulp. Onder andere kan hierbij gedacht worden aan het in stand houden van bepaalde gezamenlijke voorzieningen in de provincie.

107 Er is o.a. solidariteit in het kader van de gezamenlijke kosten Jeugdhulp. Onder andere kan hierbij gedacht worden aan het in stand houden van bepaalde gezamenlijke voorzieningen in de provincie.

108 Voor jeugd wordt enerzijds gezamenlijk ingekocht op Zuid-Limburgse schaal en risicoverevening vindt plaats binnen de westelijke mijnstreek voor jeugdzorgplus en het landelijk transitie arrangement. Deze regeling loopt tot 2018 en wordt naar verwachting niet verlengd.

109 In 2018 geldt nog wel een vorm van kosten- en risicoverevening (de solidariteitsnotitie) voor alle Jeugdzorgtaken, met uitzondering van de uitvoeringskosten van gemeenten. Voor 2019 is nog geen formeel besluit genomen in welke vorm en voor welke budgetten Jeugdhulp eventueel risicoverevening zal plaatsvinden. De gemeenten hebben al wel naar elkaar uitgesproken om een vorm van solidariteit op te zetten. Het is nog onduidelijk of dit ook in financiële zin is.

110 Uitgangspunt is profijtbeginsel, maar in geval van een budgetafspraak met een aanbieder waarbij de aanbieder onderproduc-tie draait en de regio het volledige budget moet betalen, worden de kosten van de onderproduconderproduc-tie verevend tussen de regiogemeenten obv een vooraf afgesproken %-verdeling.

111 De kosten van regionale inkoop van gespecialiseerde jeugdhulp worden verdeeld op basis van het zorggebruik van een gemeente berekend naar een gemiddeld zorggebruik over de afgelopen 3 jaren daarvoor. Er is geen sprake van onderlinge vereveningsafspraken.

112 De kosten van regionale inkoop van gespecialiseerde jeugdhulp worden verdeeld op basis van het zorggebruik van een

112 De kosten van regionale inkoop van gespecialiseerde jeugdhulp worden verdeeld op basis van het zorggebruik van een

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN