BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nummer 7280 / 14
Betreft zaak: Autobedrijf [...] vs Ford Nederland
Openbaar besluit
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1
Datum ontvangst klacht: 5 oktober 2011
Inleiding
Op 5 oktober 2011 heeft u namens uw cliënte autobedrijf […]∗(hierna: autobedrijf […]) een klacht ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) over Ford Nederland B.V. (hierna: Ford Nederland). Deze klacht is op uw verzoek als besluitaanvraag geregistreerd. De NMa heeft u op 26 oktober 2011 op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) verzocht de klacht aan te vullen. Op 2 november 2011 heeft de NMa deze aanvulling ontvangen. De NMa heeft u op 24 november 2011 verzocht om extra informatie. Op 2 december 2011 heeft de NMa deze aanvulling ontvangen.
Inhoud van de klacht
De klacht betreft het opzeggen van de overeenkomst “Erkend reparateur” met autobedrijf […]door Ford Nederland. De gestelde overtreding zou er bestaan in dat de overeenkomt niet op objectieve en transparante gronden is opgezegd waardoor niet voldaan is aan de vereisten van de
(toenmalige) groepsvrijstelling Verordening 1400/2002 waardoor autobedrijf […] onredelijk in de mededinging zou zijn geschaad.
Beoordeling van de klacht
De NMa stelt klachten op prijs, aangezien klachten van groot belang zijn voor de effectiviteit van de NMa. Bij de NMa komen echter meer signalen en klachten over gedragingen van
ondernemingen binnen dan zij aan onderzoek kan onderwerpen gezien de haar beschikbare tijd en middelen. De NMa is daarom genoodzaakt om bij de behandeling van klachten een
prioriteringsbeleid te hanteren. Dit houdt in dat de NMa aan de hand van een weging van het algemeen belang, het individuele belang van aanvrager en eventueel betrokken maatschappelijke belangen bepaalt of zij naar aanleiding van een klacht nader onderzoek verricht. Het aldus
∗ In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Weggelaten
Openbaar besluit
2 bepaalde belang van nader onderzoek naar aanleiding van een klacht wordt daarbij integraal
afgewogen tegen het belang van onderzoek in andere zaken.
Gelet op de opdracht die de wetgever aan de NMa heeft gegeven, hecht de NMa bij deze belangenafweging veel gewicht aan het algemeen belang. Het algemeen belang dat betrokken is bij onderzoek van de NMa, bepaalt de NMa aan de hand van een aantal prioriteringscriteria. Deze prioriteringscriteria, zoals vastgesteld in de NMa-Agenda 2004, zijn: het economische belang, het belang voor de consument, de ernst van de vermoedelijke overtreding en de doeltreffendheid en doelmatigheid van het optreden van de NMa.
In het licht van de bovengenoemde belangenafweging geeft de NMa momenteel voorrang aan andere onderzoeken. De reden hiervan is ten eerste dat het economisch belang van de betrokken gedraging gering is. Op basis van voorlopig onderzoek lijkt deze gedraging niet marktbreed plaats te vinden, waardoor de betrokken omzet beperkt is.
Bovendien is voor het onderzoek naar dit type gedraging een aanzienlijke inzet van mensen en middelen benodigd omdat op voorhand niet duidelijk is in hoeverre deze gedraging onder de groepsvrijstellingen voor verticale overeenkomsten (Vo. 461/2010, Vo. 330/2010) valt dan wel er sprake zou zijn van een merkbare beperking van de mededinging. Uit een eerste onderzoek van de NMa is niet vast komen te staan dat de opzegging door Ford van de overeenkomst Erkend reparateur op grond van financiële situatie van autobedrijf […] als een mededingingsbeperking moet worden gezien die niet binnen de reikwijdte van de groepsvrijstelling valt.
Voor zover de betrokken gedraging(en) wel leid(t)(en) tot een overtreding van de
Mededingingswet is de ernst van de gestelde overtreding gering, omdat er sprake is van een verticale gedraging. In de Boeterichtsnoeren heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een dergelijke overtreding niet aangemerkt als een zeer zware of zware overtreding. Bij de beoordeling van de ernst van de overtreding ten behoeve van de prioritering van haar onderzoeks- en handhavingsactiviteiten sluit de Raad aan bij deze categorie-indeling, waarbij hij prioriteit geeft aan onderzoeken naar (zeer) zware overtredingen. Uit het feit dat de vermoedelijke overtreding niet is aangemerkt als (zeer) zware overtreding, volgt dat de ernst van de overtreding in verhouding tot andere mogelijke overtredingen waarnaar de Raad onderzoek kan instellen gering is.
Toetsing van de klacht aan de prioriteringscriteria geeft de NMa, alles afwegende, geen of onvoldoende aanleiding om de besluitaanvraag toch in behandeling te nemen. Daarnaast komt aan uw individuele belang bij onderzoek van de NMa naar het oordeel van de NMa onvoldoende gewicht toe, om tot onderzoek over te gaan.
Gezien het bovenstaande weegt het belang van onderzoek naar aanleiding van deze klacht minder zwaar dan het belang van onderzoek in andere zaken. De NMa zal dan ook geen
Openbaar besluit
3 Overigens wil de NMa u erop wijzen dat Ford Nederland wanneer zij een selectief
distributiestelsel voor het erkend reparateurschap hanteert op grond van de groepsvrijstelling Vo. 461/2010 gehouden is een eventuele nieuwe aanvraag van autobedrijf […] voor het erkend reparateurschap in behandeling te nemen en te toetsen aan de kwalitatieve criteria die Ford hanteert.
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g.
Stijn van den Broek Directie Mededinging
Clustermanager Handel, Diensten en Transport